Werken met loongegevens

Berekeningsbasis voor RSZ

 Het aan RSZ onderworpen loon aan 100% voor bedienden en aan 108% voor de arbeiders

Grenzen door de NAR= Nationale Arbeidsraad (GGMMI)  bepaald door paritair comité

Gewaarborgd loon is het loon dat je medewerker ontvangt indien hij door ziekte of een ongeval niet
kan komen werken.

Berekenen GGMMI
Om na te gaan of men minstens het GGMMI heeft gekregen, dient men de eindejaarspremie toe te
voegen (sector per sector bekijken).
 GGMMI: 1.688,03 x 12 = 20.256,36 euro per jaar 
 Loon: 1.599,12 x 12 = 19.189,44 euro
 Maar: eindejaarspremie = 1.599,12 euro
 Totaal: 20.788,56 euro

Een werknemer die een loon ontvangt dat lager is dan het GGMI, kan een bijpassen tot het
minimumloon eisen, zelfs al heeft hij eerder zijn schriftelijke toestemming gegeven voor het lagere
loon.

Grenzen loon in natura:

 - beperkt tot maximum 20% van het totale brutoloon van de werknemer.
- Beperkt tot maximum 40%: werknemer beschikt over een huis of appartement
- beperkt tot maximum 50%: het huispersoneel, de huisbewaarders en de leerlingen of de
stagiairs op voorwaarde dat deze werknemerscategorieën volledig bij de werkgever
gehuisvest en gevoed worden.

RSZ= rijksdienst voor sociale zekerheid

BV= de bedrijfsvoorheffing is een voorschot op de definitieve inkomstenbelasting.

VAA (voordelen alle aard) = een voordeel dat een werkgever of onderneming toekent aan een
werknemer of bedrijfsleider (bv. een bedrijfswagen, een ter beschikking gesteld onroerend goed, een
lening aan voordelig tarief …).

Bijzondere bijdragen = verschuldigd door elk gezin bestaande uit werknemers of hoge ambtenaren.
Ze hangt af van je loon en je gezinssituatie. Het bedrag van de bijdrage staat in verhouding tot het
jaarlijks belastbare gezinsinkomen.

1. RSZ-berekenen
RSZ: 13,07%
 Brekend op:
o Arbeiders: 108%
o Bediende 100%

Deeltijdse arbeid altijd omzetten naar voltijdse arbeid !!! belangrijk bij berekening van netto-kost

Verdeling RSZ-percentage

 Arbeider (brutoloon 2600 euro)

o 2600*13,07% 339,82 euro RSZ-bijdrage

 Bediende (brutoloon 3000 euro)

o 3000*108% = 3240 euro
o 3240 * 13,07% = 423,47 euro RSZ-bijdrage

2. Bedrijfsvoorheffing
Brutoloon
-RSZ
+ werkbonus
= belastbaar loon
-bedrijfsvoorheffing
-bijzondere bijdragen sociale zekerheid
= nettoloon
 3. Berekening BV
Schaal I  geldt voor:
- Alleenstaanden
- Gehuwde en wettelijk samenwonende  tweeverdieners
- Beroepsinkomen beide partners

Schaal II  geldt voor:

- Gehuwde en wettelijk samenwonende  éénverdieners
- Beroepsinkomen één van beide (BV: pensioen)

Schaal III  geldt voor:

- Niet-inwoners, zonder tehuis

4. Bruto- netto – BV werknemers

Hoogte inkomen:

Bruto- netto- BV werknemers: oefeningen – hoogte inkomen (uitleg)

- 1ste berekening
 Belastbaar loon = 4259,57 euro
 Bijlage III schaal 1
 Brekend op afgerond lagere belastbare basis dus 4245 euro
 BV= 1431, 83 euro met 26 euro vermindering voor alleenstaande dus
1408,83 euro
de
- 2 berekening
 Belastbaar loon: 4263, 92 euro
 Bijlage III schaal I
 Berekend op afgerond lagere belastbare basus dus 4260 euro
 BV: 1438, 86 euro met 26 euro vermindering voor alleenstaande, dus
1413, 86 euro

Er wordt nog steeds rekening gehouden met het lage beroepsinkomsten van de partner  BV nog
steeds berekend in schaal I, verminderd met 116,50 euro (voorwaarde: slechts maandelijks inkomen
van max 233 euro)
Grensbedragen bestaandmiddelen

Bruto- netto  vemrindering voor kinderen ten laste

- Schaal I

- Schaal II

Berekeningen BV WN’ers
Brutoloon (stap 1)
– sociale zekerheidsbijdragen (stap 2)
= belastbare basis (stap 3)
-BV (stap 4)
= voorloppig nettoloon
-bijzondere bijdragen sociale zekerheid (stap 5)
+/- diversen (stap 6)
= uitbetaald nettoloon
Bruto- netto – bedrag schaal I  verminderingen voor andere gezindslaten
- Schaal I

- Schaal II
  BV berekend op de belastbare basis/loon
 Bruto – RSZ = belastbare basisi

 RSZ- afhouding is niet altijd gelijk aan 13,07%

o Deeltijds schoolplichtige met deeltijdse AO  5,57%

Alle belongingen voor prestaties in dienst van een WG zijn belastbare bezoldigingen.

Voorbeeld berekening BV

Voorbeeld berekening BV
- Bediende, alleenstaande, zonder personen ten laste, bruto van 3000 euro

 RSZ-afhouding 13,07% = belastbare loon

o 3000 * 13,07% = 392,10 euro
 Alleenstaande = schaal I
 Belastbare basis voor inhouding BV= 3000 – 392,10 euro = 2607,90
 WN = kolom 2
 Ondergrens: 2595 euro  615, 16 BV
 Vermindering wegens alleenstaande : 615, 16 – 26 euro = 589,16 euro
 5. Bijzondere bijdragen sociale zekerheid
Tarief sociale inhouding

Voorbeeld berekening bijzondere bijdrage (sociale inhouding)

- Maandloon minder dan 6038,82 euro (= 4900 euro)
- Alleenstaande
- Loon = tussen 2190, 19 euro en 6038, 82 euro
- Bedrag= 18,60 euro + 1,1% op (4900-2190,18 = 2709,82 euro) = 48,41 euro

6. werkbonus
Berekening werkbonus
- Stap 1 refertemaandloon van de WN bepalen
 refertemaandloon max van 2611,78 euro bruto per maand
- Stap 2  basisbedrag van de vermindering vaststellen op basis van het refertemaandloon
van de WN in functie van de loonschijven
- Stap 3  werkelijk verminderingsbedrag bepalen door propatiseren van het basisbedrag in
functie van de prestatiebreuk bij onvolledige prestaties en deeltijdse tewerkstelling

Stap 2  basisverminderingsbedrag

 Berekeningstool op RSZ-site

7. Overuren
Percentages en berekeningsgrondslag overuren

Toepassing in de praktijk  éénvormig tarief overuren van 11,11%

10 overuren aan 15 euro/ uur + toeslag 100% (=150)= 2940 eirp

 Totaal bruto = loon+ loon overuren
Voorbeeld berekening overuren
- Bediende per maand brutoloon 2640 euro
- 10 overuren die recht geve op een overurentoeslag
- Gehuwd
- Twee kinderen ten laste
- Partner eigen beroepsinkomen

8. Persoonlijke bijdragen groepsverzekering

Bij deelname aan groepsverzekering + eigen bijdragen WN: de berekende BV – 30% eigen bijdragen
BV

Voorbeeld berekening groepsverzekering:

BV = schaal 1
Loon = 1431,92 euro
vermindering wegens alleenstaande = 26 euro
Vermindering wegens bijdrage groepsverzekering = 100*30% = 30 euro
BV = 1375,92 euro
 9. Vervoerskosten van en naar het werk
- WG gemiddeld 75% van de prijs van de treinkaart
- Opgelet  voor woon-werkafstand < 3 km  vergoeding 3 km betalen

Sociaal abonnement = altijd belastbaar

Forfaitaire sociaal abonnement= gedeeltelijk vrijgesteld van belasten (privé- vervoer) en/ of volledig
vrijgesteld (openbaar vervoer)

Vrijgestelde forfait van maximaal 0,3542 euro/ km bij omweg

Vervoerskosten zijn vrijgesteld van RSZ-bijdragen

Voorbeeld bedrijfsvoorheffing bij vervoerkosten van en naar het werk

De terugbetaalde kosten voor het woon-werkverkeer 100% aftrekbaar als beroepskost

10. Firmawagen
Privégebruik bedrijfswagen onderworpen aan CO2 solidariteitsbijdragen
- Cataloguswaarde < degressiviteitscoëfficiënt x 6/7) x CO2) (dia 337)
Formules berekeningen CO2- solidariteitsbijdragen

Fiscaal belastbaar voordeel (correctiecoëfficiënt)

Samengevat: [(cataloguswaarde x degressiviteitscoëfficiënt) x 6/7] x CO2-coëfficiënt

De basis- CO2-coëfficiënt bedraagt 5,5% voor een CO2-uitstoot van:

- 91 gr/km voor dieselvoertuigen
- 111 gr/km voor voertuigen met benzine, LPG of gasmotor
- Ligt de CO2 uitstoot:
o Hoger dan wordt de coëfficiënt verhoogd met 0,1% per CO2-gram boven de
referentie-uitstoot (max 18%)
o Lager dan wordt de coëfficiënt verminderd met 0,1% per CO2-gram onder de
referentie-uitstoot (min 4%)
CO2- uitstoot onbekend:
- 195 gr/km indien aangedreven door een dieselmotor (CO2-coëfficiënt van 15,9%)
- 205 gr/km indien aangedreven door een benzine, LPG of aardgasmotor (CO2-coëfficiënt van
14,9%)
- 4% is steeds van toepassing op wagens zonder CO2-uitstoot

Tankaart  forfaitaire vergoeding brandstofkosten van 0,3542 euro/km

11. Alternatieve verloning: bellen & surfen- PC privé plan

Berekening van het voordeel: RSZ

Privégebruik van gsm

- 3 euro voor het toestel
- 4 euro voor het telefonie-abonnement
- 5 euro voor het mobiel internet
 12. Alternatieve verloningen: lenen
Voorbeeldberekening lenen:

Voordeel bewoning  alternatieve verloning: wonen, energie en milieu

RSZ: VAA forfaitair

- 0,74 euro/dag
Fiscaal:
- 0,74 euro per dag of 266,40 euro per jaar

Voordeel nutsvoorzieningen

Verzekeringen
Groepsverzekering
- RSZ-WG = 8,86%
Bij betaling van de premie (hospitalisatieverzekering) door WG, taks van 9,25% verschuldigd
Voorbeeldberekening warranten:

13. Alternatieve verloningen: eten en drinken

Maaltijdcheques:
- WG= max 6,91 euro/ cheque
- WN= min 1,09 euro/ cheque
 Max; 8 euro/ cheque/dag
o Kwartaalbasis max 65 cheques
Maaltijdcheques zijn vrijgesteld van RSZ en BV

Verstrekken van maaltijden

Voorbeeldberekening maaltijdscheques
Medewerker: MTC 8 euro  november 2020
Ongehuwd en geen kinderen ten laste
Bruto: 4549,95 euro
RSZ: 13,07% + 4549,95 = 594,67 euro
Belastbaar= 4549,95 – 594,67= 3955,28 euro
BV: schaal I = 1271,33 – 26 = 1245,33 euro
Netto  afhouding WN-bijdragen van 1,09 euro
1,09 x (21 Werkdagen- 1 feestdag) = 21,80 euro
Totaal netto: - 21,80 (- bijzondere bijdragen = 44,55) = 3955,28 -1245,33 -21,80-44,55= 2643,60 euro

14. Alternatieve verloningen: geschenken

Geschenken  RSZ en BV
 maar er is een uitzondering van de max bedragen waarop geen RSZ & BV berekend wordt
(verjaardagen, kerst, nieuwjaar, …)

- eindejaar
o max 40 euro  + 40 = wel RSZ & BV
o RSZ betalen fictief
- Verjaardag
o Max 40 euro: BV
- Geboortepremie
o BV: max 50 euro
o Geen RSZ < kraam of adoptieverlof

15. Anciënniteitspremie
Geen RSZ & BV

2 situaties Anciënniteitspremie
- 25 jaar + max 1 x brutoloon
- 35 jaar + max 2 x brutoloon

16. Sociaal voordeel

Voorbeeldberekening sociaal voordeel
geen RSZ & BV
loonlijn: Anciënniteitspremie= netto-vergoeding
1500 euro overlijden vriendin  geen RSZ & BV
Dus netto: 3955,28-1245,33+ 1500 = 4165,40 euro
Voorbeeldberekening Anciënniteitspremie:
4000 euro premie  25 jaar
Bruto = 4549,95 euro
Ongehuwd, 0 kinderen

25 jaar = oké
Premie < 1x brutoloon (4000 < 4549,95)
RSZ: 4549,95 x 13,07% = 594,67 euro
Belastbaar: 4549,95-594,67 = 3955,28 euro
BV: 1271, 33- 26 = 1245,33 euro
Bijzondere bijdragen: 44,55 (berekend op bruto 4549,95 euro)
Netto: 3955,28 – BV (1245,33) – bijzonderdere bijdragen + premie = 6665,40 euro

17. Inhoudingen op het loon

Mogelijke begrenzingen
- Max 1/ (de van het verschuldigde loon in geld na aftrek van inhouding BV, RSZ, ….

Loonbeslag en loonoverdracht