Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Tijdslijn kunstgeschiedenis

1. Paleolithicum: Oude steentijd 2,5ml jaar tot 10.000 v.Chr.


Prehistorie > geen geschriften
 Vroegste kunst > grotschilderingen
Menselijke evolutie, einde IJstijd, jagers en voedselverzamelaars
 Laat-paleolithicum ± 50.000-10.000 v. Chr.
Heiligdom in groten voorgesteld, Membraantheorie van Lewis Williams

2. Neolithicum: Vroege Bronstijd, nieuwe steentijd 10.000-2000 v.Chr.


Ontstaan van de landbouw, dus boeren , nomadische jagers worden sedentair.
Complexere samenleving, religie.
 Megalietculturen ± 4000-1500 v. Chr.
Hunebed/Dolmen 3900 v.Chr., petrogliefen, grafheuvels als rituelen, votieffiguren
Stonehenge en Woodhenge 3100 v.Chr.

3. Mesopotamïe ± 4000-100 v.Chr. (tweestromenland)


 Eerste grote beschaving ontstaan vanaf 2000 v.Chr.
Irrigatietechnieken
Grote rijken ontstaan > organisatie en wetgeving
Pictogrammen omgezet in spijkerschrift in 2900 v.Chr.
Kunst heeft een politiek-religieuze functie: beeldtaal
Bijv.: Koninklijke standaard van Ur (kist met verhaal)
Mythische wezens zoals lamassen.
Ishar-poort: het voorlezen van schepping verhaal,
macht van de koning te etaleren en de goden.

4. Egypte ± 4000-0 v. Chr. deel 1


de Nijl van de samenleving, jaarlijkse overstromingen.
Farao’s, Egyptische goden, hiernamaalsgeloof en dodencyclus.
Figuratieve kunst: tempels vol getekend van offerscénes
in godsdienstige levensechte effect van ‘Ka’.
Samenhang met godsdienst en de staat.
Bouwkunst: piramides zoals, mastaba’s en sacrofaag (dodenkist), obilisken,…
Beeldhouwkunst: palet van Narmer 3200 v.Chr., ka-beeld en serdab, benben-steen

Egypte: deel 2
Het oude Rijk: Egypte revival
Egyptische esthetiek invloed op juwelen en mode 1920 v Chr.
Het midden Rijk: artistieke veranderingen 2000 v.Chr.
Het uiteenvallen van het rijk voor een bijzondere ontwikkeling.
Grafmonument van Mentuhotep, breekt tradities van de piramides.
Reliëfs en stéles veranderd nu geproportioneerde en vloeiende figuren.
Het Nieuwe Rijk: grafarchitectuur 1490 v.Chr.
Dodentemtel Hatshepsut, bang van de grafrovers en tomben uit te graven.
Farao’s werden niet meer begraven in die plaats.
Kunst: canopische vaas, symboliek van scarabee, armarna stijl, Toetankhamon

1
5. Prehelleense culturen
Cultuur die voorafgaan aan de klassieke beschaving.
West-Europese cultuur vanaf 800 v.Chr. ontwikkeld in Griekenland.
Griekse culturen die daarvoor komen noemen we Prehelleens.
Griekse beschaving noemen we ook “helleens”beschaving, zelf benoemd als Griekenland.
Wij bedoelen er met name de kunst mee van:
1. De Minoïsche cultuur van Kreta (de cultuur die zich ontwikkelde op de Cycladische
eilanden)
2. De Myceense cultuur op het vasteland, die gevolgd werd door de Dark Ages.

 Kreta ± 3000-1000 v. Chr.


Cycladische beeldjes 2300v.Chr.
Paleis van Knossos, kretenzische godsdienst, mythologie,
Sir Arhur Evans, Minoïsche paleizen 1700-1500 v.Chr.
Slangengodin 1600 v.Chr.
Acrobatenfresco’s 1500 v.Chr.
 Mykene ± 1700-1200 v. Chr. Griekseschiereiland.
Indo-Germaan vallen in Noorden binnen 1700-1600 v.Chr.
Ontwikkeld een nieuwe cultuur en wordt Archeeërs genoemd.
Georganiseerde scheepvaart 1400-1200 v.Chr.
Minos en Myceense cultuur hadden geen contact.
Thema’s waren jacht en oorlog.
Archtictuur: Leeuwenpoort van burcht, Tholos/koepelgraven voor hoge klasse.
Kunstwerken:
Illias en Odyssee de twee heldendichten.
Gouden masker van Toetenkhamon 1550 v.Chr.
Fresco’s van 2 strijdende vrouwen 1200 v.Chr.

Dark Ages of Pre Archaïsche periode 900-700 v.Chr.


De doriërs vielen van uit de Noorden binnen.
Griekse gebied verzonk en de cultuur ging verloren, in 9de eeuw werd terug stabiel.
Dat noemen we de Dorische periode of ‘Dark Ages’ van Griekenland.
Beeldhouwkunst: geometrische kraters 740 v.Chr.,
Nieuwe verandering geometrische en oriëntaliserende stijl.

6. Griekenland ± 1100-30 v. Chr.


2
 Archaïsche periode ca. 700-500/490 v.Chr.
Ontstaan stadstaten (paleis) en onafhankelijk dezelfde cultuur, taal,
Godsdienst en mythologie, dit wordt andere volkeren dus barbaars.
Handel en kolonisatie stichten de Grieken in rond de Middellandse zee.
Tempels naar godsdienstig van de Keizer vereerd.
Kapiteel van Dorische, Ionisch en Korintisch stijlen
Beeldhouwkunst: losstaande beelden (mens individu),
votiefbeeldjes, herdenkkingsdoeleinde.
Militaire overwinning, antropormorfe (menselijke Olympische goden)
Agonishe mensbeeld, Kouros en Koré
 Klassieke periode ca. 500/490 – 325/300 v.Chr.
5de eeuw: Griekse staten met Athene als hoofd behalen een beslissende overwinning tegen
Perzische overmacht.
Breekt de bloei periode aan beschouwd van de Westerne beschaving zowel
Literatuur, beeldhouwkunsten en bouwkunst streven naar het ideaal zien.
4de eeuw: grote rivaliteit van de machtstaten tussen Athene en Sparta.
Op cultuur vlak duurt de bloei voort in filosofie, beeldhouwkunst en architectuur.
Kunst: vaasschilderingen
Architectuur: Acropolis, de guldensnede, Griekse theaters
Beeldhouwkunst: archaïsche glimlach verdwijnt en meer plaats voor realisme.
 Hellenistische periode ca 325/300 – 30 v.Chr.
1) Begin tijd van de verovering Alexander de Grote een wereldrijk
van Griekenland tot Himalaya en ontstaat wisselwerking tussen Grieken en Oosten.
2) Na de dood bleef de taal en cultuur dominant gebieden, wordt hellenisme (is Griekenland)
benoemd.
3) Periode van sociaal en politiek onrust, wel ontdekt verder ontdekt in filosofie, wetgevingen en
kunsten. Eclectisme > het samen aan gaan met verschillende culturen en stijlen.
4) In de 2de eeuw v.Chr. door de Romeinen veroverd.
Vroeger waren alle kunstwerken in opdrachten van de staat met godsdienstige vervaardigd en
nieuwe klasse handelaars kunnen zelf laten maken.
In privé stukken werden niet langer in goden en atleten gemaakt.

7. Rome ± 500 v. Chr. - 500 n. Chr.


De laatantieke periode
3
8. Vroeg Christelijk ± 200-500 n. Chr.

9. Bronstijd en IJzertijd West Europa 1500-0 v. Chr.


10. Vroege Middeleeuwen ± 500-800 n. Chr.

You might also like