Artikel Voor Neuron Eindversie

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 8

WAT HEEFT NARRATIEVE THERAPIE ONS TE VERTELLEN?

Johan Van de Putte Psycholoog; Universitaire Dienst Psychiatrie, UZ Gent Narratieve therapie is een vorm van psychotherapie die zich richt op de manier waarop mensen betekenis geven aan hun ervaringen volgens een narratieve structuur. Sommige verhaallijnen zetten mensen vast in hun denken, voelen en handelen. Narratieve therapie helpt mensen om oplossingen te bedenken voor de problemen waar ze mee worstelen en om stappen te zetten die passen bij hun waarden door inhiberende verhaallijnen te reconstrueren en potentieel helpende en in beweging brengende verhaallijnen op te pikken en op een rijke manier te ontwikkelen. Dit brengt mensen op een rijke manier in contact met hun vaardigheden, kennis en waarden. Narratieve therapie werkt steeds rond het zelfbeeld en de identiteit van de clint. Keywords: Narrative therapy externalisation doublestoriednes- thick storylines personal agency narrative behaviour therapy NT (Narratieve Therapie) is een relatief jonge vorm van psychotherapie, die een snelle ontwikkeling en verspreiding kent. Het model vindt haar oorsprong down under, sinds de jaren 80, in het werk van de Australir Michael White (1, 2, 3) en de Nieuw-Zeelander David Epston (4, 5). Net zoals oplossingsgerichte therapeuten, hebben narratieve therapeuten een uitgesproken belangstelling voor het niet-problematische, of het sprankelende in mensen hun leven; beide modellen willen maximaal de bestaande maar veronachtzaamde vaardigheden en knowhow van de clint aanspreken, eerder dan nieuwe vaardigheden en kennis toevoegen. Net zoals cognitieve therapie dat doet, stelt NT de persoonlijke betekenisgeving centraal. Net zoals bij familietherapie wordt de clint (en zijn of haar veranderingsprocessen) gezien in zijn of haar relationele context. Net zoals bij Acceptance and Commitment Therapy (een vorm van gedragstherapie (6)) wordt de clint sterk ondersteund in het nemen van initiatieven die passen bij zijn of haar waarden. Wat is nu specifiek aan NT? Elke vorm van psychotherapie stelt bepaalde concepten en metaforen centraal: beleving, communicatie, gedrag, cognitie, ... Narratieve therapeuten werken met de metafoor van het verhaal. Wat wordt er met die term bedoeld? Welnu, mensen geven betekenis aan hun leven door verschillende ervaringen, in de loop van de tijd, met elkaar te verbinden volgens een thema of een plot. En dt verschillende ervaringen, in een sequentie in de loop van de tijd, volgens een thema of plot is een verhaalstructuur. Sommige van die verhaal- of betekenisstructuren houden mensen vast in probleemprocessen terwijl alternatieve verhaalstructuren hen net in staat zouden stellen om de invloed van problemen op hun leven en relaties kleiner te maken en/of hen kunnen sterken om een leven te leiden dat past bij hun waarden. Zo komen mensen bij een hulpverlener met verhalen over zichzelf en hun relaties, over moeilijkheden en wat die moeilijkheden zeggen over hen en over hun leven.

Sommige van die verhalen sluiten hen op in bepaalde vormen van denken/gevoel/handelen. Bijvoorbeeld verhalen over o hoe invloedrijk angst is in hun leven; o hoe ze vast zitten in een relatie; o aangetrokken worden tot mannen die hen zonder respect behandelen; o overgevoeligheid; o falen en hoe dit falen wellicht samenhangt met een innerlijke ontoereikendheid; o kwetsbaarheid voor depressie ... Zon verhaallijn suggereert telkens iets over de toekomst nl. dat die wel in dezelfde lijn zal liggen - en over wie men is gestoord, zwak, ... - en kan mensen aanzienlijk beperken in opties om in te grijpen in hun eigen leven. NT helpt mensen om beperkende probleemverhalen te reconstrueren, en om potentieel helpende en stimulerende verhaallijnen te construeren, te versterken en tot actie te laten evolueren. Probleemverhalen Het is eigen aan hoe wij taal gebruiken, dat wij problemen lokaliseren in de persoon. Wij zeggen bijvoorbeeld: zij is depressief. In een gesprek tussen een therapeut en een clint kan het volgende plaats vinden: Therapeut: Hoe lang ben jij al depressief? Clint: Sinds mijn moeder is weggegaan; dat is dus zon 6 jaar al. Therapeut: Zijn er nog mensen in de familie die depressief zijn of geweest zijn? Clint: Mijn vader is ook pessimistisch ingesteld, zoals ik. Therapeut: Wat denk jij wanneer je je depressief voelt? Deze manier van samen spreken is heel gewoon maar doet meer dan uitnodigen om de werkelijkheid van problemen te exploreren. Zij construeert een werkelijkheid waarbij het problematische in de persoon zelf geplaatst wordt en er geen grens tussen de persoon en het probleem lijkt te bestaan: het probleem lijkt wel de totaliteit van de persoon in te nemen, zoals een druppel inkt zich verspreidt over een glas water. Dit heeft als nadeel dat het zelfbeeld van de persoon in een negatief daglicht komt te staan (zowel voor de persoon zelf als de therapeut). Dit is pijnlijk, demoraliseert en clinten vermijden om die reden soms om een probleem te exploreren. Bovendien is het niet noodzakelijk. Raymond herinnerde zich van toen hij kunststudent was hoe een docent de klas eens een wit canvas met een zwarte stip in het midden toonde. Zij had de studenten gevraagd wat ze zagen. Alle studenten zeiden dat ze een zwarte stip zagen. De docent antwoordde: ja, maar wat met de rest van het doek? Raymond vertelde ons dat het gediagnosticeerd worden als schizofreen was als gezien worden als een zwarte stip. Hij zei dat mensen hem behandeld hadden alsof hij de zwarte stip was en hij voelde zich ook alsof hij de zwarte stip geworden was (7). NT wil mensen beschermen tegen deze ongewenste effecten en vertrekt van een principile scheiding tussen persoon en probleem: het problm is het probleem, niet

de persoon. Dit uitgangspunt leidt o.a. tot een bijzondere manier van taalgebruik bij het spreken met een clint over diens probleem. Daar waar we spontaan een internaliserend taalgebruik hanteren, gaan narratieve therapeuten externaliserend spreken over het probleem, zodat het niet zomaar gelokaliseerd wordt in de persoon. Therapeut: Wanneer is depressiviteit een schaduw gaan werpen over je leven? Clint: Sinds mijn moeder is weggegaan; dat is dus zon 6 jaar al. Therapeut: Welke effecten heeft depressiviteit op je leven? Clint: Ik voel me voortdurend moe. Therapeut: Neemt depressiviteit je energie af? Clint: Absoluut. Therapeut: Heeft depressiviteit nog effecten op je leven? Bijv. op je gevoelens, op je denken, op je relaties met mensen? ... Dit maakt een grondige exploratie mogelijk van het probleem zonder dat het zelfbeeld aangetast wordt en lokt bijgevolg ook minder weerstand uit. Narratieve therapeuten gaan vervolgens bespreken wat de clint vindt van wat het probleem met hem doet, en wat voor dierbare of belangrijke verlangens, doelen of waarden er door gedwarsboomd worden. Door dit te exploreren kan de clint een standpunt innemen tov het probleem en gaat hij zich meer vereenzelvigen met belangrijke verlangens/doelen/waarden. Op die manier reconstrueren therapeut en clint het probleemverhaal tot een verhaal dat tegelijkertijd zorgvuldig de effecten en de processen van het probleem in kaart brengt, n de clint uitnodigt tot een positie van weerbaarheid en protest tegen o wat het probleem doet of probeert te doen en o factoren die het probleem in de hand werken. Het andere verhaal Narratieve therapeuten luisteren steeds naar (sporen van ) 2 soorten verhalen. Niet enkel naar probleemverhalen maar ook naar alternatieve verhaallijnen die gelinkt zijn met belangrijke vaardigheden of kennis, met waarden, met kostbare relaties... NT streeft er nl. naar dat de clint tot de conclusie komt (ook emotioneel) dat hij in zijn ervaringsrepertoire relevante ervaringen, kennis en vaardigheden heeft die er echt toe doen. Dit motiveert om deze kennis en vaardigheden in te zetten om zijn leven bij te sturen in de lijn van waar het hem om te doen is. Narratieve therapeuten zoeken naar de fijnste sporen van zulke sprankelende ervaringen. Wanneer ze zon ervaring op het spoor zijn, stellen ze vragen die het de clint mogelijk maken om deze ervaringen (en wat die reveleren aan relevante dimensies) in verhaal te brengen. Clinten ervaren wat het grote effect is van het verhalen van fijne of positieve ervaringen: Men ziet zichzelf in een positief licht, De vaardigheden of kennis die ingezet zijn in de oorspronkelijke ervaring gaan echter aanvoelen, Men heeft meer voeling met wat men belangrijk vindt en men heeft meer zin om er iets mee te doen, Men voelt zich aangemoedigd om deze vaardigheden in te zetten.

Er zijn interessante linken tussen deze therapeutische praktijk van het uitwerken van positieve herinneringen met onderzoek dat suggereert dat toegankelijke en uitgewerkte, specifieke herinneringen een belangrijke rol spelen bij problem solving, stemmingsherstel en veerkracht. Rijke verhaallijnen en personal agency Het gaat in NT echter om iets anders en meer dan zomaar wat praten over positieve ervaringen en daar wat complimenten over geven. Een herinnering is nog geen verhaallijn, en de ene verhaallijn is de andere niet. Een belangrijk concept in de praktijk van NT is dat van de dikke of rijke verhaallijn (versus de magere). Verhaallijnen hebben des te meer invloed wanneer ze rijk of dik zijn en die rijkdom of dikte wordt o.a. bevorderd door: Concrete details (van ervaringen, concrete voorbeelden van eerdere initiatieven, van het feit dat iemand iets kostbaar vindt,...), bijv. Wanneer was dat? Waar was dat? Kan je daar iets meer over vertellen? Welk effect had dat op hem? Wat ging er door je heen? Ervaringen in hun tijdssequentie uit te zetten: wat ging er aan vooraf? Welke effecten had iets op wat erna plaatsvond? Verhalen te linken met andere verhalen, zodat men een gevoel krijgt van continuteit en een rode draad, bijv. Kan je me nog een voorbeeld geven van een keer dat je..., misschien van vroeger in je leven? Wie weet dat van jou, dat jij toen...? Heeft hem dat verrast? Waarom niet? Wat had die al meegemaakt met jou waardoor die niet verrast was toen jij...? Verhalen te bedden in relationele netwerken en in geschiedenis, bijv. Wie weet dat van jou? Wie heeft jou de smaak leren kennen van ...? Van wie heb je dat geleerd? Wat zou ... zeggen als ze zou horen dat ...? Hoe voelde je je bekeken door ...? Zowel stil te staan bij de actie-elementen in het verhaal als bij mogelijke conclusies over de identiteit van de persoon of de relatie, bijv. Wat zegt dat over jou dat je ...? Wat zegt dit misschien over wat belangrijk voor je is? Andere mensen als getuige te betrekken bij sommige belangrijke verhalen (en de conclusies eruit), omdat dit de verhalen en conclusies sociaal waarmerkt. Het is frappant in welke mate mensen constructiever kunnen denken over actuele problemen en over hun toekomst wanneer ze welbepaalde ervaringen hebben kunnen ophalen en er een rijk verhaal hebben kunnen over construeren en vertellen (en ev. hervertellen). Doorheen zulke verhaalontwikkeling krijgen mensen voeling met n of meerdere kostbare rode draden in hun leven. Dit wekt een soort geprefereerd zelfgevoel, een gevoel van iemand te zijn (los van het probleem en los van wat het probleem hen toelaat te zijn). Zo komt het zelfbeeld en de identiteit van de clint in NT steeds aan bod, en bevordert de narratieve therapeut dat de clint stappen zet die passen bij wat hij belangrijk vindt. Marc, komt in een reeks gesprekken n.a.v. zijn worsteling met een stemmingsprobleem tot de conclusie dat zijn levensstijl en bepaalde verwachtingen rond zijn carrire hem vervreemd hebben van zijn kinderen. Samen met de therapeut neemt hij het thema op van zijn uitgesproken ethiek

rond hoe ouders hun verantwoordelijkheid zouden moeten nemen tegenover hun kinderen. Dit wordt uitgewerkt: de geschiedenis ervan, hoe zich dat al geuit heeft in zijn leven, welke personen daar een inspirerende rol in gespeeld hebben. In de loop van de tijd zet hij stappen die beter passen bij deze ethiek en zuivert hij zijn werkambities van idealen en verwachtingen waar hij niet kan achter staan. NT beoogt op deze manier het herstel of de groei van personal agency: nl. het gevoel/besef dat men invloed en sturing kan en wil uitoefenen op de loop van zijn leven. Dit kan meer of minder beschadigd zijn door allerlei factoren, zoals de worsteling met moeilijkheden, een geschiedenis van trauma, een context van marginalisatie, onmacht en onrecht. Het herstel ervan vindt o.a. plaats doordat we (opnieuw of voor het eerst) betekenis geven aan eerdere initiatieven en aan wat belangrijk voor ons is, en doordat we kostbare of dierbare rode draden ervaren in ons leven. Een belangrijke achtergrond bij de dagelijkse praktijk van NT is het werk van de Russische psycholoog en filosoof Vygotsky (8) die de rol van de sociale context bestudeerde bij de ontwikkeling van kinderen. Hij wees ons op het soort samenwerking (met leeftijdsgenoten, met oudere kinderen en volwassenen) dat het mogelijk maakt voor het kind om vanuit hele concrete ervaringen concepten te ontwikkelen, die het in staat stellen om allerlei mentale operaties uit te voeren (plannen, problem solving, creativiteit) en op het belang daarvan voor hun algemene ontwikkeling. Narratieve therapeuten zullen hun clinten ook helpen om een zekere afstand in te nemen tegenover hun ervaringen, om tot nieuwe inzichten te komen, en om rijke concepten te ontwikkelen rond datgene wat echt van tel is voor hen. Zo wordt het dan ook mogelijk voor hen om te denken over initiatieven, te denken over de toekomst, moeilijkheden en antwoorden op die moeilijkheden te anticiperen. Narratieve therapeuten bouwen als het ware steigers rond de ervaringen van de clint die het mogelijk voor hem maken om toegang te vinden tot ervaringen waar hij geen toegang toe had omdat hij opgesloten zat in bepaalde verhaallijnen, met bepaalde beperkingen in denken, voelen, handelen, toekomstperspectief,... Psychotherapie, maatschappij en sociale context Wij leven in een bepaalde maatschappij, in een bepaalde cultuur (en subculturen), in een bepaalde periode van de geschiedenis. Wij hulpverleners inbegrepen - zijn onderhevig allerlei normen, verwachtingen en veronderstellingen, die samenhangen met bepaalde machtsrelaties, waar we geen vragen bij stellen, zo normaal (en normerend) zijn ze. Hun invloed op ons leven is doorgaans zeer groot, en ons vermogen om er een kritische, eigen positie tegenover in te nemen is niet vanzelfsprekend. Narratieve therapeuten helpen hun clinten om de mogelijke rol van bepaalde vanzelfsprekendheden bij hun problemen te identificeren en er een standpunt tegenover in te nemen op basis van hun waarden. In die zin verschilt NT van vormen van psychotherapie die enkel oog hebben voor zogezegde interne elementen. Samen met een man die behandeling zoekt voor zijn gewelddadig gedrag tegenover zijn partner, wordt gexploreerd welke manieren van doen en spreken i.v.m. vrouwen in zijn voetbalclub normaal zijn, welke effecten dit op het leven van mannen en vrouwen heeft, en wat hij vindt van deze effecten.

Met een clint wordt besproken welke cultuur rond presteren, controle en competitiviteit in zijn bedrijf gekomen was sinds de overname ervan door een ander bedrijf 5 jaar geleden. Narratieve therapeuten zullen oog hebben voor de invloed van de plaats die clinten innemen in de wereld van sociale klasse, gender, etniciteit, seksuele geaardheid, en voor de bredere context van machtsverhoudingen en ongelijkheid. NT betrekt de sociale context ook bij de veranderingsprocessen van de clint. Datgene dat niet op n of andere manier sociaal erkend wordt, bestaat op een bepaalde manier niet echt. NT benadrukt de invloed van sociale bevestiging en erkenning op onze identiteit en gedrag. Dit maakt dat de therapeut zulke bevestiging (van bijv. wat de clint belangrijk vindt, van bepaalde verhalen waaruit belangrijke kennis en vaardigheden uit blijken, van de intenties van de clint, ...) niet alleen zelf geeft maar ook mogelijk maakt. Dit gebeurt door het betrekken van anderen in gesprekken, door bepaalde ceremonies en door het creren van bepaalde documenten en brieven. Zo kan de therapeut bijv. een brief schrijven voor de clint waarin belangrijke verhalen, inzichten, intenties en plannen uit de gesprekken opgeschreven worden. Narratieve therapeuten zullen daarbij zoveel mogelijk verzaken aan expertjargon en de taal van de clint respecteren. Het is niet ongewoon dat clinten spontaan deze brieven laten lezen aan mensen uit hun netwerk, en ze ook zelf herlezen om zich bepaalde inzichten nog meer toe te eigenen. Toepassingen NT wordt toegepast bij kinderen (5, 9) en volwassenen, met individuen, koppels (10), gezinnen en gemeenschappen (11). De toepassingsgebieden zijn zeer divers: trauma (12), angst, depressie (13), geweld (14, 15), conflicten (16), genderproblematiek (17), eetstoornissen (18), psychose, persoonlijkheidsproblemen, rouw (19, 20) , ... Als gedrags- n narratief therapeut ervaar ik de kracht van de synergie tussen deze twee modellen. Een narratieve gedragstherapie zou een aantal dingen kunnen vr hebben op NT: het brengt interessante vormen van kennis en mogelijke aanpak van problemen ter beschikking van clinten, het biedt interessante manieren van observeren en begrijpen van problemen waardoor de clint zijn probleem en de factoren die er een rol in spelen, nog zorgvuldiger kan blootleggen, het zou NT inschrijven in de traditie van onderzoek (21) die zo eigen is aan cognitieve gedragstherapie. Op gedragstherapie zou het vr hebben dat de identiteit/zelfbeeld van de clint meer beschermd wordt tegen pathologiserende processen, betekenisreconstructie niet vanuit een alwetende positie (zoals wel eens het geval is met cognitieve technieken) maar op een coperatieve manier plaatsvindt, meer gebruik gemaakt wordt van de expertises en vormen van kennis van de clint, waardoor die zich empowered voelt en diens self-efficacy gesterkt wordt (de overtuiging en het vertrouwen dat iemand heeft om adequaat, efficint en succesvol te handelen in een gegeven situatie), therapeut en clint meer beschermd worden tegen de invloed van eventuele schadelijke maatschappelijke vanzelfsprekendheden.

Zon gentegreerde vorm van narratieve cognitieve gedragstherapie is reeds uitgewerkt op het gebied van psychose (22). Referenties (1) White M. Maps of narrative practice. New York: Norton; 2007. (2) White M. Narrative practice and exotic lives: Resurrecting diversity in everyday life. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 2004. (3) White M. Narratives of therapists lives. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 1997. (4) White M, Epston D. Narrative means to therapeutic ends. New York: Norton; 1990. (5) Freeman, J, Epston, D, Lobovits, D. Playful approaches to serious problems. New York: Norton. (6) Hayes, SC, Strosahl, KD, Wilson K.G. Acceptance and Commitment Therapy: An experiential approach to behavior change. New York: The Guilford Press; 1999. (7) Stockell G, O'Neill M. Towards collaboration: Raymonds story. URL: www.narrativeapproaches.com/narrative%20papers%20folder/toward.htm (8) Vygotsky, L. Thought and language. Cambridge, MA: Cornell University Press; 1986. (9) White, M, Morgan, A. Narrative therapy with children and their families. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 2006. (10) Freedman, J, Combs, G. Narrative therapy with couples-- and a whole lot more! A collection of papers, essays and expertises. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 2002. (11) Denborough D. (2008). Collective narrative practice: responding to individuals, groups, and communities who have experienced trauma. Adelaide: Dulwich Centre Foundation; 2008. (12) White M (2006). Working with people who are suffering the consequences of multiple trauma. In: Denborough D. Trauma: narrative responses to traumatic experience. Dulwich Centre Publications; 2006. p. 25-85. (13) Vromans LP, & Schweitzer RD. Narrative therapy for adults with a major depressive disorder: Improved symptom and interpersonal outcomes. Psychotherapy Research, 2010. URL: www.informaworld.com/smpp/content~db=all~content=a920032869~frm=titlelink (14) Jenkins A. The therapeutic engagement of men who are violent and abusive. Dulwich Centre Publications; 1990. (15) Jenkins, A. Becoming ethical. A parallel, political journey with men who have abused. Russell House; 2009. (16) Winslade, J, Monk, G. Narrative mediation. A new approach to conflict resolution. San Francisco: Jossey-Bass Publishers; 2000. (17) Yuen A, White C. Conversations about gender, culture, violence & narrative practice. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 2007. (18) Maisel R, Epston D, Borden A. Biting the hand that starves you: inspiring resistance to anorexia/bulimia. New York: Norton. (19) Hedtke L, Winslade J. Re-membering Lives: Conversations with the dying and the bereaved. Amityville, New York: Baywood Publishing; 2004. (20) White M (1988). Saying hullo again: the incorporation of the lost relationship in the resolution of grief. In White C, Denborough D. Introducing narrative therapy: a collection of practice-base writings. Adelaide: Dulwich Centre Publications; 1988. p. 17-29.

(21) URL: www.dulwichcentre.com.au/narrative-therapy-research.html. (22) Rhodes J, Jakes,S. Narrative CBT for Psychosis. London/New York: Routledge Taylor & Francis Group; 2009.

You might also like