Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 21

1-Statica (1018FTISTA) – Oefeningen les 2

Johan.Blom@uantwerpen.be
Kostas.Anastasiades@uantwerpen.be
Guido.Vleminckx@uantwerpen.be
Koen.Pieters@uantwerpen.be
Oskar.Seuntjens@uantwerpen.be
Gaetan.Legon@uantwerpen.be
Cartesische -vectornotatie
Plaatsvectoren theorie 2D
Krachten kunnen uitgedrukt worden als een cartesische vector
(orthogonaal assenstelsel): + positief goniometrische zin

F = Fxi + Fyj )θ

• De cartesische (orthogonale) eenheidsvectoren i en j worden gebruikt


om de (positieve) richtingen aan te geven. Het teken van de waarden
van Fx en Fy wordt bepaald door vergelijking met de zin van i en j.

• De eenheidsvectoren i en j hebben een dimensieloze grootte van 1

• De grootte van F kan worden bepaald met de stelling van Pythagoras:


ІFІ= en θ = )
• Opmerking: kwadrant checken want θ = θ + k.180°
4/10/2021
2
Cartesische vectornotatie
Plaatsvectoren - theorie 3D
Cartesische vectoranalyse is zeer geschikt om problemen in 3D op te
lossen: bewerkingen kunnen sterk vereenvoudigd worden.

Rechtsdraaiend orthogonaal assenstelsel!


In drie dimensies worden de cartesische eenheidsvectoren i, j en k
(grootte 1 en dimensieloos) gebruikt om de positieve richtingen van
respectievelijk de x-, y- en z-as aan te geven.

Cartesische vectorweergave:
• A = Axi + Ayj + Azk

Grootte van een cartesische vector:


• ІAІ = A = A²x + A²y + A²z
A′

• Opmerking: A ² A²x + A²y 4/10/2021


3
Cartesische vectornotatie
Plaatsvectoren - theorie 3D
Richtingshoeken:
• de richtingshoeken worden gemeten tussen de positieve
asrichting en de staart van vector A
Eenheidsvector uA geeft de richting van vector A aan:
• uA = A/A = (Ax/A) i + (Ay/A) j + (Az/A) k
• uA = cos α i + cos β j + cos γ k
• cos² α + cos² β + cos² γ = 1 (grootte uA = 1)
Cartesische vectorvorm van A :
• A = AuA
• = Acos α i + Acos β j + Acos γ k
• = Ax i + Ay j + Az k
4/10/2021
4
Cartesische vectornotatie
Plaatsvectoren - theorie 3D
Wat als, in plaats van de richtingshoeken, alleen de vlakhoeken θ en
φ gegeven zijn?
• A = Ax i + Ay j + Az k
• = A’cosθ i + A’sinθ j + Acosφ k
• = Asinφcosθ i + Asinφsinθ j + Acosφ k
Opmerking:
in dit geval is γ (richtingshoek) = φ (vlakhoek)
De uitdrukking met θ en φ moet niet onthouden worden, wel is het
belangrijk om te begrijpen hoe de componenten worden afgeleid.
Optellen van cartesische vectoren:
• FR = ƩF = Ʃ Fxi + Ʃ Fyj + Ʃ Fzk (dus per as optellen)
4/10/2021
5
F 2.1 (p 24)
Bepaal de grootte van de resultante op het schroefoog en
zijn richting met de klok mee ten opzichte van de x-as.

Opmerking: het teken van Fx en Fy wordt bepaald door


vergelijking met de zin van de positieve x- en y-as.

FR = 6,80 kN
R = 104°

4/10/2021
6
F 2.14 (p 48)
Schrijf de kracht F als een cartesische vector.

F = -250i – 354j + 250k N


4/10/2021
7
Plaatsvectoren : theorie
Plaatsvectoren - theorie
Een plaatsvector ( krachtvector) is van belang bij het beschrijven van
een krachtvector tussen 2 punten en definieert een richting en zin.
De plaatsvector r is gedefinieerd als een vaste vector die de plaats
van een punt in de ruimte aangeeft ten opzichte van een ander punt.
De plaatsvector rAB van punt A naar punt B kan uitgedrukt worden als:
rAB = rB – rA = (xB – xA)i + (yB – yA)j + (zB – zA)k

De richting van plaatsvector r wordt bepaald door


zijn eenheidsvector ur = r/r
Een krachtvector F die dezelfde richting en zin heeft als r kan
uitgedrukt worden als F = Fur = F(r/r) 4/10/2021
8
F 2.19 (p 60)
Schrijf de plaatsvector rAB in cartesische vectorvorm, en
bepaal vervolgens de grootte en de richtingshoeken.

rAB = - 6i + 6j + 3k m

rAB  = 9 m
 = 131,8°
 = 48,2°
 = 70,5°

4/10/2021
9
Inwendig product : theorie
Het inwendig product wordt gebruikt om de hoek tussen vectoren of
de projectie van een vector op een bepaalde lijn of richting te bepalen.
Het inwendig product wordt gedefinieerd als:
A·B = ABcos θ = AxBx + AyBy + AzBz (het resultaat is een scalair!!)
De hoek θ tussen (de staarten van) twee vectoren of snijdende lijnen:
θ = cos-1 [(A·B)/(AB)] 0°≤ θ ≤180°
De projectie van een vector op een richting:
De scalaire projectie van een vector A op een richting a is een scalair.
We noemen deze scalair Aa. De richting wordt gedefinieerd door zijn
eenheidsvector ua die lengte 1 heeft. Aa = A·ua = Axuax + Ayuay+ Azuaz
Tevens geldt:
Aa (vector) = Aa·ua
Aa + A = A (vectorsom)

4/10/2021
10
F 2.29 (p 72)
Bepaal de grootte van de projectie van de component van
de kracht langs de pijp.

FAO = 244 N

Bijkomende opgave:
FAO = 317 N

4/10/2021
11
EXTRA

4/10/2021
12
2.5 (p 31-32) zelfstandig
Bepaal de x- en y-componenten van F1 en F2. Druk elke
kracht uit als een cartesische vector.

F1 = -100i + 173j N
F2 = 240i - 100j N

4/10/2021
13
2.46 (p 37) zelfstandig (staat alleen in editie 12)
De drie samenkomende krachten op het schroefoog leveren
een resultante FR = 0. Als de grootte F2 = 2/3*F1 en F1 zoals
weergegeven een hoek van 90° met F2 maakt, bepaal dan de
vereiste grootte F3 van F3, uitgedrukt in functie van F1 en de
hoek θ.

F3 = 1,20.F1
 = 63,7°

4/10/2021
14
2.58 (p 39) zelfstandig (staat alleen in editie 12)

Druk elk van de drie krachten op de beugel uit in cartesische


vectorvorm ten opzichte van het xy-assenstelsel. Bepaal de
grootte en de hoek θ van F1 , zodanig dat de resultante FR
gericht is langs de positieve x’-as en een grootte van 600 N
heeft.

F1 = 435 N
 = 67,0°

4/10/2021
15
F 2.17 (p 48) zelfstandig

Schrijf de kracht als een cartesische vector.

F’

F = 265i – 459j + 530k N


4/10/2021
16
2.61 + 2.62 (p 49) zelfstandig, ruimtelijk inzicht belangrijk
2.61 Bepaal de richtingshoek γ (gamma) voor F2 en schrijf
iedere kracht op de beugel als een cartesische vector.

2.62 Bepaal de grootte en de richtingshoeken van de


resultante op de beugel

F1’
F1 = -159i + 276j + 318k N
F2 = 424i + 300j - 300k N
2= 120°

FR = 634 N
R= 65,3°
R= 24,6°
R= 88,4° 4/10/2021
17
2.72 (p 51) zelfstandig
Geef de grootte van F3 en de richtingshoeken α3, β3 en γ3,
zodanig dat de resultante gelijk is aan FR = {9j} kN.

F3 = 9,58 kN
3= 15,5°
3= 98,4°
3= 77,0°

4/10/2021
18
F 2.94 (p 62) zelfstandig

De toren wordt op zijn plaats gehouden door drie kabels. Als


de kracht van elke kabel op de toren is zoals weergegeven,
bepaal dan de grootte en de richtingshoeken α, β en γ van de
resultante. Neem x = 20 m en y = 15 m.

FR = 321,66i – 16,82j - 1466,71k N


(tussenresultaat)

FR  = 1,50 kN
 = 77,6°
 = 90,6°
 = 168°
4/10/2021
19
F 2.25 (p 72) zelfstandig

Bepaal de hoek θ tussen de kracht en de lijn AO.

 = 57,7°

4/10/2021
20
2.125 (p 74) zelfstandig
Bepaal de groottes van de componenten van de kracht F =
400 N werkend langs, en loodrecht op segment BC van de
pijpleiding.

F’

F = -141,42i + 244,95j + 282,84k N


(tussenresultaat)

FBC = 245 N
FBC = 316 N
4/10/2021
21

You might also like