Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 5

Wat doet de coronacrisis met de psyche van mens en

maatschappij?
volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/wat-doet-de-coronacrisis-met-de-psyche-van-mens-en-
maatschappij~b8f06904
22 maart
2020

Het coronavirus heeft alles in Nederland op zijn kop gezet – en zal dat nog lange tijd
blijven doen. Wat is het effect van de constante dreiging van een infectieziekte, de
ontwrichte dagen en die abrupte onzekerheid op onze psyche en op de samenleving als
geheel?

Margreet Vermeulen en Ianthe Sahadat22 maart 2020, 21:13

1. Het individu op de korte termijn: angst, existentiële


eenzaamheid en compassie
We zitten in de weken van de wegvallende structuur, dat kan bij sommigen leiden tot
onverwachte ademruimte (‘zalig, een lege agenda’). Al duurt deze oprisping zelden lang.
Kinderen – meer nog dan jongeren – zullen even denken: leuk, geen school. Maar het
leeuwendeel was het na een paar dagen al beu, schat Catrin Finkenauer, hoogleraar
interdisciplinaire sociale wetenschap en jeugdstudies aan de Universiteit Utrecht. ‘De
rest denkt na een week: misschien is de juf toch niet zo erg, of in elk geval minder erg
dan mijn moeder.’

Echt íédereen moet gedurende deze weken het leven opnieuw uitvinden en dat geeft –
vooral in huishoudens met kinderen – wrijving, ruzies, irritaties, ongeduld. Daar is mee
om te gaan, zegt Finkenauer, mits de huidige situatie niet te lang gaat duren. ‘En het is te
hopen dat er geen totale lockdown komt, want dat wordt voor kinderen enorm
ingewikkeld. En voor ouders amper te doen.’

Hoewel we heus weten dat het 6 april niet ‘allemaal’ voorbij is, hebben we dit ankerpunt
toch nodig, legt Finkenauer uit. ‘Mensen moeten het gevoel hebben: dit houdt weer op.
Want dat wat niet eindig is, ondermijnt het vermogen tot hoop – en dat is funest.’

Zoals bij elke transitie voelt iedereen stress, angst en existentiële eenzaamheid. Dat zit
hem volgens Finkenauer zeker niet alleen in de sociale afstand, maar vooral ook in het
gevoel van verlies van controle en autonomie. ‘Mensen moeten binnen de nieuwe kaders
besluiten: oké ik kan wel dingen doen, ik kan dagelijkse beslissingen nemen.’

Individuele weerbaarheid
Al ons handelen is het resultaat van twee typen factoren, push en pull in de literatuur.
Finkenauer: ‘De pull, de dingen die moeten, dat wat van buiten komt, is grotendeels
weggevallen.’ En zo wordt de individuele weerbaarheid een kwestie van talent voor

1/5
intrinsieke motivatie, oftewel: de push. Zij die zichzelf beter kunnen bewegen, oprapen
om ritmiek te creëren en een nieuw normaal in het abnormale te vinden, zijn beter
bestand tegen de huidige situatie.

Datzelfde geldt voor de score op neuroticisme (emotionele (in)stabiliteit) en gevoeligheid


voor angst of depressie. Wie zich van nature al terugtrekt, krijgt die neiging nu op een
dienblaadje aangereikt.

En ja, veel mensen reageren als bakens van liefde en begrip, bedenken initiatieven voor
de kwetsbaren. Maar het voorbeeld van de achthonderd parate vrijwilligers en geen
enkele hulpvraag, dat ze op de radio voorbij hoorde komen, vond Finkenauer pijnlijk
illustratief. ‘Hulp geven is vele malen makkelijker dan het vragen of aannemen.’

Geen kluizenaars
Menselijk contact is bijna net zo essentieel als water of voedsel: hoogleraar sociale
psychologie Paul van Lange zegt het vaak. ‘We zijn geen geboren kluizenaars. Maar juist
in tijden van onzekerheid, angst en stress is interactie met andere mensen onontbeerlijk.
Als buffer tegen de werkelijkheid.’ En precies dat valt nu weg, in ieder geval tijdelijk.

Niet om ouders voor het hoofd te stoten bij wie na dit veel te lange weekend de moed
richting schoenen is gezonken, maar zij zijn in zekere zin het best af in deze periode.
Vergeleken met de mensen die alleen leven, oud maar ook jong. Voor gezinnen waar de
kinderen al wat ouder zijn, voorspelt Van Lange zelfs een gematigd positief effect van de
sociale quarantaine. ‘Je hebt opeens tijd voor een gesprek met je puber, nu je tot elkaar
veroordeeld bent.’

Bij gebrek aan huisgenoten adviseert Van Lange stellig: blijf in contact, en niet alleen per
app, maar bel, praat. Mensen die dagen of weken geen contact hebben, varen daar over
het algemeen slecht bij, waarschuwt hij. ‘Dat kan heel schrijnend zijn.’

Nieuwshonger
En dan die andere psychologische wetmatigheid: hoe onzekerder het lot, des te meer
onverzadigbaar de nieuwshonger. Zowel Finkenauer als Van Lange zegt resoluut:
consumeer met mate. Van Lange wijst daarbij nog extra op sociale media en massale
appgroepen. Daar loert gezien de toegenomen dreiging en onzekerheid het immer
lonkende gat van het sociale fuik.

Knap hoor, al die mensen die schema’s van hun dag, work-outs, beelden van ijverig
lerende kinderen en zelfgebakken desembrood delen, maar zij dragen ongewild bij aan
wat ze hopen te bezweren. In tijden van angst en onzekerheid neemt de sociale
vergelijking toe: hoe doen anderen dit? En mensen kunnen doorslaan in hun behoefte
aan hernieuwde controle.

2/5
Anticiperen op spijt, noemt Van Lange het. Vooral ouders hebben daar veel last van. De
geboorte van een kind staat nog net niet gelijk aan de geboorte van een permanent
schuldgevoel.

Het kan altijd beter. Nu al helemaal. ‘Al die ongewoon hoge idealen kunnen verlammend
en deprimerend werken. Dergelijke sociale vergelijking is confronterend, want er is altijd
wel iemand die het beter doet dan jijzelf. Zelfs in quarantaine.’

2. Ons groepsgedrag op de korte termijn: volgzaamheid,


naastenliefde en hamsteren
Filosoof Jan Sleutels van de Universiteit Leiden verbaast zich over de ‘lijdzaamheid en
volgzaamheid’ waarmee we alle ingrijpende maatregelen van de overheid ondergaan.
‘Niemand moppert hierover. Zelfs aan de universiteit hier, een verzameling van
eigenwijze prima donna’s die alles beter weten dan de rector, checken we elk uur onze e-
mail of er nieuwe instructies zijn. Ik vind het nog het meest lijken op een shocktoestand.
We zijn volkomen verrast. We hebben geen enkel referentiekader. Dan wil je sturing van
een ander. Het is toch een soort oorlog tegen volstrekt vreemde, onzichtbare aliens die
het op de hele planeet hebben voorzien.’ Sleutels denkt overigens dat dit effect tijdelijk
is. Is de shock voorbij, dan worden we weer net zo eigenwijs als we waren.

Zodra de mens een gevoel van dreiging ervaart, valt hij terug op zijn meest lokale
medemens, zegt Paul van Lange. Van geliefde tot huisgenoot, van buurman tot meest
nabije vriend(in). ‘Veel Nederlanders beleven voor het eerst in hun leven een situatie van
collectieve kwetsbaarheid. Dat zorgt voor een unieke ervaring van sterke
lotsverbondenheid.’ Met als resultaat dat mensen volgens hem veel voor elkaar
overhebben, spontaan, niet calculerend. ‘Je ziet dat mensen zich snel aanpassen aan een
situatie met nieuwe regels, mensen laten meer dan onder normale ‘veilige’
omstandigheden aan elkaar weten: ik zal er voor je zijn.’

Mensen die hulp aanbieden op tal van manieren, docenten die improviseren, zijn eigen
collega’s aan de universiteit. ‘Mensen willen in tijden van onzekerheid constructief met
elkaar omgaan.’ Voor hen die de sanitair hamsterende medemens in actie hebben
aanschouwd, komt dit wellicht als een verrassing, maar de kenner van menselijk gedrag
voorspelt: de huidige situatie haalt vooral het deugende in de mens boven, op
individueel niveau althans.

3. Ons groepsgedrag op de langere termijn: secundaire stress,


nationalisme en hang naar autoritaire leiders
De wereld zonder corona zal een andere zijn dan die mét. Dat staat wel vast voor
evolutionair psycholoog Mark van Vugt van de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Het
wordt zeker de eerste jaren niet meer zo losjes en tolerant als het hier was voor de
crisis’, voorspelt hij. Een grotere kans op infectieziekten stuurt ons gedrag, of we nu
willen of niet. En dan gaat het niet alleen om handen schudden of elkaar om de

3/5
haverklap kussen en knuffelen – ‘onhandige rituelen in een geglobaliseerde, open
samenleving’, aldus Van Vugt. Het gaat volgens evolutionair psychologen als Van Vugt
veel verder dan dat. ‘Inwoners van gebieden waar de laatste eeuwen veel dodelijke
infectieziekten voorkwamen, hanteren strakkere sociale normen, zijn gemiddeld
introverter en seksueel geremder, staan minder open voor nieuwe ervaringen en zijn
minder tolerant ten aanzien van afwijkend gedrag en mensen die er anders uitzien.’

Van Vugt ziet zijn gelijk al bewezen in de huidige crisis. ‘Kijk naar het gemak waarmee wij
accepteren dat de overheid overnight beslist om universiteiten op slot te doen, reizen
naar bepaalde landen te verbieden en fundamenteel ingrijpt in onze manier van leven.
Dat zijn maatregelen die wij associëren met dictaturen, maar die we nu toch accepteren.
Ook al is er geen acute oorlogsdreiging.’

Dit gaat zich vertalen in politieke keuzen, voorziet hij: het gaat strakker worden,
autoritairder. Het speelt Donald Trump en Thierry Baudet in de kaart. ‘Dit gaat een rol
spelen bij de verkiezingen volgend jaar. Er komt een herwaardering van de globalisering
en de internationalisering waarbij we de neiging zullen hebben ons verder af te sluiten
voor anderen. Ons onderzoek laat zien dat inwoners van landen die veel te maken
hebben met infectieziekten een voorkeur hebben voor autoritaire leiders, zelfs ook op de
werkvloer, en vaker conservatief stemmen.’

Impact op cultuur
Dat het vóórkomen van gevaarlijke infectieziekten effect heeft op de cultuur van een
land, is ook buiten de evolutionaire psychologie inmiddels aanvaard, zegt psychologisch
onderzoeker Bertus Jeronimus van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘En niet alleen op
culturen. Ook op de persoonlijkheid van mensen. In samenlevingen waar veel gevaarlijke
infectieziekten heersen – of recentelijk geheerst hebben – staan mensen minder open
voor nieuwe ervaringen. Zijn mensen minder extravert. Dat is ook logisch: mensen willen
zichzelf beschermen. We hebben niet alleen een fysiek maar ook een psychologisch
immuunsysteem.’

Volgens Jeronimus zijn de effecten van de coronacrisis moeilijk te overschatten. En dan


gaat het niet zozeer om de directe slachtoffers, maar de indirecte stress die we
ondervinden van de dreiging: dat we ziek kunnen worden. ‘In tijden van rampen – of het
nu het bloedbad is dat Anders Breivik aanrichtte in Noorwegen of de ramp met de
kernreactor in het Japanse Fukushima – zie je altijd gezondheidseffecten. De
Wereldgezondheidsorganisatie WHO rapporteerde in de maanden en jaren na
Tsjernobyl in het Westen een toename van mentale aandoeningen, maar ook van
somatische problemen: van hoofd- en rugpijn tot en met kanker. Toen de Amerikanen
een jaar na 9/11 werd gevraagd: ‘Wat is het ergste dat je ooit hebt meegemaakt?’, zei een
op de vijf: ‘Nine eleven.’ Terwijl ze ver van New York woonden, de ramp alleen van de
televisie kenden, niemand bij de aanslagen verloren hadden. Dat is secundaire stress.’

Nieuwe vorm van tribalisme


4/5
In tijden van angst en onzekerheid gaan de landsgrenzen mentaal en fysiek op slot, zegt
ook Paul van Lange. Dan mag Trump met zijn ‘vaccin uitsluitend voor Amerikanen’
extreem lijken, in zekere mate gebeurt dit in ieder land, observeert hij. Het is een klassiek
mechanisme dat in de literatuur bekendstaat als parochial cooperation. Oftewel: de mens
als individu is van nature vrij goed, maar groepen mensen onderling beduidend minder.

Politiek-psychologisch gezien voorspelt ook filosoof Jan Sleutels dat ‘we hier
nationalistischer uitkomen’. ‘Alle maatregelen die landen nemen zijn sterk gericht op de
eigen bevolking. Landen komen weer sterker op zichzelf te staan. Overheden repatriëren
hun burgers. Dat voelt als een nieuwe vorm van tribalisme.’

Door het virus is de medemens opeens ook een gevaar. In Italiaanse kranten zag Sleutels
de leus homo homini-virus: de mens is niet een wolf voor zijn medemens, maar een
vergif, een potentiële besmetter. ‘Elke andere is een gevaar: zelfs geliefden en
gezinsleden moeten afstand nemen om elkaar en zichzelf niet in gevaar te brengen.
Deze toestand waarin we elkaars vijand zijn, zal hopelijk wel weer verdwijnen.’

5/5

You might also like