BEELD

Bloemenlandschap

WAARNEMEN

Betekenis 4.1.1.1 Verwoorden welke impressies de waarneming oproept

Zie ppt ‘Bloemenlandschap’

➔ Welke bloemen zie je?
➔ Welke kleuren? Welke vorm?
➔ Heb je deze bloemen ook al gezien? Waar? Wanneer?
➔ Welke bloem vind je de mooiste? Waarom?

Beeldelementen
● RUIMTE
4.1.1.6 De ruimte en de plaats van objecten in de ruimte
beschrijven dmv ruimtebegrippen

Zie ppt ‘Bloemenlandschap’

➔ Welke 2 delen van de natuur bevat het schilderij?
➔ Waar zie je de afscheiding tussen de lucht en het land?
➔ Welke lijn vormt deze horizon?
➔ Waar bevindt de horizon zich in het schilderij?

Werkvorm

VORMGEVEN

Betekenis ● GEVOEL, FANTASIE, ERVARING

4.1.2.1 Een beeldend werk maken door gevoelens,
fantasie, ervaringen en situaties persoonlijk expressief te
verwerken, al dan niet gebruik makend van een onderwerp

➔ Keuze maken tussen paardenbloem en margriet.

➔ Experimenteren op kladpapier voor schilderen
bloem.
Beeldelementen
● RUIMTE
4.1.2.12 Een beeld creëren (2D) door objecten bewust in de
ruimte te plaatsen
4.1.2.13 Gebruikmaken van ruimtesuggesties (2D): een
horizon hanteren

➔ Stap1: Horizon op het blad plaatsen

➔ Stap2: Lucht en gras schilderen met voorgetoonde
techniek
◆ Lucht: horizontale penseelstreken witte en
blauwe verf
◆ Gras: verticale penseelstreken met groene
tinten verf
➔ Stap3: Schilderen van bloemen
◆ Hoe dichter bij de onderkant van het blad,
hoe groter de bloem
◆ Hoe dichter bij de horizon, hoe kleiner de
bloem

Werkvorm ● TECHNIEK
4.1.2.26 Een beeldend werk maken door te schilderen
● MATERIAAL
4.1.2.26 Een beeldend werk maken met gebruik van
penseel, verf en papier

EVALUATIE

Presenteren 4.1.2.28 Met behulp van anderen een beeldend werk presenteren

Reflecteren