Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 7

Tijd en Causaliteit 2020

INVLOED VAN ORGANISCH MATERIAAL OP DE GRONDWATER SNELHEID.


R. A. Verschoof Werkcollegegroep 1, studentnummer 6846912

Introductie: In 2018 ontstond er door langdurige halverwege de tijd juist weer toe ten opzichte van de
hoge temperaturen en weinig neerslag een neerslagte- combinaties met 30 en respectievelijk 40% potgrond.
kort in Nederland. Uiteindelijk had dit schadelijke ge- Daarbij zien we ook vergelijkingen tussen verschil-
volgen voor ons land [1]. Ook in het verleden hebben lende combinaties (Fig.2 ; Fig. 3). Bij de eerste drie
we te kampen gehad met zulke droogte [2]. Eén van combinaties, startend bij 100% zand, zien we een pa-
de gevolgen van deze droogte is dat het grondwater troon ontstaan in de afname van de snelheid. Deze
daalt (variërend per gebied) waardoor het voor ons snelheden nemen eerst snel toe om vervolgens gelei-
lastiger wordt om grondwater te winnen zonder delijk aan af te nemen. Dit patroon zien we ook bij de
schade aan te brengen aan de natuur. In deze paper laatste drie combinaties, startend bij 30% potgrond en
wordt er onderzoek gedaan wat de invloed is van or- 70% zand. Hier neemt de snelheid geleidelijk toe om
ganisch materiaal in een zandbodem op de snelheid vervolgens redelijk constant te blijven. Als we kijken
waarmee het grondwater daalt. Een mogelijke hypo- naar de hoeveelheid water die zich na één uur nog in
these is dat het waterbergende vermogen van orga- de bodem bevindt, zien we ook hier een trend in de
nisch materiaal ervoor zorgt dat grondwater langza- vorm van een bergparabool (Fig. 4). Deze hoeveelheid
mer daalt wanneer er meer organisch materiaal wordt neemt toe en bereikt bij het experiment een maximum
toegevoegd. Een andere hypothese is dat het organisch bij een verhouding van 40% potgrond en 60% zand
materiaal ervoor zorgt dat de grond poreuzer wordt maar neemt bij de combinatie van 50% potgrond en
maar tegelijkertijd ook minder permeabel waardoor 50% zand weer af.
water zich vult in de poriën en daardoor de grondwa- Discussie: Welke of beide hypothese juist of on-
tersnelheid doet afnemen. juist zijn is met dit experiment niet aan te tonen. Dit
Methode: Om de bodem na te bootsen is er ge- zou bij een vervolgonderzoek preciezer getoetst moe-
bruik gemaakt van twee soorten grond; voornamelijk ten worden waarbij er bij aparte experimenten geke-
fijn zand en potgrond met een waarde van minimaal ken wordt naar de permeabiliteit van de bodem en het
15% organisch materiaal. Er zijn zes combinaties van waterbergend vermogen van organisch materiaal.
deze gronden gemaakt, beginnend met 100% zand tot Echter, beide hypotheses zouden wel degelijk kunnen
aan 50% zand en 50% potgrond. De stapgrootte hier- kloppen. Wanneer er immers organisch materiaal
van was 10%. Deze combinaties werden daarna in een wordt toegevoegd aan de zandbodem verbetert de bo-
fles gestopt waarvan de onderkant open was geknipt. demstructuur en wordt deze stabieler. Het organische
Bij de dop werd er een koffiefilter geplaatst, zodat de materiaal zorgt er namelijk voor dat de bodem poreu-
grond er niet uit kon (Fig. 1). Elke combinatie bevond zer wordt door een groter verschil in de korrelgroottes
zich op een hoogte van 11 centimeter, gemeten vanaf van de grond [3]. In de natuur wordt deze porositeit
de dop. Alle combinaties waren zo’n 250 gram, be- ook nog eens beïnvloed door de aanwezigheid van or-
halve 100% zand, hier is zo’n 300 à 330 gram toege- ganismen in de bodem; gangenstelsels dragen name-
voegd. Dit was nodig omdat fijn zand erg compact is lijk ook bij aan de porositeit van een bodem [4]. Te-
en de hoogte van 11 cm niet bereikte met 250 gram. gelijkertijd wordt de bodem minder permeabel door-
Daarna werd er 150 ml water toegevoegd via de ope- dat het organisch materiaal meer weerstand biedt bij
ning. Hierbij zat de dop op de fles en werd er vijf mi- de infiltratie van water [3,4,5]. Daarbij heeft organisch
nuten gewacht voordat deze eraf werd gehaald. Met materiaal de eigenschap om als een spons te werken
behulp van een houten plank als houder voor de fles en kan daarom zowel water opnemen als afstaan. Dit
en een maatbeker voor de hoeveelheid onttrokken zou ook een mogelijke verklaring kunnen zijn waar-
grondwater werd er voor een periode van één uur bij- door de snelheid van het grondwater afneemt bij een
gehouden hoeveel water er in de maatbeker terecht toename van het organisch materiaal. De toenemende
kwam, en op welke tijden dit gebeurde. Dit experi- snelheid aan het begin van de eerste drie combinaties
ment is daarbij twee keer uitgevoerd. Hierbij werden is te verklaren aan de hand van de Wet van Darcy [6].
van de genoteerde tijden het gemiddelde genomen.
Evenals voor de hoeveelheid water die zich na één uur ℎ2 − ℎ1
𝑄 = −𝐾𝐴
nog in de bodem bevond. 𝛥𝑙
Resultaten: Het voornaamste resultaat is dat de Q: debiet (m3/d)
snelheid waarmee grondwater daalt, afneemt wanneer K: doorlatendheid (m/d)
er potgrond wordt toegediend aan de zandbodem (Fig. A: oppervlakte (m2)
2 ; Fig. 3). We zien een afname van de grondwater h: stijghoogte
snelheid bij een toenemende hoeveelheid potgrond Δl: afstand (m)
totdat we echter een verhouding bereiken van 50%
zand en 50% potgrond. Daar neemt de snelheid
Tijd en Causaliteit 2020

De oppervlakte is in dit experiment constant.


Daarbij is de doorlatendheid (K) van een zandbodem
hoger dan die van een organisch rijke bodem. Wan-
neer we de dop van de fles afhalen is het verschil in
stijghoogte het grootst en daarmee ook de potentiële
energie. Hierdoor zal het grondwater aan het begin
eerst sneller stromen en daarna, door een kleiner wor-
dend hoogteverschil en potentiële energie, afnemen
[7]. Dit is ook het geval bij de laatste drie combinaties,
maar door de grotere hoeveelheid organisch materiaal
wordt de doorlatendheid (K) kleiner en daarmee zal
het debiet (Q) ook kleiner worden. Hierdoor is de
stroomsnelheid minder steil aan het begin (Fig. 3). Of
de toename in snelheid bij de combinatie van 50% pot-
grond en 50% zand een trend is die zich doorzet bij
een verdere toename van organisch materiaal zal in
een vervolgonderzoek verder onderzocht moeten wor-
den. Om dit nog beter te onderzoeken zou bij het ver- Figuur 2. Hoeveelheid onttrokken water uit de bodem.
volgonderzoek gekeken kunnen worden of het drogen
van de gronden nuttig is, gezien beide gronden al
vocht konden bevatten en daarbij de resultaten kunnen
beïnvloeden. Daarnaast zou er nauwkeuriger gemeten
kunnen worden, door de maatbekers te vervangen
door cilindrische maatbekers die elke ml aangeven.
Daarbij rest de vraag of een onderzoek bij specifiek
gekozen bodemplekken in Nederland realistischer is
dan de nabootsing van de bodem op een kleine schaal.
Conclusie: Bij een toename van organisch materi-
aal neemt de stroomsnelheid van grondwater af.
Referenties: [1] Sterk, M., & Wamelink, G. W.
W. (2019). Case Study: De droogte van 2018: Op zoek
naar een succesvolle systeemaanpak om te reageren
op droogte. Water Governance, (2), 57-60. [2] van
Dam, D. R. S. H., & van Apeldoorn, D. R. S. R. C.
(1978). De droogte van 1976 en de natuur in Neder-
land. H2O: tijdschrift voor watervoorziening en af- Figuur 3. Snelheid van de gecombineerde gronden.
valwaterbehandeling, 11 (13), 278-281. [3] Marinis-
sen, J., & Vereijken, P. (1998). Aan bodems met hoog
organisch stofgehalte kleven risico's: relatie tussen
bedrijfsvoering, bodemstructuur en gewasopbrengst
onderzocht. Ekoland, 6, 16-18. [4] van der Werff, P.
A. (1996). Bodemstructuur en bodembiologie. Eko-
land, 16 (4), 20-21. [5] de Lijster, E., Allema, B., van
der Wal, A., Dijkman, W., Visser, A., & van den Ak-
ker, J. (2016). Waarderen van bodemwatermaatrege-
len. [6] De Glee, G. J. (1930). Over grondwater-
stroomingen bij wateronttrekking door middel van
putten. [7] Dufour, F. C. (1998). Grondwater in Ne-
derland. NTIG-TNO, Delft, Netherlands.

Figuur 4. Overgebleven water in de bodem na één uur.

Figuur 1. Opstelling van het experi-


ment.
Tijd en Causaliteit 2020

INVLOED VAN ORGANISCH MATERIAAL IN EEN ZANDBODEM OP DE GRONDWATER


SNELHEID. R. A. Verschoof Werkcollegegroep 1, studentnummer 6846912

Introductie: In 2018 ontstond er door langdurige snel toe om vervolgens geleidelijk aan af te nemen.
hoge temperaturen en weinig neerslag een neerslagte- Dit patroon zien we ook bij de laatste drie combina-
kort in ons land. Uiteindelijk had dit schadelijke ge- ties, startend bij 30% potgrond en 70% zand. Hier
volgen voor ons land [1]. Ook in het verleden hebben neemt de snelheid geleidelijk toe om vervolgens rede-
we te kampen gehad met zulke droogte [2]. Eén van lijk constant te blijven. Als we kijken naar de hoeveel-
de gevolgen van deze droogte is dat het grondwater heid water die zich na één uur nog in de bodem be-
daalt (variërend per gebied) waardoor het voor ons vindt, zien we ook hier een trend in de vorm van een
lastiger wordt om grondwater te winnen zonder bergparabool (Fig. 4). Deze hoeveelheid neemt toe en
schade aan te brengen aan de natuur. In deze paper bereikt bij het experiment een maximum bij een ver-
wordt er onderzoek gedaan wat de invloed is van or- houding van 40% potgrond en 60% zand maar neemt
ganisch materiaal in een zandbodem op de snelheid bij de combinatie van 50% potgrond en 50% zand
waarmee het grondwater daalt. Gezien organisch ma- weer af.
teriaal de eigenschap heeft om te werken als een buffer Discussie: Wanneer er organisch materiaal wordt
en water goed kan vasthouden, is de leidende hypo- toegevoegd aan de zandbodem verbetert de bodem-
these van het onderzoek dat organisch materiaal er- structuur en wordt deze stabieler [3,4,5]. De bodem
voor zal zorgen dat de snelheid afneemt wanneer er krijgt op deze manier een groter waterbergend ver-
meer organisch materiaal wordt toegevoegd aan de mogen en de structuur draagt bij aan de vermindering
zandbodem. van de snelheid van grondwaterdaling. Het organische
Methode: Om de bodem na te bootsen is er ge- materiaal zorgt ervoor dat de bodem poreuzer wordt
bruik gemaakt van twee soorten grond; voornamelijk door een groter verschil in de bodemstructuur. Tege-
fijn zand en potgrond met een waarde van minimaal lijkertijd wordt de bodem minder permeabel doordat
15% organisch materiaal. Er zijn zes combinaties van het organisch materiaal meer weerstand biedt bij de
deze gronden gemaakt, beginnend met 100% zand tot infiltratie van water en daarnaast ook een deel van het
aan 50% zand en 50% potgrond. De stapgrootte hier- water opneemt [5]. De toenemende snelheid aan het
van was 10%. Deze combinaties werden daarna ge- begin van de eerste drie combinaties is te verklaren
vuld in een fles waarvan de bovenkant open was. Bij aan de hand van de Wet van Darcy [6]. Aan het begin
de dop werd er een koffiefilter geplaatst, zodat de is het verschil in hoogte groter en daarbij ook de po-
grond er niet uit kon (Fig. 1). Elke combinatie bevond tentiële energie. Hierdoor zal het grondwater aan het
zich op een hoogte van 11 centimeter, gemeten vanaf begin eerst sneller stromen en daarna, door een kleiner
de dop, en kregen allen 150 ml water toegediend. wordend hoogteverschil en potentiële energie, afne-
Hierbij zat de dop op de fles en werd er vijf minuten men [7]. Dit is ook het geval bij de laatste drie combi-
gewacht voordat deze eraf werd gehaald. Met behulp naties, maar door de grotere hoeveelheid organisch
van een houten plank als houder voor de fles en een materiaal is de stroomsnelheid minder steil aan het be-
maatbeker voor de hoeveelheid onttrokken water werd gin (Fig. 3). Of de toename in snelheid bij de combi-
er voor een periode van één uur bijgehouden wanneer natie van 50% potgrond en 50% zand een trend is die
én hoeveel water er in de maatbeker zat. Dit experi- zich doorzet bij groter wordende verhoudingen zal in
ment is twee keer uitgevoerd. Hierbij werden van de een vervolgonderzoek verder onderzocht moeten wor-
genoteerde tijden het gemiddelde van de twee geno- den. Om dit nog beter te onderzoeken zou bij het ver-
men. Evenals voor de hoeveelheid water die zich na volgonderzoek gekeken kunnen worden of het drogen
één uur nog in de bodem bevond. Daarnaast is er ge- van de gronden nuttig is, gezien beide gronden al
keken hoeveel water er zich nog in de bodem bevond. vocht konden bevatten en daarbij de resultaten kunnen
Resultaten: Het voornaamste resultaat is dat de beïnvloeden. Daarbij rest de vraag of een onderzoek
snelheid waarmee grondwater daalt, afneemt wanneer bij specifiek gekozen bodemplekken in Nederland re-
er potgrond wordt toegediend aan de zandbodem (Fig. alistischer is dan de nabootsing van de bodem op een
2 ; Fig. 3). We zien een afname van de snelheid bij een kleine schaal.
toenemende hoeveelheid potgrond totdat we echter Conclusie: Bij een toename van organisch materi-
een verhouding bereiken van 50% zand en 50% pot- aal neemt de stroomsnelheid van grondwater af.
grond. Daar neemt de snelheid halverwege de tijd juist Referenties: [1] Sterk, M., & Wamelink, G. W.
weer toe ten opzichte van de combinaties met 30 en W. (2019). Case Study: De droogte van 2018: Op zoek
respectievelijk 40% potgrond. Daarbij zien we ook naar een succesvolle systeemaanpak om te reageren
vergelijkingen tussen verschillende combinaties op droogte. Water Governance, (2), 57-60. [2] van
(Fig.2 ; Fig. 3). Bij de eerste drie combinaties, startend Dam, D. R. S. H., & van Apeldoorn, D. R. S. R. C.
bij 100% zand, zien we een patroon ontstaan in de af- (1978). De droogte van 1976 en de natuur in
name van de snelheid. Deze snelheden nemen eerst
Tijd en Causaliteit 2020

Nederland. H2O: tijdschrift voor watervoorziening en


afvalwaterbehandeling, 11 (13), 278-281. [3] Mari-
nissen, J., & Vereijken, P. (1998). Aan bodems met
hoog organisch stofgehalte kleven risico's: relatie tus-
sen bedrijfsvoering, bodemstructuur en gewasop-
brengst onderzocht. Ekoland, 6, 16-18. [4] van der
Werff, P. A. (1996). Bodemstructuur en bodembiolo-
gie. Ekoland, 16 (4), 20-21. [5] de Lijster, E., Allema,
B., van der Wal, A., Dijkman, W., Visser, A., & van
den Akker, J. (2016). Waarderen van bodemwater-
maatregelen. [6] De Glee, G. J. (1930). Over grond-
waterstroomingen bij wateronttrekking door middel
van putten. [7] Dufour, F. C. (1998). Grondwater in
Nederland. NTIG-TNO, Delft, Netherlands.

Figuur 1. Opstelling van het experiment.


De smelttijd van water bij verschillende zoutconcentraties
Julia van Buuren, werkcollegegroep 1, 6842992
Gereviewed door: Robin Verschoof, Werkcollegegroep 1, 6846912

Rubric on- Jouw


derdeel score

weeg-
factor
1
Onderzoeks- 1 Onderzoeksvraag is duidelijk geformuleerd en er wordt een mooie link gelegd naar
vraag wat er momenteel speelt op het gebied van het smelten van de ijskappen.

0.5
2
Methode 1 Ik vind dat je goed gebruik hebt gemaakt van meerdere testgroepen (ijsklontjes) en
daarnaast ook nog eens een controle-groep om de testgroepen te vergelijken. Dit
zorgt ervoor dat je methode niet alleen realistisch is, maar ook nog eens betrouw-
0.5 baar. Daarnaast kan je op jouw manier je experiment makkelijk herhalen. Enig min-
puntje is het meten van het gewicht van het zout (maar dit kan zonder dure appara-
tuur niet anders).
3
Hypothesen 0 Helaas mist er in je introductie een duidelijke hypothese. Er wordt wel iets verteld
over het toenemen van de smelttijd, maar dit wordt niet als hypothese aangeduid.
Bij het verbeteren van je abstract is het wellicht ook handig om meerdere hypothe-
1 ses aan te geven, zodat je experiment meer objectief wordt.
4
Resultaten, 1 Er is goed gebruik gemaakt van een tabel en een grafiek om je resultaten te onder-
conclusies bouwen. Daarnaast wordt het belangrijkste resultaat als eerste vermeldt, wat netjes
en accuraat is. Conclusie is aanwezig, echter, ik zou deze nog wel herschrijven zodat
0.5 het voor de lezer minder zoekwerk is om deze te vinden.
5
Discussie, 1 Je geeft goed aan welke dingen er goed zijn gegaan. Daarnaast geef je ook mogelijke
kritische gebreken aan je experiment aan, waardoor een enkele resultaat afwijkt van de rest.
houding Ik vind dat je goed hebt aangegeven hoe “jouw” water (kraanwater) verschilt van
1 écht zeewater en daardoor ook invloed zou kunnen hebben op je experiment.

Ik zou bij het punt van discussie wellicht wel nieuwe vragen verzinnen voor bijvoor-
beeld bovengenoemde punten.
6
Creatief/ 0.5 Waar ik bij ons werkcollege voornamelijk experimentjes heb gehoord over de invloed
origineel van zoutconcentraties op het bevriezen van zout, ben jij de enige die het juist an-
dersom hebt gedaan. Wat ik juist heel leuk vind! Echter, het onderwerp wordt wel
1 vaak gekozen…
7
Gebruik 1 De toegevoegde tabel en grafiek vind ik goed bijdragen aan het onderbouwen van je
figuren paper. Je tabel zou ik echter alleen nog wat duidelijker maken door aan te geven
welke waarden bij welk ijsklontje hoort. Je grafiek is echter wel heel duidelijk en
0.5 geeft goed het verband aan tussen je conclusie en je resultaten. Ik zou hem alleen
nog wel in het zwart maken, zodat deze wat beter af te lezen is.
De invloed van de korrelgrootte van de bodem op de capillaire
werking van water
Isa Meirink, werkcollegegroep 1, 6797903
Gereviewed door: Robin Verschoof, Werkcollegegroep 1, 6846912

Rubric on- Jouw


derdeel score

weeg-
factor
1
Onderzoeks- 0 Helaas, ik mis je onderzoeksvraag in je introductie… Wellicht heb je deze zo verwo-
vraag ven in je tekst dat het er niet meer als vraag in staat. Bij het verbeteren raad ik je aan
om je vraag concreet aan te geven.
0.5
2
Methode 1 Erg scherp om je soorten sediment eerst volledig te laten drogen d.m.v. gebruik van
de magnetron! Daarnaast wordt elke stap van je methode uitbundig uitgelegd. Ik mis
echter wel je hoeveelheid gewicht die je bij elke proef hebt gebruikt. Bij een vervolg-
0.5 experiment zou ik het afmeten van de hoogte nauwkeuriger doen door bijvoorbeeld
markeringen op de bekertjes zelf te plaatsen i.p.v. het gebruiken van een liniaal, om
zo afleesfouten nog meer te vermijden.

3
Hypothesen 0.5 Hypothese is aanwezig in je introductie. Ik zou deze echter nog wel herschrijven zo-
dat deze duidelijker wordt. Ook is er maar één hypothese, waardoor je onderzoek al
meer subjectief is. Ik zou nog meerdere hypotheses bedenken.
1
4
Resultaten, 0.5 Je resultaten zijn duidelijk alleen bevat het wat herhaling in de tekst. Daarnaast vind
conclusies ik de formulering van je conclusie een beetje lastig. Ik zou deze herschrijven op zo’n
manier dat deze makkelijker leest.
0.5

5
Discussie, 1 Goed gebruik gemaakt van een formule om je paper te onderbouwen. Daarnaast heb
kritische je een juiste kritische houding en geef je goed aan wat er bij een vervolgexperiment
houding verbeterd/veranderd/toegevoegd kan worden. Ik mis echter wel nieuwe vragen die
1 zijn ontstaan door het doen van dit onderzoek…
6
Creatief/ 1 Je hebt een creatief en origineel idee uitgevoerd. De capillaire werking van water heb
origineel je goed weten uit te leggen en is ook iets wat ik bij andere mensen niet heb gehoord
als onderwerp!
1
7
Gebruik 1 Je hebt heel goed een foto van je opstelling gemaakt, dit maakt het voor de lezer ge-
figuren lijk duidelijker hoe je experiment in elkaar steekt. Daarnaast is de grafiek ook een
goed hulpmiddel om je paper te onderbouwen.
0.5
De invloed van de wasterdiepte op de golfhoogte
Mathies Happel, werkcollegegroep 1, 6782493
Gereviewed door: Robin Verschoof, Werkcollegegroep 1, 6846912

Rubric on- Jouw


derdeel score

weeg-
factor
1
Onderzoeks- 1 Je stelt een scherpe onderzoeksvraasg in je introductie en formuleerd deze op zo’n
vraag manier dat ik als lezer gelijk geinteresseerd ben om de rest van je paper te lezen om
zo de conclusie te achterhalen.
0.5
2
Methode 0.5 Je hebt wel gebruik gemaakt van een methode, alleen vind ik de manier waarop niet
helemaal juist. De badkuip heeft geen universele vorm en kan dus invloed hebben op
je resultaten. De bodem is ook niet realistisch met een echte zeebodem. Daarnaast is
0.5 het gebruik van een fohn wel handig, maar niet nauwkeurig. Bij een vervolg experi-
ment zou ik meerdere universele plastic bakken hebben gekozen, van verschillende
hoogtes, en deze gevuld hebben met sediment die vergelijkbaar zijn met een zeebo-
dem. Deze zou ik zo’n 90% vullen (ruimte overlaten voor de golf) en voor een fohn
plaatsen die vastzit en zo constant is.

3
Hypothesen 0.5 Duidelijk je hypothese verwoord en daarnaast onderbouwd met theorie. Echter is het
er maar één en zouden meerdere hypothese je onderzoek objectiever hebben ge-
maakt.
1
4
Resultaten, 0.5 Er zijn wel resultaten gevonden, maar door het gebruik van weinig meetpunten vind
conclusies ik deze resultaten niet helemaal betrouwbaar. In een vervolgonderzoek zou ik meer
hoogtes hebben gekozen om zo een duidelijker beeld te krijgen van de trend die je
0.5 ziet ontstaan. Je conclusie is ook aanwezig maar staat voor de discussie, i.p.v. erna.
Daarnaast zou ik je conclusie nog herschrijven zodat deze makkelijker leest.
5
Discussie, 1 Je geeft goed aan welke gebreken je experiment hebben en welke oplossingen hier-
kritische voor zouden kunnen zijn bij een vervolgexperiment. Daarnaast wordt er een mogelij-
houding ke verklaring gegeven waarom je uitkomsten niet zijn zoals je had verwacht.
1
6
Creatief/ 0.5 Je experiment is creatief, maar wellicht met wat meer voorbereiding had je op een
origineel andere creatievere manier een realistischere opstelling kunnen bedenken. Je idee is
echter wel origineel!
1
7
Gebruik 0.5 Je hebt je drie meetpunten in een grafiek gezet en simpelweg een lijn erdoor getrok-
figuren ken. Daarnaast begint de grafiek ook niet bij de oorsprong, wat je wel zou verwach-
ten bij een diepte van 0 cm. Er missen een hoop meetpunten om je grafiek uit te
0.5 breiden en daarmee je resultaten betrouwbaarder te maken. Ook je foutmarges die
je aangaf bij de discussie, worden niet in je grafiek aangeduid. Ik zou niet alleen je
gemiddelde golfhoogte in de grafiek zetten maar ook de laagste en hoogste golf-
hoogte op de punten bij 5, 10 en 15 cm in de vorm van foutbalkjes.

You might also like