Vragenlijst Werkcollege Technieken Virologie

B09VIR 2022/2023

Opdracht:

Voor het werkcollege gaan jullie je met behulp van een vragenlijst verdiepen in één techniek in het
virologisch onderzoek.

In de excelsheet ‘B09VIR Groepsindeling’ hebben jullie allemaal een kleur en een letter. Het is de
bedoeling dat jullie de vragen van één van de 4 onderdelen beantwoorden, corresponderend met
jullie ‘kleur’ in de groepsindeling. Jullie hoeven dus maar één van de 4 vragenlijsten te
beantwoorden. Zoek ook illustrerende plaatjes op zodat je beter uitleg kan geven aan elkaar. Lever
de antwoorden vóór het werkcollege in via Teams. Zonder voorbereiding kan je niet deelnemen aan
dit werkcollege, omdat de werkvorm sterk afhankelijk is van jullie ingevulde vragenlijst.

Tijdens het werkcollege gaan jullie, na overleg met jullie medestudenten, de onderwerpen aan elkaar
presenteren, onderbouwd met de plaatjes die jullie hebben gevonden. Hiervoor moet je je letter
onthouden.

Mocht je niet zijn ingedeeld mag je zelf kiezen welke van de 4 onderwerpen je uitwerkt.

1. Viruskweek (geel)

1) Hoe worden virussen voor onderzoek vermenigvuldigd?

2) Waar staat multiplicity of infection voor?
3) Hoeveel cellen worden statistisch gezien geïnfecteerd bij een MOI van 0,01; 1, en 10?
4) Soms worden cellen met een MOI van 0.01 geïnfecteerd. Wanneer kies je hiervoor en wat
zijn voor- en nadelen hiervan?
5) Soms worden cellen met een MOI van 10 geïnfecteerd. Wanneer kies je hiervoor en wat
zijn voor- en nadelen hiervan?

2. Titratie – plaque assay, PRNT, hemagglutinatie (groen)

1) Leg het principe uit van een plaque assay.

Plaque-assays worden gewoonlijk gebruikt om zowel de titer van adenovirusvectoren te
zuiveren als te bepalen.

Plaque-assays worden gebruikt om infectieuze deeltjes te tellen. Monsters worden verdund

en hoeveelheden van elke verdunning worden aan gekweekte cellen toegevoegd. De cellen
zijn bedekt met een agaroselaag. Virus geproduceerd uit een geïnfecteerde cel kan
nabijgelegen cellen infecteren. Als geïnfecteerde cellen worden gedood, ontstaat er een
celvrij gebied (de plaque).

2) Wat is een PFU en hoe wordt deze gevormd?

Plaque forming unit. is een maatstaf die in de virologie wordt gebruikt om het aantal
virusdeeltjes te beschrijven dat in staat is plaques te vormen per volume-eenheid.
 3) Wat is een PRNT en waarvoor wordt deze gebruikt?

Plaque reduction neutralization test wordt gebruikt om de titer van neutraliserend

antilichaam voor een virus te kwantificeren. Het serummonster of de te testen
antilichaamoplossing wordt verdund en gemengd met een virale suspensie. Dit wordt
geïncubeerd om het antilichaam te laten reageren met het virus. Dit wordt uitgegoten over
een samenvloeiende monolaag van gastheercellen. Het oppervlak van de cellaag is bedekt
met een laag agar of carboxymethylcellulose om te voorkomen dat het virus zich willekeurig
verspreidt.

4) Wat is een hemagglutinatieassay en voor welke virussen wordt deze vaak gebruikt?

HA passen het proces van hemagglutinatie toe , waarbij siaalzuurreceptoren op het oppervlak van
rode bloedcellen binden aan het hemagglutinine-glycoproteïne dat wordt aangetroffen op het
oppervlak van het influenzavirus (en verschillende andere virussen) en een netwerk of
roosterstructuur creëren , van onderling verbonden rode bloedcellen en virusdeeltjes. Het
geagglutineerde rooster houdt de rode bloedcellen in een gesuspendeerde verdeling, meestal gezien
als een diffuse roodachtige oplossing. De vorming van het rooster hangt af van de concentraties van
het virus en rode bloedcellen, en wanneer de relatieve virusconcentratie te laag is, worden de rode
bloedcellen niet beperkt door het rooster en bezinken ze naar de bodem van de put.
Hemagglutinatie wordt waargenomen in de aanwezigheid van stafylokokken, vibrios en andere
bacteriesoorten, vergelijkbaar met het mechanisme dat virussen gebruiken om agglutinatie van
erytrocyten te veroorzaken. De rode bloedcellen die worden gebruikt in HA zijn meestal afkomstig
van kippen, kalkoenen, paarden, cavia's of mensen, afhankelijk van de selectiviteit van het virus of de
bacterie waarop het doelwit is en de bijbehorende oppervlaktereceptoren op de Rode bloedcellen

3. CPE & TCID50 (blauw)

1) Wat is het cytopathisch effect (CPE)?

 2) Welke vormen van CPE zijn bekend en hoe worden ze veroorzaakt? Specificeer ook welk
virus welke vorm veroorzaakt. Zoek ook een aantal plaatjes van verschillende vormen van
CPE op om de verschillende vormen te laten zien.
3) Voor de TCID50 wordt gebruikt gemaakt van CPE. Leg het principe uit van de TCID 50

4. Microscopie (oranje)

1) Waarom kunnen virussen niet onder het lichtmicroscoop worden bekeken?

2) Noem minimaal twee manieren om virussen te labelen zodat ze onder de microscoop
zichtbaar zijn. Wat zijn de voor- en nadelen hiervan?
3) Naast fluorescentiemicroscopie kan er ook gebruikt worden gemaakt van
electronenmicroscopie. Wat zijn de voor- en nadelen van beide technieken als je deze
vergelijkt?