Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 32

HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK

Introductie Enkeltje Lagos-Kano? 100


Vaardigheden 102

Wereld
4.1 Een wereld van verschillen 104
4.2 Meten van welvaart en welzijn 106
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen 108
4.4 Globalisering verandert de wereld 110
Herhaling Wereld 112
Verdieping Wereld 114

Marokko en Frankrijk
Arm en rijk 116
Welzijn groeit en welzijn bedreigd 118

Nederland
4.5 Waarin een klein land groot kan zijn 120
4.6 Rijk aan de rand van Europa 122
4.7 Arm en rijk in Nederland 124
Herhaling Nederland 126
Verdieping Nederland 127

Mijn omgeving/Mijn wereld 128

Samenvatting en begrippen 130

Introductie: Enkeltje Lagos-Kano?


1 LEES ‘ENKELTJE LAGOS-KANO’
Bekijk de openingsfoto. De foto is genomen in het Afrikaanse
land Niger ten noorden van de stad Agadez. Zoek op GB 176/ 2
GB 182 waar dit is. a Gebruik GB 176/GB 182. Omcirkel de juiste woorden.
a Waar willen de jongemannen in de laadbak van de auto Abuja / Lagos / Kano is de hoofdstad van Nigeria, een land in
naartoe denk je? het noorden / oosten / zuiden / westen van Afrika.
Naar Europa. b Tijdens de treinreis naar Kano gebeurt er van alles en
verandert het gebied waar je doorheen reist. Zet de
b Welk risico lopen zij op hun reis? Let op: het risico moet je
volgende omschrijvingen in de juiste volgorde van de reis.
kunnen zien op de foto.
A Bron 2.
Bijvoorbeeld: de auto gaat stuk in de woestijn, het B Een kudde schapen steekt over.
drinkwater raakt op. C Het landschap lijkt wel een park met hier en daar grote
bomen.
Bekijk de kleine foto’s in de grote foto. D Nog steeds rijden we door een vrij dichtbevolkt gebied.
c Noteer achter elke omschrijving welke foto daar het beste E Steeds vaker zijn de vrouwen die instappen zwaar
bij past. Foto 1 staat bovenaan in het beeld, 2 eronder, gesluierd.
enzovoort. F We rijden door een droge grasvlakte.
1.
arm    hulp 3.
   rijk 2. titel introductie   
    4. A, D, C, B, E, F.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 100 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 101

5
Bekijk bron 1 en gebruik GB 175/GB 181.
c Wat is de belangrijkste reden waarom het landschap
verandert als je van Lagos naar Kano reist? Bekijk bron 1 en GB -/GB 185.
a Noteer achter de letters van de foto’s B, C en D welke vorm
Het wordt steeds droger. van plantengroei daar volgens bron 1 wordt afgebeeld.

B:  licht steppe.  D: tropisch bos.


tropisch bos.  C:     
3          
In Nigeria doet zich al jarenlang een ernstig conflict voor
a Bekijk bron 2. Noem twee redenen waarom deze man juist
tussen bevolkingsgroepen.
hier zijn koopwaar uitstalt.
Gebruik bron 4 en GB 181/GB 193.
Hier is ruimte en hier stopt de trein zodat hij b Waarom is het zo moeilijk van Nigeria een eenheid te
spullen kan verkopen aan de reizigers. maken?

b Stel, jij reist met deze trein. Over welke twee dingen die je
In Nigeria komen verschillende cultuurgebieden
ziet in de trein zou jij je het meest verbazen? voor waarvan de leden vaak een andere godsdienst
Bijvoorbeeld: de man die op de stoelen ligt, de hebben en een andere taal spreken.
stoet van bedelaars die voorbijkomt, de prediker,
de handelaren die van alles aanbieden. 6
Natuurlijke weet je al een heleboel over arme en rijke landen.

4 Bekijk figuur 1.
a Vul vijf kenmerken van rijke landen in en vijf kenmerken van
Bekijk het hoofdstuk. arme landen. Arm en rijk is al genoemd.
a Vul in de tabel in welke bron het beste past bij elke paragraaf. Eis 1: de kenmerken moet je kunnen zien als je door het
land reist!
Titel van de paragraaf Bron Eis 1: de kenmerken moeten laten zien hoe de arme en rijke
landen van elkaar verschillen.
4.1 Een wereld van verschillen 5
Bijvoorbeeld bij rijk: grotere huizen – iedereen
4.2 Meten van welzijn 8
heeft een auto – boeren gebruiken veel machines –
4.3 Ongelijkheid in een rijk land 9 mensen zijn goed gekleed – mooie wegen – weinig
4.4 Globalisering verandert de wereld 13 vuil op straat
4.5 Waarin een klein land groot kan zijn 30 Bijvoorbeeld bij arm: nog veel krotwoningen –
4.7 Arm in Nederland 35 mensen lopen en fietsen veel – boeren gebruiken
weinig machines – veel wegen zijn niet verhard –
In de vorige hoofdstukken heb je al een heleboel begrippen
geleerd. Een aantal daarvan kun je ook in dit hoofdstuk goed meer vervuild.
gebruiken. Ken je ze nog? b Noteer bij a en b met één woord twee relaties (verbanden)
b Verbind elk begrip met de juiste omschrijving. Kijk of je tussen rijke en arme landen.
buur dezelfde verbindingen heeft gemaakt. Nee? Dan even
overleggen tot jullie dezelfde invulling hebben.
Bijvoorbeeld: ontwikkelingshulp, arbeidsmigratie,
goederenstromen/handel
c Vergelijk jouw ‘spinnenweb’ met je buur en bespreek de
verschillen.
Begrip Omschrijving
A arbeidsmigrant • • 1 geldt vooral voor de regio
Lagos

B bevolkingsdichtheid • • 2 ligt in Nigeria een stuk


lager dan in Nederland
Arm en rijk vergeleken FIGUUR 1

C kolonie • • 3 neemt in Nigeria van zuid


naar noord af

D levensverwachting • • 4 Nigeria was vroeger van a


het Verenigd Koninkrijk.

E segregatie rijk arm


• • 5 trekken in Nigeria van noord
naar zuid b
F vestigingsgebied • • 6 In Lagos wonen de
christenen in andere wijken
dan de moslims.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 101 1/30/18 12:14 PM


102 VAARDIGHEDEN

Zoeken in de atlas
e Welke extra informatie geeft de kaart over de werkloosheid
KAARTVAARDIGHEDEN
in Roemenië die je niet in het statistische deel kunt vinden?

Zoeken in Statistiek Op de kaart zie je dat de werkloosheid in Roemenië


Jouw atlas staat boordevol kaarten. Daar kun je natuurlijk niet overal in het land even hoog is.
allerlei informatie uithalen. Wist je dat achter al die
kaarten enorm veel cijfers verstopt zitten? Voor belangrijke Absolute en relatieve afstand
onderwerpen kun je die cijfers achter in de atlas vinden bij het Afstand kun je uitdrukken in kilometers en in tijd die nodig
onderdeel Statistiek. Daar ga je nu mee oefenen. is om de afstand te overbruggen. Peter en Sanne in figuur
2 wonen allebei 2,5 km van school. Dat noem je de absolute
1 afstand. Deze afstand meet je meestal hemelsbreed, dus in
Blader door het onderdeel Statistiek (GB 252/GB 278). een rechte lijn van A naar B.
a Omcirkel het juiste antwoord in de zinnen. Peter heeft een scooter en Sanne moet fietsen. Peter is dus
veel sneller op school dan Sanne. Maar op een regenachtige
De meeste tabellen gaan over Europa – Nederland – Wereld.
ochtend heeft Sanne geluk, haar moeder brengt haar met
Logisch, want daar wonen wij – hier is de meeste informatie
de auto. Nu is zij sneller op school dan Peter. De afstand
over – hier gaan de meeste kaarten over.
uitgedrukt in de tijd die je nodig hebt om van A naar B te
b Vul de zinnen aan:
komen noem je de relatieve afstand. Je ziet dat de relatieve
eigen antwoord
1 In mijn provincie wonen            mensen. afstand afhangt van het vervoermiddel dat je gebruikt. Maar
2 De bevolkingsdichtheid in mijn gemeente bedraagt ook de soort weg is van invloed: rijd je over een snelweg of
over een bochtige dijkweg? Kronkel je over een steile bergweg
eigen antwoord
           mensen/km².
naar boven of rijd je door een laagvlakte?
64 590 km²
3 De oppervlakte van Letland is           . Nog iets, de relatieve afstand kan veranderen (figuur 3)!
240,4
4 Canada is         maal zo groot als Nederland.

FIGUUR 2
Het zoeken van informatie in Statistiek kan op twee manieren:
• gewoon zoeken in Statistiek zoals in vraag b;
• via het Trefwoordenregister (GB 300/GB 324).

Via het Trefwoordenregister zoeken heeft het voordeel dat je


soms ook meteen de kaart vindt over dit onderwerp. Achter
jouw trefwoord staat dan een verwijzing naar de kaart én het
symbool dat verwijst naar het statistisch gedeelte. Nadeel:
lang niet alle statistische gegevens verwijzen meteen naar
een kaart.

2
Zoek via het Trefwoordenregister Werkloosheid > Europa. Peter school rivier
a Welke kaart geeft hier informatie over en op welk kaartblad Sanne weg fietsroute
vind je hier statistische informatie over?

Kaart: GB
 90E/GB 88E.
FIGUUR 3
Statistiek: GB 257/GB 283.
b Zoek uit: hoe hoog is de werkloosheid in Roemenië?
Noordzee
GB 6,9 procent/GB 7,3 procent.
VERENIGD
c Hoe heb je dit cijfer gevonden? KONINKRIJK Dover
Londen Ka BELGIË
na
Via het onderdeel Statistiek. Folkestone altun
nel
Calais
Wil je de werkloosheid van Roemenië vergelijken met die van Parijs
andere Europese landen, dan is een kaart vaak handig. Het Kanaal
FRANKRIJK
d Is de werkloosheid in Roemenië de hoogste van Europa?
0 50 km
Nee.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 102 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 103

3 HULPVAARDIGHEDEN
Bekijk figuur 3.
a Hoe maakten de mensen vóór 1994 de oversteek per auto De stappen van meningsvorming
vanuit Frankrijk naar het Verenigd Koninkrijk? Bij aardrijkskunde krijg je regelmatig vragen waarbij naar
Met de boot/veerboot. jouw mening wordt gevraagd. Hoe doe je dat, jouw mening
vormen? Dat doe je in vijf stappen. Dat ga je nu oefenen aan
b Wat kun je zeggen over de verandering van de afstand
de hand van de dreigende zeespiegelstijging in Nederland. De
tussen Londen en Parijs sinds 1994?
bewoners van de kustgebieden in Nederland maken zich hier
Gebruik de begrippen relatieve en absolute afstand.
zorgen over. Ze vinden dat de overheid maatregelen moet
De absolute afstand is gelijk gebleven maar de nemen. Is dat terecht?
relatieve afstand is gedaald. Door de tunnel kun je
nu met de auto of de trein de afstand tussen de
6
Stap 1: wat is het probleem?
twee steden sneller afleggen.
Nederland wordt bedreigd door de stijging van de
zeespiegel.

Stap 2: Wie zijn er vooral bij betrokken?


4 Vooral de mensen in de laaggelegen kustgebieden.
Jouw klasgenoot stuurt jou het volgende bericht: ‘Snap het
verschil tussen relatieve en absolute afstand nog steeds niet.
Weet jij het’?
Stuur jouw uitleg terug. Gebruik maximaal 15 woorden. Stap 3: Wat is de mening van deze mensen over de
Bijvoorbeeld: absoluut is afstand in kilometers en zeespiegelstijging?

relatief hoelang je erover doet. Bijvoorbeeld: we vinden dat de overheid maatregelen


moet nemen om ons te beschermen.

5 Stap 4: Waarom vinden zij dat?


Corsica is een Frans eiland in de Middellandse Zee. De verbind-
ing met het vasteland is voor de Corsicanen en de toeristen van Zij wonen onder de zeespiegel. Als de zeespiegel
groot belang. Je kunt de oversteek maken met bijvoorbeeld de
stijgt, neemt het risico van overstromingen toe.
veerboot. Dertig jaar geleden deed de boot van Ajaccio naar
Toulon er 10 uur over. Nu duurt de overtocht 6,5 uur.
a Bereken met een kaart uit de atlas de absolute afstand tus-
sen Ajaccio en Toulon. Tip: je kunt dat ook doen met Google
Maps. Stap 5: Wat vind jij ervan?
Ben je het eens met de mening van de bewoners of heb je een
Atlas: ongeveer 275 km; Google Maps: 282 km.
ander mening? Waarom wel of niet?
b Wat was de gemiddelde snelheid in kilometer per uur van
de boot dertig jaar geleden en hoe snel is de veerboot nu?
Eigen antwoord.
Dertig jaar geleden: 27,5 km/uur; nu 42,3 km/uur.
c Welk type afstand is door deze ontwikkeling veranderd? Leg
je keuze uit.
De relatieve afstand. Het kost minder tijd om van
Ajaccio naar Toulon te varen.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 103 1/30/18 12:14 PM


104 WERELD Verkorte leerroute 1 - 2 - 3 - 6

4.1 Een wereld van verschillen


Bekijk bron 5D. In rijke landen werken veel minder mensen in
LEES ‘ARM’.
de landbouw dan in een arm land als Cambodja.
c Welke verklaring hiervoor zie je op bron 5D?
1 Je ziet dat hier het werk met de hand wordt
a Tot welke groep van landen hoort Bolivia volgens bron 5?
Kies uit: rijk – gemiddeld – arm. gedaan. In rijke landen worden veel meer machines
Gemiddeld. gebruikt.
Bekijk bron 5B. Sinds 1990 leven steeds minder mensen in
de wereld onder de armoedegrens. Dat komt vooral door de LEES ‘ONDERWIJS’.
snelle groei van de welvaart in India en China.
b Waarom heeft de groei in China en India zoveel invloed op
de daling van de armoede in de hele wereld?
3
Bekijk bron 5C.
Hier wonen heel veel mensen, dus dat heeft grote a Bedenk drie verschillen tussen een schoolklas in Mali en in
invloed op de daling van de armoede in de hele Nederland.

wereld. Bijvoorbeeld: er zitten drie leerlingen in een bankje,


c In Nederland ligt de armoedegrens bij een veel hoger
ze hebben nauwelijks boeken, schriften en pennen,
bedrag dan in India. Leg uit hoe dat komt. Gebruik in je de leraren zijn lang niet zo goed opgeleid als in
antwoord het begrip koopkracht. Nederland.
De koopkracht van een euro is in India veel groter b Hoe zie je aan bron 5 dat het onderwijs in Mali minder goed
dan in Nederland omdat de prijzen in India veel zal zijn dan in Nederland?
lager zijn. Mali hoort tot de arme landen in de wereld en
Nederland tot de rijke landen.
LEES ‘WERK’. In de leerstof staat: ‘Om 12.00 uur zit de schooldag erop en
komt de middaggroep binnen’.
2 Dat zal jij misschien wel leuk vinden, maar in Mali is dit bittere
a Hoe komt het dat de scharreleconomie in veel noodzaak.
ontwikkelingslanden veel groter is dan in de rijkere landen? c Leg uit waarom.

In arme landen hebben veel mensen geen betaalde In het arme Mali is er gebrek aan voldoende
baan en zijn er nauwelijks uitkeringen. Je moet dus leslokalen en leraren. In de middag krijgt een andere
zelf op zoek om iets te verdienen. groep leerlingen les in hetzelfde lokaal van dezelfde
leraar.
Vergelijk in bron 5 de bronnen E en F.
b Hoe zie je aan deze bronnen dat Indonesië een
4
Kijk in bron 5 tot welke groep van landen de drie landen uit de
ontwikkelingsland is en Australië een rijk land?
tabel horen.
In Indonesië werken nog veel mensen in de landbouw a Vul in de tabel kolom 3 en 5 in. Kies daarbij steeds uit de
en dat is typisch voor arme landen. woorden: laag – hoger – hoogst.
b Vul kolom 4 in. Gebruik daarbij het onderdeel Statistiek in
de atlas.

Land Prijs Big Mac Armoedegrens % in de landbouw % werkzaam in


scharreleconomie
Zwitserland € 6,51 hoogst 3,4% / 3,5% laag
Brazilië € 3,35 hoger 20% / 15,3% hoger
India € 1,60 laag 52% / 47,2% hoogst

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 104 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 105

6 Leerdoelen
Veel Amerikanen uit de grensstreek met Mexico gaan shoppen
in Mexico. Gebruik bron 5.
c Leg uit waarom ze dat doen. In deze opdracht reis je door een arm land en je doet daar
verslag van. Dat doe je als volgt:
Mexico is armer. De prijzen van de goederen zijn er • kies een arm land;
dus ook lager. • hoe zie je dat jouw land arm is? Let op hoe de mensen
wonen, de kost verdienen, de wegen eruit zien enzovoort;
• gebruik alle begrippen uit deze paragraaf en onderstreep
die;
• zoek in het Statistiekdeel cijfers op over de levensverwach-
ting, percentage dat in de landbouw werkt en de koopkracht

5 (hoeveel hebben de mensen te besteden) en verwerk dit in


je verslag.
Bekijk de tabel. Welke uitspraken over de tabel zijn waar?
A Armoede komt in de rijkste landen niet voor.
Begin als volgt en vul de ontbrekende woorden in:
B De armste landen liggen vooral in Afrika.
C De bevolking van Malawi is in 50 jaar ruim 11 keer zo rijk Op reis door eigen antwoord zie je onmiddellijk dat je in
geworden. een ontwikkelingsland bent. Eigen antwoord,
D De tabel ondersteunt bron 5.
E De rijkste landen zijn allemaal olielanden.
bijvoorbeeld:
 als je de hoofdstad verlaat, worden
F In Malawi werken de meeste mensen in de landbouw. de
 wegen steeds slechter. Overal gaten en kuilen.
B, D, F. Aan
 de rand van de stad rijd je een hele tijd langs
een
 krottenwijk. Aan de rand van de weg zitten
Vijf rijkste landen
handelaren
 met hun koopwaar. Veel mensen
1964 2014
Koeweit $ 3290 Noorwegen $ 103.600
verdienen
 hier de kost in de scharreleconomie.
VS $ 3020 Qatar $ 92.200
Sigaretten
 kun je per stuk kopen. Logisch, want in
Zweden $ 2040 Zwitserland $ 88.120 dit
 land is de koopkracht (€1200 per jaar) heel
Zwitserland $ 2030 Luxemburg $ 75.990 laag..
 Verder op het platteland zijn de boeren op de
Canada $ 1940 Australië $ 64.500 akkers
 aan het werk. Vaak wordt het land met ezels
Vijf armste landen bewerkt.
 In dit land werkt nog 50 procent van de
1964 2014 mensen
 in de landbouw. Aan alles zie je dat hier veel
Malawi $ 40 Malawi $ 250
mensen
 onder de armoedegrens leven.
Burkina Faso $ 45 Liberia $ 370

Ethiopië $ 50 Niger $ 410

Somalië $ 50 Madagaskar $ 440

Laos $ 50 Ethiopië $ 560


› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 112.


› Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 114.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 105 1/30/18 12:14 PM


106 WERELD Verkorte leerroute 1 - 3 - 5 - 6

4.2 Meten van welvaart en welzijn


semiperiferie (laag): Nigeria.

LEES ‘METEN VAN WELVAART’.
periferie: Cambodja, Niger.

1 c Vergelijk in bron 8 Niger en Noorwegen. Welk ander begrip


a Op welke drie manieren kun je de welvaart van een land waarmee je welzijn meet is een belangrijke verklaring voor
meten? het verschil in welzijn?

Bbp/hoofd, hoogte van het welzijn, verdeling Het verschil in koopkracht.


beroepsbevolking. Vergelijk bron 6 en 8.
d Welk verband zie je tussen de koopkracht en het welzijn van
b In een land wonen 15 miljoen mensen. Het land had in 2012
een land? Gebruik een hoe-hoe-zin.
een bbp van 90 miljard euro. Wat was het bbp per hoofd?
Hoe hoger de koopkracht, hoe hoger het welzijn.
€ 90.000.000.000 : 15 000 000 = € 6000.
c Bekijk bron 7. Vul in onderstaande tabel in welke beroepen Landen Koopkracht
in welke sector thuishoren. Kies uit: tuinder – leraar – visser
– bankier – metselaar – lasser – piloot. 1 Brazilië € 15.000
2 Polen € 26.000
Primaire sector Secundaire sector Tertiaire sector 3 Cambodja € 3500
tuinder lasser bankier 4 Singapore € 85.000
visser metselaar leraar 5 Nigeria € 6100

piloot 6 Noorwegen € 68.000


7 Niger € 1000

LEES ‘DE WERELD INGEDEELD NAAR


ONTWIKKELINGSGRAAD’. 4
a Welk(e) begrip(pen) of omschrijving(en) hoort bij welzijn en
2 welk(e) bij welvaart? Noteer de juiste letters achter elk begrip.
A hoge productiviteit per uur
a Welke twee andere namen worden vaak gebruikt voor
landen in de periferie? B koopkracht
C lage alfabetiseringsgraad
Bijvoorbeeld: ontwikkelingslanden, achterblijvers, D MOL-landen
arme landen. E scharreleconomie
F toegang tot schoon drinkwater
b Omcirkel het juiste woord. Het land uit vraag 1b hoort tot het
centrum / de semiperiferie / de periferie. A,
 D, E.
Welvaart: 
B,
 C, F.
3 Welzijn: 

b In veel ontwikkelingslanden is de kindersterfte hoog. Noem


Welzijn meet je op drie verschillende manieren.
a Noteer achter elke zin het juiste begrip. drie omstandigheden waardoor dat komt.

Ruim 80 procent van de mensen kunnen in dit land lezen en Te weinig / slecht voedsel, slechte gezondheidszorg
schrijven. Alfabetiseringsgraad. en slechte hygiëne.
Hierdoor wordt het vergelijken van welvaart tussen landen c In veel landen in de periferie leven de mensen steeds
langer. Noem hiervoor drie verschillende redenen.
beter mogelijk. Koopkracht.
Bijvoorbeeld: de toename van de welvaart, daling
Als de kindersterfte daalt, neemt dit juist toe.
van de kindersterfte, betere hygiëne en voedsel.
Levensverwachting.

b Bekijk de tabel en gebruik bron 8. Je ziet hoe de welvaart in


de wereld is verdeeld. Noteer de landen uit de tabel achter
5
Bekijk figuur 4.
de groep waar ze bij horen. a Beschrijf in je eigen woorden hoe het economisch gaat
centrum: Singapore,
 Noorwegen. met de Brazilianen vanaf 2002. Gebruik in je beschrijving
informatie uit figuur 4A en 4B.
semiperiferie (hoog): Brazilië,
 Polen.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 106 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 107

Bijvoorbeeld: tot 2014 groeit de economie snel, 6 Leerdoelen


a Leg uit wat het verschil is tussen bbp/hoofd en welzijn.
daarna gaat het bergafwaarts. Dat zie je aan de
Welvaart zegt iets over hoeveel de mensen in een
stijging en daling van het bbp en het bbp/hoofd.
land gemiddeld verdienen. Welzijn zegt iets over de
b Welk verband zie je tussen de ontwikkelingen in figuur 4B
en figuur 4C? Omcirkel de juiste woorden. levensomstandigheden van de mensen.
Door de stijging / daling van de welvaart krijgen minder b Aan welke drie dingen kun je het welzijn van de mensen in
mensen een baan en daalt / stijgt de werkloosheid. een land afmeten?
Overleg met je buur.
c Ook de verdeling van de beroepsbevolking in Brazilië is
Koopkracht, levensverwachting en
sinds 2004 veranderd. Welk diagram in figuur 4 – 1 of 2 – alfabetiseringsgraad.
hoort bij 2002 en welk bij 2016?
c Zeg in een hoe-hoe-zin wat het verband is tussen welvaart
1 hoort bij 2000 en 2 bij 2016. en de verdeling van de beroepsbevolking.
d Tot welke groep van landen hoort Brazilië? Hoe rijker / armer een land, hoe meer / minder
Tot de rijkere landen in de semiperiferie. mensen in de diensten werken en hoe minder / meer
Gebruik bron 6 en figuur 4. in de landbouw.
e Met welke twee gegevens uit figuur 4 kunnen jullie je keuze
d Tot welke groep van landen in de wereld horen de MOL-landen?
in vraag d verdedigen?
Periferie.
(1) Het bbp/hoofd ligt tussen de € 8000 en de
€ 32.000. (2) Ook zie je dat een groot deel van de
› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 112.
beroepsbevolking in de dienstensector werkt en
› Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 114.
steeds minder in de landbouw.

Economische ontwikkelingen in Brazilië FIGUUR 4

Bbp (miljarden euro’s)


2500 Werkloosheid – Percentage werkloze beroepsbevolking
A 14
C
2000 12

10
8%
1500 8
1313
6

1000 4

500 0
’04 ’06 ’08 ’10 ’12 ’14 ’15

0
’04 ’15 Verdeling beroepsbevolking

landbouw industrie diensten

Bbp/hoofd in euro’s per jaar


1 2
10.000
B 25% 16%
8175
8000
13%

6000

4000

2000
14%

0 61%
’04 ’15 71%

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 107 1/30/18 12:14 PM


108 WERELD Verkorte leerroute 1 - 2 - 5 - 6

4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen


c Het bbp/hoofd in Mexico is € 15.000. Waarom geeft bron
LEES ‘SOCIALE ONGELIJKHEID’.
11 een beter beeld van de welvaart in Mexico? Gebruik in je
antwoord het begrip schaalniveau.
1 In bron 11 zie je dat op een lager schaalniveau
a Welke bron past het beste bij het intro van de paragraaf?
(provincies) er grote verschillen zijn in het bbp/
Bron: 12.

b Het bpp/hoofd lijkt een handige manier om verschillen in hoofd.
ontwikkeling tussen landen te meten. Toch zitten er ook een
paar nadelen aan. Welke uitleg hoort daarbij? Noteer de
juiste combinaties van letters en cijfers.
A2, B1, C4, D3.

LEES ‘REGIONALE ONGELIJKHEID’ EN ‘FORMELE EN 3


INFORMELE SECTOR’. a Over welk land gaat bron 9?
VS.
2 Werk samen met je buur. Jij kiest bron 9 en je buur figuur 5.
a Hieronder staan 5 zinnen. Noteer achter elke letter welk b Jij bedenkt welk begrip uit de paragraaf je kunt gebruiken
woord/begrip daarbij past. om bron 9 uit te leggen. Je buur doet dat voor figuur 5.
A De verschillen tussen arm en rijk zijn in dit land wel erg Noteer welk begrip bedoeld wordt.
groot. Sociale ongelijkheid. Bron 9: Sociale ongelijkheid .
B Dit telt niet mee in het bbp. Informele
 sector. Bijschrift: Bijvoorbeeld: één persoon is superrijk, de
C Het bbp/hoofd ligt in de regio Londen veel hoger dan in grote meerderheid is veel armer.
Schotland. Regionale ongelijkheid. Figuur 5: Regionale ongelijkheid.
D Ik werk bij een bank, ik krijg elke maand een prima Bijschrift: Bijvoorbeeld: sommige delen van Brazilië
salaris. Formele sector. zijn veel rijker dan andere.
E Regionale ongelijkheid zie je beter op een c Leg nu jullie keuze aan elkaar uit. Gebruik bron en figuur.
lager.. schaalniveau. Verbeter eventueel je antwoord bij vraag b.
d Bedenk samen met je buur bij de bron en bij het figuur een
Bekijk bron 11. Mexico is ingedeeld naar welvaart in drie bijschrift. Noteer dit achter de bron / figuur bij vraag b.
gebieden.
b Noteer achter de letters A, B en C hoe je elk gebied noemt.

A Centrum.

B Semiperiferie.

C Periferie.

Nadeel Uitleg

A Het is een gemiddeld getal. 1 In een arm land is de koopkracht van een dollar veel
hoger dan in een rijk land.

B De prijzen verschillen van land tot land. 2 De sociale ongelijkheid is in veel landen groot.

C Niet alles wat in een land geproduceerd 3 De levensomstandigheden spelen een rol in de
wordt, is bij de overheid bekend. ontwikkelingsgraad van een land.

D Ontwikkeling is niet alleen inkomen. 4 Vooral in arme landen produceren mensen goederen
en diensten voor eigen gebruik.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 108 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 109

Brazilië FIGUUR 5
5
a Kies het juiste woord.
In gebied C van bron 11 werken meer / minder mensen in de
informele sector dan in gebied A.
Belém b De pijlen in figuur 5 geven mogelijke migratiestromen aan.
Manaus
Welke migratiestroom is juist: A, B of C? Zeg ook waarom
Fortaleza
dat zo is.

Recife
B, want de mensen trekken vooral van het armere
noordoosten naar het rijkere zuidoosten.
A
Brasília Salvador c Welke kaart over Brazilië (alleen voor 55e druk) ondersteunt
Bruto binnenlands B jouw keuze in vraag c? Gebruik het Trefwoordenregister.
product (inkomen) per
deelstaat per inwoner ($)
- /GB 229C.
Rio de Janeiro
10.000–25.000 d De regio São Paulo - Rio de Janeiro is duidelijk het rijkste
5000–10.000 C São Paulo
Curitiba
deel van het land. Welke verklaring kun je hiervoor vinden
< 5.000 0 500 km
op kaartblad GB 207/GB 230?
migratie tussen
deelstaten
Porto Alegre Op kaart A zie je dat in dit gebied veel industrie
ligt.

4 6 Leerdoelen
Regionale en sociale ongelijkheid komt in alle landen voor, rijk a Leg uit wat het verschil is tussen sociale ongelijkheid en
of arm. Ook in Turkije. Bekijk in de atlas het kaartblad Turkije. regionale ongelijkheid. Noem bij de uitleg van elk begrip
a Met welke kaart kun je de regionale ongelijkheid in Turkije een bron uit deze paragraaf.
het beste aantonen?
Kaart: GB 123H/GB 131H. Sociale ongelijkheid gaat over grote verschillen in
b Deel Turkije in volgens het systeem: centrum– inkomen tussen de mensen in een land (bron 9).
semiperiferie–periferie. Gebruik de volgende gebieden: Regionale ongelijkheid gaat over grote verschillen in
noordwest – oost – zuid.
welvaart tussen gebieden in een land (bron 11).
Centrum: Noordwest.
Bekijk bron 10.
Semiperiferie: Zuid. b Leg aan de hand van bron 10 het verschil uit tussen de
Periferie: Oost. formele en de informele sector.

c Noem twee andere kaarten op het kaartblad van Turkije


De formele sector is de officiële economie
die jouw indeling bij vraag b ondersteunen. Noteer eerst de zoals de Apple winkel. De informele sector is de
letter van de kaart en schrijf erachter waarom je deze kaart
scharreleconomie, zoals de muzikant op de foto.
hebt gekozen.
Het bbp/hoofd in Brazilië is $ 15.000. Daarmee hoort Brazilië
F : Je ziet dat hoe armer een gebied (oosten)
Kaart   
tot de semiperiferie. Figuur 5 laat zien dat dit getal niet zoveel
is, hoe meer mensen nog in de landbouw werken. zegt.
 c Leg dit uit en gebruik in je antwoord het begrip
schaalniveau.

Het bbp/hoofd is een gemiddelde. Figuur 5 laat
E : Mensen
Kaart     trekken van armere gebieden
zien dat op een lager schaalniveau de verschillen in
(oosten) naar rijkere gebieden (westen en zuiden).
welvaart tussen de deelstaten groot zijn.


› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 112.


› Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 114.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 109 1/30/18 12:14 PM


110 WERELD Verkorte leerroute 1 - 2 - 4 - 7

4.4 Globalisering verandert de wereld


Winnaars en verliezers van de globalisering
LEES ‘DE WERELD KRIMPT’ EN ‘OORZAKEN VAN
GLOBALISERING’. Globalisering kent veel winnaars, maar ook verliezers. In de
G werden,
Aziatische landen die de    
1 F sterk gestegen. Vooral    
is de     A wordt steeds
a Geef drie voorbeelden van globalisering. Denk aan kleding
belangrijker zoals je ziet in bron 14. Voor ons in het
die je kunt kopen, aan televisiezenders/-programma’s en
aan eten. E voor spotprijzen te koop.
westen zijn veel    
Bijvoorbeeld: veel kleren die je koopt zijn in andere H landen zijn veel
Maar er zijn ook nadelen. Vanuit de    
landen gemaakt; op televisie zijn steeds meer B Het gevolg is
bedrijven verplaatst naar    .
programma’s uit andere landen te zien; we eten C verloren zijn gegaan en de
dat veel banen in de    
vaak dingen die uit andere landen komen. werkloosheid toenam. In de periferie heb je ook

b Noteer voor de ontwikkelingen die oorzaak zijn van de D geen


verliezers. Bijvoorbeeld landen of gebieden waar    
globalisering een X. geld in willen steken.
De groei van de wereldbevolking. b Bekijk bron 13. Maak de zin af door een vervoermiddel toe te
× De groei van multinationale ondernemingen. voegen.
× De snelle opmars van de informatie- en • Tussen 1850 en 1910 werden de reistijden tussen de
communicatietechnologie.
De toename van de wereldhandel. werelddelen kleiner door de komst van het
 stoomschip .
× De uitbreiding van de EU. • De afstanden binnen een werelddeel werden kleiner door
× Transport is sneller en goedkoper geworden. . de trein
                          .
c Veel multinationale ondernemingen verplaatsen de
productie van hun goederen naar landen als India of
Bangladesh. Wat is daar de belangrijkste reden voor?
4
Bekijk figuur 6.
De lonen in die landen zijn veel lager. a Welke ontwikkeling laat figuur 6 zien?
Het aantal banen in de maakindustrie is flink
LEES ‘DE PATRONEN VAN HET WERELDSYSTEEM gedaald.
VERANDEREN’.

2 b Omcirkel de oorzaken voor de ontwikkeling in figuur 6.


A Amerika wordt steeds meer een dienstenmaatschappij.
Plaats de volgende goederen in de juiste kolom: suikerbieten
B De welvaart in de wereld verschuift van de
– gemalen koffie – olie – hout – textiel – staal – rollen papier –
centrumlanden naar de landen in de semiperiferie.
suiker – jeans.
C Het werk in de maakindustrie wordt vervangen door
machines en robots.
Grondstof Halffabricaat Eindproduct
D Mno’s verplaatsen hun productie naar lagelonenlanden.
suikerbieten rollen papier suiker E Steeds minder Amerikanen willen werken in de
maakindustrie.
olie textiel gemalen koffie Tussen 1960 en 1980 neemt het aantal werknemers in de
maakindustrie toe. In die 20 jaar daalt het aandeel van de
hout staal jeans werknemers in de maakindustrie sterk.
c Hoe kun je dat verklaren? Gebruik in je antwoord het begrip
3 beroepsbevolking.
Globalisering heeft de wereld de afgelopen 50 jaar sterk De beroepsbevolking/het aantal werknemers is in
veranderd. Vaak ten goede, soms ook met nadelige gevolgen. die 20 jaar sterk gegroeid.
a Maak de tekst kloppend. Voeg de letter voor onderstaande
woorden op de juiste plek in de tekst in. Kies uit: A China – d Welke kaart/bron op GB 244/GB 258 ondersteunt de
B de lagelonenlanden – C maakindustrie – D mno’s – ontwikkeling in figuur 6?
E eindproducten – F welvaart – G werkplaats van de wereld – Bron F.
H westerse.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 110 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 111

Ontwikkeling van de werkgelegenheid in de


industrie in de VS
FIGUUR 6
6
Bekijk GB 246/GB 272.
Werknemers in de Amerikaanse maakindustrie a Welk continent doet nauwelijks mee aan het grote
20 50% wereldhandelsspel? Leg ook uit hoe dat komt.
18
16 40%
Afrika. Dit is het armste continent.
14 12 mln
12 30%
10
Bekijk GB 248 kaart B en D/GB 270 kaart B en D. Vergelijk de
8 20% positie van China en Japan.
6 b Hoe kun je zien dat de wereldhandel verschuift van
4 10% centrumlanden naar de semiperiferie?
2 8,8%
Het aandeel de wereldhandel van China
0 0%
1940 1960 1980 2000 2014
(semiperiferie) is flink gestegen, terwijl dat van
aantal werknemers (x mln) percentage van alle werknemers
Bron: NRC Handelsblad, 28 januari 2017
Japan (centrumland) juist is gedaald.

7 Leerdoelen
5 a Hieronder staan drie factoren die de globalisering hebben
Bekijk bron 14. gestimuleerd. Schrijf erachter welk voordeel jij daarvan
a Welk land of groep van landen in bron 14 hoort tot de hebt.
semiperiferie?
1 Mno’s produceren wereldwijd hun eindproducten.
China. Bijvoorbeeld: hierdoor worden de goederen veel
b Welke uitspraken over bron 14 zijn waar? goedkoper en daar profiteer ik van in de winkel.
A Azië produceert de helft van alle industriële goederen in
de wereld. 2 Grenzen verdwijnen, bijvoorbeeld in Europa.
B Bron 14 ondersteunt figuur 6. Bijvoorbeeld: hierdoor is het veel makkelijker om
C De rol van Europa als industriegebied wordt kleiner .
te reizen bijvoorbeeld op vakantie in Europa.
D De industriële productie verschuift van het centrum naar
de semiperiferie. 3 De wereld ‘krimpt’ vooral ook door de informatie- en
E De productie van industriegoederen in de wereld is na communicatietechnologie
1990 flink gestegen. Bijvoorbeeld: door internet kan ik razendsnel zien
F China is een belangrijke exporteur van grondstoffen.
wat er gebeurt in de wereld en ik kan makkelijk
B, C, D.
chatten met vriendinnen die ver weg wonen.
Bekijk bron 15. John Bull staat in het Verenigd Koninkrijk
symbool voor de echte Brit. Hij verdedigt de belangen van het Als je in jouw T-shirt of spijkerbroek kijkt, is de kans groot dat
land. erin staat: Made in Bangladesh.
c Wat is het verband tussen bron 15 en de globalisering? b Waarom laten veel Nederlandse kledingfabrieken hun
eindproducten juist dáár maken?.
Door het verplaatsen van de maakindustrie naar
De lonen zijn er veel lager dan in Nederland.
lagelonenlanden raken de mensen in Birmingham
hun baan kwijt. John Bull protesteert daartegen.
c Bekijk kaartblad GB 181A/GB 193A. Goederen kun je indelen
Gebruik de atlas. in drie groepen. Tot welke groep zal de uitvoer van Nigeria
d Waarom is het geen toeval dat juist in Birmingham vooral horen?
fabrieken met sluiting worden bedreigd? Noem
eerst de kaart die je gebruikt hebt. Tip: gebruik het
Grondstoffen.
Trefwoordenregister!
GB 103A/GB 103D. Hierop zie je dat Birmingham
› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 112.
midden in een industriegebied ligt. › Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 114.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 111 1/30/18 12:14 PM


112 WERELD

Herhaling Wereld
f Leg dat uit.
HERHALING 4.1 EEN WERELD VAN VERSCHILLEN
Je ziet dat het zand in een vrachtauto vervoerd
Bekijk figuur 7. wordt naar bijvoorbeeld een stad. De dorpelingen
Je reist met je ouders door het West-Afrikaanse land Benin.
Ver landinwaarts komen jullie uit bij de plek van figuur 7. Vol krijgen hier natuurlijk geld voor.
verbazing vraag jij je af: ‘Wat is dit allemaal, wat gebeurt hier,
waarom doen ze dat zo?’ Bekijk de foto en let op de rondjes HERHALING WERELD 4.2 METEN VAN WELVAART EN
met cijfers. WELZIJN
a Noteer achter de volgende cijfers hoe je kunt zien dat Benin
een MOL-land is. Bekijk figuur 8. De stippen stellen landen voor.
1 In arme landen werken veel mensen in de a Welke groep van landen is het armst? Noem hiervoor twee
verschillende aanwijzingen in figuur 8.
landbouw. Zonder machines op kleine akkertjes.
Groep A. Het bbp/hoofd is laag en veel mensen
2 Mannen
 halen zand uit de rivier zonder machines
werken nog in de landbouw.
te
 gebruiken.
Geef aan tot welke groep van landen in A, B en C horen.
3 Hier ligt de was te drogen. De mensen hebben
A periferie.

geen droger.
c De mensen op deze foto leven op of onder de B semiperiferie.

armoedegrens. Ligt deze grens in Benin hoger, gelijk of C centrum.
lager dan in Nederland? Licht je antwoord toe en gebruik
Bekijk de genummerde landen in figuur 8.
het begrip koopkracht.
b In welk land is het welzijn waarschijnlijk het hoogst? Noteer
Lager. Benin is arm, dus zijn de prijzen ook laag. het nummer en licht je keuze toe.
De koopkracht van één dollar is veel hoger dan in 5. In een rijk land zijn de basisvoorzieningen veel
Nederland. beter.
De families leven van de landbouw. Gewassen die ze c In welk land is de alfabetiseringsgraad het laagst?
verbouwen gebruiken ze vooral voor de voeding van zichzelf
en van hun vee.
1.
d Hoe noem je een dergelijke economie? In land 1 is de kindersterfte hoger dan in land 2 en 3.
Scharreleconomie. d Wat voor gevolg heeft dat voor de levensverwachting in
land 1?
In Benin is 40 procent van de bevolking analfabeet. Dat heeft
Deze zal in land 1 lager zijn dan in land 2 en 3.
allerlei oorzaken. Eén oorzaak zie je op figuur 7 bij cijfer 4.
e Leg dit uit. e Welke algemene regel kun je uit figuur 8 afleiden? Gebruik
Een jongetje helpt mee bij de zandwinning en kan een hoe-hoe-zin.

dus niet naar school. Hoe lager / hoger de welvaart, hoe hoger / lager het
Het dorp krijgt ook geld binnen uit andere, verder weg gelegen
aandeel van de agrarische beroepsbevolking.
gebieden. Cijfer 5 geeft daar een aanwijzing voor.
Verschillen in de wereld FIGUUR 8
60
Zandwinning in Benin
agrarische beroepsbevolking (%)

FIGUUR 7 A
50

40 B

30 1
1
2 C
20
3
10 4 5
5 4 3 0
2 6 12 18 24 30 36 42

bbp/hoofd × 1000 (dollar)

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 112 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 113

e In welk gebied – A, B of C – zullen veel mensen de kost


HERHALING 4.3 ONGELIJKHEID IN ARME EN RIJKE
verdienen in de informele sector? Licht je keuze toe.
LANDEN
C. Dit is het armste gebied van Mexico. In arme
Bekijk figuur 9 en lees onderstaande zin.
gebieden werken vaak veel mensen in de informele
‘India telt meer miljonairs dan de Verenigde Staten (VS);
tegelijkertijd moet 60 procent van de bevolking rond zien te sector.
komen van 2 euro per dag.’
a Welke vorm van ongelijkheid zie je op figuur 9 en welke kun
je afleiden uit de uitspraak?

Figuur 9: Regionale
 ongelijkheid.
HERHALING 4.4 GLOBALISERING VERANDERT DE
Uitspraak: Sociale ongelijkheid. WERELD
Kijk nog even terug naar de openingsfoto van het hoofdstuk.
b Welke kleine foto kun je gebruiken om het begrip ‘sociale a Noteer achter elk(e) woord of zin het juiste begrip uit
ongelijkheid’ uit te leggen? Leg uit waarom. paragraaf 4.4.

De foto over de VS. Je ziet hoe een dure auto De periferie is er onderdeel van: Wereldsysteem.

voorbijrijdt aan een werkloze man. Philips: Mno.




c Welke pijl geeft de grootste migratiestroom in Mexico weer? Textiel: Halffabrikaat.


Licht je keuze toe. Wat ver weg gebeurt heeft ook voor ons gevolgen:
3. Migranten trekken meestal van armere naar Globalisering.
rijkere gebieden. b Zeg in je eigen woorden wat we bedoelen met de
Het bbp/hoofd van Mexico is ongeveer € 15.000. uitdrukking: ‘De wereld ‘krimpt’. Gebruik in je antwoord het
d Wat zegt meer over hoe het echt met de mensen gaat in begrip relatieve afstand.
Mexico, dat cijfer of figuur 9? Licht je antwoord toe en Door de verbetering van transport en
gebruik daarbij de begrippen schaalniveau en regionale
ongelijkheid.
communicatie worden afstanden veel sneller
Figuur 9. € 15.000 geldt voor heel Mexico. Door overbrugd dan vroeger. De wereld wordt als het
te kijken op een lager schaalniveau zie je dat er in ware ‘kleiner’ doordat de relatieve afstand daalt.
Mexico een grote regionale ongelijkheid voorkomt.

c Vul de tabel in. Kies uit: ijzererts – ruwe katoen – planken –


spoorrails – staal – textiel – T-shirt.
Zet eerst bovenaan in de kolommen om welke
Verdeling van de welvaart in Mexico FIGUUR 9 goederensoort het gaat.

eindproducten grondstoffen halffabricaten


A spoorrails ijzererts planken
2 0 500 km
T-shirt hout textiel
Inkomen per 3 kast ruwe katoen
hoofd van de
B 1
bevolking in $
24.000–31.000
21.000–24.000
18.000–21.000 C
16.000–18.000
14.000–16.000
10.000–14.000 migratiestroom

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 113 1/30/18 12:14 PM


114 WERELD

Verdieping Wereld
Stap 4: waarom vinden ze dat?
HERHALING 4.1 EEN WERELD VAN VERSCHILLEN
Nederland wil zeker weten dat het geld ook
besteed wordt aan onderwijs. Mali wil zelf bepalen
Bekijk in bron 5F verdeling van de beroepsbevolking van hoe ze dat geld besteden.
Australië.
a Hoe kun je hieruit afleiden dat Australië een rijk land is? Stap 5: voor welk standpunt kiezen jullie? Geef een reden
voor je mening.
Er werken maar weinig mensen in de landbouw en
Eigen antwoord.
heel veel in de dienstensector. Dat is een teken van
welvaart.
Leg aan de hand van de bron bij Cambodja uit dat dit een arm
VERDIEPING 4.2 METEN VAN WELVAART EN WELZIJN
land is.
Je ziet dat het werk op het land met de hand wordt
gedaan en niet met machines. Gebruik in de atlas de kaartbladen over Afrika.
Zuid-Afrika is een van de rijkste landen van Afrika. Het
bbp/hoofd ligt ver boven het Afrikaanse gemiddelde. Ook
Gebruik het deel Statistiek uit de atlas. de levensverwachting is hoger dan in de meeste andere
b Maak de tabel compleet. Afrikaanse landen. Dat is een flink verschil met buurland
Mozambique.
Nederland Mali Mozambique a Zoek in het onderdeel Statistiek van de atlas op hoe hoog
de levensverwachting is in Zuid-Afrika en hoe hoog in
zuigelingensterfte* 3 78 62 Mozambique.
levensverwachting 81 jaar 66 jaar 50 jaar Zuid-Afrika: 49 jaar / 57 jaar.

% in landbouw Mozambique41 jaar / 50 jaar.


2,5 85,5 82,6
b Zoek drie kaarten op kaartblad GB 179/GB 189 die een
analfabeet 99% 61% 42% verklaring vormen voor het verschil in levensverwachting
tussen deze twee landen. Noteer achter elke kaart waarom
* het aantal baby’s dat in het eerste jaar overlijdt per 1000 baby’s juist déze kaart een verklaring geeft voor dat verschil. Ga
steeds uit van Zuid-Afrika!
Nederland wil het onderwijsniveau in Mali verhogen. Daarvoor Kaart: B/A. Zuid-Afrika is veel rijker. Daardoor zijn
wil de regering ontwikkelingshulp geven. Hoe dat moet? Daar
er bijvoorbeeld betere medische voorzieningen.
verschillen Nederland en Mali van mening over.
Mening Mali: wij willen heel graag hulp en zullen die dan Kaart:  F/G. In Zuid-Afrika hebben veel meer mensen
besteden aan de verbetering van het onderwijs. We willen
toegang tot schoon drinkwater. Dat is belangrijk
geen buitenlanders die hier les komen geven.
Mening Nederland: we sturen Nederlandse juffen en meesters om ziekte te voorkomen.
die de taal spreken. Zij gaan de kinderen daar lesgeven. Zo Kaart:  H/H. De voedselvoorziening in Zuid-Afrika
weten we zeker dat het geld aan onderwijs wordt besteed.
is beter. Daardoor sterven er veel minder mensen
c Werk samen met je buur. Jullie gaan nu een mening
vormen volgens de bekende stappen. (vooral kinderen) aan ondervoeding.
Stap 1: wat is het probleem? Als je let op verschil in welvaart, kun je de wereld indelen in
Het onderwijsniveau in Mali is te laag. drie groepen landen. Dat kun je ook doen voor één werelddeel,
bijvoorbeeld voor Afrika
Stap 2: wie zijn er bij betrokken?
c Ga uit van het schaalniveau Afrika. Tot welke groep van
De Nederlandse overheid en de overheid van Mali. landen in het wereldsysteem zou jij dan Zuid-Afrika rekenen
Stap 3: wat is de mening van de betrokkenen? en tot welke groep Mozambique?

Nederland wil juffen en meesters sturen; Mali wil Zuid-Afrika tot de centrumlanden en Mozambique
het geld zelf verdelen. tot de periferie.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 114 1/30/18 12:14 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 115

VERDIEPING 4.3 ONGELIJKHEID IN ARME EN RIJKE VERDIEPING 4.4 GLOBALISERING VERANDERT DE WERELD
LANDEN

Lees de tekstbron over Mexico. Zoek op GB 198/GB 214 waar


Bekijk figuur 10. De welvaart in gebied A van land 1 is veel Reynosa en McAllen liggen.
lager dan in de rest van het land. a Waarom wordt in de vestiging van Infasa veel meer met
a Hoe noem je welvaartsverschillen tussen gebieden binnen machines gewerkt dan in Reynosa?
een land? In McAllen zijn de lonen veel hoger, dus kun je arbeid
Regionale ongelijkheid. beter vervangen door machines.
b Hoe kan de kaartenmaker verschillen in welvaart binnen
b Goederen kun je indelen in drie groepen. Welke soort
landen beter zichtbaar maken? Gebruik in je antwoord het
goederen worden vanuit de VS naar de Amerikaanse
begrip schaalniveau.
bedrijven in Mexico uitgevoerd en welk soort wordt juist
Door in te zoomen en het land te verdelen in regio’s/ naar de VS uitgevoerd?
kleinere gebieden. Op een lager schaalniveau vallen Naar Mexico: halffabricaten.
de verschillen binnen een land op. Naar de VS:  eindproducten.

c Neem de cijfers 1, 2 en 3 uit figuur 10 over en schrijf er met De komst van duizenden Amerikaanse bedrijven had grote
een letter achter welk land uit de tabel erbij past. gevolgen voor de grensstreek van Mexico. Vergelijk GB 196D/
1C; 2A. 3B. GB 212D met GB 197E1/GB 213E1.
c Leg het verband tussen deze twee kaarten uit. Noem eerst
d Leid uit je antwoord in c een algemene regel af over het de oorzaak en dan het gevolg.
verband tussen welzijn en welvaart.
Door de toename van de werkgelegenheid nam de
Regel: hoe hoger de welvaart, hoe hoger het welzijn.
welvaart in de grensstreek flink toe (oorzaak). Het
Kenmerken Land A Land B Land C gevolg was dat veel migranten uit armere delen van
levensverwachting 71 jaar 71 jaar 61 jaar Mexico naar de grensstreek trokken.
analfabetisme 22% 20% 33%
d Het verplaatsen van bedrijven naar andere landen is
% werkzaam in de landbouw 38 30 55
een voorbeeld van globalisering. Wie zijn in dit geval de
verliezers en waarom?
Welvaartsverschillen in Afrika FIGUUR 10
De Amerikaanse arbeiders in de industriegebieden.
Zij worden werkloos.

Reynosa – McAllen: een wereld van verschil


In het uiterste noordoosten van Mexico ligt de Mexicaanse
stad Reynosa. Aan de andere kant van de Rio Grande ligt
McAllen. Net als overal in de Mexicaanse grensstreek staan
ook in Reynosa veel Amerikaanse bedrijven zoals Infasa. Ze
maken er luchtventilatoren. In de fabriek schaven, slijpen
en schilderen Mexicanen aan buizen en luchtroosters.
Voorheftrucks rijden rollen aluminium de fabriekshal binnen.
Verdeling van de welvaart 3 A
in Afrika (2014) 1 De Amerikaanse bedrijfsleider zegt: ‘We hebben ook een
bbp per hoofd ($) fabriek in McAllen. Daar wordt veel meer met machines
meer dan 32.000 gewerkt dan hier. Veel grote bedrijven hier komen uit de
(centrum) industriegebieden in het noorden van de VS. Maar ook
8000 - 32.000 kleinere bedrijven hebben zich hier gevestigd. Ze moeten wel,
(semiperiferie hoog)
want ze leveren producten voor de grote mno’s. Die kleine
4000 - 8000
(semiperiferie laag) bedrijven met een paar honderd werknemers komen vaak uit
minder dan 4000 stadjes van een paar duizend inwoners. Als die verdwijnen,
(periferie) 2
sterft zo’n gemeenschap uit. Dat is ook globalisering.’
geen gegevens
Naar: NRC Handelsblad, 14 januari 2017

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 115 1/30/18 12:15 PM


116 MAROKKO & FRANKRIJK

Arm en rijk
Bekijk eerst de Geotour van Frankrijk en Marokko voordat je De hoofdstad van Frankrijk is natuurlijk Parijs , doorkruist
de opdrachten gaat maken. Seine
door de rivier de . Ten noordoosten hiervan ligt

1 Reims . Ga je vanuit deze stad in een rechte lijn naar het


Bekijk in de atlas de kaartbladen over Marokko en maak dan zuiden, dan passeer je achtereenvolgens de steden Dijon
onderstaande tekst compleet door de juiste antwoorden over
en Lyon . Je eindigt aan de monding van de Rhône
Marokko in te vullen en de juiste woorden te omcirkelen.
in de havenstad Marseille aan de Middellandse
De hoofdstad van Marokko heet Rabat , maar de
Zee. De havenstad aan de Garonne heet Bordeaux ; een
grootste stad is Casablanca . De stad die het dichtst bij
stuk stroomopwaarts ligt Toulouse . Nantes ligt aan de
Europa ligt heet Tanger . Deze kustplaats ligt aan de
Atlantische Oceaan , Nador ligt aan de Middellandse Zee . Loire , die uitmondt in de Atlantische Oceaan ,
terwijl Le Havre de havenstad is aan Het Kanaal .
De grootste stad aan de voet van de Midden Atlas is Fes ,
De stad het dichtst bij België is Lille , terwijl Nancy
terwijl Marrakech de grootste stad is aan de voet van
relatief dicht bij buurland Duitsland ligt. In het zuiden
de Hoge Atlas. Op ongeveer 32° N.B. en 10° W.L. ligt de
vormen de Pyreneeën de natuurlijke grens met Spanje .
badplaats Agadir . De buurlanden van Marokko zijn van
Het hoogste berggebied ligt in het zuidoosten en vormt
west naar oost: Westelijke
 Sahara, Mauritanië, Algerije .
onderdeel van de Alpen . Dit berggebied loopt door naar
De kustvlakte is bergachtig / heuvelachtig / vrij vlak . Als je van
de buurlanden Zwitserland en Italië . Frankrijk is een
noord naar zuid reist, nemen de hoogteverschillen af / toe met
groot land. Van Duinkerken in het noorden tot Andorra in het
als hoogste deel het Hoge Atlas gebergte. De meeste
zuiden is de afstand hemelsbreed  31 x 30 = 930 km .
rivieren stromen in Marokko van zuid naar noord .

Dat betekent, dat de noordkant van de Hoge Atlas veel 3


natter is dan de zuidkant . De verklaring? De frontale Bekijk de bronnen en de tabel hieronder.
a Noteer de cijfers van de volgende omschrijvingen achter het
regens / stijgingsregens / stuwingsregens. Het meest
goede land:
vruchtbare deel van Marokko ligt dan ook in het noorden 1 vroegere kolonie – 2 centrumland – 3 meer extreme armoede –
4 dichtstbevolkt – 5 trage economische groei – 6 duurder –
en dit gebied heeft dan ook de hoogste bevolkings
7 dienstenmaatschappij – 8 meer cultuurverschillen –
dichtheid en hier is het bbp/hoofd het hoogst . 9 semiperiferie.

2 Marokko: 1, 3, 4, 8, 9.

Bekijk in de atlas de kaartbladen over Frankrijk. Voor Frankrijk: 2, 5, 6, 7.


topografie is kaart A wel handig. Maak dan de tekst compleet
door de juiste woorden over Frankrijk in te vullen.

Frankrijk Marokko
taal Frans Arabisch/Berbers/Frans
oppervlakte (x Nederland) 26x 13x
aantal inwoners 66,5 miljoen 34 miljoen
bbp/hoofd € 42.000 € 6750
verdeling inkomen:
• aandeel bnp 10% rijkste 24% 33%
• aandeel bnp 10% armste 3,6% 3%
groei bbp 2016 1,2% 2%
verdeling beroepsbevolking:
• primaire sector 2% 39%
• secundaire sector 20% 20%
• tertiaire sector 78% 41%
onder armoedegrens 8% 8%

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 116 1/30/18 12:15 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 117

b Ligt de armoedegrens in Frankrijk hoger of lager dan in c Ben je het met deze stelling eens of oneens? Geef een
Marokko? Leg uit. reden voor je keuze. Gebruik daarbij bron 18.
Hoger, want Frankrijk is een veel duurder land. Eens. De rijke landen verwerken het fosfaat tot
allerlei producten die ze duur verkopen. Marokko
4 blijft achter met een verwoest landschap.
Vergelijk de grote achtergrondfoto’s van Marokko en Frankrijk.
a Noteer bij welk land de omschrijving het beste past. Let op: Oneens. Marokko verkoopt de fosfaat en wordt
twee omschrijvingen passen bij geen enkel land. daardoor rijker.
A De rivier levert een bijdrage aan het bbp van het land.
B Een groot deel van de beroepsbevolking werkt nog in de
landbouw.
C Hier heb je veel meer neerslag in de zomer. 6
D Vooral voor inlands gebruik. Bekijk bron 19. Er is een flink verschil in welvaart tussen
E Water is belangrijk voor de huishoudens. gebied A en C.
F Welvaart. a Waarom is gebied C veel rijker dan gebied A?

Marokko: D, E, Gebied C is de regio Parijs. Dat is de hoofdstad.


Frankrijk: A, F. Hoofdsteden bieden veel werk en zijn rijker dan het
Vergelijk de achtergrondfoto met bron 17. platteland van gebied A.
b In welk gebied – 1, 2 of 3 – zal deze foto waarschijnlijk Bekijk bron 20.
gemaakt zijn? Leg uit waarom. b Noem twee verschillende redenen waarom in Frankrijk
3. Dit is het armste deel van Marokko en deze zoveel mensen uit Noord-Afrikaanse landen wonen. Eén
reden hangt samen met het verleden van Frankrijk, de
vrouw doet de was in de rivier met de hand.
andere heeft te maken met verschil in welvaart. Gebruik in
c Bekijk bron 16. Hoe kun je op de foto zien dat hier gebouwd je antwoord het begrip arbeidsmigrant.
wordt in een armer deel van Marokko?
Verleden: Landen
 in Noord-Afrika zoals Marokko,
Bijvoorbeeld: alles gebeurt met de hand / er worden
Algerije
 en Tunesië waren vroeger Franse koloniën.
geen machines gebruikt.
Welvaartsverschil: Frankrijk
 is veel rijker dan Noord-
5 Afrika. Arbeidsmigranten trekken vaak van armere

Marokko en Frankrijk nemen in het wereldsysteem een landen naar rijkere landen.
andere plaats in. Toch zijn de twee landen op tal van terreinen De foto van bron 21 is genomen in Parijs.
met elkaar verbonden. c Leg uit waarom deze foto typisch is voor Parijs. Gebruik
a Leg deze relatie uit aan de hand van bron 18. informatie uit de bron.
Het fosfaat dat hier gewonnen wordt, wordt voor Parijs is echt een dienstencentrum. Hier werken
een groot deel als grondstof uitgevoerd naar veel zakenmensen.
bijvoorbeeld Frankrijk.
7
In de tabel staan bonnen uit deze paragraaf en erachter een
woord/begrip dat die bron omschrijft. De letters zijn door
Zoek op GB 183B/GB 191B op waar de foto van bron 18 is elkaar gehusseld. Vul in de laatste kolom het juist begrip in.
genomen. Fosfaat is voor Marokko een belangrijk uitvoerproduct. Begin met de vetgedrukte letter.
b Welk nadeel zit er daardoor aan de plaats waar fosfaat
wordt gewonnen?
Bron Omschrijving Begrip
De winning vindt ver van een haven plaats.
17 gleindhokeij ongelijkheid
16 mefiornel informeel
Iemand zegt over bron 18: ‘Rijke landen profiteren, arme 18 stogfndor grondstof
landen zitten met de milieuschade.’ 21 tandcremuln centrumland

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 117 1/30/18 12:15 PM


118 MAROKKO & FRANKRIJK

Welzijn groeit en welzijn bedreigd


1 3
Vergelijk de achtergrondfoto van Marokko met die van De Verenigde Naties maakt elk jaar een lijst waarop alle
Frankrijk. De foto’s gaan allebei over winkelen / boodschappen landen van de wereld gerangschikt worden naar welzijn.
doen. Boodschappen doen gaat in Marokko heel anders dan in Frankrijk staat veel hoger op die lijst dan Marokko.
Frankrijk. Hieronder staan 5 uitspraken over de twee foto’s. Geef hiervoor drie redenen. Elke reden gaat over een ander
a Geef aan welke uitspraken bij de informele sector passen en onderdeel van welzijn. Ga uit van Frankrijk.
welke bij de formele sector. In Frankrijk is de koopkracht en de
A ‘Als je niet afdingt, betaal je te veel.’
B ‘Betalen? Met je pinpas natuurlijk.’ levensverwachting hoger en het analfabetisme
C ‘De winkelsector levert een grote bijdrage aan het bbp.’ lager dan in Marokko.
D ‘Niks voorverpakt. Alles wordt ter plekke afgewogen en
ingepakt.’
E ‘Ja, soms moet ik rennen voor de politie.’
F ‘We gaan alleen voor de aanbiedingen in de folder.’

Formeel: B, C, F. 4
Stel, je moet een artikel schrijven over sociale en regionale
Informeel: A, D, E.
ongelijkheid in Marokko. In je verhaal neem je een bron of een
b De informele sector is voor veel Marokkanen een figuur op uit deze paragraaf.
belangrijke bron van inkomsten. Welke bron over Marokko a Welke zou je kiezen en waarom? Maak de zinnen af.
past hier niet bij? Leg je antwoord uit waarbij je informatie
figuur 11 , omdat hierop
Voor sociale ongelijkheid kies ik
uit die bron gebruikt.
te zien is dat een
 bedelaar geldt vraagt aan rijkere
Bron 22. Dit is een moderne textielfabriek. Dit
bedrijf hoort tot de formele sector. Marokkanen . Voor regionale ongelijkheid kies ik
bron 23/25 omdat je hierop ziet hoe arme en rijke
2 wijken van elkaar gescheiden zijn.
Als je door Marokko reist, kom je overal kinderen tegen. b In de tabel staan vijf begrippen. Noteer in de tweede kolom
a Welke bron laat zien hoe dat komt? Licht je keuze toe met een begrip dat het tegenovergestelde is van het begrip uit
informatie uit de bron. kolom 1. Noteer in kolom drie een voorbeeld van het begrip
Bron 24. Je ziet hierop dat liefst 43 procent van uit kolom 2. Bijvoorbeeld: arm – rijk – Nederland.

de bevolking jonger is dan 24 jaar.


Begrip Tegenovergestelde Voorbeeld
1 centrum periferie Niger
b Wat is het verschil in leeftijdsopbouw met Frankrijk? Zoek 2 import export fosfaat uit Marokko
eerst de bron die hier informatie over geeft. 3 MOL rijke landen Frankrijk
De Franse bevolking is veel ouder. 4 eindproduct grondstof ijzererts
5 formele sector informele sector straathandel
c Zal het voor een land beter zijn om een jonge bevolking te
hebben of is een oudere bevolking juist beter? Werk samen
met je buur. Kies elk een ander standpunt en natuurlijk
5
Bekijk bron 26. Het wordt ‘stil en grijs’ op het Franse
geef je voor je keuze ook een argument. Bespreek jouw
platteland. Dat geldt veel minder voor de Franse steden en
standpunt met je buur.
zeker niet voor Parijs.
Jong is beter, want: dan heb je later heel veel mensen
a Leg uit hoe dat komt
die
 voor het land kunnen werken.
Veel jongeren trekken weg van het platteland en
Ouder is beter, want: jeugd is heel duur voor een land
gaan naar de stad. De ouderen blijven achter.
(onderwijs enzo) en ze dragen niet bij aan het bbp

van het land.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 118 1/30/18 12:15 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 119

De bevolking van de regio Parijs is veel jonger dan die van het In Marokko is er te weinig technische kennis
platteland. Bewijs daarvoor vind je op een kaart op kaartblad
GB 82/GB 84.
aanwezig om vliegtuigen te kunnen bouwen.
b Noem de gekozen kaart en zeg dan waarom deze kaart het d Wat het verband is tussen bron 25 en globalisering?
bewijs levert. Een kenmerk van globalisering is dat westerse
Kaart C. In de regio Parijs is de bevolking veel bedrijven een deel van de productie verplaatsen
minder vergrijsd. naar goedkopere landen zoals Marokko.

6 7
Bekijk bron 19 en bron 25. In deze slotopdracht koppel je de bronnen aan het juiste
a Op welke bron is de regionale ongelijkheid het beste begrip of omschrijving. De bronnen staan in de volgorde van
zichtbaar? Leg uit hoe dat komt en gebruik hierbij het de leerstof.
begrip schaalniveau.
Bron 25. Als je op het lagere schaalniveau van Omschrijving Bron

Parijs kijkt, vallen de verschillen het meeste op. A formele dienstensector bron 18
B gevolg van het koloniale verleden bron 20
b In welke wijk van bron 25 zullen de meeste mensen wonen?
C globalisering in actie bron 21
A Centrum.
B Noord. D rol van periferie in wereldsysteem bron 22
C West. E Heeft de jeugd de toekomst? bron 24
D Zuid. F regionale ongelijkheid op laagste bron 25
Noord. schaalniveau in centrumland

c Bekijk bron 27. A-21; B-20, C-22, D-18, E-24, F-25.


Leg uit waarom je een fabriek als in bron 27 niet in Marokko
zult tegenkomen, maar wel in een centrumland als
Frankrijk.

Winkelstraat in Marrakech FIGUUR 11

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 119 1/30/18 12:15 PM


120 NEDERLAND Verkorte leerroute 2 - 3 - 5

4.5 Waarin een klein land groot kan zijn


E Textielindustrie is een voorbeeld van hightech industrie.
LEES ‘NEDERLAND IN DE WERELD’.
A, B, C.
1 Nederland telt één autofabriek, NedCar in Born bij Sittard. De
Brian zegt: ’Nederland is een rijk land’. ‘En ...,’ zegt zijn zus Japanse eigenaar van de fabriek besloot in 2012 de productie
Julie, ‘waar zijn de bewijzen, Brian?’ te staken. In 2014 nam een Nederlands bedrijf NedCar over en
a Welke twee ‘bewijzen’ kan Brian noemen? vanaf 2017 rollen er BMW-mini’s van de lopende band. Hoewel
de productie sterk is gerobotiseerd werken er toch ruim 4000
1 De koopkracht ligt 30% boven het Europese
mensen bij NedCar. Daarnaast is het bedrijf voor de hele regio
gemiddelde / koopkracht is € 41.000. van belang.
b Leg uit dat NedCar voor de hele regio rond Born van groot
2  Nederland is een dienstenmaatschappij.
belang is. Gebruik een begrip uit het tekstblokje ‘Machines,
Werk samen met je buur. Gebruik eventueel je smartphone! smeerolie van de economie’.
Brian wil, net als zijn vader later gaan werken bij een
Nederlandse multinational. Van de meeste kent hij het logo al.
De fabriek levert ook veel indirecte werkgelegenheid
Hoe zit dat met jullie? op, bijvoorbeeld bij toeleveringsbedrijven voor
b Noteer onder figuur 12 de namen van de Nederlandse NedCar.
bedrijven onder de logo’s. Wie heeft alle namen het eerst
correct ingevuld? Even dreigde de productie van de BMW-mini’s verplaatst te
c Bekijk bron 31. Welke twee ontwikkelingen heeft de worden naar Oost-Europa.
Nederlandse beroepsbevolking sinds 1900 doorgemaakt? c Welke kaart op kaartblad GB 90/GB 88 laat zien dat dit een
logische keuze zou zijn? Licht je keuze toe.
1 De beroepsbevolking is sterk gegroeid.
Kaart D. Hierop zie je dat de lonen in Oost-Europa
2 Er is sprake van een verschuiving naar de
veel lager zijn.
dienstensector.
d Door welke aanpassing in de productie van de auto’s
Bekijk GB 53/GB 51.
bleek Born toch een aantrekkelijke plek om de auto’s te
d Welke bron op dit kaartblad ondersteunt de ontwikkeling in
produceren?
bron 31 het beste?
Door de robotisering, waardoor er minder (dure)
J.
arbeiders nodig zijn.
LEES ‘MACHINES, SMEEROLIE VAN DE ECONOMIE’.
LEES ‘HOE GAAT HET VERDER?’

2
a Wat is waar? 3
A Directe werkgelegenheid schept ook indirecte a Door welke twee kenmerken heeft juist Nederland veel te
werkgelegenheid. maken met de globalisering?
B Een kenmerk van hightech is dat er veel hoogopgeleide
1. Nederland is een klein land. 2. Nederland
mensen werken.
C Hightech industrie is kenmerkend voor centrum landen. heeft een open economie met veel invloed uit het
D Indirecte werkgelegenheid schept ook directe buitenland.
werkgelegenheid.

Logo’s van Nederlandse multinationals FIGUUR 12

Philips. Unilever. KLM. ING-bank. Shell.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 120 1/30/18 12:15 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 121

b Noem een voor- en een nadeel van de globalisering voor de


Nederlandse economie. Gebruik twee begrippen uit deze
5 Leerdoelen
a Hoe zie je aan bron 31 dat Nederland een rijk land is?
paragraaf en onderstreep deze.

Voordeel: buitenlandse bedrijven vestigen zich hier


Het grootste deel van de beroepsbevolking werkt in
en dat schept banen.
de dienstensector.
Nadeel: veel
 arbeidsintensieve werkgelegenheid
vertrekt naar lagelonenlanden en dat kost banen.
b Noem een kenmerk van de Nederlandse import en een van
Bekijk bron 29. De meeste Indiase IT- bedrijven vind je in de de export waaraan je kunt zien dat Nederland rijk is.
Randstad. Eindhoven vormt een uitzondering.
Import: kleding en schoenen, auto’s.
c Om welke twee redenen is ook Eindhoven voor deze
bedrijven een aantrekkelijke vestigingsplaats? Export: machines en apparaten.
A Eindhoven heeft een technische universiteit. Bekijk bron 30.
B Is vanuit India beter bereikbaar dan de regio Amsterdam. c Waarom past dit bedrijf – ASML – goed bij Nederland?
C Ligt dichter bij Duitsland. Het bedrijf produceert zeer hoogwaardige
D Hier vind je veel hightech bedrijven
E Vanuit Eindhoven kun je de IT-producten beter afzetten
goederen.
op de Europese markt.
A, D.
d De regio Eindhoven wordt wel een brainport genoemd. Wat
4 zal hiermee bedoeld worden? Gebruik in je antwoord bron
Bekijk bron 22 uit de Landenvergelijking. Deze textielfabriek 29 en 30.
stond eerst in Tilburg, maar de productie is in 1998 verplaatst Een gebied met hightech bedrijven waarvoor
naar Tanger.
a Vul het juiste woord in of maak de zin af. Gebruik twee hooggeschoolde mensen nodig zijn zoals technici
begrippen uit deze paragraaf en onderstreep die. (bron 30) en computerdeskundigen (bron 29).
De directie heeft de fabriek verplaatst naar Marokko
omdat de lonen daar veel lager zijn. Juist bij

textielindustrie zijn lage lonen belangrijk omdat deze

industrie arbeidsintensief is. Daarom/Dus


is het aantrekkelijk de productie te verplaatsen naar een › Meer oefenen? Ga naar bladzijde 126.
lagelonenland. . › Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 127.
Het bedrijf koos voor Tanger en niet voor China omdat deze

stad dichter bij Europa ligt . De transportkosten zijn

dus tamelijk laag .


Bekijk bron 28.
b Hoe zie je aan de handelsbalans dat de Nederlandse
maakindustrie zoals textiel en schoenenindustrie voor een
groot deel is verdwenen uit Nederland?
Je ziet dat Nederland veel kleding en schoenen
importeert.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 121 1/30/18 12:15 PM


122 NEDERLAND Verkorte leerroute 1 - 2 - 6 - 7

4.6 Rijk aan de rand van Europa


LEES ‘TOEGANGSPOORT TOT EUROPA’. 3
Bekijk bron 32.
1 a Hoe is de haven op de voorgrond verbonden met het
achterland?
Nederland dankt zijn rol in de wereld als handels- en
transportland vooral aan de gunstige ligging. Met wegen, spoorlijnen en waterwegen.
a Welke factoren dragen daaraan bij?
A Er zijn goede natuurlijke verbindingen met het
achterland b Waarom liggen de stadjes in het achterland juist dáár?
B Er zijn twee grote mainports. Noem een oorzaak en een gevolg!
C Het is een vlak land. Daar komen wegen, spoorlijnen of waterwegen
D Nederland ligt aan de rand van een rijk continent.
E Nederland is een van dichtstbevolkte landen ter wereld.
samen (oorzaak). Op knooppunten ontstaat
F Rotterdam heeft een open verbinding met zee. handel en verkeer en dus een stad (gevolg).
A, D, F.
Gebruik bron 32.
4
Bekijk figuur 13.
b Zeg in je eigen woorden wat we onder het ‘achterland van
a Noem twee aanwijzingen op de foto waaruit blijkt
een haven’ verstaan.
dat de Zuidas in Amsterdam een belangrijk zakelijk
Bijvoorbeeld: het gebied dat gebruikmaakt van een dienstencentrum is
haven voor de aan- en afvoer van goederen. Je ziet hoge kantoorgebouwen en de mensen op de
foto dragen pakken en hakken. Het zijn zakenlui.
LEES ‘VROEGER EN NU’.
De Zuidas ligt gunstig, ook voor internationale kantoren.
b Leg dat uit en gebruik informatie op GB 62C/GB 60C.
2 Gebruik een begrip uit deze paragraaf.
Nederland vormt al heel lang een aantrekkelijk vestigingsgebied De Zuidas ligt vlak bij Schiphol, een belangrijke
voor buitenlandse bedrijven. Hieronder staan daar vijf redenen/
vestigingsplaatsfactoren voor en vijf toelichtingen.
mainport.
a Verbind de juiste letters en cijfers met elkaar.
Amsterdam – Zakenmensen sprinten in de FIGUUR 13
Vestigingsplaatsfactoren Toelichting pauze tegen elkaar in de traditionele Hakken en
Pakken Run op de Zuidas.
A betrouwbare • • 1 distributieland
handelspartner
B gerichtheid op • • 2 biedt kansen na de
buitenland Brexit

C goede bereikbaarheid • • 3 internationaal

D hoogopgeleide, • • 4 lage
taalvaardige bevolking vestigingskosten
E lage belastingen • • 5 stabiel
voor mno’s
F lid van de EU • • 6 geschikte
arbeidsmarkt

Rotterdam heeft een open verbinding met zee, Antwerpen LEES ‘DISTRIBUTIELAND OF KENNISLAND?’
bijvoorbeeld niet.
b Waarom is het een voordeel wanneer een haven een open
verbinding met zee heeft?
5
In de tabel staan in kolom 1 omschrijvingen van nieuwe
De schepen hoeven dan niet door een sluis. Dat begrippen uit deze paragraaf. In kolom 2 staan die begrippen.
Alleen..de letters zijn door elkaar gehusseld.
bespaart veel tijd / geld.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 122 1/30/18 12:15 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 123

Werk samen met je buur. Noteer achter de cijfers 1 tot en met 4 de wereld ‘geworden (1). Hier worden heel veel
om welke begrippen het gaat. Begin met de vetgedrukte letter.
producten gemaakt voor Europa (2) en met
Begrip Omschrijving Antwoord containerschepen aangevoerd (3).
Goederen kun je indelen in drie soorten.
1 achterland uitDndlas Duitsland
d Welke soort zal er vooral in de containers zitten?
2 vestigingsplaatsfactor tSbeila stabiel Eindproducten.
3 distributieland veorDoro doorvoer
4 mainport hiholScp Schiphol
7 Leerdoelen
Vier internationale bedrijven willen zich in Nederland vestigen.
Vier Nederlandse gemeenten bieden een vestigingsplaats aan.
6 Het gaat om Utrecht, Schiphol, Rotterdam en de Eemshaven.
Bekijk GB 62B/GB 60C en zoek de vier vestigingsplaatsen op.
Bekijk bron 32.
Nederland telt twee grote mainports: Rotterdam en Schiphol. a Noteer in de tabel onder aan de pagina bij elk bedrijf de
Dat is opvallend voor een klein land. vestigingsplaats die het beste bij dat bedrijf past. Noteer
a Welke drie redenen voor de grote rol van Nederland in het erachter waarom die plaats voor dat bedrijf een toplocatie
internationale vervoer kun je afleiden uit bron 32? is. Je mag elke plaats maar één keer gebruiken.
A Nederland ligt aan zee. In de leerstof staan vijf vestigingsplaatsfactoren die Nederland
B Nederland ligt aan zee met een rijk en dichtbevolkt aantrekkelijk maken voor buitenlandse bedrijven.
gebied als achterland. b Welke vestigingsplaatsfactor uit dit rijtje is voor alle vier de
C Nederland is sterk gericht op het buitenland. bedrijven erg belangrijk?
D Nederland heeft een goede infrastructuur. De gunstige ligging / de goede bereikbaarheid.
E Nederland is goed verbonden met het achterland.
Steeds meer mensen zeggen: ‘Nederland kan beter
F Nederland is een rijk land.
overschakelen van distributieland naar kennisland’. Werk
B, D, E. samen met je buur.
Nederland dankt een deel van zijn welvaart aan haar gunstige c Zijn jullie het met dit standpunt eens of niet? Noteer jullie
ligging. Er zijn ook nog andere redenen voor de Nederlandse standpunt en geef een argument.
welvaart. Bijvoorbeeld: niet mee eens. De rol van
b Welke twee aanwijzingen zie je op bron 32?
distributieland levert heel veel geld op.
De winning van aardgas in het noorden en de Bijvoorbeeld: mee eens. De uitbreiding van de
aanwezigheid van veel internationale bedrijven. infrastructuur kost heel veel ruimte en veel verkeer
Bekijk bron 33.
zorgt voor milieuproblemen.
c Leg in drie stappen uit waarom tegenwoordig de meeste
containerschapen in de haven van Rotterdam uit China
komen. Gebruik in je antwoord ook het begrip globalisering.
› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 126.
› Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 127.
Door de globalisering is China de ‘fabriek van

Bedrijf Ideale vestigingsplaats


1 Japanse autofabrikant zoekt groot distributiebedrijf bij haven. Eemshaven. Zeehaven dicht bij de rest van
Auto’s bestemd voor Europa. Europa en er is veel ruimte.
Eis: veel ruimte en goedkoop graag.
2 Australisch mijnbouwbedrijf zoekt overslagplaats voor doorvoer Rotterdam. Heeft diepe zeehaven met prima
van ijzererts. verbindingen over water naar achterland.
Eis: diepe havenbekkens
3 Amerikaans adviesbureau zoekt vergadercentrum voor zijn Schiphol. Via deze mainport kunnen de
Europese relaties. zakenrelaties naar het vergadercentrum komen.
Eis: goed bereikbaar vanuit VS – Europa
4 Koreaans bedrijf zoekt locatie voor distributie van hoogwaardige Utrecht. Ligt centraal en is uitstekend verbonden
camera’s voor Nederland. met de rest van Nederland.
Eis: centrale ligging

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 123 1/30/18 12:15 PM


124 NEDERLAND Verkorte leerroute 1 - 2 - 6

4.7 Arm en rijk in Nederland


LEES ‘EEN GELUKKIG LAND MET WEINIG SOCIALE LEES ‘REGIONALE ONGELIJKHEID’.
ONGELIJKHEID’.

2
1 a Welke maat gebruik je om de regionale ongelijkheid in een
a Noteer in je eigen woorden wat we onder de Gini-coëfficiënt land te kunnen meten?
verstaan. Brp/hoofd.
Bijvoorbeeld: een manier om het verschil in inkomen Bekijk bron 37.
b Welke uitspraken over deze bron zijn waar?
tussen de mensen in een land weer te geven.
A De meeste armoede komt voor in Amsterdam en
b Bekijk bron 34 en figuur 14 en omcirkel de juiste woorden.
Rotterdam.
De sociale ongelijkheid is in Nederland groot / klein B De provincie Groningen kent een grote regionale
Vanaf 2000 is de ongelijkheid in Nederland toegenomen / ongelijkheid.
C De bron geeft ook een aanwijzing voor sociale
afgenomen / gelijk gebleven De Gini-coëfficiënt is veel
ongelijkheid.
lager / hoger dan in de VS. Dat komt vooral door het D Drenthe is rijker dan Overijssel.
belastingsysteem / de sociale uitkeringen. In Nederland E In de grote steden wordt meer verdiend dan in de
gebieden eromheen..
betalen de rijken / armen meer belasting en krijgen de armen F In Noord-Brabant heeft 7,7 procent tot 10,7 procent van
/ rijken vaker een uitkering. De verschillen in het bruto / de mensen in steden minder dan € 1060 te besteden.

besteedbaar inkomen worden daardoor groter / kleiner. A, B, F.


Bekijk in bron 37 de regio Stadskanaal in het noordoosten. Dit
Stelling: ‘Hoe lager de Gini-coëfficiënt in een land, hoe is een van de armste regio’s van Nederland.
gelukkiger de mensen.’ c Welke kaart op kaartblad GB 53/GB 51 geeft hier een
c Bespreek de stelling met je buur. Welke bron in deze verklaring voor? Leg je keuze uit.
paragraaf ondersteunt deze stelling? Licht je keuze toe.
Kaart E. Je ziet dat de werkloosheid in dit gebied
Bron 34. In Denemarken en Nederland is de sociale
hoog is.
ongelijkheid laag en de mensen behoren tot de
gelukkigste ter wereld.
d Waarom denken jullie dat de stelling wel eens kan kloppen?
LEES ‘ARM EN RIJK IN UTRECHT’.
Bijvoorbeeld: bij een grotere gelijkheid heb je niet
veel mensen die echt arm zijn. 3
Bekijk bron 36.
a Wat is de armste wijk van Utrecht en welke is de rijkste?
Ongelijkheid in Nederland FIGUUR 14
Geef twee aanwijzingen uit de bron om je keuze te verklaren.
Ontwikkeling van de Gini-coëfficiënt (2001-2012)
Armste: Overvecht en rijkste: Oost . Dat zie je aan
0,6
het verschil in:
0,5
1 het
 percentage mensen in de bijstand ;
0,4
2 het percentage mensen met een niet-westerse
Gini-coëfficiënt

0,3 migrantenachtergrond.
0,2 b Waar zullen arm en rijk elkaar het vaakst tegenkomen en
waarom?
0,1
In de binnenstad. Hier heb je allerlei winkels en
0,0
’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 ’10 ’11 ’12 voorzieningen.
ongelijkheid zonder sociale uitkeringen
ongelijkheid voordat belasting is betaald
Gini over het besteedbaar inkomen
Bron: de Volkskrant, 6 mei 2014

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 124 1/30/18 12:15 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 125

4 6 Leerdoelen
Bekijk bron 36 opnieuw. Je zoomt in naar een lager a Hoe noem je de ongelijkheid die je op bron 35 ziet en hoe
schaalniveau, van wijken naar buurten. kun je die meten?
a Zullen de verschillen tussen arm en rijk dan groter of
Sociale ongelijkheid en die meet je met de Gini-
kleiner worden? Leg je antwoord uit.
Groter. Binnen de wijken heb je ook nog armere coëfficiënt.
buurten.

Je zoomt uit naar een hoger schaalniveau en vergelijkt de


Het gemiddeld aantal bewoners per wijk ligt in Utrecht tussen
verschillende wijken bijvoorbeeld in Utrecht (bron 36).
de 30 000 en 46 000. In de binnenstad wonen nog geen 20 000
b Tussen welke twee wijken is de segregatie het duidelijkst
mensen.
zichtbaar?
b Noem voor dit verschil twee verschillende redenen. Een
reden kun je zien op bron 36. Overvecht en Noordoost.
(1) De binnenstad is de kleinste wijk en (2) hier Je wil weten of er in Nederland grote inkomensverschillen zijn
tussen gebieden.
heb je minder woningen en meer winkels, cafés,
c Welke maatstaf gebruik je daarvoor en welke twee
kantoren enzovoort. kaarten op -/GB 51 (alleen voor 55e druk) kun je daarvoor
gebruiken?
De hoge werkloosheid.
5 Op -/GB 51 zie je ook een oorzaak voor het lage brp/hoofd in
a Natuurlijk is Nederland een rijk land. Dat wil niet zeggen Friesland.
dat er geen armoede voorkomt. Mensen kunnen gebukt Welke reden wordt hier bedoeld?
gaan onder een veel te hoge hypotheek, moeder staat
Brp/hoofd. Kaart G en H.
er alleen voor of vader verliest zijn baan. Je zult moeten
bezuinigen, maar waarop? Wat is jouw keuze in tijden van
crisis? Armoede in Nederland FIGUUR 15
Bekijk samen met je buur figuur 15. Wat betekent de staaf
bij A? Tweederde van de armen komt geld tekort
Onvoldoende geld voor…
Ongeveer 45 procent van de arme mensen heeft 1 goed verwarmen huis
te weinig geld om één keer per jaar een week op 2 maaltijd met vlees, kip
of vis, vis om de dag
vakantie te gaan. 3 te eten vragen van
familie/kennissen
b Op welke post uit figuur 15 zouden jullie zeker niet
bezuinigen, en op welke post waarschijnlijk wel? Noteer de 4 regelmatig kleren kopen
cijfers uit de figuur. 5 jaarlijks een week
op vakantie A
Niet bezuinigen op: Eigen antwoord.
6 vervangen versleten
Wel bezuinigen op: Eigen antwoord. meubels
7 doen van onverwachte
c Stel, jullie hebben elk € 100 in de maand te besteden. noodzakelijke uitgaven
Daar betaal je je kleren van, je sportclub, je smartphone,
0 10 20 30 40 50 60 70
cadeautjes voor verjaardagen, snacks enzovoort. Maar
in procenten
het is crisis en jullie moeten het elk met € 30 per maand niet-arm arm
minder doen. Noem drie dingen waar je op bezuinigt. Let
Bron: NRC Handelsblad, 22 december 2012
op: die zaken hoeven niet in figuur 16 te staan.

1 Eigen
 antwoord.
2 Eigen antwoord.
› Meer oefenen? Ga naar bladzijde 126.
3 Eigen antwoord.
› Extra uitdaging? Ga naar bladzijde 127.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 125 1/30/18 12:15 PM


126 NEDERLAND

Herhaling Nederland
In 2017 is Gamania – een gameproducent uit Taiwan – op zoek
HERHALING 4.5 WAARIN EEN KLEIN LAND GROOT
naar een vestigingsplaats voor haar Europese hoofdkantoor.
KAN ZIJN
De directeur reist heel Europa door en kiest uiteindelijk
voor Nederland. Nog even was Rotterdam in de race, maar
a Noteer achter de onderstaande omschrijvingen het juiste
het werd Amsterdam. In een interview noemde de directeur
begrip.
drie vestigingsplaatsfactoren die de doorslag gaven om
Arbeidsintensieve bedrijven vertrekken daar vaak heen. Amsterdam te kiezen en niet Rotterdam.
Lagelonenlanden.
 c Welke waren dat?
A  ‘Ajax speelt in Amsterdam.’
Banen bij toeleveringsbedrijven.
B ‘Amsterdam heeft een prettiger woonklimaat voor onze
Indirecte
 werkgelegenheid. werknemers.’
Door dit bedrijf komen er meteen banen bij. C  ‘Amsterdam ligt gunstiger ten opzichte van Schiphol.’
D ‘Amsterdam is het financieel en zakencentrum van
Directe
 werkgelegenheid. Nederland.’
Hieraan zie je dat de Nederlandse economie veelzijdig is. E  ‘Handig dat de regering daar ook zit.’
F ‘Het lijkt wel of alle Nederlanders hier Engels spreken.’
Handelsbalans.

Bekijk bron 31.
HERHALING 4.7 ARM EN RIJK IN NEDERLAND
b Door welke ontwikkeling is het aandeel van de agrarische
beroepsbevolking tussen 1900 en 1960 sterk gedaald? In je a Op welke twee manieren zorgt de Nederlandse overheid
antwoord noem je de oorzaak en het gevolg. ervoor dat het verschil in netto-inkomen tussen rijk en arm
De komst van machines (oorzaak) waardoor het niet al te groot wordt?

aantal arbeidskrachten in de landbouw sterk (1) De rijken betalen veel meer belasting dan de
afneemt (gevolg). armen. (2) De armen krijgen extra uitkeringen/
c Waaraan zie je dat het welzijn in Nederland hoog is?
ondersteuning van de overheid.
Gebruik drie begrippen uit dit hoofdstuk in je antwoord. De Gini-coëfficiënt is in Nederland in vergelijking met veel
andere landen vrij laag. Bekijk figuur 16.
1 De hoge levensverwachting. 2 De hoge
b Leg uit waarom de armoedegrens in Marokko veel lager ligt
alfabetiseringsgraad. 3 De hoge koopkracht. dan in Nederland.

Marokko is een veel armer land en de prijzen zijn dus


HERHALING 4.6 RIJK AAN DE RAND VAN EUROPA
ook
 veel lager dan in Nederland.

Bruto- en nettoinkomen in Nederland FIGUUR 16


a Noteer in de tekst het juiste begrip. Elk begrip gebruik je
een keer!
hoogte van het inkomen

Door de infrastructuur goed op orde te hebben, voorkom


je files. MNO’s kijken naar vestigingsplaatsfactoren

voor ze zich ergens vestigen. Dankzij haar ligging vervult

Nederland de rol als distributieland al lang. Hoe rijker en


dichter bevolkt het achterland is, hoe groter de mainport.
rijk arm
b Men zegt wel: ‘Duisburg is de grootste binnenhaven van
Rotterdam in Europa’. extra belasting
Gebruik GB 92A/GB 90A en leg deze uitspraak uit. Gebruik netto
hierbij het begrip ‘achterland’. extra steun overheid
De haven Duisburg ligt in het achterland van
Rotterdam. Veel goederen voor Europa worden per
schip vanuit Rotterdam naar Duisburg gebracht en
dan weer verder vervoerd.

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 126 1/30/18 12:15 PM


NEDERLAND HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 127

Verdieping Nederland
Rotterdam speelt een grote rol in ‘Nederland, distributieland’.
VERDIEPING 4.5 WAARIN EEN KLEIN LAND GROOT KAN
Belangrijk is daarbij wel dat je achterland goed bereikbaar
ZIJN
blijft. Bekijk op figuur 18 het verloop van de Betuweroute, een
speciaal aangelegde goederenspoorlijn.
b Waarom is deze spoorlijn voor Rotterdam van groot belang?
Duitsland is voor Nederland de belangrijkste handelspartner. De spoorlijn begint bij de havens op de Maasvlakte.
Gebruik GB 69B1/GB 67B1. Containers kunnen meteen op de trein worden
a Is de Nederlandse handelsbalans met Duitsland positief of
negatief? Licht je keuze toe. gezet.
Positief, want er wordt voor een groter bedrag c Waarom is juist deze spoorlijn aangelegd en niet een
spoorlijn via Breda naar België?
uitgevoerd naar Duitsland dan ingevoerd.
Duitsland is voor Rotterdam een veel belangrijker
b Op de kaart zie je dat Duitsland een veel belangrijkere
handelspartner voor Nederland is dan België. Hoe komt achterland dan België.
dat?
VERDIEPING 4.7 ARM EN RIJK IN NEDERLAND
De Duitse economie is veel groter.
c Nederland verdient ook veel geld aan Duitse toeristen.
Waarom staat dat niet op figuur 17?
a Je wilt weten of de sociale ongelijkheid binnen de gemeente
Figuur 17 is een goederenbalans. Utrecht groot of klein is. Hoe ga je dat onderzoeken? Ga uit
van bron 36. Beschrijf je aanpak in drie logische stappen.
Gebruik GB 69/GB 67.
d Vanuit welk land in de wereld is de invoer naar Nederland Je zoomt in naar de gemeente Utrecht (1). Je
na 2000 sterk toegenomen?
zoomt in naar het niveau van wijken of buurten (2).
China. Je vergelijkt nu het bbp/hoofd van de rijkste wijk of
Handelsbalans met Duitsland FIGUUR 17
buurt met dat van de armste wijk (3).
b Gebruik GB 57 (alleen 55e editie). Vergelijk de wijken
Duitsland belangrijkste Opbouw invoer vanuit en uitvoer Kanaleneiland en Terwijde. Welke wijk zal tot de rijkere
handelspartner Nederland naar Duitsland in procenten
wijken van Utrecht behoren? Verdedig je keuze met twee
20% invoer invoer uitvoer aanwijzingen op GB 57.
in Nederland
komt uit 12 voeding 13 Terwijde. Op de luchtfoto en de plattegrond zie
Duitsland
(60 mld) 12 energie 20
je dat mensen hier vaak wonen in vrijstaande
18 chemie 15
huizen en veel meer groen/park hebben dan de
25% uitvoer
van Nederland
15 fabricaten 23
flatbewoners in Kanaleneiland.
gaat naar 29 machines 12
Duitsland
(100 mld) 14 overig 17
De Betuweroute FIGUUR 18

Derde Spoor
VERDIEPING 4.6 RIJK AAN DE RAND VAN EUROPA NEDERLAND Ruim 70 km nieuw spoor tussen
Emmerich en Oberhausen
Maasvlakte
Rotterdam Zevenaar

Emmerich
Bekijk bron 33. Het aantal containers dat elk jaar in de haven Dordrecht

werd gelost steeg na 1990 sterk.


Breda Oberhausen
a Leg uit dat de stijging samenhangt met globalisering. Tilburg
Ruhrgebied
Venlo
Door de globalisering worden goederen voor Eindhoven
Kaldenkirchen

Europa overal in de wereld gemaakt. Ze worden BELGIË


DUITSLAND
Betuweroute 0 50 km
met containerschepen naar Europa gebracht,
Brabantroute Heerlen
bijvoorbeeld naar de haven van Rotterdam. Naar: NRC Handelsblad, 17 april 2016
Herzogenrath

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 127 1/30/18 12:16 PM


128 MIJN OMGEVING

Arm en rijk om de hoek


Je hebt in dit hoofdstuk geleerd dat het verschil tussen arm
STAP 3: INFORMATIE VERZAMELEN
en rijk in Nederland niet zo groot is. Maar je weet ook dat er
wel degelijk verschillen zijn, ook in jouw gemeente. In deze
Voor dit onderzoek heb je twee belangrijke informatiebronnen:
opdracht ga je op onderzoek in een rijke en een armere buurt
internet en de buurten die je bezoekt.
in jouw woonplaats. Samen met je teamgenoten onderzoek
je wat opvallende verschillen zijn tussen de twee buurten. Je
Internet
begint je onderzoek achter de computer, maar je stapt ook op
Om een indruk te krijgen van de twee buurten is het handig
je fiets om echt veldwerk te doen.
eerst wat cijfers te verzamelen via internet. Natuurlijk let
Intussen heb je geleerd, dat het doen van onderzoek in
je vooral op verschillen in welvaart. Je kunt veel informatie
logische stapjes moet gebeuren. Je kunt niet zomaar een
vinden op de site van: jouw gemeente; de huizensite Funda;
buurt in rennen en mensen van alles vragen. Wat wil je weten?
cbsinuwbuurt; leefbarometer en Edugis.
Hoe ga je dat onderzoeken? Dat zijn de startvragen voor elk
Ook Google Earth geeft vanuit de ruimte informatie over
onderzoek.
buurten. Met Street View neem je een kijkje op straatniveau.

STAP 1: HOOFDVRAAG EN DEELVRAGEN Veldwerk


Nu ga je ‘het veld’ in. Je weet al waar je op moet letten, wat
Hoofdvraag je mensen moet vragen enzovoort. Niet vergeten, neem foto’s
Hoe groot zijn de verschillen in welvaart tussen buurt A en en leg verschil in huizen, straten, auto’s, groen enzovoort vast.
buurt B en hoe zie je dat? Handig voor je presentatie!
Belangrijk: zorg dat je informatie op een slimme, geordende
Deelvragen manier vastlegt. Dat kan op papier maar ook op je smartphone
a Hoe blijken verschillen in welvaart tussen buurt A en B uit natuurlijk.
de statistieken / cijfers? Tot slot: bedenk dat je te gast bent in die buurt. Gedraag je
b Hoe zie je het verschil in welvaart tussen buurt A en B als je ook zo!
de buurten bezoekt?
c Hoe merk het verschil in welvaart tussen buurt A en B als je
STAP 4: INFORMATIE VERWERKEN
met de bewoners praat / ze interviewt?
Voor je start moet je wel goed weten hoe jullie presentatie
STAP 2: ONDERZOEKSPLAN MAKEN EN TAKEN eruit komt te zien!
VERDELEN a Maak in elk geval een kaart. Op het kaartje van jouw
gemeente staan de buurten, liefst op een zwart-wit kaartje.
Vooraf: handig is wanneer een van de teamleden als ‘schrijver’
Kleur jullie buurten in. Geef in het kaartje aan hoe de
optreedt. Gebruik een groot blad, schrijf de onderstaande
buurten heten en in de legenda zie je wat de rijke en wat de
vragen op en laat een flinke schrijfruimte over.
arme buurt is. Kaartjes vind je op internet.
Bijvoorbeeld:
b Tabellen zijn saai. Kijk of je cijfers niet veel mooier kunt
weergeven in staaf- of cirkeldiagrammen.
Vraag Hoe gaan we dat doen? Wie doet wat?
c Gebruik je foto’s om verschillen in beeld te brengen.
1… … …
STAP 5: CONCLUSIES TREKKEN

Bespreek samen hoe jullie antwoord kunnen vinden op de drie Geef eerst antwoord op de deelvragen en daarna op de
deelvragen. Als steun beantwoord je eerst de volgende vragen. hoofdvraag. Maak duidelijk wat de verschillen tussen de twee
1 Welke twee buurten gaan jullie vergelijken? Waar liggen ze? buurten zijn en hoe dat blijkt uit jullie onderzoeksresultaten.
Het kan handig zijn een buurt te kiezen waar één van jullie
woont. STAP 6: PRESENTATIE
2 Welke informatiebronnen zijn er? Zie ook Tips verderop!
3 Waar letten we op als we de buurten bezoeken? Maak een overzichtelijke presentatie van jullie onderzoek. Het
4 Wat gaan we buurtbewoners vragen? moet er niet alleen netjes uitzien (vorm) maar het moet ook
5 Hoe doen we dat: een praatje, een interview of een enquête kloppen (inhoud).
/ vragenlijst?
6 Hoe gaat ons verslag / presentatie er in grote lijnen uitzien?
Overleg ook even met je docent wat er mogelijk is.
7 Hoe verdelen we de taken, wie doet wat?

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 128 1/30/18 12:16 PM


MIJN WERELD HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 129

Tweedehands
Natuurlijk gooi jij ook wel eens kleding weg die kapot is, We volgen nu het spoor van kleding die naar arme landen
afgewassen of ernstig uit de mode. Je bent niet de enige. Elke gaat. Bijvoorbeeld naar Afrika
dag worden er bergen kleding weggegooid, vooral in rijke Ga naar YouTube. Typ in: ‘Afrika wil onze T-shirts niet meer -
landen. RTL Nieuws’.
Gooi jij je oude spijkerbroek in een kledingcontainer, dan krijgt c Wat is volgens het filmpje een voordeel voor de Afrikaanse
jouw afdankertje misschien een tweede kans. Vaak ver weg, in landen van de kledingimport?
een arm land.
Het schept heel veel banen in de handel.

Opdracht Toch zijn er ook veel landen die onze afdankertjes juist niet
In deze opdracht onderzoek je waar tweedehands spullen meer willen.
terecht komen. Je gebruikt internet en je boek als d Welke reden hiervoor zie je op figuur 19?
informatiebron.
Door de import van goedkope tweedehands kleding
1 moeten de textielfabrieken in die landen sluiten.
Bekijk de foto’s in je leerboek Mijn Wereld.
a Welke drie dingen gebeuren er met kleding die in het
Verenigd Koninkrijk wordt ingezameld?
1 hergebruikt. e Wat vind jij? Moeten we doorgaan met het sturen van
afgedankte kleding en schoenen naar Afrika of juist niet?
2 verbrand, versnipperd.
Kies.
3 uitgevoerd naar arme landen. Mening: ja / nee / misschien
Ga naar schooltv.nl. Typ als zoekterm ‘tweedehands Argument: Eigen antwoord.
kleding’ in en kies voor ‘wat gebeurt er met kleding uit de

kledingcontainer’?
b Wat gebeurt er met jouw oude spijkerbroek als je die in 
Nederland in de kledingcontainer gooit? 
Nog heel goed:

wordt verkocht als tweedehands kleding in
Nederland. Tweedehandskleren in Afrika FIGUUR 19

Beetje stuk: EUROPA

gaat naar Pakistan en wordt daar gemaakt en

verkocht.
Vaak worden Amerikaanse
Heel slecht: VS tweedehands spijkerbroeken
van vrouwen door mannen
worden poetslappen van gemaakt of afgedragen

isolatiemateriaal.
NIGERIA
SUDAN

81% van alle verkochte UGANDA


KENIA
kleding is tweedehands Nairobi AZIË
RWANDA
BURUNDI TANZANIA
0 1000 km
Veel textiel-
bedrijven zijn
ZIMBABWE gesloten door
landen die een
de import van
importverbod kennen goedkope
of willen gaan invoeren kleding
import tweedehands kleding AFRIKA

import nieuwe kleding

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 129 1/30/18 12:16 PM


130 SAMENVATTING EN BEGRIPPEN

Ontwikkeling: arm en rijk


1 Samenvattingsopdracht Wereld 2 Samenvattingsopdracht Nederland
a Lees de samenvatting Wereld in je leerboek. Lees in je leerboek de samenvatting over Nederland.
b Werk samen met je buur. Noteer in schema A de juiste Noteer in schema B de juiste begrippen of omschrijvingen bij
begrippen of omschrijvingen bij de cijfers. de cijfers. Kies uit: buitenlandse concurrentie – goed bereikbaar
Kies uit: analfabetisme – bbp/hoofd – centrum – diensten – – goede infrastructuur – gunstige ligging – handelsbalans – hoog
groeit – grondstoffenleverancier – koopkracht – bbp/hoofd – hoog welzijn – lage belastingen voor mno’s – lid EU
levensverwachting – maakindustrie – opkomst mno’s – – maakindustrie vertrekt – mainports – rijk achterland – stabiel
periferie – regionaal – semiperiferie – sociaal – verbetering – taalvaardig – vestiging mno’s – verdeling beroepsbevolking –
transport – verdwijnen handelsgrenzen – verdeling vrijhandel
beroepsbevolking. Opmerking: de volgorde binnen één
kleurgroep is niet van belang, behalve bij ‘andere rol in
wereldsysteem’!

A koopkracht 4
analfabetisme 5 3 levensverwachting
1 bbp/hoofd
grondstoffen- 16 maakindustrie 17 diensten 18
welzijn welvaart
leverancier
periferie semiperiferie centrum 2 verdeling
beroepsbevolking
meten
andere rol in wereldsysteem
6 centrum

groeit 15 indelen naar


welvaart gevolgen globalisering Arm en rijk welvaart 7 semiperiferie

8 periferie
9 mno's
toename ongelijkheid oorzaken 10 verbetering transport
11 verdwijnen handelsgrenzen
regionaal 14 13 sociaal
12 informatie- en communicatietechnologie.

B
14 lage belastingen 16 goed bereikbaar /
voor mno's gunstige ligging
15 stabiel
lid EU 13 17 taalvaardig

gunstige vestigingsplaatsfactoren
1 hoog welzijn
rijk achterland 12
2 verdeling
goede 11 distributieland Nederland
zie je aan
beroepsbevolking
door: rijk 3 hoog bbp/hoofd
infrastructuur
mainports 10
4 handelsbalans
9 gunstige ligging /
invloed globalisering
goed bereikbaar
5 maakindustrie
vertrekt
voordelen nadelen

6 buitenlandse
7 vrije handel concurrentie
8
vestiging mno's

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 130 1/30/18 12:16 PM


HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELING: ARM EN RIJK 131

3 Samenvattingsopdracht Algemeen Nederland is een van de rijkere centrumlanden. Dat heeft


oorzaken en gevolgen.
Je kunt de wereld indelen in centrum, semiperiferie en
c Koppel elke oorzaak aan het juiste gevolg. Noteer de juiste
periferie.
combinaties van letters en cijfers.
a Noteer achter de begrippen welke letters erbij passen.
A China. Oorzaak Gevolg
B Gemiddelde levensverwachting: 79 jaar.
A Lid van de EU, die 1 Distributieland
C Hier vind je de hoofdkantoren van de mno’s.
uitbreidt
D Hier stichten MNO’s veel bedrijven.
E MOL. B Gelegen aan rand van 2 Dienstenmaatschappij
F Omvangrijke informele sector. continent en verbonden
G Snelle toename koopkracht. door rivieren

Centrum: B, C. C Centrumland 3 Belangrijke mainports


Semiperiferie: A, D, F, G.
D Gunstige ligging ten 4 Mainports bedreigd
Periferie: E, F. opzichte van achterland
b Maak de zinnen kloppend. Kies uit: bbp/hoofd – brp/hoofd –
E Infrastructuur slibt 5 Steeds meer handel
centrumland – dienstenmaatschappij – directe en indirecte –
dicht binnen Europa
Gini-coëfficiënt – handelsbalans – ligging – periferie –
schaalniveau – segregatie.
A5, B1, C2, D3, E4.
Nederland is een centrumland . Dat zie je aan

het hoge bbp/hoofd , aan het feit dat Nederland een 4 Samenvattingsopdracht Algemeen
dienstenmaatschappij is en aan de samenstelling Maak deze opdracht samen met je buur. In elke kolom staan
vier begrippen. Eén hoort er niet bij.
van de handelsbalans . Door de gunstige ligging
a Noteer eerst welk woord niet in de kolom thuishoort. Schrijf
aan de rand van Europa vestigen zich hier buitenlandse er dan achter waarom niet.
mno’s die zorgen voor directe en indirecte Kolom 1: brp/hoofd hoort er niet bij, want het zegt
werkgelegenheid. Als je inzoomt op een lager iets
 over welvaart, de andere drie over welzijn.
schaalniveau zie je wel aan het brp/hoofd dat de Kolom 2: informele sector hoort er niet bij, want het
Randstad het beter doet dan de periferie . In veel steden zegt
 vooral iets over de periferie, de andere over de
neemt tussen wijken de segregatie toe. Maar vooral semiperiferie.

door het belastingstelsel blijft de Gini-coëfficiënt Kolom 3: mno hoort er niet bij, want de andere
echter laag. begrippen
 zijn vestigingsplaatsfactoren.
Kolom 4: grondstoffen hoort er niet bij, want

de
 andere begrippen vormen de indeling van de

beroepsbevolking.


Kolom 5: tertiaire sector hoort er niet bij, want dit


hoort
 bij beroepsbevolking.

1 2 3 4 5
levensverwachting semiperiferie lagelonenlanden primaire sector achterland
bbp/hoofd opschuiving beroepsbevolking mno grondstoffen distributiefunctie
koopkracht mno’s arbeidsintensief industrie tertiaire sector
alfabetiseringsgraad informele sector goed bereikbaar diensten bereikbaarheid

© Noordhoff Uitgevers bv

04_BNL_4ED_1_VWO_WB_Ch04.indd 131 1/30/18 12:16 PM

You might also like