Fiche Samenvatten

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

Fiche: Samenvatten

Voor je begint te lezen

Lees de titel en bekijk de tekst in zijn geheel. Vaak zegt de titel waarover
de tekst zal gaan. De tussentitels zeggen iets meer over het specifieke
thema.
Bekijk de bron. Als je weet wie de tekst schreef en waar hij verscheen,
krijg je misschien een beter beeld van de tekstsoort en het tekstdoel
(informeren, overtuigen, activeren, vermaken, …). Ook aan de lay-out kan
je vaak zien wat voor tekst je voor je hebt.
Tijdens het lezen

Als je een tekst wilt samenvatten, is het belangrijk dat je hem goed
begrijpt. Lees eerst de eerste alinea en de laatste. Inleiding en slot geven
meestal al een algemeen beeld van het centrale thema.
Lees nu de volledige tekst. De betekenis van woorden die je niet
begrijpt, kan je op meerdere manieren achterhalen.

Context De betekenis van een woord


achterhalen door de zin waarin het
staat. Eventuele vorige en volgende
zinnen kunnen ook helpen.
Voorkennis De betekenis van een woord te
weten komen doordat je het passief
kent of vanuit een andere taal
Samenstellende delen Misschien ken je delen van het woord
en kan je zo de betekenis
achterhalen.
Overleg Een klasgenoot, leraar of iemand
anders weet wat het woord betekent.
Woordenboek Je zoekt de betekenis op in een
woordenboek. Hou rekening met de
context om te bepalen welke
betekenis de juiste is.
Let bij het lezen op signaalwoorden. Ze geven de verbanden binnen de
tekst weer en geven je een idee van de tekststructuur (opsommend,
probleem– en oplossingstructuur, …).

◦ Opsomming: ten eerste, en, eveneens, zowel ... als, tevens, daarbij,
vervolgens, bovendien, verder, ook, een andere, daarnaast, ten slotte,
tot slot.
◦ Toelichting/voorbeeld: zoals, bijvoorbeeld, zo, een voorbeeld, dat blijkt
uit, dat komt voor bij, ter illustratie, onder andere, neem nou, u kent het
wel, ter verduidelijking.
◦ Volgorde: eerst, vervolgens, dan, daarna, later, voorafgaand, toen,
terwijl, voordat, nadat, zodra, intussen, vroeger.
◦ Oorzaak/gevolg: door, waardoor, daardoor, doordat, zodat, te danken
aan, te wijten aan, als gevolg van, dientengevolge, had als gevolg,
wegens.
◦ Doel/middel: om ... te, door te, door middel van, met behulp van, opdat,
daarmee, daartoe, teneinde, met als doel, daarvoor.
◦ Voorwaarde: als, indien, mits, wanneer, tenzij, stel dat, in het geval,
aangenomen dat.
◦ Reden/verklaring: want, omdat, dat blijkt uit, hierom, derhalve,
aangezien, vanwege, wegens, namelijk, immers, daarom.
◦ Vergelijking: net als, zoals, evenals, hetzelfde als, in vergelijking met,
vergeleken met.
◦ Tegensteling of contrast: enerzijds/anderzijds, niettemin, toch, echter,
maar, daarentegen, toch, integendeel, in plaats van, in tegenstelling tot,
daar staat tegenover, desondanks.
◦ Mate van belang: erg, zeer, bijzonder, meest.
◦ Samenvatting of conclusie: dus, kortom, concluderend, samenvattend,
hieruit volgt, eindelijk, hieruit kunnen we afleiden, samengevat, alles bij
elkaar, met andere woorden, al met al, daarom, dat houdt in, alles
overziend, alles afwegend.
Samenvatten
Om een goede samenvatting te maken, is het belangrijk dat je hoofd– en
bijzaken van elkaar kan onderscheiden. Een hoofdzaak is datgene wat je
als onmisbare informatie ziet in een tekst. Je kunt de hoofdzaken in een
tekst pas aangeven als je de tekst goed gelezen hebt en je begrijpt waar
de tekst over gaat. Het verkennen van een tekst ( voor het lezen) kan je
al aanwijzingen geven. Wat de hoofdzaken zijn, wordt mede bepaald door
het doel waarmee je de tekst leest.

Hoofdzaken kunnen zijn:


de essentie van de tekst
de kerngedachten
het centrale thema
de uitspraken die de structuur van de tekst aangeven
relaties, grondbegrippen, uitgangspunten, conclusies, principes, ofwel
alles wat samenhang aangeeft
antwoorden op je onderzoeksvragen

Bijzaken kunnen zijn:


beweringen die niet direct in verband staan met de grote lijn van de
tekst
de inleiding of een situatieschets waarmee de auteur zijn betoog begint
onderbouwing in de vorm van verwijzingen naar andere artikelen of
boeken
beschrijvingen van commerciële producten en diensten, die je
bijvoorbeeld op websites veel aantreft
herhalingen
voorbeelden
toelichtingen
zaken die verband houden met je onderzoeksvragen, maar er niet
rechtstreeks mee te maken hebben
Hoofdzaken vind je onder andere in tussentitels, kernwoorden en
kernzinnen. Tussentitels zijn meestal goede samenvattingen van de
alinea’s die volgen.
Een kernwoord is het belangrijkste woord van de alinea. Je kunt eruit
afleiden waarover de alinea gaat.
In de kernzin vind je de belangrijkste gedachte van de alinea: de
hoofdzaak. Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea.

Schema
Een schema geeft een duidelijke kijk op de bouw of structuur van een
tekst. Het bevat de hoofdgedachten in telegramstijl. Je schrijft korte
zinnen en duidt de signaalwoorden aan. Een andere mogelijkheid is dat je
tekens gebruikt die de verbanden tussen onderdelen weergeven.

1, 2, 3, 4, … Nummers om een opsommend


verband weer te geven.
Het woordje ‘dus’ Geeft een besluit of samenvatting
weer.
Wijst op gevolg
Duidt op tegenstelling
+ Betekent bovendien, plus, en
> Wil zeggen groter dan,
belangrijker dan
< Betekent kleiner dan, minder
belangrijk dan
enzovoort

Vermeld steeds de bron van de tekst onderaan je schema. De titel van de


tekst staat boven je schema.
Voorbeeld:

De bevolkingsspreiding en – groei in de wereld


In 2000: 6,1 miljard mensen op aarde gemiddeld 45 inwoners/km

grote verschillen tussen


wereldblokken
Ongelijkmatige bevolkingsspreiding
interne verschillen in
bevolkingsdichtheid in de
wereldblokken
Dichtbevolkte zones
1. Europa
2. Zuid-, Zuidoost-, en Oost-Azië (meer dan de helft van de
wereldbevolking)
3. De kusten van Noord – en Latijns – Amerika

Gebieden met een lage bevolkingsdichtheid


1. Afrika
2. Het noorden van Noord-Amerika
3. Het binnenland van Noord- en Latijns- Amerika
4. Oceanië met Australië

Bron: EOS september 2012

Synthese
Schrijf je schema uit tot een gestructureerde, doorlopende tekst. Geef de
kernzinnen in je eigen woorden weer. Vermeld de bron in een zin in de
inleiding.

You might also like