Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Voeg beknopt de betekenis toe aan volgende kernwoorden uit T2: ‘Spieren en skelet’.

Term Betekenis

Antagonist 78 Bij alle skeletspieren spreken we over paren (ze werken in paren) ,
die noemen antagonisten. De antagonist zorgt ervoor dat een
ledemaat zich strekt en terugkeert in de rustpositie.
Beenmerg Is zacht als een spons en vult open centrale gedeelten op van de
meeste grote botten in het lichaam. Dit is ook de belangrijkste plaats
om de verschillende bloedcellen aan te maken ( rode, witte en
bloedplaatjes ). Het speelt een belangrijke rol bij het vormen van
botweefsel.

Beenvlies Omranding van het botweefsel , pijngevoeliger en bloedvatenrijke


buitenbekleding van botweefsel. Dit is ook belangrijk voor
botvorming waar het nodig is en bot af te breken waar niet nodig is
door botvormige cellen die in het beenvlies aanwezig zijn. Deze
verbinding is sterker op plekken waar een spier is verbonden met het
botstuk.

Gewrichtsband Een gewrichtsband of ligament is een band van bindweefsel om een


gewricht.

Gewrichtskapsel Dit is een omhulsel rond het gewricht aan de botuiteinden, dit houdt
ook de twee beenderen in dat gewricht samen zodat het mooi
verbonden is . Dit kan ook de spieren begrenzen indien nodig . Het
omvat één of meerdere botstukken van een gewricht. Het bestaat uit
een binnenste en buitenste laag.
Gewrichtsuiteinde Uiteinde van een gewricht. Om slijtage te voorkomen en de
bewegingen te versoepelen, zijn beide uiteinden van een gewricht
bedekt met een kraakbeenlaagje.

Hersenpan 56 De schedel bestaat uit de hersenpan ( craniale beenderen= op de


romp aan de kant van het hoofd liggend ) en de
aangezichtsbeenderen ( faciale beenderen). Beenderen die
betrekking hebben tot de schedel.

Ligament Een gewrichtsband is een ligament. Die een band vormt die botten of
stukken kraakbeen met elkaar verbind. Ze kunnen ook als steunpunt
dienen voor de spieren die ernaast lopen. Ze zijn gehecht aan de
uiteinden van botten en rond gewrichten.

Meniscus Kraakbeenschijfjes waarvan er 2 in elke knie , één buitenkant , één


aan de binnenkant zijn. Dit zijn de schokdempers van de knie , bv bij
het springen. Ze zorgen ook dat de knie stabiel is. Het is een schijfje
kraakbeen dat zich los tussen de benige uiteinden van sommige
gewrichten bevindt.
Myoglobine Myoglobine is het zuurstofhoudend eiwit dat in grote hoeveelheden
voorkomt in de spieren en dus als zuurstofdrager functioneert.
Pees 78 Een pees is een verbinding tussen een spier en een bot. Daardoor
wordt de spieractiviteit overgedragen op het bot. De spieren doen zo
de beenderen bewegen. Een pees of meerdere pezen zijn verbonden
met de spieren en doen de beenderen bewegen

Ruggenmerg 55 Ruggenmerg is een belangrijk deel van het centraal


zenuwstelsel.Omdat het naast zenuwbanen ook zenuwcellen bevat
die de signalering van zintuigen en de spieren ook stuurt , bv ook
reflexen vanuit spieren en knie . Door het ruggenmerg worden
prikkels geleid en verbindingen gelegd naar de hersenen en de rest
van het lichaam. Het wordt beschermt door 33 wervels (de
wervelkolom) die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen . Deze
vormen een stevige huls rond het ruggenmerg om dit te beschermen.

Sarcomeer Het sarcomen of de contractuele eenheid is de kleinste zich


herhalende structuur van dwarsgestreepte spieren. Het is
opgebouwd uit dikke myosinefilamenten en dunne actinefilamenten
die elkaar overlappen.

Spierfibril Spiervezels bestaan uit spierfibrillen, dit bestaat uit eiwitmoleculen


genaamd actine en myosine. Deze komen te liggen in dwarse
streping door de rangschikking van deze moleculen.
Ze kunnen ook verschuiven ten opzichte van elkaar. Hier wordt de
fibril korter bij samentrekken van de spiervezel en langer bij het
ontspannen van de vezel.

Spiervezel 78 Door een versmelting van meerdere cellen , ontstaan er spiervezels.


Elke spierbundel is een verzameling van vele spiervezels

You might also like