Professional Documents
Culture Documents
TUTM Week 2
TUTM Week 2
Doelen college
Kernbegrippen:
Epimysium
Adenosinetrifosfaat (ATP)
Perimysium
Glycolyse
Endomysium
Myofibrillen Citroenzuurcyclus
Myofilamenten
Oxidatieve fosforylering
Motorische eenheid
Creatinefosfaat
Sarcomeer
T-tubuli Glycogeen
Actine
Lactaat
Myosine
Anaeroob / aeroob
Hemoglobine
Anatomie van de spier
- Bestaat uit
Muscle fiber
Sarcomeren
Deel 2
ATP= adenosine triphosphate > energie nodig voor contractie
ATP moleculen kunnen we gebruiken om de energie vrij te maken die we nodig hebben voor
activiteiten.
= 1 atp
- Glycolyse
Glucose > glycolysis proces > 2 pyruvic acid + 2 ATP
Beetje meer atp
Kan niet lang volhouden (45 sec)
o Waar komt glucose vandaan
Bloedglucose
Afbraak van spierglycogeen (lange ketens van glucosemoleculen)
Geen zuurstof= pyruvic acid > lactaat (lactic acid) proces noem je anaeroob metabolisme
Aanwezigheid zuurstof
Pyruvic acid > acetyl Co A > kreb’s cyclus (citroenzuurcyclus) + oxidatieve fosforylering
Snel
Citroenzuurcyclus + OF (oxidatieve fosforylatie verbranding van glucose met zuurstof) > 36 ATP
Veel energie
Lang volhouden