Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

TUTM Week 2 anatomie spieren en energiesystemen

Doelen college

- Je kent de macroscopische en microscopische anatomie van de spier


- Je begrijpt wat er binnenin een spier gebeurt bij contractie

Kernbegrippen:
Epimysium
Adenosinetrifosfaat (ATP)
Perimysium
Glycolyse
Endomysium

Myofibrillen Citroenzuurcyclus

Myofilamenten
Oxidatieve fosforylering
Motorische eenheid
Creatinefosfaat
Sarcomeer

Sarcoplasmatisch reticulum Pyrodruivenzuur

T-tubuli Glycogeen
Actine
Lactaat
Myosine
Anaeroob / aeroob

Hemoglobine
Anatomie van de spier

- Spiercel (muscle fiber)


- Fascicle hierin bevinden zich de muscle fibers
- Perimysium zit om de fascicle heen
- Epimysium zit om de perimysium (buitenste laag)
- Sarcolemma = celmembraan van spieren
- Endomysium bindweefsellaag om een individuele spiervezel
Muscle fiber zit vol met myofibril (eiwitten die voor contractie zorgen)
o Eiwitten
 Actine dun filament

 Myosine dik filament


Bloedvaten en zenuwen

- Bestaat uit

De motorische zenuwcel (=motoneuron)

De spiervezels die door deze motoneuron worden geïnnerveerd (geprikkeld, gestimmuleerd)

Muscle fiber
Sarcomeren

- sarcoplasmatisch reticulum (lichtblauw): systeem van blaasjes en kanaaltjes voor


impulsgeleiding, geeft calcium af aan kanaaltjes (t tubuli). Zit om elke myofibril heen als een
soort trui en slaat calcium op en laat het los als de spier moet samentrekken
- sarcotubulair systeem: een buisvormig stelsel dat er voor zorgt dat een prikkel gegeven
wordt door de zenuw bij de spier terechtkomt. Bestaat uit sarcoplasmatsich reticulum en t
tubili.
- Sarcomeer: kleinste herhalende structuur voor spiercontractie/ kleinste functionele eenheid
van spiervezel, stuk tussen de 2 Z lijnen, spiervezel zijn gewoon eindeloos veel sarcomeren
achter elkaar. Opgebouwd uit 2 typen eiwitten, actine en myosine filamenten.
- myofibrillen: zitten in de spiercel en bestaat uit actine (dun) en myosine (dik) filamenten. De
spier wordt korter wanneer de actine en myosine filamenten in elkaar schuiven.
Stappen in de spiercontractie
- Zenuwimpuls berijkt het einde van de vezel
- Spiervezelmembraan raakt geprikkeld
- Het buisjessysteem in de spiervezel (sarcoplasmatisch reticulum) laat Ca++ los
- Ca++ bindt zich aan troponine
- Troponine trekt tropomyosine van de receptorplaats op actine
- Er komt een crossbridge tusen actine en myosine
- De kop van het myosine maakt een werkslag
- Er bindt zich een nieuw ATP aan de kop
- Kop laat los en richt zich op
- de vezel is korter: contractie
Stappen in spierontspanning
- Er komen geen zenuwprikkels meer
- Het spierverzelmembraan raakt niet meer geprikkeld
- De calcium pomp gaat het CA++ terugpompen in het sarcoplasmatisch reticulum > dit kost
energie
- Tropomyosine rolt terug
- Crossbridges worden verbroken
- vezel ontspant > spierrelaxatie

Deel 2
ATP= adenosine triphosphate > energie nodig voor contractie

ATP is nodig voor:


- Het opladen van de myosinekop
- Het losmaken van de crossbridge na de werkslag
- De calciumpomp

ATP heeft 3 fosfaat groepen

ATP + H20 > ADP + Pi + energie

ATP moleculen kunnen we gebruiken om de energie vrij te maken die we nodig hebben voor
activiteiten.

Spiercellen synthetiseren ATP op 3 manieren


- Splitsing creatinefosfaat (=CP)
Snel beschikbaar, maar kort beschikbaar (8 - 10 sec)

= 1 atp
- Glycolyse
Glucose > glycolysis proces > 2 pyruvic acid + 2 ATP
Beetje meer atp
Kan niet lang volhouden (45 sec)
o Waar komt glucose vandaan
 Bloedglucose
 Afbraak van spierglycogeen (lange ketens van glucosemoleculen)
Geen zuurstof= pyruvic acid > lactaat (lactic acid) proces noem je anaeroob metabolisme

 Gaat naar bloed


 Gedeelte blijft in spiercel
- Hoe krijg een spiercel zuurstof (O2)?
o Bloed (hemoglobine)
o Myoglobine

Aanwezigheid zuurstof

Pyruvic acid > acetyl Co A > kreb’s cyclus (citroenzuurcyclus) + oxidatieve fosforylering

Pyruvic Acid > Acetyl Co A > Carbon Dioxide + water + 36 ATP


Creatinefosfaat > 1 atp

Snel

Kort beschikbaar (8 10 sec)

Anaerobe glycolyse - 2 atp, pyrodruivenzuur, lactaa

Beetje meer atp

Kan niet lang volhouden (45 sec

Citroenzuurcyclus + OF (oxidatieve fosforylatie verbranding van glucose met zuurstof) > 36 ATP

Veel energie

Lang volhouden

Kost veel tijd om op te starten

Glucose, vetten > acetyl co- A > 36 ATP + H20 + CO2\

You might also like