Professional Documents
Culture Documents
Betonkernactivering 5
Betonkernactivering 5
Halvering koudeopwekking
ir. Rick Rijksen
dr.ir. Kees Wisse door betonkernactivering?
Betonkernactivering kan het op te stellen vermogen voor koude-
opwekking voor een gebouw sterk reduceren. Dit komt door de
bufferende werking van de betonmassa. Tot nu toe waren er geen
kwantitatieve gegevens over de reductie van het koelvermogen
beschikbaar. DWA installatie- en energieadvies heeft in samenwerking
met de Technische Universiteit Eindhoven onderzoek gedaan naar
systemen met mechanische ventilatie.
Betonkernactivering (afbeelding 1) biedt de mogelijkheid het bereikt door de koeling van de betonkernactivering (BKA) en
vermogen van de koudeopwekinstallatie sterk te reduceren. de luchtbehandelingkast te ontkoppelen. De BKA wordt alleen
Er kan namelijk gebruik worden gemaakt van de bufferende ‘s nachts gekoeld, waarbij de gebufferde koude overdag wordt
werking van de betonnen vloeren. Metingen in kantoor- benut. Hierbij is aangetoond dat de operatieve temperatuur
gebouw De Thermostaete hebben aangetoond dat een ver- met deze regelstrategie op een warme zomerdag binnen
mogen voor koudeopwekking van 23 W/m2.bvo voldoende een range van 21 tot 23 °C valt.
kan zijn om een kantoorgebouw te koelen. Dit kan worden De conclusies van één specifiek kantoor zijn niet algemeen
geldig. Met TRNSYS-simulatieberekeningen die eerder zijn ge-
valideerd [4], zijn meer algemene ontwerprichtlijnen afgeleid
voor het op te stellen koelvermogen voor een ‘standaard’
kantoorgebouw. Dit is gedaan voor een range van glasper-
centages en van de interne warmtelast. Randvoorwaarde
hierbij was het te behalen comfortniveau. De uitkomsten
hiervan kunnen door ontwerpers als vuistregel worden
gebruikt voor het op te stellen koelvermogen.
UITGANGSPUNTEN
Voor het berekenen van de ontwerprichtlijnen is een kan-
toorgebouw samengesteld uit standaardafmetingen (afbeel-
ding 2). De verdeling van de vloeroppervlakten over de ver-
1. Interieur met BKA als afgiftesysteem. schillende ruimten is afkomstig uit Isso-publicatie 33 [2].
Voor dit gebouw is het op te stellen koelvermogen met
TRNSYS berekend [5]. Dit is voor verschillende oriëntaties ge-
daan. Als uitgangspunt is de ongunstigste oriëntatie geno-
5,4 V K T geen BKA aanwezig
men: hieronder de hoogst mogelijke warmtebelasting ver-
1,8 verkeersruimte staan. Voor de beoordeling van het comfort is de ATG-indi-
5,4 legenda cator (adaptieve temperatuurgrenswaarde) [3] gehanteerd.
K K = kantoorruimten
V = vergaderruimten Als norm is hiervoor gebouw/klimaattype ‘Bèta’, in combina-
3,6 T = techniekruimte
tie met de grenslijn van 80 procent acceptatie aangehouden
2. Standaardkantoorgebouw met de afmetingen (in [m]) en (zie kader ATG-indicator). Als co-referentie zijn de ‘klassieke’
benamingen van de verschillende zones. GTO-uren berekend.
Om het op te stellen koelvermogen te reduceren, is als uit-
gangspunt gehanteerd dat het BKA-systeem ’s nachts wordt
In dit tweede en laatste artikel wordt ingegaan op de ontwerprichtlijnen gekoeld en de ventilatielucht op de dag. Dit is gevisualiseerd
voor het op te stellen vermogen voor koudeopwekking. In het eerste arti- als regelstrategie 1 (afbeelding 3). Als het gewenste comfort-
kel, dat is gepubliceerd in het septembernummer van VV+, zijn de uitge- niveau niet wordt gehaald, wordt het BKA-systeem op de dag
voerde metingen en validatieberekeningen beschreven. ook gekoeld. Hierbij is het resterende deel van de koude be-
schikbaar voor het BKA-systeem (regelstrategie 2). Als met deze
oktober
626 2007 vv+
VV10 626-629 19-10-2007 10:13 Pagina 627
Voor verschillende varianten (tabel 1) zijn ook simulaties uit- 4. De berekende operatieve ruimtetemperatuur van een kantoorvertrek voor de zomer-
gevoerd met een afgiftesysteem zonder bufferende werking. periode. Met regelstrategie 2 ligt de berekende operatieve ruimtetemperatuur binnen de
Het uitgangspunt voor het comfortcriterium is bij dit sys- grenswaarden van het comfortcriterium (kantoor met BKA-systeem, 30 procent glas in de
teem gelijk aan het BKA-systeem. De reductie voor het op te gevel, 40 W/m2.go warmtelast en 30 W/m2 opgesteld koelvermogen). De lijnen geven de
stellen koelvermogen is berekend door het verschil te ne- grenswaarden aan waarbinnen de operatieve temperatuur moet liggen voor 80 procent
men in het benodigde vermogen voor een afgiftesysteem acceptatie van het binnenklimaat.
met en zonder bufferende werking (tabel 2). Deze bereke-
ningen tonen aan dat bij toepassing van BKA tot 30 W/m2.bvo
27
minder koelvermogen hoeft te worden opgesteld. Bij een
operatieve ruimtetemperatuur (oC)
oktober
2007 vv+ 627
VV10 626-629 19-10-2007 10:13 Pagina 628
Regelstrategie 1 Regelstrategie 2
Regelstrategie 2 Regelstrategie 2
KOSTENEFFECTEN
Ventilatievoud = 4 1)
Doordat er minder koelvermogen hoeft te worden opge-
uitgangspunten steld, ontstaat een aantal (financiële) voordelen. Voor de ge-
• gegevens buitenklimaat 1995 bouweigenaar zullen de investeringskosten voor een koel-
• evaluatieperiode 1 mei tot en met 30 september installatie lager zijn. De capaciteit van de aan te schaffen
koudeopwekker (koelmachine of energieopslagsysteem) kan
• RC-gevel 3,0 m2.K/W
lager zijn. De componenten daaromheen kunnen ook kleiner
• U/ZTA-waarde raam 1,3 W/m2.K / 0,33
worden gedimensioneerd. Naast de werktuigbouwkundige
• zonwering Geen onderdelen kunnen ook de elektrotechnische voorzieningen
• maximale ventilatievoud 2,0, tenzij anders vermeld kleiner worden gedimensioneerd. De investeringskosten
• inblaastemperatuur ventilatielucht 18°C (16°C na koelbatterij) kunnen hierdoor grofweg van bijna 3 tot 8 euro per m2.bvo
• gedrijfstijd LBK werkdagen 7 - 18h lager zijn, afhankelijk van het koelvermogen dat moet worden
geleverd. De prijzen zijn ontleend aan Vuistregels voor instal-
1) alleen bij vertrekken die een op het zuiden georiënteerde gevel hebben
latiekosten [1] en omgerekend naar het prijspeil van 2006.
Tabel 1. Ontwerpkaart met het benodigde op te stellen koelvermogen voor verschillende De besparing op de investeringskosten van een koel-
situaties. machine-installatie kan bijvoorbeeld voor een gebouw van
15.000 m2 oplopen tot 110.000 euro.
ATG-indicator EXPLOITATIE
De ATG-indicator (adaptieve temperatuurgrenswaarde) is in principe ge- Verder zullen voor de gebouweigenaar de exploitatiekosten
schikt voor gebouwen met veel of weinig gebruikersinvloed, met te ope- lager worden. Dit komt onder andere door:
nen ramen of geheel gesloten gevels. De ATG-criteria zijn verschillend voor • het elektrische aansluitvermogen is lager, waardoor de
twee typen gebouwen/klimaat, die kortweg worden aangeduid als ge- vastrechtlasten lager zullen zijn;
bouw/klimaattype Alpha en gebouw/klimaattype Bèta. Dit onderscheid is • het BKA-systeem kan in de (goedkope) daluren worden ge-
gemaakt om tegemoet te komen aan de verschillende mate van adaptatie koeld;
die door gebouwgebruikers wordt ervaren. Bij type Alpha is sprake van • de onderhoudskosten van de installatie kunnen lager zijn
een hoge mate van gebruikersinvloed (kleding is op het weer of binnen- vanwege het lagere koelvermogen en de daarmee gepaard
klimaat af te stemmen, de temperatuur is te beïnvloeden of een raam gaande hoeveelheid koudemiddel (het hogere aantal draai-
kan worden geopend). Bij type Bèta is een beperkte mate van gebrui- uren heeft nauwelijks invloed op de onderhoudskosten);
kersinvloed aanwezig. Een gebouw met BKA in combinatie met mechani- • de koudeopwekker functioneert met een hoger totaalren-
sche ventilatie, waarbij de individuele temperatuur niet snel is te rege- dement. In vollast is het rendement hoger dan in deellast.
len, komt het beste overeen met gebouwtype Bèta. Dit is als uitgangs- Door de kleinere dimensionering functioneert de kou-
punt gehanteerd. deopwekker veel meer uren op vollast. Daarnaast is de re-
Bij de ATG-methode wordt getoetst binnen welke acceptatiegrenzen de tourtemperatuur van het gekoeldwaternet bij een systeem
operatieve ruimtetemperatuur ligt (90, 80 of 65 procent acceptatie). Als met BKA hoger ten opzichte van een systeem met bijvoor-
grens voor dit onderzoek is 80 procent acceptatie van het thermische bin- beeld klimaatpanelen.
nenklimaat gehanteerd. Als betonkernactivering breder wordt toegepast in Neder-
Het kwaliteitsniveau dat met 80 procent acceptatie gedurende 100 pro- land, levert dit ook nog een bijdrage aan de reductie van de
cent van de gebruikstijd wordt gerealiseerd, komt globaal overeen met de piekvraag van de elektriciteitsvoorziening.
criteria van de TO- en GTO-methode (maximaal 100 uur overschrijding van
25°C, respectievelijk 150 gewogen overschrijdingsuren van PMV = 0,5). De CONCLUSIES
acceptatiegrenzen zijn gedefinieerd als een bandbreedte, waarin de • Het op te stellen vermogen voor koudeopwekking kan bij
operatieve ruimtetemperatuur moet vallen als functie van de referentie- toepassing van BKA tot maximaal 50 procent worden gere-
buitentemperatuur. Deze referentiebuitentemperatuur wordt berekend duceerd.
aan de hand van het daggemiddelde van de dag en van enkele dagen • Bij een lage warmtebelasting kan als uitgangspunt een re-
daarvoor. gelstrategie worden toegepast waarbij er een volledige
ontkoppeling van het koelen van betonkernactivering en
oktober
628 2007 vv+
VV10 626-629 19-10-2007 10:13 Pagina 629
2007
oktober
vv+ 629