Professional Documents
Culture Documents
Restrictions in A Lab
Restrictions in A Lab
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................................................................................... 3
2. Veiligheidsregels. ................................................................................................................ 4
2.1 Waarom veiligheidsregels?............................................................................................... 4
2.2 Algemene veiligheidsregels. ........................................................................................ 4
2.2.1 De zuurkast ........................................................................................................... 4
2.3 Aanvullende schoolregels ............................................................................................ 4
2.3.1 Kauwgom. ............................................................................................................. 5
2.4 Regels voor chemisch afval.......................................................................................... 5
2.5 Waar bevinden zich de verschillende middelen.......................................................... 6
2.6 Pictogrammen. ............................................................................................................ 7
2
1. Inleiding
Jullie zijn in het bezit van dit boekje met de titel: Regels met betrekking tot de veiligheid op
het laboratorium (afgekort LAB). Hiermee gaan we beginnen.
Pas als jullie dit boekje helemaal hebben doorgewerkt, kunnen jullie gebruikmaken van het
LAB.
Let op: dit is een naslagwerk en handig om altijd bij je te hebben. De informatie is onderdeel
van het lespakket en we verwachten van je dat je in ieder geval de inhoud kent en ernaar
handelt.
Gedurende jullie schooltijd zul je regelmatig in het Lab zijn voor instructie, demonstratie en
het zelf uitvoeren van experimenten voor de verschillende vakken Natuurkunde,
Scheikunde, Biologie en NLT (natuur, leven en technologie).
Voor de veiligheid van jezelf en anderen is het vereist om je te houden aan de regels en
aanvullende aanwijzingen van docenten en TOA’s. Het niet opvolgen van de regels kan tot
gevolg hebben dat de toegang tot het LAB ontzegd wordt.
3
2. Veiligheidsregels.
2.2.1 De zuurkast
Soms worden er weleens proeven gedaan, waarbij gevaarlijke dampen ontstaan.
Deze proeven mogen niet zomaar in het scheikundelokaal worden uitgevoerd. De
zuurkast dient ervoor dat deze dampen snel worden afgevoerd zodat zij geen
persoonlijke schade kunnen aanrichten.
Meestal worden dit soort proeven uitgevoerd door de docent of TOA. Soms kan
het weleens gebeuren, dat je zelf in de zuurkast moet werken. Volg daarom de
instructies van de docent of TOA altijd goed op.
4
• Bij alle stoffen, waar je mee zult werken, moet je ervan uitgaan dat ze altijd giftig
zijn.
• Doe het praktisch werk altijd staand. Als er iets gebeurt, dan kun je makkelijk
wegspringen (zet de kruk onder tafel).
• Werk netjes. Gebruik bij alle proefjes een beschermblad op de tafel. Voorkom
morsen van chemicaliën op boeken of meubels. Ruim gemorste chemicaliën
direct zelf op.
• Naast eten en drinken, is het gebruik van kauwgom verboden (zie voor reden
2.3.1).
• Voer geen proeven uit zonder toestemming. Je hebt geen ervaring met dit vak,
waardoor je nog niet de gevolgen kan weten. Dit geldt ook voor het spelen met
lucifers en/of gasbranders.
• De TOA-locaties zijn verboden gebied. Je hebt daar alleen toegang met speciale
toestemming.
• Zet branders, glaswerk e.d. nooit te dicht bij de rand van de tafel. Gebroken
glaswerk dient altijd direct te worden opgeruimd. Maak hiervan ook melding bij
de TOA.
• Laat de brander niet onnodig aan.
• Oneigenlijk gebruik van veiligheidsmiddelen (brillen, brandblusmiddelen, douche,
oogspoelflessen, etc.) is ten strengste verboden.
• Spelen met spuitflesjes, injectiespuiten, etc., is ten strengste verboden.
• Stoeien, rennen in het lab wordt niet getolereerd.
• Ruim op tijd alles op. Volg de aanwijzingen van de docent of TOA met betrekking
tot vuil glaswerk op en breng de overige spullen terug naar de plaats waar ze
vandaan komen. Volg de richtlijnen voor chemisch afval. Laat de practicumtafel
schoon achter. Je mag de ruimte niet verlaten als niet alles volgens de regels is
opgeruimd.
2.3.1 Kauwgom.
Naast eten en drinken in de klas mag je ook geen kauwgom gebruiken.
Kauwgom wordt in de praktijk overal weggeplakt. Dit is om hygiënische redenen
ongewenst.
Ook willen we met dit verbod voorkomen dat er kauwgom in de gas- en
waterkranen terecht komt, of in de elektriciteitsvoorziening!
Naast de schade die kan optreden aan meubilair kunnen er bovendien gevaarlijke
situaties optreden.
5
Er zijn zelfs stoffen die niet in één vat bij elkaar gebracht mogen worden, omdat dit
anders gevaar kan opleveren.
Andere stoffen moeten weer eerst speciaal worden behandeld voordat ze kunnen
worden afgevoerd.
De aanwijzingen voor chemisch afval kan dus per les verschillen. Bij het opruimen zal je
worden verteld wat je met het afval moet doen. Als je toch twijfelt vraag dan aan je
docent of TOA wat je moet doen.
6
2.6 Pictogrammen.
Pictogrammen zijn eenvoudige tekeningen die een bepaalde boodschap weergeven.
De pictogrammen hebben een specifieke vorm en kleur, afhankelijk van het soort
gevaar of het soort hulpmiddel dat wordt uitgebeeld. Hieronder staan de
belangrijkste.
BRAND EN BRANDPREVENTIE
Voor brandblusmiddelen gebruikt men rechthoekige pictogrammen met de kleur
rood.
REDDINGSMIDDELEN EN -AANWIJZINGEN
Voor reddingsmiddelen en -aanwijzingen gebruikt men rechthoekige pictogrammen
met de kleur groen.
WAARSCHUWING
Bij mogelijk gevaar hoort een gele driehoek of rechthoek.
GEBOD:
Voor verplicht gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen worden ronde
pictogrammen met de kleur blauw gebruikt
VERBOD:
Als er iets verboden moet worden, gebruikt men net zoals in het verkeer een witte,
ronde pictogram met een rode rand, soms met een schuine rode balk er doorheen.
7
1 2 3 4
5 6 7 8
9 10 11 12
13 14 15 16
17 18 19 20
8
2 Veilig werken met de brander
1. Bij het werken in het Lab worden veel proeven bij een gewone temperatuur
uitgevoerd. Dat is ongeveer 200 C.
Maar we kunnen ook proeven bij andere temperaturen laten verlopen.
Voor hoge temperaturen gebruiken we gasbranders. Daar moet je mee leren omgaan
om er straks veilig mee te kunnen werken.
2. PRAKTICUMOPDRACHT:
Nodig:
• een gasbrander
• een beschermblad voor op de tafel
• veiligheidsbril
Aanzetten.
- Vraag leraar/TOA of hoofdkraan van de
Gasvoorziening aan staat en dat de gaskraan op tafel
dicht staat.
- Zet de luchtregelschijf in de hoogste stand, hiermee
Blokkeer je de zuurstoftoevoer. Dit zorgt voor een geelgekleurde vlam.
- Zet de gaskraan of gasregelschroef van de brander helemaal dicht (rechtsom draaien)
- Sluit de slang aan op de gaskraan op tafel.
- Zet de gaskraan op tafel open
- Steek een lucifer aan en houdt deze bovenaan de schoorsteen.
- Draai langzaam de gaskraan op de brander open (naar links) totdat de vlam zichtbaar
is.
- Doof de lucifer.
- Draai de gaskraan zover open totdat de vlam niet hoger wordt.
- Draai nu de luchtregelschroef naar beneden tot de gewenste stand. De vlam kleur
verandert van geel naar blauw.
9
- Luister naar het geluid van de vlam: het ruisen gaat van onhoorbaar naar hard en is
een maat voor de temperatuur van de vlam.
- Het optimale punt om te verhitten is het topje van de kegel.
Uitzetten.
De Lab laptops zijn speciaal bedoeld voor gebruik op het Lab of locaties waar Labgericht
werk wordt gedaan. Ze worden individueel aan leerlingen uitgereikt, nadat elke leerling
zichzelf heeft ingeschreven. Na gebruik wordt de laptop weer op zijn plaats opgeborgen
en zet de leerling een vinkje achter zijn naam.
10