Boek Nouvelles Du Monde

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

Boek Frans: “Nouvelles du monde”

Hoofdstuk 1 : L’observatoire (→ observatorium = plek waar je vogels kan bezichtigen en


bestuderen)

8 februari 2012, Alaska (brief van kleinzoon naar grootvader: Mathieu → Lucien)

Liefste papa Lucien,

Ik kwam een paar dagen geleden aan bij het observatorium. Vier uur met de auto naar het vliegveld,
daarna twaalf uren met het vliegtuig. Het was Stephan, mijn nieuwe collega, die me kwam ophalen.
Ik ben niet meteen beginnen werken. Ik wachtte eerst totdat de vermoeidheid van mijn reis mij met
rust zou laten. (= Ik wachtte totdat ik niet meer moe was) Ik heb veel geslapen. En toen ontmoette ik
de andere leden van mijn werkteam. Als ik ze bij hun voornaam noem, moeten ze glimlachen, omdat
ik vanwege mijn accent vaak iets vreemds zeg. Het is omdat ze een taal spreken die ik niet goed ken.
Soms wordt ik daar verdrietig van, dus denk ik aan jou en aan wat je mij vertelde voor mijn vertrek:
“Ik ben hier om met de vogels te praten, en ik weet hoe ik dat moet doen.

Stephan is erg groot en heeft een grote baard. Hij heeft ook een lach die naar de hemel gaat (= hij
heeft een mooi, grote lach) , zelfs groter dan de bergen. Hij heeft een grote indruk op mij. Er is Fiona,
een meisje dat iets jonger is dan mij. Tijdens de maaltijden eet ze zaden. Ze is misschien wel een
vogel. Er is ook Sam die graag zonder schoenen wandelt, Lawrence die altijd tekent en Carol die er al
jaren is en niet weg kan gaan. Ze zijn allemaal gastvrij, allemaal vriendelijk. Ik denk dat ik het hier leuk
zal vinden.

Ik heb de plaatsen al ontdekt. De bergen zijn immens, veel hoger dan mijn hoofd. Het is niet
gemakkelijk om na te denken over hoe hoog 3000 meter is, voordat je het echt ziet. Het is alsof je
120 gebouwen, zoals bij ons, op elkaar zet. Zie je! Ik weet zeker dat het voor jou ook moeilijk is om
het je voor te stellen. Stephan kent het landschap uit zijn hoofd. Hij is hier niet geboren maar de
bergen hebben hem geadopteerd. Ik denk dat het kwam door zijn lach. Men moet van iemand
houden die zo lacht. ’s Morgens zegt hij hallo tegen de bergen. Hij praat met ze, ik bedoel, echt
praten. Soms denk ik dat hij tegen mij praat. Maar als ik hem vraag om te herhalen, kijkt hij me
verbaasd aan, eigenlijk was hij tegen de bergen aan het praten. Ik vraag me af wat hij vertelt. Ik weet
niet wat ze antwoorden…

Ik heb mij geïnstalleerd in een klein slaapkamertje. Er is een bed, een kast en bureau. Het is een
beetje een koude plek, maar het kan me niet schelen. En als je mij een brief schrijft, hang ik hem aan
mijn muur. Ik zal in elk geval niet veel tijd binnen besteden. De lucht is hier zo zuiver, niet vervuild:
dit er een verandering ten opzichte van onze dierbare hoofdstad. En binnenkort vertrekken we op
expeditie voor enkele weken. Ik verlang al!

Ik kan ook niet wachten om jouw brief te lezen, ik hoop dat je mij sneller antwoord dan de bergen.

Het gaat je goed!

Mathieu
17 februari 2012, Parijs (brief van grootvader naar kleinzoon: Lucien → Mathieu)

Mijn kleine Mathieu,

Waar je ook bent, de bergen zijn zelfs groter dan in jouw hoofd. In mijn hoofd ben jij nog kleiner dan
je echt bent. Dat is het, om je grootvader te zijn. Als jij opgroeit, betekent dat dat ik oud word. Ik heb
liever dat je klein blijft. Maar toch ben je 15.000 km van ons vandaan om naar de vogels te kijken. Je
moet groot zijn om zo te gaan, en niet bang maar met veel moed. Het is goed, het is prachtig. Heb je
echt twaalf uur in het vliegtuig gevlogen? Twaalf volle uren in de lucht? Kunnen de vogels dit doen?
Vertel het me.

Sinds jouw vertrek heb ik niet meer veel honger, ik eet niet veel. Het is niet zo leuk om zonder jou te
eten en alleen voor mij te koken. Dit is de eerste keer dat mij dit overkomt, en dit minstens in vijftien
jaar. Maar maak je geen zorgen, behalve dat is alles in orde met mij. Een paar ruzies met de dokters,
maar zoals je weet, als gewoonlijk.

Zorg voor jezelf

Opa Lucien

16 maart 2012, Alaska (brief van kleinzoon naar grootvader: Mathieu → Lucien)

Liefste opa Lucien,

Ik kwam terug uit de bergen. Drie weken lang heb ik niemand gezien. Geen enkele man, enkel vogels.
Ik moest ze observeren, tellen en aantekeningen maken. Boven was het heel erg koud, ik had moeite
om te schrijven.

Het is moeilijk om de Sneeuwhoenen (soort vogel) te tellen: in de winter worden ze helemaal wit. Zo
kunnen ze ontsnappen aan de vossen die hen proberen te doden. Het is hun tactiek om te overleven.

Ik heb je nog nooit over de Sneeuwhoen vertelt, toch? Eerst moest ik roofvogels observeren; het is
voor hen dat ik twaalf uren gevlogen heb. Ze zijn zo sterk en stijlvol. En dan waren er enkele
verandering hier in het observatorium. Stephan vertelde mij dat ik nu een andere missie heb. Het
speet hem, maar hij had geen andere keus. In het begint was ik erg teleurgesteld. Ik draaide maar
wat rondjes in mijn kamer: ik aarzelde, ik aarzelde, dat ik zelfs later vertrok dan verwacht. Ik had niet
meer zoveel zin. Sneeuwhoenen zien eruit als kippen. Ze hebben korte poten. Ik vond ze niet erg
interessant. Ze deden mij niet dromen. Ik ben hier gekomen om een droom te verwezenlijken, weet
je nog? En zo werkte het niet meer…

Maar ja… Ik ben vertrokken. Ik heb al mijn moed bijeengeraapt en mijn rugzak gepakt. Ik heb tijd
nodig gehad om mij aan te passen: wit op wit, de kleuren van de winter, de eenzaamheid. Ikzelf, en
mijn rugzak. Ik merkte plots dat het stil was. Ik heb kilometers gewandeld. Soms zakte de moed mij in
mijn schoenen, ik wilde terugkeren. Jouw kleine Mathieu heeft zich zo klein gevoeld. Zoals een
Sneeuwhoen, wit op wit, onzichtbaar. Nutteloos.

En tot slot raakte ik er allemaal aan gewend. Ik begreep waarom ik daar was. Daar in mijn tent, waar
ik drie weken in kampeerde, daar voor het vuur, daar in Alaska, daar ver van jou. Ik was daar om
Sneeuwhoenen te tellen, maar ik was er ook om op mezelf te leren rekenen.
Ik zong vaak in mijn eentje: ik was bang om gek te worden als ik de stemmen van de mannen niet
meer kan horen. Ik zong de liedjes die oma Hélène altijd zong toen ik kind was, weet je nog?

Een Sneeuwhoen leeft op de grens tussen bomen en bergen. Door de klimaatsverandering zijn ze de
afgelopen jaren steeds hoger en hoger en hoger moeten gaan wonen. En het wordt steeds
moeilijker. Misschien zullen ze ooit alleen in de hemel moeten wonen. Stop nooit met vliegen. Land
nooit! Is dit een zeer mogelijke of zeer vreselijke mogelijkheid? Ik kan niet beslissen.

Ik zag een vrouwelijke Sneeuwhoen. Ze probeerde baby’s te krijgen. Maar de vos at haar eieren op.
Ze probeerde het vier keer, op vier verschillende plaatsen. Elke keer kwam de vos terug. Maar de
vijfde keer is het gelukt. Weet je, de Sneeuwhoen lijkt misschien op kippen, maar ze leren je de hoop
niet op te geven.

Hier is wat nieuws uit de wereld. Hoe dan ook, van mijn wereld, hier en nu. Ik hoop dat het in Parijs
naar de lente ruikt. De Sneeuwhoen wordt weer bruin.

Zeg me dat het goed met je gaat.

Mathieu

30 maart 2012, Parijs (brief van grootvader naar kleinzoon: Lucien → Mathieu)

Mathieu,

Voel je jezelf al vleugels krijgen?

Gisteren ging ik de kanaries gaan voeden in het park. Kinderen renden achter de duiven aan. Ik dacht
terug aan toen je zeven was. Ik heb je dit verhaal al honderd keer vertelt. Maar ik dacht dat je het
misschien nog eens zou willen lezen vanuit je kamertje in Alaska. Alle kinderen renden achter de
duiven aan, alle kinderen rennen altijd achter duiven aan. Om ze bang te maken, om ze plotseling,
met geweld, weg te zien vliegen uit angst. Om daarna te lachen. Jij, kleintje, je liep langzaam naast de
vogels, je wilde ze vooral niet bang maken. Je zei dat je van duiven hield omdat niet van ze wilde
houden.

Ik kan je niet meer schrijven, mijn lichaam is te moe. Stuur me een foto van jou naast je tent, als je
dat wil.

Tot binnenkort,

Opa Lucien

30 april 2012, Alaska (brief van kleinzoon naar grootvader: Mathieu → Lucien)

Opa Lucien,

Als je hier zou zijn, zou je buiten kunnen ademen. Het zou je goed doen.

Hier bij het observatorium is er goed nieuws. We hebben een deel van het dak, dat in slechte staat
was, gerepareerd. Toen ik daarboven op het dak was, vroeg ik me af of vogels soms hoogtevrees
hebben. Of het alleen mensen zijn die dat hebben. Heb je dat?
Momenteel verwelkomen we scholen. De docenten komen met hun leerlingen. Ze komen per bus
aan bij het observatorium. Plots is er overal veel lawaai. Ik ben de gewoonte kwijt. Ze komen voor de
hele dag. We leggen hen ons werk uit. Ze hebben veel vragen, ik probeer ze te beantwoorden met
wat ik hier heb geleerd. Het is erg leuk. Fiona laat ze de vogels zien en vertelt verhalen. Als ze praat
over

vogels die worden aangevallen door andere dieren, vallen de mondjes van de kinderen open. Ze
vragen haar of ze bang was. Ze knikt van nee. Fiona is een meisje die niet bang lijkt, ze is dapper.
Soms heeft ze koud aan haar handen, dus houd ik ze steviger vast en zetten we thee.

Opa Lucien, ik weet niet wanneer ik terugkom naar huis. Stephan vroeg me om nog enkele maanden
te blijven in het observatorium, ik heb toegezegd. Het lijkt op het dat ik wil, hier.

Ik denk veel aan je.

Mathieu

5 mei 2012 (brief van grootvader naar kleinzoon: Lucien → Mathieu)

Mathieu,

Op de foto die je mij hebt gestuurd, zie je er groter uit. En voel ik me ouder. Maar dat is het leven. Je
hebt gelijk, het is belangrijk om te blijven waar we graag zijn. Je Fiona ziet eruit als een grappige
vogel.

Mijn gezondheid verbetert niet. Ik heb testen afgelegd. Het leek alsof ik in een observatorium was.
De dokters hebben testen gedaan: ze maken aantekeningen. De dokter legde mij de resultaten uit.
Hij was aan het praten maar hij kon me niet in de ogen kijken. Ik denk dat ik net een van je
Sneeuwhoenen was in de sneeuw. Mijn witte gezicht tegen de witte muren van het ziekenhuis. Het
zal bijna mijn einde zijn, weet je. Het zal allemaal binnenkort eindigen. Het maakt niet uit, het is zo. Ik
heb lang geleefd. Ik ben veel te veel afgeleid om eraan te denken om mijn medicijnen te nemen.

Wat moet je mij nog vertellen, Mathieu? Het is vreemd, mijn leven stopt hier. Vlieg met je eigen
vleugels, kleintje. Ik weet zeker dat de Sneeuwhoen dat je heeft geleerd.

Lucien, je opa
Hoofdstuk 2: Cher papa… (lieve papa…)

Madeleine wandelt langzaam. Gewend aan haar kleine geboortedorp, vervullen bezoeken aan de
grote steden haar altijd met bewondering. (Ze is onder de indruk van grote steden) Ze stopt voor elk
raam om naar de kleren te kijken. Ze wil een nieuwe outfit kopen, een jas en een rok, net als een
zakenvrouw. Welke kleur zou ze kiezen? Zou ze er met koningsblauw jonger uitzien? Of toch liever
een mooi heldergroen?

Ze is altijd al erg trots geweest op zichzelf. Ze is groot en nogal mooi, met grijze amandelvormige
ogen en licht krullend haar. In haar jeugd was ze er zeker van dat ze nooit oud zou worden. En nu,
zonder het te merken, heeft ze haar ‘gouden eeuw’ bereikt. De tijd is snel verstreken. Veel te snel!
Was het maar mogelijk om terug te gaan. Ze slaakt een diepe zucht. Jammer dat Ponce de Leon de
beroemde fontein van de jeugd (imaginaire fontein die beweert de jeugd terug te geven) niet heeft
teruggevonden. Ze zou er zeker zijn ingesprongen!

Plots wordt Madeleine uit haar gedachten getrokken door een warme en mannelijke stem die ze
hoort uit een restaurantbar. Een man zingt zachtjes, zichzelf begeleidend op de gitaar. “Toen ik bij de
heldere fontein ging wandelen, vond ik het water zo mooi dat ik er een bad in nam. Ik heb heel lang
van je gehouden, ik zal je nooit vergeten. Onder de bladeren van een eikenboom, ik…”

Deze melodie doet haar denken aan ontroerende herinneringen. Ze is van streek en wil niet meer
winkelen. Ze besluit naar huis te gaan en een brief te schrijven aan haar vader. Het kan haar
misschien helpen om haar nostalgie te verzachten.

Brief van Madeleine aan haar vader:

Lieve papa,

Je bent al meer dan 30 jaar weg. En ik mis je nog steeds. Jouw dood heeft een grote leegte in mij
veroorzaakt. Ik zou het geweldig vinden jou nog eens te zien. Zelfs is het maar voor een enkele dag.
Je gelooft al de veranderingen sinds je weg bent waarschijnlijk niet. Je zou het leven op aarde niet
meer herkennen.

Om te beginnen is mijn familie gegroeid. Ik ben een grootmoeder, papa. Ja, ik, je kleine meid. Mijn
twee jongens, David en Tom, zijn de dag van vandaag allebei al vader. Ze hebben elk twee kinderen.
Dus ik heb vier prachtige kleinkinderen. Eric, mijn liefste, is negentien. Hij studeert milieuchemie. Hi
wil de wereld veranderen. Mijn gracieuze 18-jarige Anik studeert maatschappelijk werk. Ze wil
iedereen helpen die het moeilijk heeft. Mijn mooie, grote Gabriël is 11 jaar oud. Hij zou je gelukkig
maken papa. Hij is een hockeyspeler. En tot slot mijn Maxine, 9 jaar oud, doet mij heel erg aan jou
denken. Ze is gevoelig, vastberaden en erg goed op school. Ik ben zo trots op ze allemaal! Als je de
hemelse toestemming zou hebben om tijd met mij door te brengen, stel ik ze aan jou voor. Niets zou
mij meer plezieren.

Maar je zou het moeilijk vinden om de veranderingen in het gezin te accepteren. Omdat gezinnen
zoals de onze (een vader en een moeder die samenleven met hun kinderen) bijna verdwenen zijn. Er
zijn nu allerlei soorten: samengestelde gezinnen, eenoudergezinnen, gezinnen waarbij de ouders van
hetzelfde geslacht zijn, enzovoort. Deze gezinnen zijn vaak kwetsbaar en snel opgesplitst. Het is echt
triest. Omdat de kinderen dan van het ene huishouden naar het andere moeten, van het ene huis
naar het andere, van de ene school naar de andere. Zelf weet ik niet wat ik er nog moet van denken…
Houdingen een waarden zijn ook veel veranderd. Voor jou, papa, geboren in 1922, zou het een schok
zijn. Gezond verstand en verantwoordelijkheid lijken de planeet te hebben verlaten. Op tv is het
allemaal domheid, geweld, ontvoeringen en terrorisme. De schokkende kleding die jonge meisjes
dragen, zouden je ergeren. En het haar dat als de staart van een haan op de hoofden van de jonge
mannen staat, zou jouw woede uitlokken. Ik kan me jouw reactie op de populaire muziek niet eens
voorstellen. Wat we ‘rap’ noemen, is niets anders dan helse herrie met kreten, beledigingen en
obsceniteiten. Dat is wat de prachtige liedjes verving die je voor me zong toen ik klein was.

Aan de andere kant zou je versteld staan van de recente technologieën. Er zijn er zoveel! Ik kan ze
niet allemaal beschrijven. Het is moeilijk om je erover te vertellen. Dit omdat we voor deze
uitvindingen een nieuwe taal moesten creëren die in jullie tijd niet bestond. Het is absoluut
verbazingwekkend!

Laten we beginnen met de computer. Het is een elektronische machine die eruitziet als een van die
oude typemachines en is aangesloten op een scherm. Je typt je vragen op het toetsenbord en de
antwoorden worden automatisch weergegeven. Waar vindt dit ding deze antwoorden? Op het
internet. Wat is dat? Laat me proberen uit te leggen wat ik soms nog steeds niet begrijp. Dit internet
is een enorm informatienetwerk. Zoiets als een grote bibliotheek. Deze bibliotheek bestaat echter
niet. Dat wil zeggen, het bestaat, maar op een virtuele plek. Hmmm… Hoe te verduidelijken?
Herinner je tante Anita nog? Degene die praatte, praatte, en maar bleef praten? Je zei lachend: “Ze
zal het hele huis vullen met haar woorden.” Nou, dat informatienetwerk bevindt zich in dat soort
ruimte. Het heet ‘cyberspace’. Informatie reist daar met een buitengewone snelheid over de hele
wereld. Bijna net zo snel als de woorden van tante Anita! Ha! Ha! Ik zie een klein lachje op je gezicht
bloeien.

Geloof je me niet, papa? Ik verzin niets. Dit is allemaal WAAR! Nog een voorbeeld: als je over straat
liep, zou je veel mensen, kinderen en volwassenen, piano zien spelen met je duimen op een apparaat
zo groot als een pakje sigaretten. Wat het is? Een mobiele telefoon. En spelen deze mensen echt
piano? Maar nee, ze zijn aan het sms’en. Dit zijn berichten die een beetje lijken op oude
telegrammen. Deze mobiele telefoon kan echter veel meer. Het is een mini-computer. Het kan
worden gebruikt als horloge, kalender, wegenkaart, typemachine, postdienst, speelgoed, camera,
radio, televisie, krant, radio en ik ben er waarschijnlijk wel nog vergeten! Dit alles kan door het
scherm gewoon aan te raken met uw vinger. Geen knop! Je zou in magie geloven!

Weet je het nog papa? Lang geleden droomden we ervan om elkaar te zien tijdens het telefoneren.
Je lachte en zei: “Het zal nooit gebeuren.” Maar als dat het geval was, zou je moeder het pas
gebruiken als ze zich had mooi gemaakt. Nou, het is uitgekomen. We kunnen de persoon met wie we
praten nu ook zien! En die persoon ziet ons! En mama slaagt er soms in, ondanks haar hoge leeftijd,
het te gebruiken. Daarom zou ik zo graag willen dat je een dag bij mij komt doorbrengen. Een maand
zou beter zijn. Waarom zelfs geen jaar? Je zou een hoop nieuwigheden ontdekken: robotchirurgen,
elektronische tablets, garagedeuropeners op afstand, lampen die vanzelf aangaan, automatische
kranen die in het volle zicht staan, zonnepanelen die elektriciteit van de zon afnemen, GPS, …

Ah! De GPS! Papa, je zou onder de indruk zijn van dit item. Jij, de dierenjager, die je laat leiden door
de stand van de zon en je intuïtie in het immense sprookjeswoud.

Oh! De herinneringen komen terug! Ik zie je thuiskomen, zittend op je sneeuwscooter. Je bracht


bevers, vossen en wolven terug in de grote slee die aan het voertuig was vastgemaakt. We hadden
geen garage. Dus je sneed deze dieren open op de keukentafel. En mama werd boos op de vreselijke
puinhoop. In die tijd was het vangen van dieren een geweldige job. De bonthandel leverde veel geld
op.
Wat nog meer? Auto’s! Ik heb een nieuwe auto gekocht. Wat een verschil met de oude roestige auto
waarin je ons meenam om de bosbessen te plukken! Herinner je onze fameuze expedities in het bos
nog? Jij, ik, Marie-Paule, Micheline, Georges, Patrick en Nancy? We sliepen met ons achten in een
heel klein tentje. Als sardientjes uit blik in onze slaapzakken geperst, op het geluid van irritante
muggenmuziek. Als ik er vandaag aan denk, beef ik. Een beer had kunnen komen en ons aanvallen!

Terug naar voertuigen. Tegenwoordig zijn ze allemaal uitgerust met veiligheidsgordels en airbags. Dit
om letsels bij ongevallen te voorkomen. Ik zie je denken: “Wat een geweldig idee!” De auto’s hebben
zelfs tv-schermen. We kunnen daar films kijken alsof we thuis zijn. Ik zie je glimlach als ik je herinner
aan onze discussies van onze kinderen tijdens onze reizen. Ik hoor je roepen: “Oh! Hadden ze dat
maar uitgevonden in onze tijd!”

Als je terug zou komen naar de aarde, lieve papa, zou je denken dat de wereld gek is geworden. We
kunnen nu praten met onze auto! Nog opmerkelijker: ze reageren! Ze vragen de bestuurder naar zijn
naam. Zij besturen het. Ze vertellen wanneer ze gas of benzine nodig hebben. Alles is
geautomatiseerd. Dat betekent dat de voertuigen zijn uitgerust met de welkbekende computers in
plaats van de eenvoudige mechanica uit het verleden.

De vervaardiging van al deze uitvindingen veroorzaakt echter ernstige milieuproblemen. Het zou te
lang en te ingewikkeld zijn om uit te leggen hoe en waarom. Jij, die zo van vissen en dieren hield, zou
spijt hebben van de vervuiling van onze bossen, meren en rivieren. Zou je geloven dat we nu water
om te drinken moeten kopen in de winkel? In een fles. En dat is erg duur! Zelfs onze lucht is vervuild.
We hebben het over “opwarming van de aarde” en “klimaatsveranderingen”. Hier, in ons prachtige
Canadese noorden, smelten sneeuw en ijs steeds sneller. Het vernietigt het leefgebied van onze
ijsberen. Deze prachtige dieren worden momenteel met uitsterven bedreigd.

Herinner je je onze discussies nog, papa? Toen ik nog een tiener was? En ik dacht dat ik alles wist? Ik
zie mezelf in de keuken, mama aan het helpen met de afwas terwijl jij een sigaret rookt. Ik zei dat
mensen ooit naar de maan zouden gaan. Je lachte me uit en antwoordde met overtuiging dat het
allemaal sprookjes waren. Goed! Nu leven en werken astronauten in wat het internationale
ruimtestation wordt genoemd. Het is een structuur, zo groot als een voetbalveld. Het cirkelt nu al 17
jaar rond de aarde.

Deze herinnering aan onze discussies deed me een feit beseffen. Naarmate je ouder wordt, wordt
het steeds moeilijker om aan verandering te wennen. Nu is het mijn beurt om mijn kleinkinderen
tegen te spreken als ze dingen voorspellen die mij onmogelijk lijken.

Eric staat op het punt een van de trouwe milieuactivisten te worden. Hij verzekert mij dat de aarde in
groot gevaar is! Hij zegt dat de planeet overmatig wordt geëxploiteerd (niet duurzaam voor de
wereld) en dat de bevolking blijft toenemen. Tegenwoordig zijn er meer dan 7 miljard mensen op de
wereld. Hij las ergens iets waar we leven alsof we nog een planeet tot beschikking hebben. En dat als
er niets verandert tegen het jaar 2030, zelfs 2 extra planeten niet genoeg zullen zijn voor onze
behoeften.

Nu ik erover nadenk, papa, zou het misschien beter voor je zijn om niet terug te komen. Zelfs niet
voor een dag. Alles is zo anders. Je zou jezelf daar niet in vinden. Ik aarzel om dit toe te voegen…
Maar het moet zodat je kan zien hoe hard alles is veranderd. Sinds de mensen van uw generatie zijn
vertrokken, lijkt het erop dat zelf God is overleden. We zijn niet tot nauwelijks meer bezig met religie.
Mensen gaan niet meer naar de mis of zo zelden dat de prachtige kerk in ons dorp is omgetoverd tot
een … meubelwerkplaats!
Haar ogen vulden zich met tranen, Madeleine verscheurt langzaam haar brief. Dan, gestoord door
emotie, trekt ze haar jas aan en gaat weg in de nacht. Ze moet wandelen, ademen en nadenken.
Plots verschijnt er een grote silhouet (zwarte schaduw) voor haar: een eland! Een van de prachtige
mannetjes met een gewei. Staand, roerloos, staart het dier haar geduldig aan met een
veelbetekenende blik. Madeleine krijgt een diep gevoel van vreugde. Het is haar vader! Het is te
zeggen dat het de geest is van haar vader. Hij zag haar brief! En het geeft haar een teken van hoop, in
de vorm van de nobele beest. Zoals in de oude Indiaanse legendes.

Het dier heft majestueus zijn kop op naar de lucht. Madeleine doet hetzelfde. De schoonheid van het
spektakel blaast haar weg. Daarboven bieden het noorderlicht hen een prachtige reeks levendige
kleuren. Lange vlammen van groen, roze en mauve verlichten de lucht. Madeleine voelt zich vreemd
gerustgesteld. Ze begrijpt dat haar vader daarmee haar optimistische boodschap bevestigt. Alles is
dus niet verloren.

You might also like