Hoofdfase periode II

I’m a Ford

Notenmateriaal: D – E – Fis (of transponeren)

Benodigdheden:
Lied ‘I’m a Ford’ (bundel Eigenwijs blz. 319)
Eventueel begeleiding mp3

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen het lied: ’I’m a Ford’ zingen
De leerlingen maken kennis met de rock and roll stijl
De leerlingen maken kennis met een parlando
De leerlingen kunnen een parlando uitvoeren met woorden uit het lied
De leerlingen kunnen het parlando instrumentaal uitvoeren op de noten uit
het lied
De leerlingen kunnen het parlando uitvoeren met bodysounds of andere
geluidsbronnen (slaan, tikken enz)

Introductie:
De kinderen leren de sirene (afwisselende tonen) te spelen op D-Fis en E-Fis door
middel van voor-en naspelen.
D-Fis-D-Fis-D-Fis-D-Fis, E-Fis-E-Fis-E-Fis-E-Fis (4-kwartsmaat)

Aanleren van het lied:

Het lied wordt voorgezongen door de docent en (samen met de leerlingen)
vertaald. De docent vertelt een aanvullend verhaal over een autokerkhof.
De tekst wordt voorgezegd en de leerlingen zeggen het na.
Het lied wordt aangeleerd door middel van voor- en nazingen.
Extra:
Bij de geluiden worden bewegingen verzonnen. Bijvoorbeeld:
Hunk hunk; alsof je aan een toeter van een vrachtwagen trekt (arm in de lucht en
naar beneden)
Rattle, rattle; rondjes draaien met de armen om elkaar heen
Crash; klap in de handen
Beep, beep; twee keer op je neus drukken.
Het lied steeds sneller zingen, waardoor het uitvoeren van de bewegingen steeds
moeilijker wordt.

Tweede gedeelte lied:

Het gedeelte van het lied met de geluiden (tweede gedeelte) wordt tegelijkertijd
gezongen en geklapt. Steeds meer tekst weglaten zodat uiteindelijk alleen het
klappen over blijft.
De klas in 4 groepen verdelen; elke groep krijgt een geluid uit het tweede
gedeelte en wordt dus afgewisseld tijdens het zingen. Daarna nog eens zingen,
maar dan het tweede gedeelte alleen klappen in groepjes.

Spelen lied:
Er wordt uitleg gegeven over de speelmanier van de ritmes en de bijbehorende
noten.
Het tweede gedeelte van het lied wordt gespeeld, verdeeld in 4 groepen.
Uiteindelijk zou het hele gedeelte door iedereen gespeeld kunnen worden.

Speelvolgorde:
Het couplet (eerste gedeelte) wordt gezongen, het tweede gedeelte gespeeld.

Extra:
In plaats van de noten en ritmes van het tweede gedeelte te spelen, wordt de
klas in 4 groepen verdeeld en mogen de groepjes een eigen geluid verzinnen.
Improvisatie:
Iedere leerling krijgt een noot waarop hij/zij ritmisch improviseert in een voor
afgesproken periode (een of twee maten).
Uitbreiding: meerdere noten waardoor er melodisch geïmproviseerd kan worden.