Download as xlsx, pdf, or txt
Download as xlsx, pdf, or txt
You are on page 1of 16

QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

Van klein naar groot "Weefsels, cellen, "Orgaansystemen, "Cellen, weefsels,


1 bestaat elk lichaam orgaansystemen en organen, weefsels, organen, en
hiërarchisch uit: organen." cellen." orgaansystemen."
Hoe zorgen complexe
dieren voor een efficiente "door direct contact
"door vertakkingen en "door het ontbreken van
2 uitwisseling van tussen cel en
plooien in het weefsel" interstitiële vloeistof"
voedings- en externe omgeving"
afvalstoffen?
Communicatie in een
"Endocriene systemen "Nerveuze systemen
3 lichaam vindt plaats "Beide"
(hormonen)" (zenuwen) "
door:

"Behouden van een "Maat voor de


"Voorkomen van
4 Homeostase is: evenwichtssituatie in het hoeveelheid rode
bloedverlies"
interne milieu" bloedcellen"

De functie
"bescherming tegen "uitwisseling van stoffen
5 van cilindrisch (columnar "absorptie en secretie"
schaafwonden" d.m.v. diffusie"
) epitheel is meestal: 
Welke van de volgende
"kraakbeen, bot & "vet, kraakbeen, bloed &
6 antwoorden behoort tot "bot, bloed & neuronen"
eptiheel" bot"
steunweefsel?
Welke soort feedback
7 onderhoudt "Positieve feedback" "Negatieve feedback"
homeostase?

"componenten van de "eiwitten die een rol


8 Myosine en actine zijn ... "types skeletspier"
ECM van kraakbeen" spelen in spiercontractie"

Waar in het lichaam vind


je secreterende cellen
"het oppervlak van de "langs schildklier en
9 die een kubisch "langs de bloedvaten"
huid" speekselklierweefsel"
(cuboidal) uiterlijk
hebben?
"Hormonale
"Hoe kleiner het dier des "Zoogdieren zijn
10 Welke bewering is juist? communicatie is sneller
te groter zijn totale BMR" exotherm"
dan nerveus"
ANSWER 4

"Cellen, organen,
weefsels, en
orgaansystemen"

"alle 3 de antwoorden
zijn juist"

"Geen van beide"

"Aanpassen van
evenwicht naar
aanleiding van
omgeving"

"collectie van afval"

"vet, fibreus bindweefsel


& neuronen"

"uniek zijn voor de


hartspier"

"langs de darmwand"

"neuronen bestaan
o.a. uit  axonen en
dendrieten"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

Essentiele nutriënten
kunnen we
1 niet aanmaken en Juist Onjuist
moeten we dus uit
onze voeding halen.
Vitamine B zou je
dagelijks binnen moeten "Je lichaam heeft veel
"Vitamine A is geen "Vitamine B is gezond,
2 krijgen, vitamine A meer vitamine B nodig
essentiële nutriënt" vitamine A is giftig"
slechts sporadisch. dan A"
Waarom?
De hoofdfases van
"Ingestie, digestie, "Digestie,eliminatie, "Absorptie, digestie,
3 voedselvertering zijn
absorptie en eliminatie" absorptie, ingestie" ingestie, eliminatie"
achtereenvolgend:
"Mucus, amylase, buffer "Mucus, amylase, buffer "Mucus, pepsinogeen,
4 Speeksel bestaat o.a. uit:
en pepsine" en lysozym" buffer en lysozym"
H+ in de maag wordt "Hoofd cellen (Chief
5 "Gastrische  cellen" "Pariëtale cellen"
gemaakt door: cells)"

"Door lipase in de dunne "Door carboxypeptidase


6 Vet wordt afgebroken: "Door lipase in de maag"
darm" in de dunne darm"

Brandend maagzuur
7 "Maag" "Hart" "Larynx"
werkt in op je:
Glucose opname en
8 afgifte in cellen wordt "Insuline" "Glucagon" "Insuline en glucagon"
gereguleerd door:

Welk hormoon wordt er


9 vrij gemaakt als het eten "Insuline" "Gastrine" "Secretine"
in je maag aankomt?

Ghrelin remt de eetlust


10 en PYY zorgt voor een "Juist" "Onjuist"
hongergevoel.
ANSWER 4

"Vitamine A sla je op in
je lichaamsvet, en
vitamine B niet"

"Ingestie, absorptie,
digestie,eliminatie"

"Chymus, amylase,
buffer en zuur"
"H-cellen"

"Door carboxypeptidase
in de maag"

"Slokdarm"

"Insuline en ghreline"

"CCK"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

"Verzamelen van
De functie van de kleine "transport van bloed door "Transport van O2 en
afvalproducten uit
1 bloedsomloop in de hart/longen en alle nutrienten naar de
weefsels van het
mens is: andere weefsels" weefsels"
lichaam"
"Relaxeerd het "Relaxeren zowel het
"Neemt het volume van
2 Als je uitademt dan: diafragma en zetten de diafragma als de
de borstkast toe"
longen uit" ribspieren"
Welke “holte(s)” van het
menselijke hart ontvangt "Alleen het linker "Het rechter atrium en "Het linker atrium en
3
en pompt zuurstofrijk ventrikel" rechter ventrikel" linker ventrikel"
bloed?
Wat zorgt er voor een
4 "Vasodilatatie" "Endotheline" "Vasoconstrictie"
afname in bloeddruk?
Welke v/d volgende
componenten heeft een
5 oppervlak met een dun "Trachea" "Bronchi" "Alveoli"
laagje vloeistof zonder
cilia?
Wat wil een bloeddruk "Druk na contractie hart "Druk na contractie hart
"Systemische druk is
6 van 120 over 70 zeggen is 70, na relaxatie hart is 120, na relaxatie hart
120, longdruk is 70"
(in mmHg)? 120" 70"
Het maximale wat een
persoon kan uitademen
7 "Het ventilatie volume" "Het tidale volume" "Het vitale volume"
na een inademing
noemen we:
In de alveoli en
longcappilairen wordt
8 "Pinocytose" "Diffusie" "Osmose"
CO2 en O2 uitgewisseld
d.m.v.:
Op welke plek worden
9 elektrische signalen in "Sinoatriale knoop" "Atrioventriculaire knoop" "Purkinje vezels"
het hart vertraagd?
Wat zorgt voor een "Een cellulaire afname in
"Een cellulaire afname in "Een cellulaire toename
10 release van zuurstof uit pH en een toename in
pH en pO.2" in pH en pO2."
de rode bloed cellen: pO2"
ANSWER 4

"Transport van CO2 naar


longen en oppikken van
O2 uit longen"

"Contraheren zowel het


diafragma als de
ribspieren"

"Het linker en rechter


atrium"

"Contractie van de hart


ventrikels"

"Midsize bronchiën"

"Systemische druk is 70,


longdruk is 120"

"De residuale capaciteit"

"Endocytose"

"Apex"

"Een cellulaire toename


in pH en een afname in
pO2"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

Welke functionaliteit
1 heeft een membraan-
eiwit NIET? "Enzym activiteit" "Cel-cel herkenning" "Transport"

2 Waar vind je cholesterol "Hydrofiele gebied; zorgt "Hydrofobe gebied; zorgt "Hydrofiele gebied; zorgt
in een cel membraan en voor de juiste voor de juiste voor membraan
welke functie heeft het? vloeibaarheid" vloeibaarheid  " transport"
"Actief transport kan
3 Wat is het verschil "Actief maakt gebruik tegen
tussen actief transport en van energie en concentratiegradient in "Zowel antwoord 1 als 2
gefaciliteerd transport? gefaciliteerd niet." verlopen" zijn juist"
Als je een humane cel in
4 een omgeving met een
hypertone oplossing
brengt dan: "Krimpt de cel" "Zwelt de cel op"
De protonpomp is een
5 voorbeeld van een
electrogene pomp? "Juist" "Onjuist"
6
De Na+/K+-pomp pompt: "2 Na+ uit, 3 K+ in" "3 Na+ uit, 2 K+ in" "2 K+ uit, 3 Na+ in"

De membraanpotentiaal
7 zorgt voor een
elektrochemische "Kationen makkelijker de "Anionen makkelijker de "Kationen en anionen
gradiënt, waardoor cel in gaan, en anionen cel in gaan, en kationen beide makkelijker de cel
sommige: de cel uit" de cel uit" in gaan"
Channel proteins
8 veranderen van vorm bij
transport. "Juist" "Onjuist"
Welk molecuul zal NIET
snel door een
9 plasmamembraan
diffunderen zonder "Een klein, apolair "Een groot, polair "Een groot, apolair
hulp v/e transporteiwit? molecuul" molecuul" molecuul"

Hoe worden
antilichamen uit
10 moedermelk v/d koe
uiteindelijk opgenomen
in de cellen van de
kalfjes? "Diffusie" "Osmose" "Endocytose"
ANSWER 4

"Energieopslag"

"Hydrofobe gebied; zorgt


voor membraan
transport"

"Zowel antwoord 1 als 2


zijn onjuist"

"3 K+ uit, 2 Na+ in"

"Kationen en anionen
beide makkelijker de
cel uit gaan"

"Gassen zoals zuurstof


en koolstofdioxide"

"Actief transport"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

Wat is de volgorde van


1 “informatie verwerking”
nadat je je hebt verbrand "Sensory input, motor "Integration, sensory "Sensory input,
aan een heet object? output, integration" input, motor output" integration, motor output"

2 Eén neuron heeft slechts


één enkele axon. "Juist" "Onjuist"
De periode waarin een
3 axon géén volgend "De actiepotentiaal
signaal kan initiëren is: "De refractaire periode" "De rust periode" periode"

4 "Chemische over korte & "Chemische over lange & "Zowel chemische als
Neuronen communiceren elektrische sign. over elektrische sign. over elektrische signalen over
via: lange afstand" korte afstand" korte afstand"
Wat gebeurd er als een "Dan zal er een mildere
5 Treshold waarde niet "Dan blijft een neuron in actiepotentiaal bereikt "Neuronen zullen dan
bereikt wordt? de rustfase" worden" hypopolariseren"
In de axon hillock
6 (=heuvel) wordt een
actiepotentiaal
geïnitieerd: "Juist" "Onjuist"
Waar kan depolarisatie
7 plaatsvinden in
gemyeliniseerde "In de knopen van
axonen? "Overal" Ranvier" "In de Schwann cellen"
Een “excitatory
8 postsynaptic potential” "Depolarisatie door "Hyperpolarisatie door "Depolarisatie door
(EPSP) is het gevolg openen K+ en Na+ openen K+ en Na+ openen K+ en Cl-
van: kanalen" kanalen" kanalen"
"1 EPSP en 1 IPSP vlak
9 Temporale summatie is "2 EPSP’s afkomstig van na elkaar in 1 enkele "2 EPSP’s vlak na elkaar
het gevolg van: 2 synapsen" synapse" in 1 enkele synapse"
Welke van de volgende
10 stoffen is géén
neurotransmitter? "NO" "Acetylcholine" "Dopamine"
ANSWER 4

"Motor output,
integration, sensory
input"

"De depolarisatie
periode"

"Zowel chemische als


elektrische signalen over
lange afstand"
"Er zal geen positieve
feedback depolarisatie
plaatsvinden"

"Nergens"

"Hyperpolarisatie door
openen K+ en Cl-
kanalen"
"1 EPSP en 1 IPSP
afkomstig van 2
synapsen"

"Leucine"
Welke QUESTION
van de volgende ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3
celtypes behoort NIET
1 tot de glia cellen? "Schwann cellen" "Microglia" "Chondrocyten"
Het autonome
2 zenuwstelsel bestaat o.a. "Het motorische
uit: systeem" "De sympatische divisie" "De exterische divisie"

3 Grijze stof (Gray matter)


bestaat voornamelijk uit
neuronale cellichamen. "Juist" "Onjuist"
De parasympatische "Beide eerder genoemde
4
divisie zorgt voor: "Verwijden van pupillen" "Toename van hartslag" antwoorden"

Lage
5 lichaamstemperatuur,
verlies eetlust + extreme
dorst zijn het gevolg van
problemen m.b.t.: "Corpus callosum" "Pons" "Cerebellum"
6 Het limbische systeem is
betrokken bij … "Zicht" "Slaapritme" "Emotie en geheugen"
7 Het corpus callosum "Linker en rechter "Cerebellum en
verbind de … cerebrale hemisfeer" ruggenmerg" "Pons en medulla"
De frontale lob bevat de
8
spraakregio. "Juist" "Onjuist"
De pariëtale lob bevat de
9
gehoorregio. "Juist" "Onjuist"
Vorming van het korte
10 termijn geheugen vindt
o.a. plaats in de
hypocampus. "Juist" "Onjuist"
ANSWER 4

"Astrocyten"

"GEEN van de eerder


genoemde antwoorden"

"Hypothalamus"

"Spraak en gehoor"
"Pituitary en
hypothalamus"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

1 De mens is een
osmoconformer. "Juist" "Onjuist"

2 De osmolaliteit van 1 mol


glucose is gelijk aan die
van 1 mol NaCl. "Juist" "Onjuist"
De mens zet het
3 afvalproduct ammonium
om in ureum en scheidt
dit uit. "Juist" "Onjuist"
Stikstofhoudende
4 afvalproducten zijn
grotendeels afkomstig "Comsumptie van nitraat
van: "Eiwit metabolisme" uit groene groentes" "Vet metabolisme"
Welke stoffen worden uit
5 het bloed gefiltreerd,
maar vind je NIET in de
urine? "Water" "Aminozuren" "Erythrocyten"
6 De functionele eenheid
van de nier heet een… "Neuron" "Ureter" "Peritubulaire capillair"

7 Welke buis transporteerd


urine vanuit de nier naar
de blaas? "Loop van Henle" "Distale tubulus" "Ureter"
Welk deel van de
8 nephron heeft de
LAAGSTE osmotische "Dalende deel loop van "Dikke stijgende deel
waarde? "Kapsel van Bowman" Henle" loop van Henle"

9 Alcohol consumptie zorgt "ADH


voor meer urinaire "Aldosteron productie "Aldosteron productie (=vasopressine) producti
output, omdat alcohol… stimuleerd" remt" e stimuleerd"
Wat zorgt voor
10 stimulatie van het JGA "Een toename in
(juxtaglomerulaire "Een toename in plasma "Een afname in plasma bloeddruk of
apparaat)? osmolariteit" osmolariteit" bloedvolume"
ANSWER 4

"Drugs gebruik"

"H+"

"Nephron"

"Urethra"

"Verzamelbuis"

"ADH (=vasopressine)
productie remt"

"Een afname in
bloeddruk of
bloedvolume"
QUESTION ANSWER 1 ANSWER 2 ANSWER 3

Welke v/d volgende


1 hormonen hebben een "Groeihormoon en "Epinephrine en
antagonistisch effect? "Oxytocine en Prolactine" Vasopressine" Adrenaline"
Welke hormoon zorgt op
2 cellulair niveau voor een
verandering in
genexpressie? "Prostaglandine" "Adrenaline" "NO"

Welk hormoon kan


3 worden gegeven aan
een zwangere vrouw om
weeën op te wekken? "Oxytocine" "Prolactine" "Insuline"
Welke endocriene klier
4 zorgt voor release van "Adrenal cortex (=bijnier "Adrenal medulla(=bijnier
steroïde hormonen? "Pineal gland (=epifyse)" schors)" merg)"
Hoe reguleert de
5 hypothalamus secretie "Productie hormoon
van GH vanuit de "Stimulatie van een zorgend voor secretie in
adenohypofyse? actiepotentiaal" hypofyse" "Via de neurohypofyse"
Hoe zorgen chemische
6 signalen die niet door het
cel-membraan kunnen "D.m.v. signaal "Directe stimulatie van "Door het binden van
voor een effect? transductie pathways" de celkern" liganden"
Wat doet PTH met de "Indien Ca2+ laag is; "Indien Ca2+ laag; vit. D "Indien Ca2+ hoog is;
7 calcium concentratie in meer botafbraak en conversie en dan meer minder botafbraak en
het bloed? renale reabsorptie" bot afbraak" renale excretie"
Het endocrien systeem
8 maakt gebruik van … die
alle cellen van het "Hormonen …
lichaam kunnen … "Zenuwen … aansturen" "Zenuwen … bereiken" aansturen"

9 Wat is het verschil "Steroïde inactiveert "Steroïde zijn lipiden, "Steroïd hechten aan
tussen steroïde en non- genen, non- non-steroïd zijn 1 of membr-receptoren, non-
steroïde hormonen? steroïdeactiveert genen" meer aminozuren" steroïd in cytopl."
In de winter produceert
10 de … meer … dan in de "Hypothalamus … "Pineal gland (=epifyse) "Hypothalamus …
zomer. melatonine" … groeihormoon" groeihormoon"
ANSWER 4

"Insuline en Glucagon"

"Oestrogeen"

"FSH"

"Hypothalamus"

"Geen van de 3
antwoorden"

"M.b.v. enzymatische cel


activiteit"
"Indien Ca2+ hoog is;
meer bot afbraaken
renale reabsorptie"

"Hormonen … bereiken"

"Steroïde passeren niet


het membraan, welnon-
steroïde wel."

"Pineal gland (=epifyse)


… melatonine"

You might also like