Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

Opperhuid = epidermis

Bovenste laag = stratum corneum

- Geen bloedvaten, zintuigcellen of zenuwen


- Zijn dode cellen

Onderste laag = stratum basale

- Constant nieuwe cellen aanmaken


- Schuiven op naar boven
o Inhoud en vorm v.d cel veranderd

Lagen opperhuid

Hoornlaag = stratum corneum

Doorschijnende laag = stratum lucidum

Korrellaag = stratum granulosum

Stekellaag = stratum spinosum

Basale laag = stratum basale


Celtypes van de opperhuid

Keratinocyten

 zijn 90% van epidermale cellen in epidermis

- Produceren eiwit keratine


- Produceren waterafstotende substantie
o  beschermd tegen verliezen van vocht + dat niet zomaar alle stoffen in onze huid
kunnen binnendringen
- Zijn verhoornde cellen in bovenste lagen

Keratine

- Bescherming tegen:
o Wrijving
o Waterverlies
o Warmte
o Chemische stoffen
o Micro- organismen

Melanocyten
 8% van de epidermale cellen in epidermis
- Lange uitlopers tussen keratinocyten
o Overdracht van melanine

Melanine = bruin-zwart of geel-rood pigment

- Bepaalt onze huidskleur


- Absorbeert schadelijk UV licht (zon)
 Oorsprong van huidkanker

Langerhanscellen
- Ze worden aangemaakt in het rood beenmerg
- Functioneren als een witte bloedcel
- Ze gaan via de bloedbaan naar de opperhuid
- Functie Afweer tegen micro-organismen

Merkelcellen

- Zitten diep in epidermis


- Contact met uitloper

Maken contact met sensorisch neuron

- Tastreceptor
Stratum basale = basale laag

- Hierin kubusvormige keratinocyten


- Bestaat uit 1 laag
- Stamcellen aanwezig
- Papillen in lederhuid
o Fijne bloedvaten
o Voedingsstoffen en zuurstof

Voedingsbodem voor cellen van basale laag

Functie:

- Celdeling: aanmaak nieuwe cellen

Grens tussen opperhuid en lederhuid

- Basaal membraan

= niet cellulaire laag (laag die niet uit cellen bevat).

= Bevindt zich tussen de epidermis en dermis. (opperhuid en lederhuid)

Stratum basale:

- Gunstige omstandigheden
- Celdeling: een laag wordt opgeschoven  stratum spinosum

Stratum spinosum = stekellaag

Minder gunstige omstandigheden voor de cellen:

- Minder levensverrichtingen
- Geen celdeling

Cellen in stekellaag:

- Sterke verbinding= celbruggetjes


- Stevigheid in de huid met flexibiliteit
- Opgeschoven cellen uit stratum basale
- Vorm van de cellen verandert

Breedste laag= 8 à 10 cellagen


Stratum basale en stratum spinosum
 Kiemlaag of laag van Malpighi
 De cellen zien er hier nog redelijk uit
 En dit zijn 2 lagen die nog ‘leven’

Stratum granulosum = korrellaag

Slechtere omstandigheden:

- Weinig cel activiteit


- Plasma droogt uit
- Chemische verandering in (bij de eiwitmoleculen van in het plasma)

eiwitmoleculen

 Verhoorningsproces:

- Energie: glycogeen
- Oorspronkelijk uit basale laag
- Verbranding van glycogeen zorgt voor verhoorningsproces

Verhoorningsproces:
Korrellaag  verhoornde protoplasmakorrels

= keratohyaline

- Hoornstof= keratine
- Tussenfase van oplosbare eiwitmoleculen en onoplosbare keratinefase

Beïnvloeden van verhoorningsproces:

- pH
- Temperatuur
- Druk en wrijving (eelt)

Stratum lucidum =

Niet in alle huidoppervlakken aanwezig


- Enkel op plekken waar de huid verdikt is
o Bv eelt

Levensverrichtingen zijn verloren

- Enkel dood celmateriaal aanwezig

Verder verloop verhoorningsproces:

- Eleïdine

Stratum corneum =

Verhoornd celmateriaal

(=voortzetting van keratohyaline)

 Keratine of hoornstof

- Eindfase van verhoorningsproces


- Afschilferen van verhoornde cellen

Hoornlaag bestaat uit:

- Keratine
- Kitsubstantie
o : vetachtige materie die keratine samenhoudt

Lipoïden: hydrofiele (vochtaantrekkend) en hygroscopische(wateropneembaar) karakter

Toestand van hoornlaag kan beïnvloedt worden door:

• Snelheid van verhoorningsproces

• Snelheid van afstoting van verhoornde opperhuidcellen

• Druk van buitenaf (bv eelt chronische (= constante) druk)

 Kunnen veranderingen doen ontstaan in verhoorningsproces

• Eelt: remming van afschilfering door chronische druk

• Vetonttrekkende middelen (bv alcohol in parfum)

• Wassen met scherpe zeep en warm water


 Onttrekken van natuurlijke vetsubstantie
Reinse barrière

Dr. Von Rein (jaren 20)

• Beschermende functie van de huid

• Beschermende functie voor vochtverlies door verdamping

o Verhoornde celmateriaal *

o Vetachtige stoffen *

 *Zorgen ervoor dat je zo weinig mogelijk vochtverlies hebt

• Grens tussen korrellaag en doorschijnende laag

= Reinse barrière

Nu noemen we dit  barrièrefunctie van de huid

Doorlaatbaarheid van de huid

Functies opperhuid:

• Doorlaten van stoffen

o Van binnen naar buiten

o Van buiten naar binnen

• Beschermen tegen binnendringen van stoffen (bv bacteriën of virussen)

• Cosmetische werkstoffen of biologische actieve substanties

Bv: hydraterende functie

Doorlaatbaarheid van de verhoornde opperhuid

Verschillend

Doorlaatbaar:

• Straling: infrarood stralen > ultraviolette stralen

• Gassen
• Lipoïden en oplosbare lipoïde stoffen  kosmetische werkstoffen

• Kleine moleculaire stoffen

Niet doorlaatbaar:

• Grootmoleculaire stoffen

o Vetten

o Eiwitten

Toch verwerken in cosmetische producten?

• Draagsubstanties

• Diep in de opperhuid

ALLES VAN COSMETSICHE PRODUCTEN NIG EENS BELUISTEREN

Cosmetische producten

Stimulerende werking ≠ voedende werking (= enkel als het via de bloedbaan naar onze cellen gaan)

Vocht inbrengende crème

Cosmetica komt niet/ mag niet in onze bloedbaan terecht komen

Doel:

• Invloed op aanzien van de huid

• = Hebben dus een invloed op hoe onze huid er gaat uit zien

• Natuurlijke stoffen aanvullen voor dode opperhuid

• Stoffen die er sowieso al zitten, die worden op een natuurlijke wijze aangevuld

• Hygroscopische en hydrofiele eigenschappen

• = wateraantrekkend en = heeft graag water

You might also like