Frans poëzie

Les poètes de la pléiade: Poëten/dichters die in de 17de eeuw (renaissance) Frankrijk een
eenheid wou maken. Ze wouden taal gebruiken om iedereen dichter bij elkaar te brengen.
Belangrijkste poet: Joachim du Bellay

Er was een moderne prins. Het ging niet goed in Frankrijk (conflicten tussen protestant en
katholiek), burgeroorlogen. Prins koos een kant (katholiek) en meer ruzies ontstonden.
Dichters probeerde dit op te lossen door hun taal en verhalen.

Mensen denken terug aan het erfgoed van het verleden. Veel ontwikkelingen zoals
chirurgie, cartografie en astronomie. Leren de katholieke ook een lesje mee.

Du Bellay: Is een goede vriend van Ronsard (ook een poèt de la pléiade, komt soms terug in
zijn gedichten)

Jean de la Fontaine: Vergeleek mensen (vaak politiek leiders) met dieren in zijn gedichten.
Bekritiseerd ze op deze manier in het geheim. Zitten veel moralen in zijn gedichten.

Romantiek: Tijdens de industriële revolutie, Frankrijk is een grote puinhoop (op politiek
gebied). Verhalen gaan vaak over eenzaamheid, melancholie, verdriet, donkere wolken,
allesbehalve romantisch.

Le culte du moi: Het individu en zijn gevoelens staan (volledig) centraal -> gedicht van victor
Hugo over zijn dochter

Le mal du siècle (slechtste van de eeuw): Mislukken van de Franse revolutie (1789),
negatieve gevolgen van industriële revolutie en harde bewind napoleon -> Onvrede en
melancholie

Le symbolisme: Vlak voor de eerste wereldoorlog, Het gaat goed met Frankrijk. Er kwam
een boekendruk dus mensen gingen meer lezen. Impressionisme, zoals van gogh kwam op.

Rimbaud: Erg jong, vlucht van ouders. La vie bohem. Hij is helemaal los. Hippie stijl, schrijft
gedichten terwijl hij in een bad trip zit. Drinkt veel.

Antwoorden:
1a. Sonnet, 14 regels 4 strofen
2. Traditioneel, bestaat al lang
b. 1. Arthur Rimbaud, de slaper van het dal
2. In de frans-duitse oorlog, in het dal waar een groene kuil ligt waar een rivier doorheen
stroomt
3. Beschrijving soldaat:
Jonge soldaat
Mond open
Bleekgezicht
Slapend
Hij wacht in het kruid
Hij glimlacht
Hij heeft het koud

Beschrijving natuur:
Idyllisch
Perfect
Gras
Zon
Vallei
Berg
Groene kuil

4. De natuur is erg actief en levendig terwijl het personage dood is

5. Hij is dood, hij heeft 2 rode gaten
6. Verbazing, ja want ik had niet gedacht dat het hier heen zo gaan en je wilt het begin
opnieuw lezen nu je weet dat hij dood is.
7. Hij had een open mond, had het koud (froid) en was bleek (pale)

c. 1. Een zingende rivier (personificatie)

Het trotse gebergte (regel 3)
2. aux herbes des haillons/d’argent (regel 2-3)
Dans le frais cresson bleu/dort (regel 6)
Rimbau legt hierdoor meer nadruk op woorden, eindigt de zin met een woord en begint
met een ander woord wat een groot contrast is met het andere woord.
d.