Professional Documents
Culture Documents
Hernieuwbare Energie, Deel-5 Waterkracht - de Voorstad, Technologiecampus-Technigo (W. Van Wichelen)
Hernieuwbare Energie, Deel-5 Waterkracht - de Voorstad, Technologiecampus-Technigo (W. Van Wichelen)
5 Hernieuwbare energie
Waterkracht
5.1 Principe
5.1.1 Definitie van waterkracht
Waterkracht ontstaat uit de waterkringloop. Het water in de zee
verdampt door de zon, boven land vormen zich wolken. De neer-
slag komt in heuvels en bergen weer naar beneden. Het water
stroomt via rivieren onder invloed van hoogteverschillen weer naar
de zee.
Definitie
We spreken van waterkracht wanneer we hydraulische
(stromings) energie omzetten in elektrische energie.
Er bestaan twee manieren van opwekking:
omzetting van potentiële energie (verval met debiet)
omzetting van kinetisch energie (alleen stroming)
CLASSIFICATIE VERMOGEN
Pico waterkracht < 5 kW
Micro waterkracht 5 kW - 100 kW
Mini waterkracht 100 kW - 1 MW
Kleine waterkracht 1 MW - 20 MW
Middelgrotewaterkracht 20 MW - 100 MW
Grote waterkracht > 100 MW
Figuur 5.4 toont een voorbeeld van waterkracht in België. Een dam
van 23 m hoog stuwt het water van de Warche op en vormt zo een
stuwmeer op het grondgebied van Bütgenbach (Hoge Venen). De
waterkrachtcentrale levert jaarlijks ca. 2,2 GWh hydro-elektriciteit
aan het Belgische net. De installatie bezit een capaciteit van 1,8
MW en is een voorbeeld van kleine waterkracht.
P elek = ✔ t % ✣ % h % g % Q
P elek = 1
2 % ✔ % ✣ % Cp % A % v3
5.4 Waterturbines
5.4.1 Reactieturbines & impulsturbines
Elke waterkrachtturbine heeft voor een optimale efficiëntie een
specifieke combinatie van verval, stroomsnelheid en rotatiesnelheid.
Waterkrachtturbines kunnen we rangschikken in twee groepen:
reactieturbines en impulsturbines.
Reactieturbine
Bij reactieturbines (francis en kaplan) bevindt de rotor
van de turbine zich geheel onder water.
De aandrijvende kracht is hier het drukverschil tussen
het water voor en na de turbine.
Impulsturbine
Bij impulsturbines (pelton) is de drijvende kracht de
kinetische energie van het (vallende/stromende) water.
Het water raakt de turbineschoepen onder
atmosferische druk.
5.4.2 Francisturbines
Een francisturbine is de meest voorkomende reactieturbine. Het
water komt de turbine radiaal binnen richting centrum en verlaat
de turbine in de richting van de as. De leidschoepen rond de rotor
zijn zodanig geconstrueerd dat de energie van het water voor het
grootste gedeelte omgezet wordt in rotatie-energie. De stand van
de leidschoepen is aan te passen aan variabele waterhoeveelheden
en de belasting van de turbine. De effeciëntie van de turbine daalt
snel bij afnemende waterhoeveelheden maar bij een ideale debiet-
verval-combinatie is de effeciëntie zeer hoog (tot 99%).
5.4.3 Kaplanturbines
Een propellerturbine ziet er uit als een scheepsschroef. Deze
turbines zijn redelijk eenvoudig te fabriceren. Grote waterkracht-
centrales maken gebruik van meer geavanceerde propellerturbines
waarbij de stand van de schoepen instelbaar is. Dergelijke turbines
worden kaplanturbines genoemd. De slechte efficiëntie bij kleine
waterhoeveelheden is een nadeel. We passen propellerturbines toe
bij vervallen van 1 tot 30 meter. De capaciteiten variëren van 100
kW tot 200 MW.
5.4.4 Peltonturbines
De technologie van het traditionele waterrad is verbeterd terug te
vinden in de peltonturbine. De turbine bestaat uit een wiel met
daar aan dubbele lepelvormige schoepen. Een waterstraal met
hoge snelheid raakt deze schoepen en zorgt voor een roterende
beweging. In grote waterkrachtcentrales zetten we deze turbines
in bij vervallen boven de 150 meter. Voor kleinschalige toe-
passingen zijn ze geschikt bij vervallen vanaf 20 m.
5.4.5 Turbinerendement
Het op grote schaal opwekken van elektriciteit d.m.v. waterkracht
is veruit de meest efficiënte techniek die er vandaag bestaat.
Tijdens de omzetting naar elektriciteit zijn er geen noemens-
waardige thermodynamische verliezen (warmte) vast te stellen.
5.5 Stuwdamcentrales
5.5.1 Grootschalige waterkracht
De meest bekende vorm van hydraulische energie is grootschalige
waterkracht met stuwdamcentrales. Ruw geschat zijn er op
aarde zo’n 800 000 stuwdammen. Door een dam te bouwen in een
rivier vormen we een waterreservoir, waarin een grote hoeveel-
heid potentiële energie wordt opgeslagen. Deze potentiële energie
zetten we om in elektriciteit door turbines in de voet van de dam.
Stuwdamcentrales zijn in staat zeer grote hoeveelheden elektrisch
vermogen (grootte-orde gigawatts) te leveren.
Dit staaltje van technisch kunnen laat zien dat de mens de natuur
en het leefmilieu zeer ingrijpend kan veranderen. De impact van
dergelijke centrales op de omgeving en zijn bewonders (mens,
plant én dier) is enorm.
5.5.2 Principe
De energie-opwekking is gebaseerd op de omzetting van potentiële
energie. Daarom moet een stuwdam kunnen weerstaan aan het
enorme gewicht van al het water dat zich achter de dam bevindt.
In de stuwdam zitten tunnels of drukleidingen. Aan de kant van
het stuwmeer zitten de ingangen van die tunnels bovenin de dam,
aan de andere kant zitten ze juist laag. Als de tunnels open staan,
dan stroomt het water met een enorme kracht van bovenin het
stuwmeer naar beneden. Hierdoor stroomt het water hard en met
een instelbaar debiet.
RESERVOIR
ELEKTRICITEIT
VUIL-
ROOSTER TRANSFORMATOR
DAM
GENERATOR
LEIDING
TURBINE
AFVOER
Nadelen
aantasting van het landschap
schade aan het ecosysteem
sociale kosten (gedwongen verhuizingen)
uitstoot van het sterke broeikasgas methaan doordat
biomassa onder water gaat rotten
effect op het klimaat doordat in de buurt van een
stuwmeer meer neerslag valt
seismische activiteit door het gewicht van het stuwmeer
5.6 Spaarbekkencentrales
5.6.1 Principe
Een pompcentrale of spaarbekkencentrale is tot op heden de
meest efficiënte en economische methode voor het opslaan van
elektriciteit op grote schaal. Bij een overschot aan elektrische
energie wordt deze energie gebruikt om water van een lager naar
een hoger gelegen spaarbekken te pompen. Volgt er een periode
van een tekort aan elektrische energie, dan worden de sluizen
opengezet en drijft het vallende water generatoren aan.
Parate kennis!
Het totale rendement van de operatie bedraagt
ongeveer 75%.
Driekwart van de in de daluren afgenomen energie wordt
in de piekuren terug vrijgemaakt.
Als de pompcentrale op volle kracht werkt, kan ze
gedurende 6 uren een vermogen van 1100 MW leveren.
Dat is evenveel als een kerncentrale, maar met een
opstarttijd onder de 2 minuten!
5.6.3 Voordelen
Spaarbekkencentrales (pompcentrales) bieden onmiskenbare voor-
delen op energetisch, ecologisch en economisch vlak:
Voordelen pompcentrale
dekking van verbruikspieken
eenvoudige aanpassing van het geproduceerde
vermogen i.f.v. de vraag
onmiddellijk beschikbare energiereserve bij
uitval/storing op het net
zorgt voor het evenwicht bij de productie van
hernieuwbare energie
verzekert de stabiliteit van het net
schone energiebron (geen water- en brandstofverbruik)
geringe impact op de omgeving
5.7 Riviercentrales
5.7.1 Kleinverval waterkracht
Een riviercentrale ligt aan een ingedijkte waterloop. Het verval is
gering (3 tot 15 m). Het volume en de stroomsnelheid van het
water door de turbines hangen af van het debiet van de rivier.
Riviercentrales zijn typische leveranciers van kleinschalige
waterkracht. De geleverde vermogens liggen tussen de 1 MW en
de 20 MW. Deze hydro-centrales maken geen gebruik van dammen
om het water op te stuwen. De kinetische energie van de natuur-
lijke stroom van het water wordt omgezet in hydro-elektriciteit via
stromingsturbines of kaplanturbines.
5.7.2 Principe
Bij run-of-river centrales wordt een deel van het water uit een
snel bewegende rivier omgeleid via een kanaal (1). In dit kanaal
zit een stromingsturbine (2) die gekoppeld is aan een generator
(3). Bij voldoende stromingssnelheid levert deze generator hydro-
elektriciteit die via transformatoren in het lokale distributienet (4)
geïnjecteerd wordt. Omdat er geen sprake is van afdamming blijft
het natuurlijke karakter van de rivier min of meer gewaarborgd.
De turbines draaien met een relatief lage snelheid van 78 RPM. Via
een tandwielkast wordt dit toerental naar omhoog gebracht zodat
de generatoren kunnen draaien tegen 750 RPM. Met een capaciteit
van 10 MW is dit een typisch voorbeeld van kleine waterkracht.
Nadelen riviercentrale
levert slechts kleine waterkracht
vismigratie wordt bemoeilijkt
constant en groot debiet noodzakelijk
stromingsturbines hebben een lager
omzettingsrendement t.o.v. hoge drukturbines
5.8 Getijdencentrales
5.8.1 Getijden
Het winnen van getijdenenergie is niet nieuw. Getijdenstromingen
zijn periodieke bewegingen van het water in de zeeën en oceanen.
De getijden zijn het gevolg van de veranderende aantrekkings-
kracht van de zon en maan op de watermassa’s op planeet aarde.
5.8.2 Getijdenenergie
Getijden zijn watergolven met een zeer grote golflengte en
periode. Deze golfenergie splitst zich op in een potentiële energie-
component en een kinetische. De potentiële energie is het gevolg
van de verheffing van de waterspiegel. De kinetische component
tengevolge van de snelheid van de stroming. In het verleden
maakte men voornamelijk gebruik van de potentiële energievorm.
De nieuwe generatie van getijdenenergieconvertoren focust op de
omzetting van de stromingssnelheden en benut alzo de kinetische
energiecomponent. Beide technieken kunnen we klasseren onder
de noemer getijdenenergie.
5.8.3 Voordelen
Getijdenenergie als elektriciteitsbron heeft onweerlegbare voor-
delen ten opzichte van conventionele elektriciteitsproductie en
zelfs ten opzichte van andere hernieuwbare energiebronnen:
Voordelen getijdenenergie
hernieuwbare vorm van energie-opwekking
getijden zijn voorspelbaar en betrouwbaar in tegen-
stelling tot windenergie en zonne-energie.
grotere maatschappelijke aanvaardbaarheid door hun
opstelling onder water
hogere dichtheid van zeewater laat kleinere turbines toe
P= 1
2 % ✣ % A % v3
De dichtheid van zout water is groter dan van zoet water zodat het
opwekken van hydro-elektriciteit in zeewaterstromen gunstiger is.
De stromingssnelheid, als gevolg van de derde macht, weegt meer
door dan het doorstroomoppervlak. TEC-fabrikanten gaan uit van
stromingssnelheden van 2 à 3 m/s. De turbines zetten slechts een
fractie van het vrije stroomvermogen om. Ook nu bepaalt de
betzlimiet dat het onmogelijk is om de volle 100% energie uit
getijdenstroming te halen. Het theoretische maximaal winbaar
vermogen hangt af van het turbinerendement:
P=✔% 1
2 % ✣ % A % v3
5.9 Golfslagcentrales
5.9.1 Golfenergie
Definitie
Golfenergie is het opvangen van de energie van de
oppervlaktegolven op de oceaan.
Speciale energieconvertoren zetten de op- en neer-
gaande beweging van de golven om in elektriciteit.
Fig.5.29 Golfenergieprincipes.
Bron: http://www.alternative-energy-tutorials.com
5.9.3 Voordelen
Door de hogere massadichtheid is de energiedichtheid in golven
groter dan bij wind. Bijgevolg kunnen kleinere toestellen dezelfde
hoeveelheid energie produceren in een fractie van de ruimte die
zou nodig zijn voor een windmolenpark. Nog een voordeel is dat
golven beter dan wind voorspelbaar zijn. Het positieve gevolg
hiervan is dat een golfenergieconvertor veel constanter belast kan
worden. De verhouding van het gemiddeld opgewekte vermogen
gedeeld door het maximaal opgewekte vermogen is bij golf-
energieconvertoren veel hoger dan bij windmolens. Ook de visuele
hinder is beperkt.
Voordelen golfenergie
hogere energiedichtheid en grotere capaciteitsfactor
in vergelijking met windenergie
goed voorspelbaar en continu aanwezig
minder visuele impact
5.9.4 Nadelen
Golfenergieconvertoren maken gebruik van op- en neergaande
bewegingen die niet onmiddelijk in elektriciteit kunnen worden
omgezet. Bij de meeste toestellen zetten we de energie eerst om
in hydraulische energie, en pas dan in elektriciteit. Dit zorgt voor
een lager omzettingsrendement in vergelijking met windturbines.
Bovendien liggen golfenergieconvertoren continu in het zoute
zeewater. Dit stelt hoge eisen aan de verbindingen en dichtingen.
Nadelen golfenergie
lager omzettingsrendement door de tussenstap via
hydraulische energie
corosie van de convertoren door het zoute water