Professional Documents
Culture Documents
SV Tentamen SR
SV Tentamen SR
Tentamen
INLEIDING STRAFRECHT - LEERDOELEN
MITCHELL P. RAATS
25 oktober 2022 9:00
Inhoudsopgave
Overzicht ........................................................................................................................................................ 3
Leerdoelen overkoepelend .................................................................................................................................. 3
Jurisprudentie...................................................................................................................................................... 3
IRAC – HS 16 GT .................................................................................................................................................. 4
Causaliteitsleren................................................................................................................................................ 19
Overzicht
Leerdoelen overkoepelend
1. De systematiek van het strafrecht en de actoren daarbinnen uitleggen
2. Op basis van het beslissingsmodel zelf een beslissing nemen in een
eenvoudige strafzaak en daarbij de grenzen van strafrechtelijke
aansprakelijkheid en de op te leggen sancties bepalen in het licht van de
geldende dogmatiek, wetgeving en jurisprudentie
3. De verschillende uitgangspunten van de strafrechtstheorieën uitleggen en
beargumenteren waarom een bepaalde sanctie vanuit een bepaalde
strafrechtstheorie gewenst is
4. Benoemen op welke grondslagen en beginselen het Nederlandse stelsel van
Strafvordering en het EVRM is gebaseerd
5. De rechtmatigheid van een strafvorderlijke beslissing in een eenvoudige
strafzaak bepalen mede in het licht van de (internationale) rechten van de
verdachte, alsmede de mogelijkheden tot het instellen van een rechtsmiddel
6. Persoonlijke waarden leren kennen en waarderen in de context van het
straf(proces)recht
Wk Werkblad A Werkblad B
1 Introductie van het strafrecht en het Strafrechtstheorieën
legaliteitsbeginsel
2 Voorwaarden voor strafbaarheid en Criteria voor strafbaarstelling
wederrechtelijkheid
3 Opzet en schuld Causaliteit
4 Strafuitsluitingsgronden Poging, voorbereiding en deelneming
5 Beslissingsmodel art. 348-350 Sv. & Beginselen en uitgangspunten van het
verdachtebegrip strafprocesrecht en het EVRM
6 Opsporing Vervolging
7 Sancties en strafdoelen Berechting
Jurisprudentie
- HIV-I
- Etalageruit
- Letale longembolie
- Niet-behandelde longinfectie
Week 6 - vervolging
- Checkpoint-II
Arresten lezen
1. Hoe is de uitspraak opgebouwd?
2. Wat zijn de juridisch relevante feiten van de zaak?
3. Wat was de beslissing van de feitenrechter?
4. Wat is de rechtsvraag?
5. Wat is het antwoord op de rechtsvraag? Betrek bij je antwoord het advies
van de A-G en de uitspraak van de HR
6. Hoe waardeer je het belang van deze uitspraak
IRAC – HS 16 GT
- Issue
o Wat is de rechtsvraag die moet worden beantwoord?
- Rule
o Welke rechtsregel moet worden gehanteerd bij de beantwoording van
de rechtsvraag?
- Application
o Hoe moet de gevonden rechtsregel worden toegepast op de feiten in
de casus?
25 oktober 2022 9:00
- Conclusion
o Tot welke conclusie leidt het voorgaande?
Leerdoelen
- Uit te kunnen leggen wat het belang is van het legaliteitsbeginsel.
- De deelnormen van het legaliteitsbeginsel in een casus te kunnen toepassen.
- De verschillende interpretatiemethoden te kunnen herkennen en benoemen
in een casus (m.u.v. de functionele interpretatie).
Legaliteitsbeginsel
- “Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling”
- Wettelijke basis – lex scripta
o Art. 1 lid 1 Sr
o (Voor handelen van de overheid moet) alles terug te vinden (zijn) in de
wet
o Scheiding der machten à democratisch gekozen wetgever heeft zich
uitgesproken
- Toegankelijke en scherpe normen – lex certa
o Fragmentair karakter à strafbaar is slechts datgene dat tijdig strafbaar
is gesteld
o Voorzienbaarheidsvereiste
o Voorspelbaarheidsvereiste
- Verbod op terugwerkende kracht
o Gericht op de rechter
o Wetgever à moet wet actueel houden vanwege maatschappelijke of
technologische veranderingen
o WEL toegestaan als het ten voordele van de verdachte is
- Grenzen aan de interpretatievrijheid van de rechter
o Analogieverbod
§ Het oprekken van de strafbepaling door dusdanig te
interpreteren dat een niet strafbaar gesteld feit onder een
strafbepaling te scharen valt
o Extensieve interpretatie
§ Ruime interpretatie om een bepaald concreet geval binnen de
bewoording van de wet doen vallen
§ Ruime strafbepaling vanuit de wetgever naar de rechter
Interpretatiemethoden
- Grammaticaal
o Taalkundig
o Tekst van de strafbepaling is voor de rechtszekerheid zoekende
verdachte het uitgangspunt
- Wetshistorisch
o Bedoeling van de wetgever
o Technische en maatschappelijke ontwikkelingen op het betreffende
terrein
o Recent optreden van de wetgever zal meestal meer van belang zijn
dan de wetgeschiedenis van oudere regelingen
25 oktober 2022 9:00
- Wetssystematisch
o Op grond van de structuur van de wet kan een bepaalde bedoeling
van de wetgever aannemelijk zijn
o Titel waarin een delict is geplaatst kan een systematisch argument
opleveren, terwijl het uit een oogpunt van wetssystematiek belangrijk
kan zijn om een vaker in verschillende delicten voorkomend begrip een
vergelijkbare inhoud te geven
- Teleologisch (rationeel)
o Met een bepaalde uitleg een rationeel, door de wetgever ‘bedoeld’,
met de strekking van de wet overeenkomend en redelijk resultaat
verkregen
Week 1B – Strafrechtstheorieën
Leerdoelen
- De strafrechtstheorieën met elkaar vergelijken en de verschillen in herkomst,
benadering en uitkomst uitleggen
- Beargumenteren waarom een bepaalde sanctie vanuit een bepaalde
strafrechtstheorie gewenst is.
Waarom straffen?
- Straf à toebrengen van als zodanig beoogd leed
o Wetgever stelt door bepaald gedrag strafbaar te verklaren het
toebrengen van leed in het vooruitzicht in geval van wetsovertreding
- Ultimum remedium
o Gedrag dat niet getolereerd kan worden en dat niet of onvoldoende
op andere wijzen tegengegaan kan worden, zal met behulp van het
strafrecht bestreden moeten worden
o Zonder twijfel maar met terughoudendheid
- Handhaving
o Zin van de straf wordt mede bepaald door de mate waarin zij bijdraagt
aan het nageleefd worden van de wet
o Staat verantwoordelijk voor de handhaving
§ Belast met opsporing en vervolging van (potentiële)
overtredingen à strafprocesrecht (formeel strafrecht)
- Straftheorie à accent op het straffen door de rechter
o Criteria voor strafbaarstelling (week 2B)
Absolute theorie
- Kant (1724 – 1804)
- Rechtvaardiging van de straf à vergelding (rekening vereffen)
- Ernst van het feit (onrecht) en verwijt dat aan de dader gemaakt kan worden
(schuld) bepalen de aard en hoogte van de straf
- Richt zich op verleden
o Nut/voordeel/gevolg van de straf maakt niet uit
o Psychologische toestand van de betrokkenen en de effectiviteit doen
er niet toe
- Categorisch imperatief à mens moet door de rechter gestraft worden omdat
hij misdaan heeft (morele regel)
o Daadvergelding (onrecht)
25 oktober 2022 9:00
Relatieve theorie
- Bentham (1748 – 1832) & Beccaria (1738 – 1794)
- Rechtvaardiging van de straf à te vinden in het doel om te voorkomen dat
opnieuw strafbare feiten worden begaan
o Generale preventie
§ Algemeen belang
§ (Dreiging met) straf is afschrikwekkend
o Speciale preventie
§ Belang verdachte
§ Gericht op het voorkomen dat concrete gestrafte dader
(verdachte) opnieuw strafbare feiten begaat
- Richt zich op toekomst
o Bestrijding toekomstig gevaar en bescherming van de maatschappij
o Verleden vergelden doet er niet zo zeer toe
o Mens dient als doel om met opgelegde straf de maatschappij af te
schrikken
- Utilitarisme à er moet naar worden gestreefd worden het geluk in de
maatschappij te maximaliseren
o Ethiek van het handelen
o Tegenover het leed van de verdachte staat het leed dat voorkomen
wordt doordat mensen afgeschrikt worden om misdaden te plegen
- Kritiek
o Ongelijkheden bestraffing (mens als middel)?
o Proportionaliteit?
o Wetenschappelijk bewijs?
o Te toekomstgericht?
Verenigingstheorie
- Rossi (1787 – 1848)
- Combinatie van absolute en relatieve gezichtspunten
o Rechtvaardiging van de straf à vergelding
§ Zwaarte van de straf mag de rechtvaardige vergelding nimmer
overschrijden
o Doel van de straf à herstel van de maatschappelijke orde
§ Generale preventie
- Het geven van morele genoegdoening aan het maatschappelijk geweten
- Het verschaffen van een gevoel van veiligheid
- Vergelding is de basis en binnen die basis kunnen bijzondere en
gedragskundige strafdoelen worden opgelegd
25 oktober 2022 9:00
Moderne theorieën
- Nieuwe Richting (Positieve)
o Onderscheid tussen verbeterlijke en onverbeterlijke misdadigers
o Positieve doeleinde à generale maar vooral ook speciale preventie
o Onder invloed van de sociale wetenschappen ontstaan
o Utilitarisme
§ Positief op de dader inwerken voor zover deze voor verbetering
vatbaar was
§ Voorwaardelijke veroordeling
§ Voorwaardelijke invrijheidstelling
o Kritiek
§ Wetenschappelijk bewijs dat een straf een nuttig effect heeft is
moeilijk te leveren
- Utrechtse school
o Persoon van de delinquent als volwaardig medemens
o Aanzet tot vernieuwing van de benadering en de behandeling van de
geestelijk gestoorde delinquent
o TBS à resocialiserende behandeling
Geschiedenis straftheorieën
- Klassieke richting
o Geen vergelding à goede duidelijke wetgeving die een maximaal
welzijn voor een maximaal aantal mensen zou realiseren
o Rationele beginselen
§ Gelijkheidsbeginsel
§ Legaliteitsbeginsel
§ Subsidiariteit
§ Proportionaliteit
o Strafrechthervorming en codificatie à Sr. 1886
- Moderne richting
o Wetenschappelijk mensbeeld à sociale wetenschappen
§ Hoe komt iemand tot zijn daad?
o Speciaal-preventieve strafdoelen
- Vanaf de jaren 80
o Verzakelijking en vermaatschappelijking strafrecht
o Toename criminaliteit (georganiseerd/grensoverschrijdend) à langere
vrijheidsstraffen
o Strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen (art. 10 OW en art. 46
Sr), mensenhandel (art. 273f Sr) etc.
o Veiligheidsdenken krijgt dominante plaats à strafrecht als ultimum
remedium op achtergrond
o Vermaatschappelijking
§ Aandacht voor het slachtoffer
§ Het delict is niet alleen een schending van de rechtsorde maar
ook een schending van de rechten van het slachtoffer
- Anno nu
o Strafrecht instrumenteler à vergelding
o Rechtshandhaving voert de boventoon
25 oktober 2022 9:00
Leerdoelen
- De voorwaarden voor strafbaarheid uitleggen.
- De relatie tussen de voorwaarden voor strafbaarheid en het
beslissingsschema van art. 350 Sv uitleggen.
- Het beslissingsschema van de art. 348 - 350 Sv toepassen in een casus om het
oordeel van de rechter te voorspellen.
- De opbouw van het strafbare feit volgens de wet benoemen.
- Typen delicten herkennen.
- De invulling van het begrip wederrechtelijkheid, als element of als
bestanddeel, toepassen in een casus.
Voorvragen
Art. 348 Sv Art. 349, lid 1 Sv
Is de dagvaardig geldig? Zo niet: dagvaarding nietig
Is de rechter bevoegd? Zo niet: de rechter is onbevoegd
Is de officier van justitie ontvankelijk? Zo niet: OvJ is niet-ontvankelijk
Zijn er redenen voor schorsing van de Zo ja: de vervolging wordt geschorst
vervolging?
Hoofdvragen
Art. 350 Sv Art. 352 Sv
Is het ten laste gelegde feit bewezen? Zo niet: vrijspraak
Is het bewezen verklaarde strafbaar? Zo niet: OVAR
Is de verdachte strafbaar? Zo niet: OVAR
Welke sanctie wordt opgelegd?
25 oktober 2022 9:00
Type delicten
- Overtreding
o Boek 3 Wetboek van Strafrecht
- Misdrijf
o Boek 2 Wetboek van Strafrecht
- Formeel
o Specifiek omschreven delict à handeling
- Materieel
o Veroorzaken van gevolg is strafbaar gesteld, handeling niet
- Commissie
o Doen, actief handelen
- Omissie
o Nalaten
o Oneigenlijk omissiedelict
§ Delict in de wet staat geformuleerd als een commissiedelict,
terwijl het wordt gepleegd door een nalaten
• Voorbeeld: kind overlijdt doordat het geen eten krijgt van
moeder
- Culpoos
o Verwijtbaarheid (schuld) als bestanddeel opgenomen à culpa
§ Verdachte heft niet willens en wetens de verboden handeling
gepleegd maar is onvoorzichtig en onoplettend geweest
waardoor de verboden handeling tot stand is gekomen
o Moet worden bewezen voor voldoening aan de delictsomschrijving
- Doleus
o Opzet in de delictsomschrijving als bestanddeel
§ Willens en wetens handelen
o Moet bewezen worden maar verandert niets aan de voorwaarden
voor strafbaarheid
- Gekwalificeerd
o Strafverzwarend extra bestanddeel
o Moord (art. 289 Sr) is het gekwalificeerde delict van doodslag (art. 287
Sr)
- Geprivilegieerd
o Strafverlichtend extra bestanddeel
o Het verweer komt aan de orde bij de vraag of het ten laste gelegde
bewezen is (bewijsverweer) en kan leiden tot vrijspraak
- Wederrechtelijkheid als impliciet bestanddeel bij culpoze
delictsomschrijvingen
o Geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond à rechtvaardiging à
geen verwijt van handelen à geen culpa à vrijspraak
Leerdoelen
- De criteria aan de hand waarvan kan worden bepaald of het wenselijk is tot
strafbaarstelling over te gaan toepassen
- Begrijpen de waarde en de plaats van deze criteria binnen het strafrecht.
Drempelcriteria
a. Schade en onrechtmatigheid
b. Rechtsgoed
Legitimatie van strafbaarstelling
Matigende criteria
a. Prospectieve proportionaliteit
b. Ultima ratio Rechtvaardiging van strafb.s.
c. Effectiviteit
Strafbaarstellingsbeslissing
Formulering van de strafbaarstelling
a. Interne subsidiariteit
b. Legaliteit
c. Retrospectieve proportionaliteit
Leerdoelen
- Beargumenteren of een bepaalde vorm van opzet in een gegeven geval
bewezen kan worden verklaard
- Benoemen op welke bestanddelen van een strafbaar feit het opzet van de
dader gericht moet zijn
- Beargumenteren of in een gegeven geval sprake is van (voorwaardelijk)
opzet of culpa
Opzet en schuld
- Doleus (opzet)
o Wet spreekt niet van ‘expres’ maar ‘opzettelijk’ (als bestanddeel)
o In sommige gevallen bestaat de strafbaarheid alleen als opzettelijk is
gehandeld
o Art. 287 Sr (doodslag) en art. 307 Sr (dood door schuld)
§ Doodslag: hij die opzettelijk … (doleuze delicten)
§ Dood door schuld: hij aan wiens schuld … (culpoze delicten)
- Culpoos (culpa)
o Culpoos handelen à niet-opzettelijk, onvoorzichtig handelen
- Subjectieve bestanddelen à met welke intentie heeft de dader gehandeld?
- Objectieve bestanddelen à uiterlijk waarneembare feiten en
omstandigheden
25 oktober 2022 9:00
Opzet en Culpa
Opzet met bedoeling ‘Weten en willen’
Opzet met ‘Weten en willen’
Opzet noodzakelijkheidsbewustzijn
Voorwaardelijk opzet ‘Bewust de
aanmerkelijke kans
aanvaarden’
Bewuste schuld ‘Weten, maar niet willen’
Culpa Onbewuste schuld ‘Niet weten en niet
willen’
Graden van opzet
- Opzet à willens en wetens
- Bestanddeel à 1e vraag 350 Sv.
- Opzet met bedoeling (zuiver opzet)
o Doel van de dader à verrichten van strafbare feit
- Voorwaardelijk opzet
o Bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden
o Aanmerkelijke kans
§ Algemene ervaringsregels
§ De in gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke
mogelijkheid
§ Kwantitatief
• Kans is ‘aanmerkelijk’ wanneer de kans op intreden van
het strafbare gevolg ‘objectief’ aanzienlijk is
• Kritiek
o Kans is niet objectief te bepalen
o Gelijke kansen onder verschillende
omstandigheden hebben verschillende
betekenissen
o Zelfstandige rol van de rechter in gevaar
§ Kwalitatief
• Kans is ‘aanmerkelijk’ zodra op basis van normatieve
overwegingen kan worden gesteld dat die kans ethisch
of maatschappelijk onaanvaardbaar is
• Kritiek
o Zwaarte van het strafrechtelijk beschermde
rechtsbelang is van invloed op het oordeel
omtrent de aanwezigheid van een aanmerkelijke
kans
o Wetenschap (bewust; wetens)
§ Vergelijken met gemiddeld mens (normativeren) à makkelijke
manier om dingen te verwijzen à staat ver van de verdachte af
§ Wetenschap van de aanmerkelijke kans (niet het gevolg!)
o Aanvaarden (willens)
§ Uiterlijke verschijningsvorm à objectiveren
§ Contra-indicaties
• ‘Bepaalde gedragingen kunnen hun uiterlijke
verschijningsvorm worden aangemerkt – als zo zeer
gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens
contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de
25 oktober 2022 9:00
Geobjectiveerde bestanddelen
- Bestanddelen zelf moeten bewezen worden maar de opzet niet
o De gevolgen van een gronddelict hoeven niet bewezen te worden à
dat zou resulteren in een ander delict
Culpa
- “Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid”
o Grove of aanmerkelijke geconstateerde onvoorzichtigheid,
onzorgvuldigheid, onnadenkendheid etc. (wederrechtelijk)
o Vermijdbaar (wederrechtelijk)
§ Waarvan hij de gevolgen had kunnen en moeten voorzien
§ Zorgplicht had om het gedrag achterwege te laten
§ Kan worden weggenomen door rechtvaardigingsgrond
o Verwijtbaar
§ In staat was anders te handelen en dat dat van hem onder
deze omstandigheden ook mag worden verwacht (bewust of
onbewust)
§ Kan weggenomen worden door schulduitsluitingsgrond
- Vierlagenmodel à twee lagen à MG + DO (W & V)
o Met bewijs van culpa wordt zowel wederrechtelijkheid en
verwijtbaarheid vastgesteld
o Bij een geslaagd beroep op strafuitsluitingsgrond à vrijspraak
- Onbewuste schuld
o Verdachte wist niet van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen
intreden, maar had daar gezien de omstandigheden van het geval
wel aan moeten denken
- Bewuste schuld
o Verdachte wist van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen
intreden, maar is er – achteraf ten onrechte – van uitgegaan dat dit
gevolg niet zou intreden
o Roekeloosheid
§ Art. 175 WVW 1994, art. 307 en 308 Sr
§ Één of meer gedragingen van de dader kunnen worden
aangewezen die erop duiden dat door hem welbewust
onaanvaardbare risico’s zijn genomen
§ Er moet sprake zijn van het risico van ernstige gevolgen, waarbij
er op lichtzinnige wijze van wordt uitgegaan dat deze risico’s
zich niet zullen realiseren
Week 3B – Causaliteit
Leerdoelen
- Benoemen bij welke delicten causaliteit een rol speelt
- De verschillende causaliteitsleren herkennen en toepassen op een casus.
Causaliteit
- Causaal verband à oorzaak en gevolg
- Materiële delicten
o Art. 287 Sr – Doodslag
o Art. 307 Sr – Dood door schuld
- Door het gevolg gekwalificeerde delicten
o Art. 302, 303 lid 2 Sr – Zware mishandeling (met voorbedachten rade)
o Art. 157 lid 2 en lid 3 Sr - Brandstichting
o Art. 6 WvW – Veroorzaken verkeersongeval
- Delictsomschrijvingen met causatieve werkwoorden
o Art. 326 Sr (‘bewegen tot’) - Oplichting
Causaliteitsleren
- Conditio sine que non
o Elke voorwaarde die niet kan woorden weggedacht zonder dat het
gevolg wegvalt
o Gedrag à onmisbare, noodzakelijke voorwaarde voor het gevolg
o Indien bij het ontbreken van een schakel in de reeks der
gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, is deze schakel
zodanig onmisbaar en kan derhalve als oorzaak worden aangewezen
- Causa proxima
o Die factor die het dichtst bij de verwerkelijking van het gevolg ligt is in
juridische opzicht de oorzaak (HR Niet-behandelde longinfectie)
- Adequate veroorzaking (voorzienbaarheid)
o Is het gevolg op het moment van oorzakelijk handelen in het
algemeen voorzienbaar/te verwachten geweest? (HR Etalageruit)
- Leer van de redelijke toerekening
o Is het gevolg redelijkerwijs het gevolg van het handelen van de
verdachte? Is het gevolg redelijkerwijs aan de verdachte toe te
rekenen? (HR Letale longembolie)
- Stap 1
o Csqn-verband aanwezig? à stap 2
- Stap 2
o Gebruikmaken van oude causaliteitsleren
o Doorbreken causale keten
25 oktober 2022 9:00
Week 4A – Strafuitsluitingsgronden
Leerdoelen
- Het verschil tussen de schulduitsluitingsgronden en rechtvaardigingsgronden
uitleggen
- Uitleggen welke geschreven en ongeschreven strafuitsluitingsgronden er zijn
en waarom ze een rechtvaardigingsgrond zijn of een schulduitsluitingsgrond
- De criteria van de wettelijke strafuitsluitingsgronden op een casus toepassen
- Het beslissingsschema van de 350 Sv met betrekking tot de
strafuitsluitingsgronden toepassen in een casus om het oordeel van de rechter
te voorspellen.
Rechtvaardigingsgronden Schulduitsluitingsgronden
Noodweer Noodweerexces
Geschreven Overmacht als noodtoestand (Psychische) overmacht
Bevoegd ambtelijk bevel Onbevoegd ambtelijk bevel
Wettelijk voorschrift Ontoerekeningsvatbaarheid
Ongeschreven Ontbreken van materiële Afwezigheid van alle schuld
wederrechtelijkheid
Ziet op? Wederrechtelijkheid Schuld
Strafuitsluitingsgronden
- Rechtvaardigingsgronden
o DAAD
§ Het gerechtvaardigd zijn van de daad
o Noodweer (art. 41, lid 1 Sr)
§ [1] Ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding
• Ogenblikkelijk à een aanranding die aan de gang is
o De vrees om aangevallen te worden rechtvaardigt
niet een alvast ingezette tegenaanval
o Verdediging is door het ogenblikkelijk dreigende
gevaar reeds toegestaan
• Wederrechtelijk à de aanranding moet wederrechtelijk
zijn
o Bv. aanhouding van agent is niet wederrechtelijk
§ [2] Lijf, eerbaarheid of goed
• De verdediging van rechten kan nooit noodweer
opleveren
• Inbreuken op rechten moet men keren door zich tot de
rechter te wenden
• Onder eerbaarheid zoals bedoeld in art. 41 Sr moet
worden verstaan: seksuele eerbaarheid
• Het noodweer komt ook toe aan degene die opkomt
voor de belangen van een ander
§ [3] Geboden en noodzakelijke verdediging
• Subsidiariteit
o Indien het mogelijk is zich aan de aanval te
onttrekken in plaats van zich fysiek te verdedigen,
25 oktober 2022 9:00
Garantenstellung
- Bepaalde kwaliteiten bezitten die verantwoordelijkheid met zich meebrengen
en heeft vooral betrekking op de vaststelling van schuld volgens
proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel
o Indien iemand met Garantenstellung niet subsidiair handelt, of niet de
zorg in acht neemt die van hem verwacht mag worden, aansprakelijk
is ook in situaties waarin iemand die deze specifieke kwaliteit niet heeft
niet aansprakelijk is à verlaagt drempel voor aansprakelijkheid
Vragen Noodweer(exces)
1. Is de gedraging van verdachte – naar kern bezien- aanvallend?
2. Is het verdedigde rechtsgoed het lijf, de eerbaarheid of een goed van de
verdachte of een ander?
o Enkele huisrecht is niet inbegrepen
o Cocaïne niet uitgesloten
3. Was de aanval ogenblikkelijk en wederrechtelijk?
4. Is de verdediging noodzakelijk en geboden?
a. Noodzakelijk à onttrekkingsvereiste – subsidiair?
b. Geboden à proportioneel?
5. Is de overschrijding van de noodzakelijke verdediging het onmiddellijke
gevolg van een hevige gemoedsbeweging?
6. Is de hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door de ogenblikkelijke
wederrechtelijke aanranding uit stap 3?
25 oktober 2022 9:00
Leerdoelen
- Benoemen wanneer er sprake is van poging en voorbereiding en deze
leerstukken in een casus toepassen
- Benoemen wat de verschillen zijn tussen de deelnemingsvormen en die in een
casus onderscheiden en toepassen.
o Bij poging is altijd sprake van streven en dus opzet, poging tot dood
door schuld is niet mogelijk
Verschil medeplichtigheid/medepleger
- Gedragingen in de kern bestaan uit gedragingen die in verband worden
gebracht met medeplichtigheid moet de rechter indien hij veroordeelt voor
medeplegen dit nauwkeurig motiveren
o Intensiteit van de samenwerking
o Onderlinge taakverdeling
o Rol in de voorbereiding
o De uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de
rol van de verdachte
o Diens aanwezigheid op belangrijke momenten
o Het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip
Leerdoelen
- Het begrip ‘verdachte’ toepassen op een casus en de wettelijke
consequenties ervan benoemen
- De rechtmatigheid van de vrijheidsbenemende dwangmiddelen beoordelen
in een casus
- De rechtmatigheid van de dwangmiddelen betreffende fouillering
beoordelen in een casus
- De rechtmatigheid van de inzet van controlebevoegdheden beoordelen en
de uitwerking daarvan in de praktijk benoemen
- Reflecteren op de ontwikkelingen rondom etnisch profileren.
- Effecten
o Toepassen van dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden
mogelijk
o Rechten voor de verdachte (rechtsbescherming)
§ Zwijgrecht
• Zwijgen mag niet leiden tot verdenking
• Nemo tenetur
o Verdachte mag niet worden gedwongen zichzelf
te belasten in een strafrechtelijke procedure
• Cautie
o Op de hoogte stellen van de verdachte van zijn
zwijgrecht
§ Recht op rechtsbijstand
§ Consultatie- en verhoorsbijstand
§ Recht op kennisneming van processtukken
• Beperkte kennisneming van processtukken tot moment
van dagvaarding, dan is er volledige beschikking
§ Recht op een tolk
(Vrijheidsbenemende) dwangmiddelen
Dwangmiddel Bevel door? Voorwaarden Max. duur Verlenging
Staande houden O.a. Identiteit van - -
(art. 52 Sv) verdachte
vaststellen
Aanhouden (art. 53 Eenieder of Heterdaad
en 54 Sv) O.a. op of
bevel van Buiten
HOvJ heterdaad
(misdrijf v.h.
(art. 67 lid 1
en 2 Sv) ter
voorgeleiding
aan HOvJ
Ophouden voor OvJ/HOvJ Verdenking 6 uur (geen 6 uur (alleen
onderzoek (56a Sv) strafbaar feit VH als geen VH is
toegestaan) toegestaan
of 9 uur (wel en de
VH identiteit nog
toegestaan) niet is
+ evt. 9 uur vastgesteld)
tijdens de
nacht
Inverzekeringstelling OvJ/HOvJ Verdenking 3 dagen 3 dagen
(57 – 59a Sv) van feit (door OvJ)
waarvoor
voorlopige
hechtenis is
toegelaten
Bewaring (63 – 64 RC Ernstige 14 dagen Nee
Sv) bezwaren,
geval van en
25 oktober 2022 9:00
grond voor
voorlopige
hechtenis
Gevangenhouding Rechtbank Ernstige Meestal 30 Tweemaal,
(65 – 66 Sv) bezwaren, dagen tot maximum
geval van en van 90 dagen
grond voor (evt. tot 60
voorlopige dagen na
hechtenis einduitspraak)
Voorarrest
- IVS
- Bewaring Voorlopige hechtenis
- Gevangenhouding
Fouillering
- Onderzoek aan de kleding
o Opsporingsfouillering (art. 56 Sv)
§ HOvJ en andere o.a. bevoegd om bij ernstige bezwaren de
aangehouden verdachte in het belang van het onderzoek aan
zijn kleding te onderzoeken à na aanhouding
§ Doel à belang van het onderzoek
§ Besloten plaats in opdracht van de HOvJ door iemand van
hetzelfde geslacht
o Identificatiefouillering (art. 55b Sv)
§ Verdachte die weigert naam te zeggen
§ O.a. bevoegd om te fouilleren ter vaststelling van de identiteit
§ Besloten plaats
§ Geen ernstige bezwaren vereist
o Vrijheidsfouillering
§ Art. 7 lid 3 politiewet 2012
§ Politieagent wordt bedreigd
- Onderzoek aan en in het lichaam (art. 56 Sv)
o Tast art. 11 GW (lichamelijke integriteit) aan
o Alleen HOvJ bevoegd
o In het lichaam à bevel van OvJ uitgevoerd door arts
o Ernstige bezwaren tegen verdachte
o Aan het lichaam à uitwendig schouwing holten en openingen
bovenlichaam
Controlebevoegdheden
- Toezicht op de naleving van de wet
- Overal in de wet terug te vinden
- Geen gericht onderzoek
o In geval van controle wordt, zonder dat er aanwijzingen zijn dat een
bepaalde persoon betrokken is bij een strafbaar feit, onderzoek
gedaan
- [1] Feit geconstateerd dat strafbaar is gesteld in de wet op grond van
waarvan geconstateerd
- [2] Feit geconstateerd dat strafbaar is gesteld in een andere wet
- Opsporing à voortgezette toepassing van bevoegdheden
25 oktober 2022 9:00
Leerdoelen
- Benoemen op welke grondslagen en beginselen het Nederlandse stelsel van
strafvordering is gebaseerd
- De taken van de organen in de strafrechtspleging benoemen
- Uitleggen wat het belang is van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
- Uitleggen wat het belang is van het EVRM is voor het Nederlandse
straf(proces)recht
- Benoemen wat het recht op een eerlijk proces neergelegd in artikel 6 EVRM
inhoudt
- Benoemen wat het recht op privacy neergelegd in artikel 8 EVRM inhoudt en
hoe wordt vastgesteld of een inbreuk op dit recht gerechtvaardigd is.
o AG
- Reclassering
o Adviserend en toezichthoudend
o Advies voorlopige hechtenis of voorwaardelijke veroordeling
o Toezicht op de naleving van voorwaarden
o Tenuitvoerlegging van taakstraffen
Strafvorderlijke legaliteitsbeginsel
- “Bevoegdheidsverlenende normen zijn nodig voor de uitoefening van
onderzoekshandelingen die de mensenrechten van de verdachte beperken”
- Bestanddelen bevoegdheidsverlenende normen
o De handeling
o De bevoegde
o De bevoegdheidsvoorwaarden
§ Naarmate de te verrichten handeling ingrijpender is, wijst de wet
een hogere autoriteit aan
o Bevoegdheid is niet per se een verplichting à discretionaire
bevoegdheden
- Behoorlijke procesorde
o Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging
§ Er moet worden voldaan aan de subsidiariteits- en
proportionaliteitseis
§ Geen willekeur
o Beginsel van zuiverheid van oogmerk
§ Bevoegdheden moeten worden toegepast volgens hun doel
o Vertrouwensbeginsel
§ Vertrouwen moet gehonoreerd worden indien een
vertegenwoordiger van de overheid die een toezegging doet
aan de burger en daarbij vertrouwen opwekt
o Gelijkheidsbeginsel
§ (On)Gelijke gevallen moeten (on)gelijk behandeld worden naar
de mate van (on)gelijkheid
Week 6A – Opsporing
Leerdoelen
- De gang van zaken in een eenvoudige strafzaak beschrijven
- De rechtmatigheid van de vrijheidsbenemende dwangmiddelen beoordelen
in een casus
- De rechtmatigheid van de dwangmiddelen betreffende fouillering
beoordelen in een casus
- De rechtmatigheid van de dwangmiddelen inbeslagneming, betreden van
plaatsen en doorzoeking van plaatsen toepassen in een casus.
Strafproces
1 Opsporingso 2 Onderzoek 3 Rechtsmiddelen 4 Tenuitvoerlegging 5
nderzoek ter
Sepot (art. terechtzitting
167 Sv)
Voorbereidend Eindonderzoek
onderzoek
[1] Opsporingsonderzoek
[2] Onderzoek ter terechtzitting
[3] Beraadslaging en uitspraak
25 oktober 2022 9:00
[4] Rechtsmiddelen
[5] Tenuitvoerlegging
Week 6B – Vervolging
Leerdoelen
- Uitleggen wat het begrip ‘vervolging’ inhoudt en wanneer hier sprake van is
- Uitleggen wat het opportuniteitsbeginsel inhoudt en door welke
vervolgingsbeletselen dit beginsel wordt begrensd
- Uitleggen wat de verschillende beginselen van een goede procesorde
inhouden en hoe deze het vervolgingsrecht van de officier van justitie
beperken
- De verschillende beslissingen omtrent de vervolging benoemen.
Vervolging
- “Er een zaak van maken”
- Het OM betrekt een (onderzoeks)rechter bij de strafzaak, die zelf een
beslissing neemt
o Bv. voorlopige hechtenis vorderen
o Uitbrengen dagvaarding
- tegen een verdachte wordt een strafbeschikking uitgevaardigd
Opportuniteitsbeginsel
- Een OvJ mag in alle gevallen op grond van beleidsmatige overwegingen de
opportuniteit (wenselijkheid) van een vervolging beoordelen (art. 167 Sv)
- Van willekeur mag nooit sprake zijn
- Consequent en toetsbaar vervolgingsbeleid
- Sepot
o In een individuele strafzaak afzien van vervolging
o Technisch sepot
25 oktober 2022 9:00
§ Van (verdere) vervolging afzien omdat het niet kan leiden tot
een veroordeling
§ Bv. anticiperen op bewijsminima
o Beleidssepot
§ Sepot terwijl er technisch gezien wel een veroordeling zou
kunnen volgen
§ Andere reden om af te zien van vervolging
- Vervolgingsbeletselen
o OvJ heeft geen vervolgingsrecht
o Rechtsmacht (art. 2 – 8d Sr)
§ Territorialiteitsbeginsel
o Leeftijd (art. 486 Sv)
§ Niemand onder de leeftijd van 12 jaar kan vervolgd worden
o Verjaring van het vervolgingsrecht (art. 70, 71 en 72 Sr)
§ Het vervolgingsrecht verjaart na een bepaalde periode doordat
de beroering in de maatschappij langzaam wegebt en de kans
op succesvolle vervolging mettertijd afneemt
o Overlijden van de verdachte (art. 69 Sr)
o Klacht
§ Klachtdelicten à verdachte kan alleen vervolgd worden indien
er een klacht is ingediend
§ Klacht à bijzondere aangifte waarin de klager verzoekt om
vervolging (art. 164 Sv)
• OvJ verplicht tot vervolging
• Doel à slachtoffer kan ongewenste vervolging
voorkomen
§ Vb. eenvoudige belediging (art. 266 Sr)
o Immuniteit van overheidsorgaan (art. 51 Sr)
§ Nederlandse Staat is immuun voor strafvervolging en kan niet
vervolgd worden
• Ministers en staatssecretarissen naast eigen strafrechtelijke
aansprakelijkheid, voor hun handelingen verantwoording
verschuldigd zijn aan de Staten-Generaal
§ Gemeente en provincies gedeeltelijk immuun
o Ne bis in idem (art. 68 Sr)
§ Niemand kan tweemaal voor hetzelfde strafbare feit worden
vervolgd
§ Tegen uitspraken art. 351 en 352 Sv
§ Uitspraken art. 349 Sv gelden niet
Leerdoelen
- Uitleggen wat het onderscheid tussen straffen en maatregelen is
- Aan de hand van een casus benoemen welke sancties opgelegd kunnen
worden
- Beargumenteren hoe een bepaalde sanctie zich verhoudt tot een bepaald
strafrechtstheorie (in de zin van het achterliggende sanctiedoel).
§ Verbeurdverklaring
• Ontnomen voorwerpen van de verdachte verkopen en
de winst is voor de Staat
§ Ontzetting van rechten
• Delicten die worden gepleegd in de uitoefening van een
ambt of beroep, kunnen soms tot gevolg hebben dat het
recht tot uitoefening van dat ambt of beroep tijdelijk of
levenslang wordt ontnomen
§ Openbaarmaking rechterlijke uitspraak
• Openbaarmaking van het vonnis ter aantasting van de
goede naam van de veroordeelde
- Maatregelen
o Reparatoir
§ Ontnemingsmaatregel (art. 36e Sr)
§ Schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr)
§ Vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr)
o Beveiligend
§ Onttrekking aan het verkeer (art. 36b Sr)
§ Terbeschikkingstelling (TBS) (art. 37a Sr)
§ Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (art. 38m Sr)
§ Vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr)
§ (Nieuwe) maatregel teer beveiliging en gedragsbeïnvloeding
(art. 38z Sr)