Professional Documents
Culture Documents
Deel 1 Oefeningen - Oplossingen
Deel 1 Oefeningen - Oplossingen
Deel 1 Oefeningen - Oplossingen
1. A en B zetten vandaag elk € 10 000,00 uit tegen samengestelde interest: A aan 6% jaarlijks
en B aan 3% semestrieel.
Welk bedrag bezitten beiden over 7 jaar? (A: € 15 036,30; B: € 15 125,90 ).
Waaraan is dit verschil in opbrengst te wijten?
2. Iemand belegt 10 000 € gedurende 5 jaar, tegen 8 % jaarlijks. Bereken de rente die
gedurende de laatste 2 jaren toegekend werd.
3. Na hoeveel tijd is de aanvangswaarde van een kapitaal, uitgezet aan 3% per jaar reëel, de
helft groter geworden ?
4. De slotwaarde van een kapitaal dat gedurende 10 jaar is uitgezet, bedraagt € 142 000.
Bereken de beginwaarde bij
A Een jaarlijkse nominale interestvoet van 8% bij semestriële kapitalisaties
B Een jaarlijkse nominale interestvoet van 8% bij trimestriële kapitalisaties
A i(2) = 8 %, dus is s = 4 %
K0 = 142 000 . (1/1,04)20 = 64 806,95
(of reken met 1,04²-1 = 8,16 % gedurende 10 jaren)
B i(4) = 8 %, dus is r = 2 %
K0 = 142 000 . (1/1,02)40 = 64 310,44
Indien hier gerekend wordt met 1,024 - 1 = 8,24 % jaarlijks, dan wordt het resultaat: 64
329,55. Het verschil is te wijten aan afronding van de intrestvoet.
1
5. Iemand is de volgende sommen verschuldigd: 12 000,00 op 1 februari 2017;
4 800,00 op 1 februari 2019;10 000,00 op 1 februari 2020 en 20 000,00 op 1 september
2021.
Er wordt gerekend tegen 5% per jaar. Bereken met welk bedrag men die schulden ineens
kan kwijten op 1 februari 2022. (€ 52 310,23)
- van 1/2/17 tot 1/2/22: 5 jaren, dus: 12 000 . u5 = 15 315,38
- van 1/2/19 tot 1/2/22: 3 jaren, dus: 4 800 . u3 = 5 556,60
- van 1/2/20 tot 1/2/22: 2 jaren, dus: 10 000 . u² = 11 025,00
153/365
- van 1/9/21 tot 1/2/22: 153 dagen, dus: 20 000 . u = 20 413,25
52 310,23
6. Peter moet over 4 maanden aan een geldschieter, op 1 maart 2017, € 1 000,00 betalen. Na
exact 1 jaar moet hij € 2 000,00 betalen en na exact 18 maanden € 3 000,00. In geval van
vervroegd betalen, krijgt de geldschieter een rentevergoeding van 7%. Voor uitstel van
betaling eist de geldschieter een rentevergoeding van 7,75%. Met hoeveel kan Peter die
schulden in één keer kwijten over 1 jaar?
2
8. Op welk tijdstip zal één enkele betaling van € 1 500,00 gelijk zijn aan drie betalingen van elk
€ 500,00 waarbij die bedragen over 7 maanden, 15 maanden en 2 jaar betaalbaar zijn? i =
7,5% per jaar. Vandaag is het 31/12/’16.
9. Een kapitaal van 50 000,00 dollar wordt gedurende 10 jaar uitgezet aan een nominale
intrestvoet van 8%. Bereken de slotwaarde bij trimestriële kapitalisatie.
r = 2 %, dan is i = 8,24 %
50 000 . 1,082410 = 110 369,19
Opmerking: indien er gerekend wordt met 2% per trimester (40 trimesters) is de uitkomst
110 401,98. Deze uitkomst is even juist (afrondingsverschil)
10. Een kapitalisatiebon van € 1 000,00 wordt na 12 jaar netto € 1 345,00. Dit laatste bedrag is
de waarde na 30% roerende voorheffing op de bekomen bruto interest. Welk bruto
interestpercentage werd toegekend?
11. Eén persoon plaatst € 1 000,00 op 14/8/’20 voor een totale duur van 12 jaar en 3 maanden.
Meer concreet werd als volgt belegd:
gedurende de eerste 5 jaren ontvangt hij 5%;
gedurende de volgende 4 jaren ontvangt hij 6%;
en de laatste periode van 3 jaar en 3 maanden ontvangt hij 5,5% per jaar.
Wat is de slotwaarde van dit kapitaal? Reken tegen samengestelde interest, behalve voor
de periode van 3 maanden?
1000*1.055 = 1276.28
1276.28*1.064 = 1611.276
1611.27*1.0553 = 1892.027025
3
12. Welk kapitaal zou men heden moeten beleggen tegen 5 % per jaar om over één eeuw over
één miljoen € te beschikken ?
13. Iemand kan een schuld van € 2 500,00 niet dadelijk vereffenen. Hij ondertekent een
schuldbekentenis van € 2 900,00, te betalen na exact 3 jaar. Hoeveel % jaarlijkse interest
wordt hem in dit geval aangerekend?
2 500 . u3 = 2 900
14. Een kapitaal van € 60 000,00 wordt belegd van 26/1/2019 t.e.m. 29/8/2019 aan een
enkelvoudige interestvoet van 6% per jaar. Bereken het bekomen interestbedrag.
215 dagen
15. Een kapitaal van € 8 100,00 groeit op 6 jaar tijd aan tot € 9 498,48. Dat laatste bedrag wordt
de volgende 5 jaar aan dezelfde interestvoet belegd. Wat is het slotkapitaal na 11 jaar?
16. Iemand wil na 9 jaar en 4 maanden (= 121 dagen) over € 7 500,00 beschikken. Hoeveel moet
hij daarvoor vandaag beleggen?
Veronderstel een i = 3%. Reken met enkelvoudige interest voor delen van een jaar.
17. Een kapitaal van € 9 000,00 wordt gedurende 8 jaar uitgezet tegen een interestvoet.
Veronderstel een i(2) = 8,4%.
A Bereken het slotkapitaal.
B Welke trimestriële rentevoet geeft hetzelfde eindkapitaal als de beleggingsduur dezelfde
blijft?
4
18. Rangschik volgende rentevoeten van duur naar goedkoop:
a) 1,1 % per maand dus is i i= 14,03%
b) 11,5 % jaarlijks
c) 3,2 % trimestrieel dus is i = 13,43%
d) 5,8 % semestrieel dus is i = 11,94%
e) i(4) = 12 % dus is i = 12,55%
(a-c-e-d-b)
Met welk bedrag kan hij die drie schulden in één keer betalen na exact 6 jaar?
30 000 x 1,05² = 33 075
50 000 x 1,034273/365 = 51 266,13
24
40 000 x (1/1,01) = 31 502,65
Totaal 115 843,78
20. Laurent moet volgende schulden terugbetalen: € 10 000,00 over 1 jaar, € 14 000,00 over 3
jaar en € 12 000,00 over 4 jaar. Er wordt gerekend aan 4%.
A Bereken de gemiddelde vervaldag. (2 jaar en 274 dagen vanaf t=0)
B Op welk tijdstip zal een eenmalige betaling van € 40 000,00 die gezamenlijke schulden
kunnen dekken?
21. Een schuldenaar moet 5 500,00 euro betalen na exact 3 jaar, 8 500,00 na exact 4 jaar en 7
100,00 na exact 5 jaar. De schuldenaar komt met de schuldeiser overeen nu € 5 000,00 te
betalen en de rest te vereffenen na exact 3 jaar. Hierbij past de schuldeiser een jaarlijks
reële interest van 6% toe. Bereken het bedrag dat de schuldenaar over 3 jaar moet betalen.
23. Een kapitaal van € 50 000 wordt belegd gedurende 12 jaar. De eerste 8 jaar bedraagt de
opbrengst 8 %. Welke rentevoet geniet men de laatste 4 jaar als de slotwaarde € 125 000
bedraagt? (7,8 %)
24. Een bankier ontvangt van iemand een kapitaal van € 100 000,00, dat slechts na 5 jaar kan
worden teruggevorderd. Hij waarborgt een jaarlijkse rentevergoeding van 8%. Zal hij aan het
einde van het vijfde jaar winst gemaakt hebben, en hoeveel, als hij dit kapitaal uitleent en
rekent op een nettorendement van 4% per semester voor zijn belegging?
6
25. Na hoeveel tijd verdriedubbelt een kapitaal, als het tegen een nominale interest van 8%
wordt uitgezet bij 4 kapitalisaties per jaar?
26. Greet is geboren op 1 januari 1997. Op die dag stortten haar grootouders langs vaderszijde €
200,00. Dit geld werd ten gunste van Greet uitgezet aan een reële jaarlijkse interestvoet van
7,5%.
Op diezelfde dag schonken de grootouders langs moederszijde haar eveneens € 200,00. Dit
bedrag werd tot haar 15de verjaardag belegd aan 7,5% nominaal jaarlijks, met halfjaarlijkse
interestbetaling.
Vanaf dan wordt het geld in een andere belegging gestoken, die jaarlijks 7,5% reëel
opbrengt.
A Wat ontvangt Greet in totaal op haar 21ste verjaardag?
B Wat is het bedrag dat ze op 15 jaar kan herbeleggen?
C Van wie ontvangt Greet het meest op haar 21? Hoe verklaar je dit?
c) Van wie ontvangt Greet het meest op haar 21 ? Hoe verklaar je dit ?
- moederszijde: de eerste 15 jaar wordt er belegd aan i(2) = 7,5% of
(1.0375² - 1) = 7,64%, dit is groter dan i = 7,5%
27. Iemand leende € 1 000,00 tegen 5% per jaar. Twee jaar later betaalt hij € 500,00 terug en
nog eens twee jaar later betaalt hij nog eens € 500,00. Hoeveel is hij op deze laatste dag nog
schuldig?