Professional Documents
Culture Documents
Afgoden Havo Vwo Versie 2020
Afgoden Havo Vwo Versie 2020
Afgoden Havo Vwo Versie 2020
HAVO/VWO 2
Afgoden
Inleiding......................................................................................................................................................................... 1
Leer- en vaardigheidsdoelen......................................................................................................... 3
Bijlage A..................................................................................................................................................................... 17
AFGODEN | HAVO/VWO 2
Inleidende opdracht 1
a. Wat zie je op de voorkant?
b. Wat heeft dit te maken met het thema? Leg uit.
Inleidende opdracht 2
Wat is afgoderij?
a. Maak een woordweb. Zet in het midden het woord ‘afgoderij’
en daaromheen alles waaraan je denkt bij dit woord.
b. Bedenk je eigen definitie voor afgoderij. Maak daarbij gebruik
van de kennis die je bij het woordweb hebt opgeschreven.
LEGENDA
Bestuderen
Opdracht
Verdiepingsopdracht
Keuze-opdracht
Begrip
1 AFGODEN | |HAVO/VWO
HAVO/VWO22
Lof, respect, aanbidding... er is nog iemand die dat wil en hoort te ontvangen: God. Horen God
en afgoden wel bij elkaar? Wat zijn afgoden eigenlijk? Zijn die zangers en zangeressen die meedoen
aan ‘Idols’ bijvoorbeeld ook afgoden?
In deze module gaan we ons verdiepen in afgoderij. We bekijken met elkaar wat de Bijbel ons
vertelt over afgoden en gaan op zoek naar de afgoden in ons eigen leven. Want afgoden: die
hebben we allemaal. Maar waarom? En hoe gaan we ermee om? Daar gaan we over nadenken.
Behalve dat we samen op zoek gaan, ga jij zelf ook aan de slag. Aan de hand van verschillende
opdrachten word je je bewust van moderne afgoden en herken je de afgoden uit de Bijbel. Elk
hoofdstuk heeft aan het eind een portfolio opdracht. Deze vier opdrachten vormen samen één
grote opdracht, die je inlevert in een portfolio. Al deze losse onderdelen geven samen een goed
beeld van afgoderij vroeger en nu.
AFGODEN | HAVO/VWO 2 2
Leerdoelen:
A. Je kunt verwoorden hoe afgoderij zichtbaar is in het Oude Testament;
B. Je kunt verwoorden hoe afgoderij zichtbaar is in het Nieuwe Testament;
C. Je kent voorbeelden van afgoden in de Bijbel.
Vaardigheidsdoelen:
D. Je kunt een omschrijving geven van het begrip afgoderij.
Vaardigheidsdoelen:
D. Je bent in staat om je eigen leven te spiegelen aan de theorie.
Vaardigheidsdoelen:
C. Je bent in staat om je eigen begrippenlijst te maken van hoofdstuk 1, 2 en 3.
Vaardigheidsdoelen:
B. Je kunt het ethisch stappenplan basis toepassen.
3 AFGODEN | |HAVO/VWO
HAVO/VWO22
1.A VERBONDSBREUK
God had het volk Israël bevrijd: van slavernij, van pijn, ellende en verdriet. Uit dankbaarheid mochten ze
God dienen. Als ze dat zouden doen, zouden ze een heilig en gezegend volk zijn. Maar wat gebeurde er?
Ze waren het beloofde land nog niet eens binnen of ze verbraken de afspraak die ze met God hadden
gemaakt. Ze bouwden een gouden kalf van hun eigen sieraden en hielden een offerfeest voor dit beeld.
Ze dansten eromheen en riepen: ‘Israël, dit zijn uw goden, die u uit het land Egypte geleid hebben!’
Terwijl ze een aantal weken daarvoor God nog hadden horen zeggen: ‘Ik ben de HEER, Uw God, die u
uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd!’ Ondanks alles wat God hen had gegeven, gingen ze naar een
andere god. En wat voor een: eentje die met mensenhanden gemaakt was. En dat moest dan goddelijke
krachten bezitten…
Opdracht 1.1
Lees Exodus 32:7-14
a. Wat is de reactie van God op het gouden kalf? (vs. 7-10)
b. Wat zegt Mozes tegen God? (vs. 11-14)
Door het Oude Testament heen zie je elke keer weer hoe Israël God probeert te dienen, maar dan al
snel afdwaalt naar andere goden. Iedere god die niet de God van Israël is, is een afgod. Daarom strafte
God het volk Israël, bijvoorbeeld door een vijandig buurvolk op hen af te sturen. Wanneer dit gebeurde,
kwam Israël meestal weer tot inkeer. Ze stelden hun vertrouwen opnieuw op God. Maar, wanneer
het dan een tijdje goed ging, gingen ze gemakkelijk de fout weer in. Ze deden ‘wat goed was in eigen
ogen’. Dit betekent niet dat je nooit mag doen wat je zelf goed vind. Maar het probleem was dat ze
maar wat deden. Ze dachten niet na en volgden blind hun instinct. Ze vertrouwden niet op hun Maker,
maar op een eigengemaakt beeld.
Opdracht 1.2
Bedenk minimaal 3 afgoden die je kent uit de Bijbel. Schrijf deze op.
Opdracht 1.3
Lees Jesaja 44:13-17.
Wat is volgens deze tekst zo dwaas aan het maken van afgoden? Leg je antwoord uit.
5 AFGODEN | HAVO/VWO 2
1.C GRUWELIJK
In een oude Bijbelvertaling staat dat het dienen van de
afgoden voor de Here een ‘gruwel’ is. En dat was het soms
ook letterlijk. Om de afgoden te dienen werden er gruwelijke
dingen gedaan. Denk aan het verhaal van Elia en de Baäl-
priesters. Als Baäl niet antwoordt en Elia de priesters uitdaagt,
gaan ze hun lichamen zelfs inkerven. Aan het eind zitten ze
helemaal onder het bloed! En Baäl? Die blijft stil. God vindt
het verschrikkelijk dat de afgoden worden gediend. Dit vertellen
de rechters en profeten namens God aan de mensen.
Keuzeopdracht 1.5
Onderzoek het verhaal van Elia en de Baäl priesters in 1 Koningen 18:21-39 aan de hand van het
Bijbels stappenplan (basisversie). Schrijf de antwoorden in je schrift.
Opdracht 1.6
Lees Jeremia 2:13. Hier vergelijkt God zichzelf met ‘de Bron van levend water’.
a. Wat heeft Israël gedaan?
b. Wat wordt er met deze vergelijking bedoeld?
Opdracht 1.7
Lees Handelingen 17: 24-25. Welke verschillen noemt Paulus tussen zijn God en de goden die de
Atheners dienen?
AFGODEN | HAVO/VWO 2 6
Opdracht 1.9
a. Kijk eens terug naar de definitie die je hebt opgeschreven bij inleidende opdracht 2.
Breid je definitie over afgoderij uit. Maak daarbij gebruik van de volgende teksten uit de Bijbel:
Deuteronomium 12:30b-31 / 1 Korintiërs 8:4-13 / 1 Korintiërs 10:19-21. Gebruik uit het kerkboek:
Heidelbergse Catechismus Zondag 34 vraag en antwoord 94+95.
b. Overleg met de docent of je omschrijving correct is.
c. Schrijf de uiteindelijke definitie hieronder op:
Afgoderij is:
7 AFGODEN | HAVO/VWO 2
AFGODEN | HAVO/VWO 2 8
Opdracht 2.1
In de tekst hierboven worden een aantal dingen genoemd die kunnen veranderen in afgoden.
Maak een lijstje in je schrift met dingen die voor mensen zouden kunnen veranderen in afgoden.
Keuzeopdracht 2.2
Kies een liedje uit de Nederlandse Top 40. Luister dit liedje en lees de tekst mee (eventueel ook een
vertaling van de tekst). Beantwoord vervolgens onderstaande vragen:
a. Komt er in het liedje een vorm van afgoderij voor of iets wat in afgoderij zou kunnen veranderen?
b. Zo ja, wat? Leg ook uit waarom het een afgod is.
c. Wat wordt er over deze afgod gezegd in het liedje?
Opdracht 2.3
Lees de drie voorbeelden hieronder. Beantwoord bij elk voorbeeld de volgende vragen:
a. Welke (slechte) gewoonte heeft de persoon?
b. Welke afgod of macht hoort hierbij? (voorbeeld: bij de slechte gewoonte ‘teveel social media’ kan
de afgod ‘tijdopslokker’ horen)
c. Wat zou de persoon anders moeten doen? Geef een praktische tip.
9 AFGODEN | HAVO/VWO 2
VOORBEELD 2: DAPHNE
Daphne heeft twee jaar geleden haar studie bedrijfskunde afgerond. Al snel vond ze een baan,
die ook nog eens helemaal bij haar past. Ze wil haar werk graag goed doen: daarom maakt ze
lange dagen en zit ze als ze vrij is toch nog vaak stukken voor haar werk door te lezen. Op
verjaardagen checkt ze tussendoor even haar e-mail. Moet kunnen toch? Misschien is er wel
een interessante nieuwe klus binnengekomen. Daarnaast, als ze nu hard werkt, merkt haar baas
dat misschien wel en krijgt ze promotie. Daphne zou haar leven niet meer zonder haar werk
kunnen indenken.
VOORBEELD 3: DAVID
Opeens ging de knop om voor David: dat ongezonde leven, dat kon niet meer. Hij meldde
zich aan bij de sportschool in de buurt en kreeg een programma om gezonder te leven. En
dat sporten, dat werd steeds leuker! Zo leuk dat hij nu elke dag minimaal 2 uur in de sportschool
te vinden is. Als David in de spiegel kijkt, is hij trots op zichzelf. Maar, er is altijd ruimte voor ver-
betering, want je kunt altijd gespierder worden. Hij vindt het leuk als mensen hem complimentjes
geven over zijn sportieve bouw. Deze motiveren om door te gaan. En in de sportschool heeft
hij zelfs nieuwe vrienden gemaakt! Als David ’s ochtends op staat, denkt hij meteen: yes, ik mag
weer sporten!
Keuzeopdracht 2.4
In Bijlage A staat de tekening van het monster ‘de tijdsopslokker’ weergeven. Maak de tekening af
door kleuren te geven aan het monster ‘de tijdsopslokker’, het meisje, de social media logo’s en
de klok.
2.C GODSBEELD
Opdracht 2.5
Wat is jouw godsbeeld?
Als je een verkeerd beeld hebt van wie God is, leidt dit vaak tot het maken van afgoden. De afgod
heeft dan wat je mist in de echte God. Afgoden vullen op wat je mist. Wat doe je als er niemand
om je heen is? Waar denk je dan aan? Waar zoek jij je toevlucht als je je even niet zo fijn voelt?
Dat is je god.
Het is belangrijk dat je deze afgoden in beeld krijgt. Want alleen als je weet dat ze er zijn, kun je
aan de slag om ze weer van de troon te stoten en God de eerste plaats te geven.
AFGODEN | HAVO/VWO 2 10
Opdracht 2.7
a. Wat was ook alweer de definitie van afgoderij uit hoofdstuk 1? Schrijf deze op.
b. Waar kan jij niet zonder in je leven?
c. Kun je dit ook een afgod noemen? Waarom wel/niet?
Verdiepingsopdracht 2.8
Luther zei eens: “Waar je voor buigt, dat is je afgod.” Wat vind je van deze uitspraak? Leg uit.
11 AFGODEN | HAVO/VWO 2
AFGODEN | HAVO/VWO 2 12
3.A VRIJHEID?! mee met een cursus die gaat over de basis van
Bevrijding is een thema dat je door heel de Bijbel het christelijk geloof. Op die cursus heeft zij
terug ziet komen. Het begint met het volk Israël, Ewout ontmoet, een jongen die niet in Jezus
dat door God uit de slavernij in Egypte wordt bevrijd. gelooft, maar wel interesse heeft voor de ver-
Dit verhaal kun je ook koppelen aan de bevrijding schillende godsdiensten. Tijdens de cursus wordt
die Jezus geeft: zoals Mozes het volk uit Egypte er uitleg gegeven over de kloof die er is tussen
leidde, zo bevrijdt Jezus zijn volk van de dood. God en de mens. De mens probeert, door zich te
Je wordt bevrijd van geestelijke machten die je houden aan de wetten en goede werken te doen,
binden aan angst, dood, zonde en kwaad. de kloof te overbruggen. Alleen, dat lukt niet. God
Maar: toen Israël was bevrijd, kwamen ze niet overbrugt de kloof door Jezus te sturen naar de
meteen in het beloofde land. Sterker nog, Mozes mens. In de kloof komt dan als brug het kruis te
leidde ze de woestijn in. Zo kan dat ook met ons staan, waarbij de dwarsbalk de brug naar de mens
gebeuren: we zijn bevrijd, maar toch nog niet op toont. Op deze manier is de weg geopend naar
onze bestemming. We komen terecht in situaties God. De kloof tussen God en de mens is over-
die ons een vervreemd gevoel kunnen geven: brugd. Ewout hoort het verhaal aan. Tijdens het
waar horen we nu eigenlijk nog bij? kringgesprek vraagt hij: “Waarom zou ik als mens
Wat doe je in zo’n situatie? Verlang je naar het de brug overgaan om naar God toe te gaan?
oude (de vleespotten in Egypte) of naar het nieuwe Hoe ik mijn leven nu leef is goed. Het leven
(het beloofde land)? Deze situaties worden door lacht mij toe. Waarom zou ik voor God kiezen?”
gelovigen als moeilijk ervaren. Het is namelijk een
weg van bekering. Dit betekent dat je aan de slag Opdracht 3.2
moet met jezelf. Of betekent het vooral dat God Maak het verhaal af. Doe het als volgt:
met je aan de slag gaat en je dat niet altijd wilt? a. Bedenk eerst voor jezelf:
- Wat is precies de vraag van Ewout?
Opdracht 3.1 - Welk beeld van God schuilt er achter de vraag
a. Met welk beeld verklaart Kolossenzen 3:7-10 van Ewout?
en Efeziërs 4:22-24 de ‘weg van bekering’? b. Geef vervolgens antwoord op zijn vraag. Leg
b. Welke kleding moeten we aantrekken volgens in je antwoord ook uit wat ‘bevrijding’ betekent.
Galaten 3:27?
c. Welk verlangen en welke worsteling beschrijft Opdracht 3.3
Paulus in zijn brief aan de Romeinen 7:18-25? Leg de titel van dit hoofdstuk uit: ‘Bevrijd uit Verdruk-
Maak in je antwoord gebruik van het Bijbels kistan’. Leg in je antwoord de link met afgoden.
stappenplan (versie alledag).
Opdracht 3.4
Zoek in de teksten van de hoofdstukken 1, 2 en
3.B DE KLOOF OVERBRUGGEN 3 begrippen op die je niet begrijpt. Maak in je
Tijdens de godsdienstles vertelt Lianne een per- schrift een begrippenlijst. Schrijf de begrippen
soonlijk verhaal. Zij doet sinds een paar weken en de uitleg op.
13 AFGODEN | HAVO/VWO 2
AFGODEN | HAVO/VWO 2 14
Opdracht 4.1
De afgelopen hoofdstukken heb je verschillende dingen geleerd over wat afgoderij is en wat
voor gevolgen dit heeft voor je eigen leven.
a. Vul onderstaande tabel in:
b. Lees de informatie die je hierboven in de tabel hebt geschreven, nog een keer door. Vind je de
afbeelding op de voorkant passend bij dit thema? Leg je antwoord uit.
15 AFGODEN | HAVO/VWO 2
2. Bedenk bij de gekozen afgod een vraag. Een voorbeeld bij het thema school:
mag je huiswerk maken op zondag?
3. Werk je vraag uit aan de hand van het ethisch stappenplan (basisversie).
4. Typ de vragen en de antwoorden uit en voeg deze opdracht toe aan de
andere portfolio-opdrachten.
AFGODEN | HAVO/VWO 2 16
17 AFGODEN | HAVO/VWO 2
AFGODEN | HAVO/VWO 2 18
We hebben geprobeerd alleen bronnen van internet te gebruiken die aangaven rechtenvrij te zijn.
Mocht u kunnen aantonen dat u rechten heeft op een illustratie of leestekst, dan verzoeken we u dit te melden.
• Evangeliën
Afg ege DIENST
od
en
kerk /VW
O VO
HA /VWO 2 HAVO
: 2 /VWO GO
2 D
HA SDIE
VO
ANDE
RE MO
DULES /VW NST
• Eva
ngelië HAVO
/VWO
O2
n 2:
• In die
nst van
• De vroege kerk
• Afg God
oden
n
• In dienst van God
ANDERE MO
DULES HAV
O/VWO 2:
EvaDnegveroIlnieëdgie
enkserk
ge kerk
• De vroe
st van God
• In dien
• Afgoden
t va
nG
od
Rotterdam | Valenciadreef 12
Rijswijk | Trompetstraat 2
2 AFGODEN | HAVO/VWO 2