Professional Documents
Culture Documents
Diagnostiek Eindopdracht
Diagnostiek Eindopdracht
Psychologie
Sari Segers 2612776
Kors, A. (Groep KA4)
Diagnostiek Klinische praktijk, Kind & Adolescent (P_BDKPKO)
7-11-2021
Aantal woorden:
Introductie
Bram1 is een twaalfjarige jongen, zonder broers of zussen, die veel moeite ervaart met zijn
thuissituatie. Bram’s ouders hebben vorig jaar een vechtscheiding gehad en sindsdien is vader niet
meer aanwezig in het gezin. Bram bezoekt zijn vader nu om het weekend, maar mist hem heel erg.
Bram geeft aan dat hij niet met zijn problemen terecht kan bij zijn moeder. Volgens haar hebben de
bezoekjes aan Bram’s vader juist een negatieve invloed op zijn stemming en raakt hij hierdoor nog
meer in zichzelf gekeerd. Als Bram bij zijn moeder is, is hij veel buiten aan het afspreken met
vrienden. Hij zit het liefst niet te veel thuis. Als hij wel thuis is, besteed hij zijn vrije tijd vooral aan
gamen. Hij voelt zich wel eens somber als hij alleen met zijn moeder is en niks omhanden heeft. Deze
somberheid blijft volgens hem maar korte duur aanwezig.
Op school gaat het volgens Bram, op zijn concentratieproblemen na, erg goed. Hij heeft veel
vrienden waar hij ook na school mee afspreekt om te gaan voetballen. Hoewel Bram op sociaal vlak
geen moeite ondervindt op school, gaat dit op het gebied van schoolprestaties wat minder. Bram kan
zich moeilijk concentreren, voelt zich vaak onrustig, vergeet belangrijke verplichtingen en heeft
moeite met het afmaken van taken. Hierdoor krijgt hij bijvoorbeeld zelden zijn huiswerk af, terwijl hij
aangeeft weinig moeite te ervaren met het moeilijkheidsniveau van de stof. Dit zorgt vooral voor
problemen op school omdat Bram’s docenten hem vaak aanzien voor lui. Hierdoor moet hij zeker één
keer per week nablijven, waardoor hij nog minder tijd wil besteden aan zijn huiswerk.
Moeder heeft de indruk dat Bram te maken heeft met complexe problematiek en vindt het fijn
om een indicatie te krijgen hiervan. Bram heeft zelf nooit eerder hulpverlening gehad en geeft aan dit
ook niet nodig te vinden. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de eetkamer in de woning van
Bram’s moeder. Wanneer Bram een vragenlijst moest invullen was moeder niet aanwezig en vice
versa.
Onderzoeksvraag- en Hypothese
Op basis van deze informatie zijn er twee onderzoeksvragen opgesteld om een beter inzicht te krijgen
in Bram’s situatie, functioneren en mogelijke relevante systeemfactoren:
Aan de hand van deze twee onderzoeksvragen worden de volgende hypothesen geformuleerd:
1
De namen van de cliënten zijn gepseudonimiseerd
Verwacht wordt dat er bij Bram sprake is van ADHD gezien hij zich moeilijk kan
concentreren, vaak onrustig is en moeite heeft met het afmaken van taken.
De stemmingsproblemen die Bram ervaart zijn gevolg van een onveilige gehechtheidsrelatie
met zijn moeder gezien hij niet met zijn problemen terechtkan bij haar en somberheid ervaart
wanneer hij tijd met haar doorbrengt.
Gekozen instrumenten
In totaal worden er drie vragenlijsten gebruikt om de situatie van Bram beter te leren kennen. Eén van
deze vragenlijsten wordt ingevuld door moeder, de andere twee door Bram zelf.
Om de eerste onderzoeksvraag meetbaar te kunnen maken wordt de AVL (ADHD-vragenlijst)
gebruikt. Deze vragenlijst meet de aanwezigheid van gedragssymptomen (Aandachtstekort,
Hyperactiviteit en Impulsiviteit) die betrekking hebben op ADHD voor kinderen van vier tot achttien
jaar (Scholte & Van der Ploeg, 2005). De AVL dient ingevuld te worden door iemand uit de nabije
omgeving . Dit kunnen ook meerdere mensen zijn om zo een breed en situatiespecifiek perspectief van
de gedragssymptomen te verkrijgen. De persoon in kwestie dient vervolgens de aanwezigheid van
bepaalde gedragingen (bijvoorbeeld: ‘de jeugdige heeft moeite met blijven zitten als dat nodig is’) in
het afgelopen halfjaar te scoren middels een 5-punts Likert-schaal.
Om de tweede onderzoeksvraag (de relatie tussen Bram en zijn moeder) meetbaar te kunnen
maken wordt de Ouder-Kind Interactie Vragenlijst, (kind over Moeder) (OKIV-R M) gehanteerd.
Deze vragenlijst meet de verhoudingen tussen ouder en kind voor kinderen met een leeftijd van elf tot
achttien jaar. Hierbij wordt er gekeken of er sprake is van psychologische problemen bij ouder of kind
die invloed hebben op de relatie tussen de twee (Lange, 2001). De OKIV-R M geeft stellingen weer
over moeder die worden ingevuld door het kind in kwestie, middels een 5-punts Likert-schaal
(bijvoorbeeld: ‘mijn moeder begrijpt mij niet zo goed’).
Gezien Bram’s problematiek samengaat met zijn thuissituatie (deze verergert bijvoorbeeld
wanneer hij zijn vader heeft bezocht), is het daarnaast van belang om een veelzijdig beeld te krijgen
van Bram’s functioneren middels een breed psychometrisch instrument. Hiervoor wordt de YSR
(Youth Self Report) gebruikt, welke gefocust is op screening, effectmeting en signalering. Deze
vragenlijst heeft een doelgroep van kinderen tussen de elf en achttien jaar en brengt de emotionele- en
gedragsproblemen in kaart door middel van stellingen die gescoord worden door middel van een 3-
punts Likert-schaal (Song, Singh & Singer, 1994). Daarnaast geeft het een weergave van verschillende
competenties van het kind. Het kind dient deze vragenlijst individueel, onder begeleiding van de
diagnosticus, in te vullen.
Observaties en Indrukken
Observaties Bram: Bram zegt mij meteen gedag bij binnenkomst. Hem worden vervolgens
een paar vragen gesteld die hij beantwoordt. Vervolgens stelt hij ook een vraag aan mij. Hierna
beginnen we met de OKIV-R M en YSR onderzoeks- en testinstructies. Hier heeft Bram geen vragen
over, hij geeft aan dat hij het begrijpt en hier het liefst zo snel mogelijk begint. Tijdens het uitvoeren
van de OKIV-R M vragenlijst maakt Bram geen contact met mij. Hij heeft een enkele keer een vraag
en stelt deze direct. Halverwege de YSR vragenlijst zegt Bram dat hij geen zin meer heeft. We nemen
even een minuut pauze. Tijdens deze pauze staart Bram voor zich uit. Vervolgens gaat hij verder met
het afronden van de test. Hij beweegt hierbij voortdurend zijn voet op en neer.
Indrukken Bram: Bram komt over als een redelijk sociale jongen die niet verlegen is om een
praatje te maken. Hij ziet er verzorgd uit. Ik kreeg de indruk dat hij weinig zin had in de test en deze
het liefst zo snel mogelijk wilde afronden. In het begin leek hij heel gefocust, maar na verloop van tijd
was hij deze focus weg. Ook na het hebben van een korte pauze deed Bram veel langer over de
vragenlijst dan hiervoor. Het continu bewegen van zijn voet kan daarmede een ADHD
gedragssymptoom zijn.
Observaties moeder: Moeder begint gelijk tegen mij te praten over alledaagse zaken. Hierop
reageer ik kort waarna we beginnen met de onderzoeks- en testinstructies betreffende de AVL.
Moeder stemt in met afname en heeft geen verdere vragen. Tijdens de afname begint ze vaak het
gedrag welke overeenkomt met de stellingen aan mij uit te leggen. Ook friemelt ze regelmatig aan het
toetsenbord.
Indrukken moeder: Moeder komt over als een spraakzame en drukke vrouw. Ook zij ziet er
verzorgd uit. Wat duidelijk wordt uit haar opmerkingen over Bram’s gedrag is dat zij moeite heeft met
zijn ADHD gedragssymptomen. Echter, haar gedrag tijdens de test lijkt ook overeen te komen met een
aantal van deze gedragssymptomen.
AVL
De AVL meet de aanwezigheid van gedragssymptomen (Aandachtstekort, Hyperactiviteit en
Impulsiviteit) die betrekking hebben op ADHD. Deze is ingevuld door de moeder van Bram.
OKIV-R M
De OKIV-R M meet de interactie tussen moeder en kind. Deze is ingevuld door Bram.
Tabel 2: Resultaten Ouder-Kind Interactie Vragenlijst, kind over Moeder (nieuw) (OKIV-R M)
Schaal Score Normale populatie Klinische populatie
OKIV-R M Totaal 61 100.53 91.6
Conflicthantering 42 68.08 60.72
Acceptatie 19 32.43 31.16
Aan de hand van de normtabellen (Appendix: 2. Normtabellen OKIV-R M) kan men stellen dat Bram
een negatieve ouder-kind interactie kan ervaren met zijn moeder (hoe lager het quintiel waarin de
score valt, hoe negatiever). Zo scoort Bram op de acceptatie tegenover zijn moeder zeer laag (1e
quintiel). Tevens scoort hij zeer laag (1e quintiel) op het gebied van conflicthantering. Zijn totale score
is dan ook zeer laag, wat indiceert dat het zou kunnen dat Bram een negatieve relatie heeft met zijn
moeder. Dit komt overeen met de manier waarop Bram de band met zijn moeder omschrijft: hij
spendeert het liefst geen tijd met haar en kan moeilijk bij haar terecht met problemen.
YSR
De YSR brengt de emotionele- en gedragsproblemen in kaart en is wederom ingevuld door Bram.
Bram scoort op de subschaal Activiteiten in het klinisch gebied (Tabel 3). Dit kan betekenen dat Bram
weinig motivatie voelt om activiteiten te ondernemen of te initiëren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen
komen door de somberheid die hij volgens zijn moeder incidenteel ervaart. Op de Sociale subschaal zit
Bram in het grensgebied. Dit kan betekenen dat hij maar in bepaalde situaties sociaal is naar een
ander.
Tabel 4: Resultaten Youth Self-Report/11-18 jaar (Probleemschalen)
Schaal Score Klinisch gebied Grensgebied Normaal gebied
Totale problemen 77 X
a. Internaliseren 28 X
b. Externaliseren 18 X
I. Angstig/Depressief 14 X
II. Teruggetrokken/Depressief 6 X
III. Lichamelijke Klachten 8 X
IV. Sociale Problemen 5 X
V. Denkproblemen 8 X
VI. Aandachtsproblemen 13 X
VII. Regelovertredend Gedrag 6 X
VIII. Agressief Gedrag 12 X
Ook op de problemenschalen vallen de scores van Bram meermaals in klinisch gebied (Tabel 4). Zo
kan hij internaliserende, affectieve (angstig en/of depressief), somatische (lichamelijke klachten) en
aandachtsproblemen vertonen. Deze internaliserende problemen kunnen betekenen dat Bram zijn
emoties naar binnen richt wat tot innerlijke onrust zou kunnen leiden. Deze resultaten bevestigen dat
Bram incidenteel last heeft van somberheid en, volgens zijn moeder, van stemmingsproblemen.
Gullone, E., & Robinson, K. (2005). The inventory of parent and peer attachment—Revised
(IPPA‐R) for children: a psychometric investigation. Clinical Psychology &
Psychotherapy: An International Journal of Theory & Practice, 12(1), 67-79.
Lange, A. (2001). De Ouder-Kind Interactie Vragenlijst–Revised, OKIV-R [Parent-Child
Interaction Questionnaire Revised]. Houten, Netherlands: Bohn Stafleu van Loghum.
Scholte, E. M., & Van der Ploeg, J. D. (2005). Handleiding adhd-vragenlijst (avl).
Song, L. Y., Singh, J., & Singer, M. (1994). The Youth Self-Report inventory: A study of its
measurements fidelity. Psychological Assessment, 6(3), 236.
Appendix
1. Normtabellen AVL
Ingevuld door ouder
Schaal Score Algemene jeugdbevolking Klinische ADHD-kinderen
Aandachtstekort 21 Deciel 10 P(98-100) - hoog klinisch Deciel 10 P(90-100) - zeer hoog
Hyperactiviteit 20 Deciel 10 P(95-97) – klinisch Deciel 8 (P70-97) - tamelijk hoog
Impulsiviteit 13 Deciel 9 (P80-89) - normaal-hoog Deciel 5 P(40-49) – gemiddeld
Totaal ADHD 54 Deciel 10 P(95-97) - klinisch Deciel 9 (P80-89) - hoog
2. Normtabellen OKIV-R M
Kind over moeder
Quintielen Conflicthantering Acceptatie Totaal
5 75-85 36-40 111-125
4 70-74 34-35 104-110
3 67-69 32-33 98-103
2 62-66 29-31 91-97
1 17-61 8-28 25-90
Figuur 3: Ouder-Kind Interactie Vragenlijst, kind over Moeder (nieuw) (OKIV-R M – score van
laatste meting)
Figuur 4: Youth Self-Report/11-18 jaar (Profielgrafiek Competentieschalen - score van de laatste
meting)