Professional Documents
Culture Documents
29-10 Ott 2
29-10 Ott 2
---------------
SOLUTIONS / OPLOSSINGEN
01) Ga je zondag naar zee ?
02) Misschien komt Jan nog op tijd.
03) Annie drinkt graag een kopje koffie.
04) Wanneer rijdt u naar Nederland ?
05) Zijn Jan en Piet op school ?
06) Hij wacht al een kwartier op de trein.
07) Heb je wat kleingeld ?
08) Mijn zus woont in een mooi huis.
09) Ik werk op mijn kantoor.
10) Hij blijft in de klas.
11) Ze leest/lezen veel boeken.
12) Ik eet zeer vlug.
13) Onze school ligt in het centrum.
14) Je reist graag met je vrienden.
15) Het regent heel hard.
16) Kijk ! Hugo zit aan tafel.
17) Waar speelt Els ?
18) Wat vertel je?
19) Hoe schrijf je dat woord ?
20) Moeder luistert naar de radio.
21) Opa belt de dokter.
22) We huren een grote flat.
23) Hoe heet zij ?
24) Ze neemt/nemen elke dag de bus.
25) Wat vraagt u ?