Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 32

Feminisme

Adriana Dhont
6VBK
Inhoudstafel
Inleiding ⎯ p. 3

Onderzoek van hoofd- en subthema

❖ Stilleven ⎯ p. 4
❖ Feminisme ⎯ p.5

Kunstenaars

❖ Hannah Wilke ⎯ p. 6
❖ Hannah Höch ⎯ p. 9
❖ Le Corbusier ⎯ p. 10
❖ Meret Oppenheim ⎯ p. 12
❖ Claude Cahun ⎯ p. 14
❖ Yves Klein ⎯ p. 16
❖ Eileen Gray ⎯ p. 18
❖ Ana Mendieta ⎯ p. 21
❖ Elsa von Freytag-Loringhoven ⎯ p. 23
❖ Giorgio Morandi ⎯ p. 26

Besluit ⎯ p. 28

Bronnenlijst ⎯ p. 29
Inleiding

In deze paper onderzoek ik aan de hand van een korte biografie en een bespreking van hun voornaamste
werken welke typische kenmerken van bekende kunstenaars voor 1990 mijn eigen praktijkstukken kunnen
beïnvloeden.
Stilleven

Het hoofdthema van onze geïntegreerde proef, stilleven, doet me meteen aan
Adriaen Coorte denken. Aangezien de Nederlandse kunstschilder bekend
staat om zijn stillevens van eetbare vruchten, gebak, gedekte tafels en andere
keukentaferelen, is die onbewuste associatie allesbehalve onlogisch.

Het stilleven als artistieke compositie vloeit voort uit het realisme. De
aanhangers van deze stroming trachtten het object van hun werk immers zo
waarheidsgetrouw mogelijk te schilderen.

Er waren ook verschillende soorten stillevens, Jan Brueghel, die vaak


meewerkte aan Rubens’ figuurstukken, staat bekend door zijn
bloemstillevens, Jan Davidsz de Heem schilderde ook bloemen en vruchten.
Het vanitasstilleven is er dan weer een waarin de afgebeelde voorwerpen
zoals weegschalen, doodshoofden en juwelen naar de vergankelijkheid van
het leven en de materiële wereld verwijzen. Dat is onder meer te zien in
Vanitas van Franciscus Gijsbrechts.

In de 19de eeuw wordt het stilleven ingrijpend vernieuwd. Met dank aan de
impressionisten, die de werkelijkheid op een nieuw manier benaderen.

In de 20ste eeuw voegen onder andere Paul Cézanne en Vincent Van Gogh nog
Adriaen Coorte, Bundel asperges en takje met meer variatie toe aan het stilleven. Tevens beïnvloeden vorm- en
rode aalbessen, 1696, olieverf op karton, 33 x
kleurexperimenten deze artistieke compositie. Zo integreert Juan Gris
24 cm
kubistische elementen in zijn werk en speelt Henri Matisse met
kleurstructuren.

Langzamerhand groeit het idee dat kunstwerken autonoom zijn en niet


meer hoeven te verwijzen naar de werkelijkheid. En zo kan het dat de
200 soepblikken van Andy Warhol onder het begrip stilleven horen.

Franciscus Gijsbrechts, Vanitas, 1665-77, olieverf


op doek, 115 x 134 cm, KMSKA Antwerpen.

Juan Gris, Pommes et citrons, 1926, olieverf op


doek, 33 x 41 cm.

Henri Matisse, La chambre Rouge, 1908, olieverf


op doek, 180 x 220 cm, Hermitage in Sint-
Petersburg.
Feminisme

Aangezien het subthema van deze geïntegreerde proef diende aan te


sluiten bij de persoonlijke interesses, verscheen feminisme al snel op
mijn radar. Wegens de lange geschiedenis ervan binnen de kunst heb
ik uiteindelijk ook voor dat onderwerp geopteerd.

Hoewel feminisme in de eerste plaats een politieke beweging is,


heeft een grote invloed gehad op de twintigste-eeuwse kunst. De
krachten van de vrouw en de promotie van een beter, sterker
vrouwbeeld binnen de maatschappij waren het doel van veel
artiesten zoals Nancy Spero (vruchtbaarheid) en Cindy Sherman
(seksuele moraal) die stelden de traditionele visie over de vrouw
binnen de maatschappij aan de kaak via hun werken.

Ondanks een jarenlang gevecht


voor erkenning ontstond de term
‘feministische kunst’ pas in de
jaren zestig, tijdens een tweede
feministische golf.1
Nancy Spero, Female Bomb, 1966, gouache en
inkt op papier, 86 x 66 cm Het werk van feministische
kunstenaars is vaak erg veelzijdig. De schilderkunst werd altijd
gedomineerd door mannen, dus vrouwen hebben zich toegelegd op
experimenten met film, video, installatie, performance en tekstuele kunst.

Carolee Schneemann wordt tegenwoordig gezien als een inspiratiebron voor


jonge kunstenaars. In één van haar bekendste performances leest ze een
tekst voor van een rol papier die ze langzaam uit haar vagina trekt. Ze
gebruikte vaak haar eigen lichaam als onderdeel van haar werken waarbij de
naakte vrouw niet louter dienstdoet als begeerlijk object.

Consumisme en feminisme zijn de twee belangrijke thema’s die Barbara Carolee Schneemann, Interior Scroll,
Kruger in haar kunst laat zien. Het zijn zwart-wit beelden uit de 1975.
reclamewereld bedekt met tekst. Haar werken geven een beeld van de
maatschappij uit het mannelijk gezichtspunt en Kruger geeft hier
commentaar op.

Dit zijn slechts vier van de vele kunstenaars die hard hebben gevochten voor
erkenning binnen de feministische kunst. Feminisme is een term die
hedendaags nog altijd actueel is en waar nog steeds behoefte aan is, niet
alleen in de kunst maar overal.

Barbara Kruger, It’s a Small World but Not


If You Have to Clean It, 1990.

1De heropleving van de vrouwenbeweging in de jaren 60, 70 en 80 van de twintigste eeuw. Deze golf begon rond het recht op
betaald werk en deelname aan het maatschappelijke leven.
Hannah Wilke (1940-1993)

Hannah Wilke werd geboren als Arlene Hannah Butter in New


York. Van 1956 tot 1961 zat zij in de Tyler School of Art in
Philadelphia, waar zij met een lesbevoegdheid afsturdeerde.

Wilke is vooral bekend als feministisch kunstenares, maar ze


was ongeveer 30 jaar ook kunstleerkracht. Vanaf het jaar van
haar afstuderen gaf ze les aan de Temple University, tot 1970
ook in twee middelbare scholen en tussen 1972 en 1991 gaf zij
beeldhouwkunst aan de School of Visual Arts in New York.

Na haar afstuderen begon Wilke beelden te maken die ze als


‘specifiek vrouwelijk’ onschreef. In de jaren 60 werd ze
populair door haar sculpturen van vulva’s. Ze maakte deze
kleine objecten in klei, keramiek en porselein gedurende de
volgende twee decenia.

Hannah Wilke in New York, 1978.

Vouwen was het kenmerkende motief van de


kunstenaar tussen 1970 en 1980. Eén van haar bekend
werk werd tentoongesteld in 1977, het bestaat uit 18
verschillende keramieke sculpturen. Van het kleinste
stuk in bleek blauw, met een open vorm en fijn
opgerold aan beide uiteinden, tot een diepgroen
sculptuur dat over zichzelf heen vouwt, bijna helemaal
gesloten.

Haar sculpturen zijn abstract maar ook onmiskenbaar


duidelijk. Ze maakte geen letterlijke illustraties van
vagina’s, maar eerder evocaties van kwetsbaarheid en
Hannah Wilke, Untitled, geglazuurd keramiek, 1977-1981.
openheid.

Wilke vond kleur en sensualiteit heel interessant en verkende


dit ook door middel van pastel- en grafiettekeningen die
dateren van het begin van haar carrière. Het zijn felgekleurde,
organische vormen die samensmelten met vlakken van
pigment.

Haar bekendste fotoreeks, S.O.S Starification Object Series,


werd gemaakt tussen 1974 en 1982 in haar studio. Wilke
poseerde halfnaakt en nam de houdingen van vrouwelijke
beroemdheden aan met haar torso letterlijk ‘getekend’ met
kleine vulva’s die ze met kauwgom heeft gemaakt. Deze vormen
waren bedoeld om de verlangende blik van het publiek te
onderbreken en zo de aandacht te geven op de objectivering
van vrouwenlichamen.

“Ik koos voor kauwgom omdat het de perfecte metafoor is Hannah Wilke, Untitled, grafiet en pastel op papier, 1963-
voor de Amerikaanse vrouw. Kauw haar op, haal eruit wat 1966.
je wilt, gooi haar weg en stop een nieuw stuk in je mond”

De jaren zeventig werden een belangrijk overgangsmoment voor Wilke, ze creëerde’perfomalistische


zelfportretten’ geïnspireerd in haar fotografische werken. Ze maakte ook S.O.S performances waarin ze de
toeschouwers kauwgom liet manipuleren tot vulva-achtige vormen die ze over haar lichaam en gezicht
plaatste.
De kunstenares experimenteerde voortdurend
met haar lichaam en maakte foto’s in
verschillende poses waarbij de conventionele
attributen van de vrouw in twijfel worden
getrokken.

Eind jaren zeventig verwerkte Wilke haar


ideëen ook via video en film. In haar iconische
werk Gestures kijkt ze de camera in extreme
close-up terwijl ze haar huid als een medium
gebruikt en haar gezicht strekt en verdraait,
soms kneedt en trekt ze aan haar huid alsof het
sculptuurmateriaal is.

Wilke had haar carrière gewijd aan het


respecteren van het vrouwenlichaam door zich
te concentreren op de aanwezigheid ervan,
maar in haar latere werk was ze veel bezig met
het verlies van lichamelijkheid. Zo heeft ze Hannah Wilke, S.O.S Starification Object Series, 1974-1982.
honderden foto’s van haar moeder getrokken
toen die aan een terminale ziekte leed.

In Portrait of the Artist with her Mother, Selma Butter, gemaakt


iets meer dan tien jaar voordat Wilke haar eigen strijd met kanker
zou verlizen, toont Wilke zichzelf naast haar moeder met naakte
bovenlijf als een tweeluik.

Het is onhaalbaar om het effect van deze beelden te ontkennen.


De kwetsbaarheid van Wilke’s moeder is duidelijk zichtbaar,
terwijl Wilke het beeld is van gezonde jeugd. Wilke heeft haar
eigen borsten versierd met voorwerpen om de tekens op het
lichaam van haar moeder na te bootsen.

Het contrast tussen de twee is ook opmermelijk groot. Wilke kijkt


confronterend recht in de camera op een manier waarop haar
verzwakte moeder niet doet. Het lijden van de ene vrouw is
duidelijk herkenbaar terwijl dat van de ander verborgen blijft
voor het publiek. Hannah Wilke, Gestures, zwartwit film, 1974.

Na haar eigen latere diagnose van kanker zou Wilke de ziekte


blijven onderzoeken via foto’s en film, samen met haar man
Donald Goddard. Ze maakte zelfportretten in de loop van
haar behandeling met de hoop om het stigma rond ziekte te
confronteren.

Haar laatste werk, Intra-Venus, zijn monumentale


kleurenfoto’s van Wilke’s ziek lichaam. Ze had onder andere
een beenmergtranplantatie en chemotherapie ondergegaan.
In deze foto’s laat ze duidelijk zien de extreme verandering
die haar lichaam onderging en hoe haar stereotypische
vrouwelijke imago snel verdween, samen met haar
gezondheid. Hannah Wilke, Portrait of the Artist with her mother, Selma
Butter, 1978-1981.
Intra-Venus waren de kunstenares laatste testament aan de
kunstwereld voordat ze op 28 januari 1993 in Houston, Texas, overleed.

Tijdens haar leven stelde ze veel tentoon, in de Verenigde Staten maar ook in het buitenland. En hoewel ze als
controversieel werd beschouwd door het gebruik van haar eigen lichaam in werken, blijft ze nog altijd een
centrale rol spelen in verslagen over feministische kunstgeschiedenis.
Ze ontwikkelde een veelzijdig beweging die de dialoog tussen kunst
en gender op proef stelde en werd een inspiratiebron voor veel jonge
vrouwen van toen, en vandaag.

Wilke werd één van mijn inspiraties toen ik op het idee kwam om
rond vagina’s te werken voor mijn gip. De kunstenares vond een
originele manier om deze weer te geven als een delicaat, uniek object
en gaf me enthousiasme om dat ook te doen.

Hannah Wilke, Intra Venus, fotoreeks, 1992-


1993.
Hannah Höch (1889-1978)

Hannah Höch ontmoette de kunstenaar Raoul Hausmann tijdens haar


studies aan het instituut (welke) dat verbonden is met het Museum voor
Schone Kunsten in Berlijn. Zij raakten bevriend in 1915 en hadden een
moeilijke liefdesrelatie tot 1922. Samen werkten ze vooral aan
fotomontages.

Via Hausmann leerde Höch het Berlijnse dadaïsme kennen. Deze artistieke
stroming was ontstaan in het begin van de 20 ste eeuw onder invloed van
Europese kunstenaars die sociale kritiek uitten aan de hand van collages.

George Grosz, Raoul Hausmann en Kurt Schwitters waren bekende


dadaïsten, in een overwegend mannelijke groep. Hoewel de meeste
aanhangers van de dadabeweging zich beperkten tot politieke
manifestaties, ging Hannah Höch al snel veel verder. In haar werken
bekritiseerde ze immers eveneens het stereotype van vrouwelijke
schoonheid in de maatschappij.

Met haar collages vertaalde Höch haar


kritiek op de samenleving naar een
Raoul Hausmann en Hannah Höch in de andere wereld. In haar werk Cut with
Otto Burchard Gallery, Berlijn, 1920.
Dada Kitchen Knife gebruikt ze beelden
uit de media neemt ze de Weimarrepubliek op de korrel. Ze baseert zich
voornamelijk op de creaties van Picasso en Schwitters. Zo vertonen haar
composities een vergelijkbare stijl en dynamiek.

Höch prefereerde metaforische beelden boven de directere en


confronterende aanpak met tekst zoals dadaïst John Heartfield bijvoorbeeld
wel deed.

Waar Höch eerst vooral de Duitse regering hekelde, ging ze zich meer en
meer op genderkwesties focussen. Haar afbeelding van vrouwen in haar
collages zorgde voor een wezenlijk verschil met dat van mededadaïsten. Dit
handelsmerk leverde haar de erkenning als baanbrekende feministische
artieste op en is zichtbaar in verschillende werken zoals Das Schöne Hannah Höch, Cut with the Dada Kitchen Knife
Mädchen (Het mooie meisje), een visuele reactie op het begin van de through the Last Weimar Beer-Belly Cultural
Epoch in Germany, 1919, 114 × 90 cm, collage.
industriële reclame en de schoonheidsidealen. Hannah Höch toonde haar
interesse voor de veranderde rol van de vrouw in de maatschappij van haar CV
tijd.

In 1918, vlak na de Eerste Wereldoorlog, verwierven Duitse vrouwen het


stemrecht. Tot dan legde hun woord namelijk amper gewicht in de schaal.

Pas in 1920 lieten de dadaïsten Höch deelnemen aan de internationale


dadabeurs. Haar collages en fotomontages bleven prominent aanwezig, ook
al concentreerde ze zich in een later stadium van haar carrière meer op
schilderkunst.

Het feit dat Höch een plaats voor zichzelf kon maken in een beweging vol
met mannen is ook de reden waarom zij een plaats heeft in mijn paper.

Hannah Höch, Das Schöne Mädchen, 1920,


collage.
Le Corbusier (1887-1965)

Charles-Edouard Jeanneret (Le Corbusier) wordt vaak ‘de


architect van de 20ste eeuw’ genoemd wegens zijn enorme
creativiteit. Zowel als architect, meubelontwerper, schilder,
beeldhouwer en theoreticus heeft Le Corbusier de perceptie
over die vakken serieus beïnvloed.

Als een waar autodidact schoolde Jeanneret zichzelf bij met


behulp van boeken over architectuur en filosofie. Dit
resulteerde in de constructie van Villa Fallet in 1905. Onder
begeleiding van hun leerkracht René Chapallaz startte hij met
twee medestudenten de bouw van het huis dat later als woning
voor een docent zou dienen. Het huis is in de Zwitserse variant
van het Art Nouveau gebouwd.

Le Corbusier, Villa Fallet, Zwitserland, 1906.


In 1908 verhuisde Le Corbusier naar Parijs en werkte
samen met de architect Auguste Perret, die veel met
staal en beton experimenteerde. In de Franse
hoofdstad ontmoette hij onder andere de Duitse
bouwkundige en ontwerper Peter Behrens. Ze
besloten om gezamenlijk af te reizen naar Berlijn voor
één jaar. In de Duitse metropool deed Jeanneret heel
wat ervaring op.

In 1911 ging hij weer naar Zwitserland om er les te


geven op zijn oude school. Na die terugkeer heeft hij
Villa Schwob ontworpen en gebouwd, ook bekend als
La Villa Turque. Jeannaeret liet zich hiervoor
inspireren door de Ottomaanse architectuur die hij
tijdens zijn reizen door Turkije had gezien.
Le Corbusier, Villa Schwob, Zwitserland, 1916.

In 1917 verhuisde de Franse Zwitser opnieuw naar Parijs, waar


hij drie jaar later het pseudoniem Le Corbusier aannam.

Après le cubisme, le purisme is de titel van een manifest dat


Jeanneret in 1918 publiceerde. Het Purisme verwijst naar een
nieuwe schildertechniek die hij samen met de kunstenaar
Amédée Ozenfant had ontwikkeld. De term refereert aan een
schone, geordende stijl van kunst.

De eerste puristische tentoonstelling liep van 22 december


1918 tot 11 januari 1919 en andere bekende kunstenaars zoals
Ferdinand Léger sloten zich aan bij de beweging. Helaas was
het purisme geen grote hit en toen zijn carrière in de
architectuur vastliep, ging Le Corbusier failliet. Dat financiële Le Corbusier, Stilleven met stapel borden en boek, 1920,
olieverf op doek, 80,9 x 99,7 cm © FLC, ADAGP, Parijs
verlies duurde echter niet lang omwille van zijn publicaties in 2015.
een nieuw tijdschrift, L’Esprit Nouveau. Hiermee
manifesteerde hij zich wereldwijd als een vooraanstaand
denker in moderne architectuur en design.

Ondanks het eerdere echec, vergrootte het bereik van het purisme toen Le Corbusier de moderne en
geometrische esthetiek toepaste op de architectuur.
Le Corbusier wilde van het moderne huis een product maken. Hij
beschouwde de massaproductie van huizen een goede oplossing
voor de mensen die na de oorlog geen huis hadden en ontwikkelde
een systeem van bouweenheden.

Deze huizen van de Franse kunstenaar vereisten functioneel


meubilair. Daarom heeft hij Charlotte Perriand, een Franse
architect en ontwerpster, uitgenodigd om met hem en zijn neef
Pierre Jeanneret de handen ineen te slaan.

Perriand verwierf bekendheid met haar meubelstuk Bar under the


roof gemaakt uit gechromeerd staal en aluminium. Ze zal
uiteindelijk tien jaar met Le Corbusier samenwerken en zo is ze
verantwoordelijk voor de meeste meubelontwerpen uit zijn atelier
in Parijs.

Dankzij een erg sterke mentaliteit wist de ontwerpster zich te


handhaven in een professionele omgeving die destijds vooral door
mannen werd bevolkt.

In de inrichting van het wooncomplex Cité Radieuse heeft


Le Corbusier, Citrohan-huizen, Parijs, 1920-1922. Perriand de keuken en de bar getekend. Het concept ervan had
ze reeds in 1929 gebruikt als een soort bevrijding van de vrouw
en het vooroordeel dat de keuken haar onbetwiste habitat was.
Dergelijke acties maakten van de Franse artieste een feministe
die stereotypische rol van de huisvrouw wou doorbreken en dat
ze nog contact met hun gasten kon hebben als ze in de keuken
bezig was. Voor die tijd was dat revolutionair.

De meubels die Le Corbusier en Perriand hebben ontworpen,


werden gemaakt van industrieel gevormd metaal. Dit was heel
innovatief voor die periode, waarin tevens de bekende LC2 en
LC4 stoelen zijn ontstaan. Hoewel Perriand verantwoordelijk was
voor het design stond ze nog steeds in de schaduw van haar
werkgever (Le Corbusier). Hierdoor verscheen haar eigen naam
nooit op de kunststukken. Zo staan LC2 en LC4 voor Le Corbusier
2 en Le Corbusier 4.

Vanwege de puristische details, zoals het destijds futuristische


metaalgebruik, genieten deze stoelen vandaag nog altijd een
Le Corbusier en Charlotte Perriand, 1927.
enorme populariteit.

Le Corbusier heeft in zijn carrière meer dan 75 gebouwen


ontworpen. Hij is daarmee een van de invloedrijkste architecten
van de 20ste eeuw.

Ik selecteerde Le Corbusier door zijn samenwerking met Charlotte Perriand in de jaren 20. In die tijd was het
een bewondering dat een kunstenaar met veel invloed, zoals Le Corbusier, een vrouw uitnodigde om langs zijn
zijden te blijven. Uiteindelijk heeft hij Perriand de kans gegeven om ook bekend te worden en de
stereotypische rol van de vrouw proberen te doorbreken.
Meret Oppenheim (1913-1985)

Vrouwen werden vaak beschouwd als de onderwerpen en muzes van de


mannen in het surrealisme zoals Max Ernst, Salvador Dali en Man Ray.
Het is dan ook buitengewoon dat kunstenares Meret Oppenheim,
geboren in Zwitserland, een plaats voor zichzelf maakte als een
sleutelfiguur binnen het surrealisme.

In 1932 verhuisde ze naar Parijs,


toen het centrum van de beweging,
en werd er de muze van de
surrealisten genoemd dankzij een
bekende fotoserie die Man Ray van
haar maakte. Oppenheim vond de
bijnaam niet leuk en sprak hier later
tegen. In 1936 begon ze objectkunst
te maken waarin ze dagelijkse dingen
samenbracht geïnspireerd door
thema’s zoals dromen,
methaformose en mythes.

In eén van haar bekende werken, My


nurse, schikt Oppenheim
vrouwenschoenen op een schotel, als
Meret Oppenheim, 1975. een kalkoen die wordt opgediend.
Het werk verbindt de voorwerpen die
met vrouwen worden geassocieerd met de rollen die zij thuis hebben en
benadrukt het contrast tussen aankleden en opdienen.

Oppenheim stelde in het voorjaar van 1936 een ontwerp van een armband
Meret Oppenheim, My nurse, metalen plaat,
voor aan Schiaparelli, een bekende modeontwerpster. Ze nam hem toen op schoenen, touw en papier, 1935.
in haar wintercollectie.

Toen Picasso haar in het Café de Flore ontmoette merkte hij tegen haar op
dat met bont alles gemaakt kon worden. Het is dus dankzij deze opmerking
dat Meret Oppenheim de inspiratie kreeg voor haar beroemste werk:
Déjeuner en fourrure. Een met bont bekleed theekopje, lepeltje en
schoteltje. Het stuk was een enorm succes, het was opgenomen in de eerste
surrealistische tentoonstelling van het MoMA datzelfde jaar en werd
uiteindelijk de eerste aankoop van het museum door een vrouwelijke
kunstenaar.

Later in de jaren dertig, werkten Schiaparelli en Oppenheim opnieuw


samen en creeërden een lijn van handschoenen. Oppenheim had al veel
schetsen gemaakt van ongewone handschoenen toen ze als kunststudente in
Frankrijk woonde. De vrouwen ontwierpen handschoenen met
spookachtige trompe l’oeil-details zoals nepnagels en geverfde aderen. Meret Oppenheim, Schiaparelli armband
in metaal en bont, 1936.
Oppenheim heeft zo laten zien hoe een artistiek, uniek concept
ook een impact kon hebben op de modewereld. Elsa
Schiaparelli’s avant-gardemodehuis in Parijs gaf haar tevens
opdrachten om schetsen van handschoenen en sierade te
maken, wat de jonge kunstenares een kans bood om geld te
verdienen.

Helaas was haar vroege succes erg overweldigend voor


Oppenheim. Gedurende 20 jaar trok ze zich terug in Basel en
produceerde nauwelijks werk.
Meret Oppenheim, Déjeuner en fourrure, 1936.
Tegen de tijd dat ze in de jaren 1950 een atelier in Bern
betrekt, had ze haar creativiteit herontdekt en zich op
nieuwe media gestort.

Oppenheim werkte samen met Daniel Spoerri en ontwierp


kostuums voor zijn interpretatie van Picasso’s toneelstuk
Le Désir attrapé par la queue in Zwitserland.

Ze creërde ook Spring Feast, een performance waar een


banket geserveerd werd op het naakte lichaam van een
vrouw. De eters kregen toen geen bestek.

Vanaf 1972 werkt ze in een atelier in Parijs een neemt deel


verschillende tentoonstellingen zoals Eigentijdse
Zwitserse Kunstenaars en Le Surréalisme. Ze heeft ook de Meret Oppenheim, Bont handschoenen met houten vingers,
Kunstprijs van de stad Basel gekregen en een paar jaar later 1936.
ook die van Berlijn.

Oppenheim overleed in 1985 in de stad Basel.

De thema’s waarop Oppenheim zich inspireerde, hebben mij


doen besluiten haar voor deze paper te kiezen. Uiteindelijk is
feminisme ook een soort van metamorfose die iedereen in deze
beweging moet ondergaan en voor zichzelf moet beseffen
waarom het feminisme al zo lang bestaat en wat het doel van de
beweging is.

Meret Oppenheim, Vein Gloves, 1985.

Meret Oppenheim, Spring Feast, 1959.


Claude Cahun (1894-1954)
Hoewel de werken van de Franse fotografe Claude Cahun lange tijd onderbelicht bleef, putten bekende
hedendaagse collega’s zoals Cindy Sherman en Nan Goldin tegenwoordig veel inspiratie uit haar
indrukwekkende oevre.

Cahun is vooral populair voor haar zelfportretten, ze werkte veel met haar
partner en stiefzus Marcel Moore (die, zoals Cahun, kreeg een vrouwelijke
naam op haar geboortedag maar gebruikte een mannelijke naam). Ze
verhuisden samen naar Parijs en kwamen de wereld van het Surrealisme
tegen, Cahun vertaalt de typische visuele esthetiek van deze stijl in haar
werken. Ze presenteert zichzelf als een persoon zonder geslacht, waarbij
kostuums, decor en accessoires een belangrijke rol spelen. Ze maakte veel van
haar werken in de privésfeer, waar ze in de huid kruipte van personages met
verschillende (gender)rollen, seksualiteiten en identiteiten.

Dit kan je duidelijk zien in haar bekende foto’s “I am training, don’t kiss me”.
De masculiene stereotype die Cahun portretteert laat ons denken aan een
meer mannelijke modepop, een homoseksueel persoon van de 19 de eeuw. Ze
heeft halters vast met haar haar in een Oscar Wilde-stijl en “ik ben aan het
trainen, kus me niet” geschreven op haar borst.

Hoewel Cahun beschouwd wordt als de koningin van het fotografische


zelportret, was ze ook dichter, criticus, vertaler, actrice en politiek activist.
Haar artistieke experimenten en onderzoeken maken het soms moeilijk om
een onderscheid te maken tussen object en subject. Haar werken krijgen een
sociale functie pas na dat ze die met anderen deelt.

In 1934 werkte ze samen met Man Ray en richtte samen met André Breton en
Georges Bataille de linkse groep Contre Attaque op, met de bedoeling om de
reactie van alle surrealisten op de acties van Hitler en het fascisme in
Frankrijk bekend te maken. Claude Cahun was jood en vond het belangrijk
om tegen het nazisme te vechten ook al was dit levensgevaarlijk.

Eind jaren dertig verhuisd Cahun samen met


haar partner naar Jersey, aan de kust van
Normandië waar ze anti-nazi propaganda
maakte en verspreidde tot dat ze opgepakt en
ter dood veroordeeld werd. Cahun en Moore
I am training, don’t kiss me, 1927, East ontsnapten toch met succes na de bevrijding
Gallery at Norwich University of the Arts. van Jersey in 1945.

Haar zelfportret van hetzelfde jaar roept haar opstandigheid tegen de


onderdrukkende maatschappij die haar toen vertelde hoe ze eruit moest zien,
wat het schoonheidsideaal was, hoe ze moest denken of van wie ze moest
houden. Op de foto zie je Cahun die een insigne uitdagend tussen haar tanden
bijt. Deze heeft ze in de gevangenis gekregen van een Duitse soldaat die toen
ook in de gevangenis zat en zijn insignes van zijn uniform aan Cahun gaf.

Jammer genoeg heeft ze daarna geen kunst meer gemaakt omdat ze nooit
volledig herstelde van haar mishandeling in de gevangenis. Cahun overleed op
8 december 1954 in Jersey.

De fotografie van Cahun was activistisch en vooruitstrevend, in een


maatschappij die nog altijd heel erg gefocust is op gender daagt de fotografe
ons uit om die fixatie in vraag te stellen. Over zichzelf zei Cahun: ‘neuter is de
enige gender dat altijd bij me past’. Dit zouden we kunnen begrijpen als het
non-binaire gender, wat in de maatschappij van toen iets heel vreemd en Zelfportret (met nazi insigne tussen haar
onbekend was. Cahun wordt beschouwd als een baanbrekend kunstenaar die tanden) door Claude Cahun, 1945. Jersey
haar genderfluïditeit volledig omarmde lang voordat de term bestond. Heritage Collections
Cahun werd dan snel één van mijn inspiratiebronnen toen ik een serie van polaroids heb gemaakt waarin ik
voor de camera stond in genderneutrale kleren. Niet alleen haar werk maar ook haar manier van denken is een
voorbeeld voor mij en veel anderen.
Yves Klein (1928-1962)

Yves Klein was in de kunstwereld opgegroeid dankzij zijn twee


ouders die schilders waren. Hoewel hij geen artistiek opleiding
genoot, was kunst wel een interesse en ontwikkelde hij er al snel
zijn eigen ideeën over.

Hij werd Yves Le Monochrome benoemd door zijn sterke


fascinatie voor de diepblauwe kleur die altijd aanwezig was in
zijn werken. Hij heeft de kleur uitgevonden toen hij aan het
experimenteren was met ultramarijn pigment en een fixatief die
de glans van de kleur niet afbrak. Klein heeft zelfs een patent
aangevraagd van de kleur en noemde die ‘International Klein
Blue’ of IKB.

Zijn fascinatie voor deze kleur begon al van toen hij klein was,
Klein vond de hemel altijd heel boeiend en opvatte die als een
“allesomvattende leegte”. Hij zegt ook dat hij de hemel
gesigneerd heeft na een imaginaire reis en dat de hemel zijn
grootste en mooiste werk is. Portret van Yves Klein voor zijn Mochromes, 1956.

Yves Klein reisde vaak naar Londen, Spanje en Italië, maar zijn
belangrijkste reis maakte hij in 1952 naar Japan. Hij beoefende
daar judo en behaalde er de zwarte band en de graad van de
vierde 2aan. Het trainen en daarmee het leren van discipline en
concentratie was hij essentieel voor zijn eigen kunst. Hij stelde
toen een privétentoonstelling samen van zijn monochrome
schilderijen in Tokio.

Ondanks zijn succes in Azië, had Klein het in Europa niet onder
de markt, maar kunstcriticus Pierre Restany begreep zijn kunst
wel en Yves kreeg in 1955 alsnog populariteit.

Klein bleef trouw aan zijn ideeën en tijdens zijn monochrome


periode maakte hij prachtige kunstwerken, in 1957 werd hij
gevraagd om het Gelsenkirchen theater in Duitsland te
decoreren. Hij heeft dan aan de hand van sponzen en zijn
Yves Klein en medestudenten voor het Kôdôkan Judo
bekende ultramarijn blauw de muur (bewerkt met polyester)
Instituut, Tokio, 1952.
geschilderd. Vanaf dat jaar spreken mensen van de blauwe
revolutie, Klein wou de gevoeligheid van het blauw over de hele
wereld verspreiden, hij liet in 1957 meer dan duizend blauwe
ballonen de lucht ingaan op de opening van een tentoonstelling.

In 1958 presenteert hij voor het eerst wat het publiek lege
ruimten noemde, de term zou Klein ook later overnemen. Hij
besefte toen dat hij het gevoel van de kleur niet alleen via
gekleurde objecten kon registreren maar ook door een atmosfeer
of aura, hoe hij het zelf noemde. Hij vulde dan ruimtes met zijn
ultramarijn blauw en bleef toch benadrukken dat de ruimtes niet
leeg waren maar gevuld met beeldende emotionaliteit.

Eén van zijn bekendste tentoonstellingen, Le Vide, werd in 1958


in Parijs gehouden. De galerij was helemaal leeg behalve de
ruiten die blauw werden geschilderd en Yves heeft toen zichzelf Yves Klein aan het werk in de opera van
twee dagen opgesloten om de muren wit te schilderen. Tijdens de Gelsenkirchen, 1958.

2Tot en met de derde graad behoor je bij de beginnende graden. Een vierde is een gevorderde judoka, een vijfde is een
vergevorderde judoka en de zesde is dan uiteindelijk de meestertitel. Deze judoka’s mogen een rood wit band dragen of gewoon de
zwarte band.
opening kregen alle gasten een blauwe drank die hun urine ook blauw kleurde, met de bedoeling om hun
lichaam te verzadigen met het IKB.

In de daaropvolgende periode, tussen 1958 en


1962, verschijnen de iconische perfomances van
Klein, de titel Antropometriëen van de blauwe
periode, werd spontaan bedacht door Pierre
Restany.

In 1960 maakte Klein de serie


Anthropométries. Hij droeg een pak en
dirigeerde een klein orkest terwijl naakte
vrouwen, die Klein levende penselen noemde,
hun lichamen op twee manieren op papier Yves Klein, Antropometrie zonder titel, International Klein Blue verf op
drukten: de modellen smeerden de verf op de papier, 1960.
voorkant van hun lichaam, gingen op een
houten krukje staan en drukten hun lichaam
tegen het papier. Voor de tweede reeks sleepten
de modellen elkaar of hun eigen lichaam over
het papier, dit creëerde een lang, blauw,
anatomisch beeld.

Yves Klein was in 1960 ook één van de stichters


van het Nouveau-réalisme, dit was een reactie
op de abstract-expressionistische beweging. De
groep exposeerde datzelfde jaar in Milan, in de
expositie werden alledaagse objecten verheven
tot kunst door ze bijvoorbeeld te verpakken of Yves Klein, Antropometrie van de blauwe periode, verf op papier, 1960.
laten bewegen. Pierre Restany was hier de
spilfiguur van, maar ook andere kunstenaars
zoals Daniel Spoerri, Arman en Jean Tinguely.

In de laatste maanden voor zijn overlijden maakte hij afgietsels van vrienden
en bedekte ze met pigment in zijn ultramarijn blauw. Voordat hij een
afgietsel kon maken van zichzelf om in hun midden te plaatsen, overleed hij
aan een hartaanval in 1962.

Yves Klein werd één van mijn keuzes in dit paper vanwege zijn bekende werk
Anthropométries en de rol die hij aan zijn levende penselen gaf. Meer dan
louter objecten waren deze vrouwen de hoofdrolspelers van zijn
performance. Ik vond dit verfrissend in een wereld waar vrouwen in die tijd
door de kunstenaars alleen als objecten werden gezien.

Yves Klein, afgietsel van Arman, bronzen


reliëfportret op gouden paneel, 1962.
Eileen Gray (1878-1976)

Katherine Eileen Moray Smith wordt geboren in het zuidoosten van


Ierland. Pas zeventien jaar later, in 1893, heeft de familie de naam Gray
aangenomen, nadat de moeder van Eileen Smith de adelijke status van een
Schotse oom had geërfd en ze haar titel als barones Gray opeiste.

In de Slade School of Fine Arts in Londen was Gray een van de eerst
toegelaten vrouwen. Waarschijnlijk vanwege het schilderberoep van haar
vader, James McLaren Smith, koos ze er voor schilderkunst. Het leek haar
tevens een haalbare carrièreoptie.

Gray groeide op in Ierland en Londen, maar het is in Parijs dat ze


gefascineerd raakte door de art-nouveaustroming.Tijdens een studietrip
naar de Franse hoofdstad zag ze er onder meer het werk van architect en
ontwerper Charles Rennie Mackintosh op een tentoonstelling. In 1902 is
ze zelf naar Parijs verhuisd om er daar haar studies verder te zetten.

Gray bevond zichzelf in een moeilijk, vooral mannelijk, cultureel klimaat,


Portret van Eileen Gray in Parijs, 1926. ze knipte haar haar kort, droeg geen vrouwelijke kleren en had zowel
mannelijke als vrouwelijke
minnaars.

In 1913 worden haar gelakte schermen en panelen geëxposeerd op de


Salon des Artistes Décorateurs. Gray maakte deze in 1910 toen ze de
Japanse lakmeester Seizo Sugawara ontmoette. Die woonde eveneens
in de Lichtstad en repareerde het lakwerk dat tentoongesteld werd op
de Exposition Universelle van 1900. Gray raakte al snel geïnteresseerd
in de Negoro-lak en de elegante en minimalistische stijl van de 12e
eeuw. Zij vermengde dit met Maki-e, een techniek waarbij een
tekening wordt bedekt met urushi3 en later vrij gemaakt door polijsten,
dit zorgt voor een tekening met hoge glans. Hiermee werd Eileen Gray
een van de eerste Westersen die met echte Oost-Aziatische lak werkte
en deze toepaste op haar moderne meubelontwerpen.

Het scherm Le Destin, een intens oranje vierluik, was een van de
verschillende opdrachten die Gray kreeg van de couturier en
kunstverzamelaar Jacques Doucet die zich erg aangesproken voelde
Eileen Gray, kamerscherm Le Destin, 114 cm x
door haar werken. 216 cm, 1914.

Haar eerste volledige interieuropdracht ontving Gray in


1919 voor het appartement aan de Rue de Lota van
Madame Mathieu Lévy, een bekende modiste in die
tijd. Gray heeft daarvoor onder andere haar populaire
Pirogue Dagbed ontworpen, waarvoor ze inspiratie
putte uit de Polynesische kano’s. Het bed is een
delicaat, vrouwelijk object dat aan exotische ontwerpen
en luxueuze materialen doet denken.

Bovendien bracht ze haar verfijnde lakwerk aan op de


muren en meubels. Ze ontwierp ook lampen en tapijten
met geometrische patronen. In vele kranten- en
tijdschrijftartikels werd het appartement geprezen als
‘een triomf van luxe en modern wonen’.
Eileen Gray, Pirogue Dagbed in het appartement van Madame
In het begin van de jaren twintig was Gray een van de Mathieu Lévy, Parijs, 1919.
belangrijkste ontwerpers van lakmeubels in Parijs en in

3 Lak wordt uit het sap gemaakt van de Rhus Vernicifera, een Japaanse boom. Het sap wordt urushi genoemd.
1922 belist ze om haar eigen winkel te openen in de modieuze Rue du
Faubourg Saint-Honoré. De opening van een winkel na de Eerste
Wereldoorlog was op zich niet ongewoon, ware het niet dat deze zelden
door vrouwen werden gerund. Daarom heeft ze haar winkel een
mannennaam gegeven (Galerie Jean Désert) en ook op haar visitekaartjes
stond ‘Jean Désert et E. Gray’, beide maken haar geslacht en het
management van de winkel niet duidelijk.

De architectuurcriticus en redacteur Jean Badovici ontwierp de winkel


samen met Gray, ze hadden een romantische relatie en werkten samen
tussen 1926 en 1931. Het is ook dankzij Badovici dat Gray naar de
architectuur overgestapt. Dit begon als een manier van ontspanning voor
Gray, ze schetste architectonische plannen om haar hoofd leeg te maken.
Officieel werd ze architecte toen ze 40 jaar was.

Eileen Gray’s eerste bouwwerk resulteerde in haar bekendste werk, E-


1027. Badovici werkte samen met Gray aan de bouw (hoewel zij de
hoofdontwerper was), het is een woning met uitzicht op de Middellandse
Madame Matthieu-Lévy liggend in het Zee in Roquebrune-Capmartin in Frankrijk.
Pirogue dagbed. Foto van Baron de Meyer,
Parijs, 1922. De naam van de villa was een combinatie van de initialen van Gray en
Badovici: E voor Eileen, 10 en 2 voor J en B, en 7 voor G. In 1929 was de
villa voltooid en werd een voorbeeld van modernistische architectuur en vormgeving, Gray ontwierp de villa,
het interieur en de tuin als een samenhangend geheel. Het feit dat ze geen formele opleiding had als architect
maakte het bouwwerk tot een prodigieuze prestatie.

Het sterke gevoel van sensualiteit binnen de villa bereikt


Gray met een brede selectie van materiaal-, structuur-,
vorm-, glans- en kleurcontrasten. Sommige voorbeelden
zijn zeeblauw en kiezelwit, leer en glas, kurk en
aluminium. Elke kamer is een nieuwe verrassing.

Alle kleuren in E1027 hebben ook een landschappelijke


referentie. Gray houdt rekening met de beweging van de
zon en zo hebben alle oostenlijk gerichte oppervlakken
subtiele tonen die in het ochtendlicht glinsteren. Het
groen van de vegetatie zijn voor de oppervlakken die
naar het zuiden richten en de tinten van de nacht worden
verdiept met donkerblauw of zwart. Eileen Gray, Villa E1027, Frankrijk.

Tempe à Pailla was een andere ontwerp van Gray. Het


bevindt zich in de nabijgelegen stad Menton, gevolgd
door een huis dat zij voor zichzelf ontwierp in St Tropez.
Ze heeft de rest van haar leven geen enkel gebouw meer
gemaakt en heel weinig meubels. Haar archief bestaat
wel uit schetsen en tekeningen voor 45 architecturale
projecten die nooit werden gemaakt.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Gray grotendeels


vergeten door de designwereld. Er is weinig bekend over
haar privéleven, maar in 1972 kwam ze opnieuw in
belangstelling dankzij de architectuurhistoricus Joseph
Rykwert, die een waardering schreef van Gray’s carrière. Eileen Gray, interior van E1027 in Frankrijk.

Eén jaar later werkte Gray samen met Zeev Aram, eigenaar van een vooraanstaand Londens designemporium,
die vroeg om haar werk te produceren. Datzelfde jaar verleende Aram Designs aan Gray de exclusieve licentie
om haar stukken te produceren en op de markt te brengen.
Als een autodidact, biseksuele Ierse vrouw die in Frankrijk woonde, was Eileen Gray een buitenstaander. Ik
heb Gray uitgekozen omdat ze een voorbeeld is van de vele vrouwen die hun eigen succes vonden in een
patriarchale maatschappij.

Ze was 98 jaar toen ze erkenning vond als een visionaire vrouw en een van de meest modernistische
ontwerpers van de twintigste eeuw.
Ana Mendieta (1948-1985)

Ana Mendieta was een schilder, beeldhouwer, videomaker en


performance-artkunstenares, maar ze werd bekend door haar
earth-bodywerken waarin ze de relatie tussen het vrouwelijk
lichaam en het landschap analyseert. Haar eigen lichaam speelt
een centrale rol in haar werken, het wordt gefilmd en
gefotografeerd waar ze sporen achterlaat in het gras, op een lap
stof of in de natuur.

“Door mijn earth-bodysculpturen word ik één met de


aarde. Ik word een verlengstuk van de natuur en de
natuur wordt een verlengstuk van mijn lichaam”

De werken van Mendieta zijn heel erg verbonden aan haar eigen
levenservaringen. Op haar dertiende hebben haar ouders haar,
samen met haar zus, van Cuba naar de Verenigde Staten Ana Mendieta, Silueta’s series, Mexico, 1973-1976.
gestuurd. Deze traumatische ervaring en een bijhorend gevoel
van “dubbel anders zijn” zullen de creaties van de kunstenares letterlijk tekenen. De thema’s van haar werk zijn
feminisme, identiteit, migratie, leven en dood. Deze worden vaak geassocieerd met de vier basiselementen van
de natuur.

Untitled (Rape scene) is een documentatie van een gebeurtenis die


Mendieta heeft uitgevoerd in haar appartement in Iowa toen Sara Ann
Otten, een student verpleegkunde, verkracht werd in 1973 door een
andere student. Mendieta nodigde de volgende maand haar vrienden uit
in haar appartement waar ze de scène had nagemaakt zoals het in de
krant stond, ze bleef één uur lang in die positie terwijl haar vrienden er
over praatten. De kunstenaar vertelde in 1980 dat de verkrachting haar
heel hard had bewogen en lieten schrikken, daarom besloot ze om erop
te reageren.

Spookachtig is een woord dat sommigen gebruiken om het werk van


Mendieta te beschrijven. Het gebruik van bloed en de scenario’s die de
kunstenares laat zien zijn niet altijd simpel en zorgen voor een
onheilspellend gevoel maar er zat zeker altijd een betekenis achter elke
foto of video die zij liet zien.

De natuur en haar eigen lichaam waren altijd aanwezig, maar de


betekenislagen van haar kunstwerken evolueerden constant. In 1980
werd zij heel geïnteresseerd in rituelen en opofferingen. Bamboo and Gunpowder is hier een voorbeeld van:
Mendieta toont een silhouet verlicht door vuur zoals een typisch ritueel
Ana Mendieta, Untitled (Rape scene), 1973.
van de Palo Montereligie die ontstaan is in Cuba.

Esculturas Rupestras, gemaakt in Cuba, was één van haar laatste


werken. Het is een zwart-witfilm waar Mendieta vreemde
lichaamsfiguren maakt in een dijk.

Ana Mendieta heeft in totaal 104 films gemaakt tussen 1971 tot 1985,
tot ze van de 34ste verdieping viel van het atelier dat ze deelde met haar
man en kunstenaar Carl Andre, met wie ze vlak voor haar dood ruzie
maakte. De kunstenaar werd in 1988 vrijgesproken.

Feministen protesteren nog steeds als er een tentoonstelling van


Andre is en schrijven “Waar is Ana Mendieta?” op spandoeken.

Mendieta vindt haar functie in mijn paper vanuit een plaats van
herkenning in haar thema’s. Haar ervaring om op haar dertiende Ana Mendieta, Bamboo and Gunpowder, 1980.
naar een ander land moeten verhuizen en het gevoel dat zij vaak
schetst van “dubbel anders zijn” ken ik heel goed. Door haar Latijns-Amerikaanse wortels kan ik ook veel van
haar materiaalgebruik en mystische thema’s begrijpen.
Elsa von Freytag-Loringhoven (1874-1927)

‘Elsa is niet alleen iemand die werk maakt uit de toekomst, maar
de toekomst gewoon is’ zijn de woorden waarmee Marcel
Duchamp in een brief de kunstenares beschrijft.

In de Duitse stad Swinemünde werd ze als Else Hildegard Plötz


geboren. Nadat ze haar moeder aan kanker had verloren,
vertrok ze alleen naar Berlijn en woonde er samen met haar
tante. Daar vond ze haar weg niet alleen binnen de literatuur en
poëzie, maar ook binnen de theaterwereld.

Al snel maakte Freytag-Loringhoven deel uit van de Münchense


art-nouveaubeweging en kort na haar eerste scheiding met de
architect August Endell trouwde ze opnieuw met Grave, een
vertaler en dichter. Hij bleef voor altijd aan haar zijde, als
partner en als vriend. Ze wilden samen naar Amerika verhuizen,
maar omdat dit financieel onhaalbaar was, bedachten ze een
plan om de zelfmoord van Grave in scène te zetten en een nieuw
leven te beginnen op een boerderij in Kentucky. Ze zijn uit
elkaar gegaan in 1906. Elsa von Freytag-Loringhoven in kostuum.

In Cincinnati ging Plötz aan de slag als model voor kunstenaars. Later
verhuisde ze naar New York, waar ze met haar derde echtgenoot trouwde in
1913, de Duitse baron Leopol von Freytag-Loringhoven. Later werd ze
bekend als ‘de dadaïstische Barones Elsa von Freytag-Loringhoven’.

Enduring Ornament is het vroegst bekende gevonden voorwerp van de


barones. Ze vond het op weg naar haar huwelijksceremonie met baron Leo
von Freytag-Loringhoven in het stadhuis van New York. De ijzeren ring, met
een diameter van 15 cm, dient niet als een trouwring, maar de barones zag er
toch een vrouwelijk symbool in zijn rondheid. De titel van het werk kan een
symbolisch verband houden met haar echtvereniging (ook al is de ring
duurzamer geweest dan het huwelijk zelf). Vlak voor de Eerste Wereldoorlog
keerde de Baron terug naar Duitsland, waar hij zichzelf doodschoot.

Elsa von Freytag-Loringhoven, Freytag-Loringhoven maakte van de ring


Enduring Ornament, ijzeren ring, 1913.
een kunstwerk in 1913. Eén jaar voordat
de Flessenrek, van Marcel Duchamp de
eerste ‘readymade4’ werd, een term die de kunstenaar in 1915 gebruikte om
zijn voorwerpen te beschrijven.

In het centrum van Manhattan werd de barones een legende, bekend voor
haar unieke visie op de wereld, haar gedichten en sculpturen. Ook aan haar
uitterlijk werd er aandacht gegeven: de barones droeg op een gewone dag
felgekleurde make-up, postzegels op elke wang en een kaalgeschoren hoofd
met verschillende tinten.

Freytag-Loringhoven werd ook regelmatig gearresteerd wegens


winkeldiefstal (omdat zij geen geld verdiende aan haar kunst) en het
dragen van mannenkleding in het openbaar.

Haar hoogdagen beleefde ze tussen 1913 en 1923 in de dadaïstische


periode van New York. Daar ontmoette ze onder andere Man Ray en
Marcel Duchamp. Samen hebben ze The Baroness Shaves het Pubic Hair,
Elsa von Freytag-Loringhoven, 1915.

4Een beeldhouwwerk dat rechtstreeks uit dagelijkse materialen wordt gemaakt, soms gewijzigd door de kunstenaar. Radicaal in zijn
implicatie dat kunst alles kan zijn.
een film die nooit vertoond werd omdat het negatief tijdens het ontwikkelen kapot raakte.

In 1917 werd het beroemde urinoir, Fountain, op de Society of


Independent Artist’s Salon tentoongesteld in New York. Een
schandalige theorie die de kunstenares omringt is dat Marcel
Duchamp zich dit kunstwerk van de barones toe-eigende.

Fountain werd ook snel Duchamps bekendste werk. Het urinoir


werd anoniem ingediend onder de fictieve naam Richard Mut,
maar even vlug geweigerd. Het protest dat daarop volgde vormde
toen een van de hoogtepunten in het wereldnieuws. Toch lijkt
Duchamp zelf te erkennen dat het werk niet geheel van zijn hand
is. In een brief naar zijn zus schreef hij immers “Eén van mijn
vriendinnen, onder een mannelijk pseudoniem, Richard Mutt,
heeft een urinoir gestuurd in porselein, als een fontein”.

In de kranten werd er toen geschreven dat Richard Mutt afkomstig


was uit Philadelphia, waar de barones destijds alleen woonde.
Richard Mutt kan een woordspeling zijn, ‘R. Mutt’ spreekt je uit
als Armut, armoede in het Duits. Dit kan verklaard worden als een
Marcel Duchamp, Fountain, porselein, 1917.
anti-Duitse opmerking.

JL Mott Iron Works was de fabriek waar Duchamp de urinoir zou


kunnen gaan halen, maar ze hadden dat model toen niet in de handel. Het is ook pas nadat de barones en haar
fotograaf overleden waren dat Duchamp claims begon te maken rond Fountain.

Het karakter van het werk heeft ook duidelijke overeenkomsten met de vorige werken van Freytag-
Loringhoven: robuust, vulgair, humoristisch.

De mogelijkheid dat de kunstenares het werk aan Duchamp uit


liefde gaf bestaat ook nog. Freytag-Loringhoven was zeer
gecharmeerd door hem, en hoewel Duchamp niet inging op haar
romantische avances, suggereert het Portret van Marcel Duchamp
een voortdurend samenwerking.

Het werk portreteert Marcel Duchamp als een cocktail, versierd met
veren als een zeldzame vogel. De kunstenares doet geen moeite om
een gelijkenis te geven van de kunstenaar, maar wou de wezenlijke
aard van Duchamp aanduiden, en misschien hem ook een beetje
belachelijk te maken.

“Goedkope frivoliteit is wat Marcel nu alleen maar kan geven. Wat


geeft hij om ‘kunst’? Hij is het.” Schreef de barones aan Jane Heap,
een redactrice van The Little Review.

In 1923 liep Freytag-Loringhoven dakloos door de straten van New


York en besliste om terug naar Berlijn te gaan, waar ze te weten
kwam dat haar vader overleden was. Haar mentale gezondheid was
Elsa von Freytag-Loringhoven, Portret van
niet altijd even goed, en in 1926 geraakte ze in Parijs dankzij
Marcel Duchamp, foto van Charles Sheeler, 1920. donaties van haar vrienden en ex-geliefden. Jammer genoeg
gebeurde in Parijs niks voor haar en gedichten over zelfmoord waren
regelmatig aanwezig in haar schrijven.

Moe en arm overleed Elsa von Freytag-Loringhoven in haar appartament met de gasfles open. Barnes, een ex-
geliefde, vergat na lange tijd waar hij zijn vriendin had begraven.

Hoewel het leven van Freytag-Loringhoven erg moeilijk was, was dit ook niet vreemd in de tijd en de
maatschappij waarin ze leefde.
Heel lang stond in mijn lijst van kunstenaars de naam “Marcel Duchamp” genoteerd. Het was pas toen ik hem
begon te onderzoeken dat ik een artikel vond over de echte maker van Fountain. Mijn verbazing was helemaal
niet groot toen ik las dat een vrouw het had gemaakt en dat zij het misschien “uit liefde” aan Duchamp had
gegeven.
Giorgio Morandi (1890-1964)

Giorgio Morandi werd in Bologna geboren en was de oudste in


een gezin van 8 kinderen. Hij woonde samen met zijn drie
ongehuwde zussen en spendeerde zijn tijd vooral in zijn atelier.
Morandi ging slechts spontaan op pad en verliet Bologna zelden.

Morandi is tegenwoordig vooral populair om zijn prachtige


contemplatieve stillevens. Werken die de kunsthistoricus
Roberto Longhi ertoe brachten oml de kunstenaar te
omschrijven als “misschien wel de grootste Italiaanse schilder
van de 20e eeuw”

Onder invloed van Renoir, Cezanne en Monet bestonden de


eerste stilleven en landschappen van Morandi. Hij
experimenteerde vroeg in zijn carrière met heersende stijlen, het
kubisme en het futurisme, maar vanaf 1917 omarmde hij voor
enkele jaren de beweging van de Metafysische schilderkunst. In
grote lijnen kwam dit neer op droomachtige beelden met
griezelige belicting, onwaarschijnlijk perspectief en vreemde,
symbolische objecten. Methaphysical Still Life is hier een mooi
voorbeeld van.

Tegen 1920 begon Morandi zijn eigen stijl te ontwikkelen en


Giorgio Morandi in zijn atelier, Bologna.
nam afstand van de dramatische schaduwen en felle, zwarte
conturen. In het stilleven Natura Morta van dat jaar zie je een meer
zacht, diffuus licht.

Het brood, de appel en het lege glas op het schilderij duiden op een
eenvoudig maaltijd. Morandi wordt ook herinnerd als een
eenvoudige, teruggetrokken figuur die levenslange vrijgezel in zijn
atelier woonde.

“Composities dat een gevoel van rust en privacy overbrengen zijn


dingen die ik altijd boven alles heb gewaardeerd”.

Morandi’s schilderijen tonen een opmerkelijke consistentie vanaf het


begin van de jaren twintig tot het begin van de jaren zestig. Hij heeft
toen zijn eigen stijl gevonden: stillevens van flessen en vazen
geschilderd in sombere kleuren zoals grijzen en bruine tinten.

Alle subtiele verschuivingen en verbuigingen in zijn schilderijen


hangen af van welke voorwerpen hij gebruikt en waar hij die plaatst,
de combinatie van de objecten en het soort licht zijn dingen waarop
Morandi heel veel aandacht aan besteed. Hij vergeleek de lichte Giorgio Morandi, Methaphisical Still Life, 1918,
olieverf op canvas, 71,5 x 61,5 cm.
verschuiving van een fles met de schaakzet van een grootmeester.

“Het kost me weken om te bedenken welke groep flessen bij een


bepaald tafelkleed past”

In Natura Morta, geschilderd in 1939, wordt er een ritme gecreëerd


van links naar rechts door de verschillende hoogten van de
voorwerpen op een rij en door hun rijke kleurwisselingen.
Morandi’s bedoeling was om een compositie te maken die tijdloos
leek.

Het landschap was het enige genre waar Morandi regelmatig naar
teruggreep. Hij schilderde het uitzicht vanuit zijn atelierraam in Giorgio Morandi, Natura Morta, 1920, olieverf op
canvas, 34,3 x 42 cm.
Bologna of de vergezichten van het
bergstadje Grizzana, waar hij de
zomermaanden doorbracht en ook een
groot deel van de Tweede Wereldoorlog.

Paesaggio werd en plein air 5geschilderd,


het dateert uit de oorlogsperiode maar
straalt een gevoel van landelijke rust uit.
Morandi is erin geslaagd om het
landschap enigszins te abstraheren en
toch een zekere monumentaliteit te laten
behouden.

Na de oorlog verwierf Morandi


Giorgio Morandi, Natura Morta, 1939, olieverf op canvas, 32 x 56,5 cm. bekendheid. In 1957 won hij de Grote
Prijs voor schilderkunst op de Biënnale
van Sao Paulo, hij versloeg daarbij zowel
Marc Chagall als Jackson Pollock. Dit succes bood
hij de kans op zich uitsluitend op zijn kunst te
richten.

In het begin van de jaren 50 werden zijn stillevens


abstracter. In Natura Morta uit 1952, lijkt de losse
groepering van voorwerpen bija te zweven in de
ruimte.

Morandi stierf in 1964, hij was 73 jaar oud. Zijn


beeldtaal beïnvloed veel kunstenaars, waaronder
de minimalisten, die vooral zijn sobere esthetiek
en nadruk op geometrie en spatiëring
Giorgio Morandi, Paesaggio, 1943, olieverf op canvas, 35,2 x 53,2. bewonderen.

Giorgio Morandi werd mijn enige connectie met


het hoofdthema, stilleven, vanuit mijn belangstelling
voor het klassieke stilleven. Ik ben in september naar
een museum geweest en daar een documentaire over
Morandi gezien. Het is echter door dit onderzoek dat
ik zijn werk beter kan begrijpen en zijn werkwijze kan
waarderen.

Giorgio Morandi, Natura Morta, 1952, olieverf op canvas, 40 x


50,47 cm.

5 Ook pleinairisme genoemd, is een gebruikte term voor ter plaatse, in de natuur te schilderen.
Besluit

Hoewel ik heel blij ben met mijn keuze voor feminisme als mijn subthema, werd het al heel snel duidelijk dat
dit heel breed te interpreteren valt. Het feminisme heeft veel uitgangspunten en in het begin wist ik niet zeker
wat ik daarmee moest doen.

Ik koos uiteindelijk om het in het vlak van kunst te bekijken: hoe vrouwen in de kunstwereld vroeger werden
beschouwd en hoe ze voor hun eigen plaats hebben gevochten. Deze tien kunstenaars, en vooral de
vrouwelijke kunstenaars, zijn hier verschillende voorbeelden van.

Claude Cahun, Ana Mendieta en Elsa von Freytag-Loringhoven zijn typische gevallen van vrouwen die pas
lang na hun dood enige aandacht kregen. Hannah Höch, Hannah Wilke en Meret Oppenheim hadden wel
succes, ook al werden ze als controversieel beschouwd.

Ik wilde in deze paper ook het contrast tussen de vrouwelijke en de mannelijke kunstenaars duidelijk maken.
Terwijl Eileen Gray haar eigen winkel een mannennaam moest geven en Elsa von Freytag-Loringhoven in de
gevangenis zat omdat ze geen mannelijke kleren mocht dragen, vonden Yves Klein, Le Corbusier en Giorgio
Morandi heel snel succes in de kunstwereld en worden nog steeds door iedereen herinnerd.

De invloed van deze kunstenaars op mijn uiteindelijke werk is vooral de kennis die ik hieruit heb opgedaan
over hoe moeilijk het toen was om als vrouw serieus genomen te worden en hoe veel geluk ik heb om nu de
vrijheid te hebben om daarover te schrijven en mijn mening te mogen geven.
Bronnenlijst

Hannah Wilke

❖ Hannah Wilke. (z.d.). Collection Online. https://www.guggenheim.org/artwork/artist/hannah-wilke

❖ Hannah Wilke - Overview. (z.d.). Alison Jacques Gallery.

https://www.alisonjacquesgallery.com/artists/41-hannah-wilke/overview/%60

❖ Magazine, H. (2018, 26 september). How Hannah Wilke’s controversial vaginal imagery paved the way for

women artists. HERO magazine. https://hero-magazine.com/article/133734/how-hannah-wilkes-

controversial-vaginal-imagery-paved-the-way-for-women-artists/

❖ Marciniak, C. (2018, 18 oktober). Hannah Wilke: What It Means to Be a Woman Artist. Frieze.

https://www.frieze.com/article/hannah-wilke-what-it-means-be-woman-artist

❖ Vogel, M. (2020, 13 oktober). Facing Illness With Art. artnet News. https://news.artnet.com/art-

world/breast-cancer-art-1912124

Hannah Höch

❖ Hannah Höch (1889 – 1978). (z.d.). Art Salon Holland. https://www.artsalonholland.nl/grote-meesters-

kunstgeschiedenis/hannah-hoch

❖ Hirschl Orley, H. (z.d.). Hannah Höch | MoMA. The Museum of Modern Art.

https://www.moma.org/artists/2675

❖ R. (2019, 9 april). Hannah Höch: La dadaista que criticó a la sociedad del siglo XX. Fahrenheit

Magazine. https://fahrenheitmagazine.com/arte/visuales/hannah-hoch-la-dadaista-que-critico-a-la-

sociedad-del-siglo-xx

Le Corbusier

❖ A Movement in a Moment: Purism. (z.d.). PHAIDON.

https://www.phaidon.com/agenda/art/articles/2019/january/29/a-movement-in-a-moment-purism/

❖ Architect Le Corbusier. (2019, 20 februari). MAS | Museum aan de Stroom.

https://www.mas.be/nl/pagina/architect-le-corbusier
❖ Charles-Edouard Jeanneret (Le Corbusier). (2021, 25 januari). Antiekexperten.com.

https://antiekexperten.com/design-van-1850-tot-nu/design-tussen-1850-en-1910/modernisme/le-

corbusier/

❖ Chez, S. (2020, 26 november). Ode to the All Powerful Void: “Charlotte Perriand, Pioneer in the Art of

Living”. Irenebrination: Notes on Architecture, Art, Fashion, Fashion Law & Technology.

https://www.irenebrination.com/irenebrination_notes_on_a/2020/11/adff-charlotte-perriand.html

❖ Het architecturale werk van Le Corbusier. (z.d.). Werelderfgoedfoto’s.

https://www.werelderfgoedfotos.nl/nl/fotos/353-het-architecturale-werk-van-le-corbusier.html

❖ Krabman, S. (2020, 25 juni). Charlotte Perriand - Pionier van de levenskunst. Close Up.

https://www.avrotros.nl/close-up/gemist/detail/charlotte-perriand-pionier-van-de-levenskunst-23-05-

2020/

Meret Oppenheim

❖ Design Museum Den Bosch. (2021, 27 januari). Meret Oppenheim: für dich – wider dich.

https://designmuseum.nl/tentoonstelling/meret-oppenheim/

❖ Galopin, A. D. A. B. (2018, 6 oktober). CR Muse: Meret Oppenheim, Surreal Art and Fashion. CR Fashion

Book. https://www.crfashionbook.com/culture/a23395360/cr-muse-meret-oppenheim-art-fashion/

❖ Meret Oppenheim. (z.d.). S.M.A.K. https://smak.be/nl/kunstenaar/2667

❖ Meret Oppenheim | Artist Profile. (2020, 29 mei). NMWA. https://nmwa.org/art/artists/meret-

oppenheim/

❖ MoMA | Meret Oppenheim. Object. Paris, 1936. (z.d.). MoMA.

https://www.moma.org/learn/moma_learning/meret-oppenheim-object-paris-1936/

Claude Cahun

❖ Downie, L. (2017, 9 mei). Claude Cahun: Freedom Fighter. National Portrait Gallery.

https://www.npg.org.uk/blog/claude-cahun-freedom-fighter

❖ I am in training, don’t kiss me. (z.d.). Obelisk Art History. https://arthistoryproject.com/artists/claude-

cahun/i-am-in-training-dont-kiss-me/
❖ Jacques, J. (2020, 11 maart). „I am in training, don’t kiss me”. SCHIRN KUNSTHALLE FRANKFURT.

https://www.schirn.de/en/magazine/context/2020/fantastische_frauen/transgender_construction_gen

der_surrealism/

❖ Onder de huid - Claude Cahun. (2021, 28 januari). Cobra Museum voor Moderne Kunst.

https://www.cobra-museum.nl/activity/claude-cahun-onder-de-huid-dit-najaar-te-zien/

Yves Klein

❖ Gonzalez, C. (2020, 29 september). THE WORLD IS BLUE. BONPHILOSOPHIA.

https://www.bonphilosophia.com/insights/theworldisblue

❖ IKB, judo en jazz. (z.d.). Art Salon Holland. https://www.artsalonholland.nl/grote-meesters-

kunstgeschiedenis/yves-klein

Eileen Gray

❖ E1027 is open voor het publiek. (z.d.). Luster. http://www.lusterweb.com/nl/blog/eileen-grays-villa-

e1027-open-voor-publiek

❖ Eileen Gray. (z.d.). Kunstbus. https://www.kunstbus.nl/architectuur/eileen+gray.html

❖ Koekkoek, W. (z.d.). KLU Cursussen Kunstgeschiedenis | eileen gray. KLU.

https://www.klu.nl/artikel/50/eileen+gray.html

❖ McGuickin, G. (2019, 15 mei). Women in design: Eileen Gray. LZF Lamps. https://lzf-

lamps.com/blog/women-in-design-eileen-gray/

❖ Shapiro, E. (2014, 9 juni). Design Icon: Eileen Gray. Dwell. https://www.dwell.com/article/eileen-gray-

designs-6ee2758f

Ana Mendieta

❖ Ana Mendieta. (z.d.). Kunstbus. https://www.kunstbus.nl/kunst/ana+mendieta.html

❖ Ana Mendieta | artnet. (z.d.). Artnet. http://www.artnet.com/artists/ana-mendieta/

❖ Ana Mendieta. Earthbound. (2019, 21 oktober). Middelheimmuseum.

https://www.middelheimmuseum.be/nl/activiteit/ana-mendieta-earthbound
❖ Hendrickx, S. (2019, oktober). Ana Mendieta. Earthbound. De Witte Raaf.

https://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/4686

Elsa von Freytag-Loringhoven

❖ Baroness Freytag-Loringhoven - Top Works. (z.d.). The Art Story.

https://www.theartstory.org/artist/von-freytag-loringhoven-elsa/artworks/

❖ De kunstenares en de Fountain. (2018, 7 maart). KLAP.

https://klaponline.wordpress.com/2018/03/06/de-kunstenares-en-de-fountain-barones-elsa-von-

freytag-loringhoven/

❖ M. (2020, 7 april). Was Elsa von Freytag-Loringhoven haar tijd ver vooruit? | Curators of Curiosities.

curatorsofcuriosities. https://curatorsofcuriosities.com/elsa-von-freytag-loringhoven/

❖ Philadelphia Museum of Art - Collections Object : God. (z.d.). Philadelphia Museum of Art.

https://www.philamuseum.org/collections/permanent/51106.html

❖ Thill, V. (2018, 18 september). Elsa von Freytag-Loringhoven, the Dada Baroness Who Invented the

Readymade. Artsy. https://www.artsy.net/article/artsy-editorial-elsa-von-freytag-loringhoven-dada-

baroness-invented-readymade

Giorgio Morandi

❖ Giorgio Morandi. (z.d.). Kunstbus. https://www.kunstbus.nl/kunst/giorgio+morandi.html

❖ Reilly, S. (2019, 31 juli). Morandi and the Old Masters. Apollo Magazine. https://www.apollo-

magazine.com/giorgio-morandi-old-masters/

❖ S. (2019, 23 september). Morandi – meester in stillevens. Ciao tutti. https://ciaotutti.nl/reizen-


door-italie/bologna/morandi-meester-in-stillevens/

❖ Teachout, T. (2019, 6 april). Dreams so real. About Last Night.

https://www.artsjournal.com/aboutlastnight/2017/11/dreams-so-real-3.html

❖ The ‘small gestures and silent perfection’ of Giorgio Morandi. (2020, 29 januari). Christie’s.

https://www.christies.com/features/Giorgio-Morandi-guide-10098-3.aspx

You might also like