Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Antropologie

wetenschap waarin de mens onderzocht wordt

Gnothi seauton (γνωθι σεαυτον)


grieks voor 'ken jezelf’

Mensbeeld
hetgene wat een bepaald persoon vindtwat een mens een mens maakt
(een persoon kan een ander mensbeeld hebben dan een ander persoon)

2 soorten uitspraken:

- Normatief = prescriptief = voorschrijvend = waarderend (zie 8.2b)


- Cognitief = descriptief = beschrijvend = feitelijk (zie 8.2b)

Wezen = ousia = essentia


een constant geheel van kenmerkende eigenschappen die we in een definitie kunnen vastleggen
voorbeelden van kenmerkende eigenschappen van een mens:
-lopen rechtop, op 2 benen
-kan bepaalde menselijke emoties tonen

Activiteiten
Wijze waarop mensen zich gedragen
voorbeelden van menselijke activiteiten:
-hoe een mens met vrienden omgaat
-hoe een mens meedoet in discussies
-hoe een mens zijn werk doet

Voorwaarden
hier: dingen die nodig zijn om menselijke activiteiten te kunnen ontplooien

(als je de begrippen ‘activiteiten en voorwaarden’ niet begrijpt, lees de laatste alinea op pg 176)

Condition humaine
noodzakelijke voorwaarden voor mens-zijn

Animal rationale
letterlijke betekenis: met rede begaafd dier

Logos = ratio = rede = verstand


hetgene wat de mens van dieren onderscheid, het verschil tussen mens en dier is dat de mens
verstand heeft.
de mens is een met rede begaafd dier
soortbegrip: de mens
genusbegrip: dier
specifiek verschil: met rede begaafd

Verschillende betekenissen van logos/ratio/rede:

1. praktisch en theoretisch denkvermogen

Praktische rede: het vermogen om te overleggen en op basis daarvan te beslissen.

Theoretische rede: het vermogen om verklaringen te zoeken met redenen en oorzaken.


2. reflexiviteit

Het vermogen om als een toeschouwer afstand te nemen van jezelf en waar je mee bezig bent
en je leven als in een spiegel te bekijken.

3. openheid

Het vermogen om aandacht te hebben voor de ruimte om je heen, wijder dan je onmiddellijke
alledaagse bestaan.

4. subject-objectrelatie

Het vermogen om je bewust te zijn van de verhouding die je hebt als ‘ik’, als subject, tot alles
wat je tegenkomt als ‘ander’, als object (personen, dingen), m.b.v. het zelfbewustzijn.

5. transcendentie

Het vermogen om zich los te maken van de wereld en daarboven uit te stijgen, los van de dwang
van instincten en neigingen.

6. taligheid/vermogen tot symboolgebruik

Het vermogen te communiceren d.m.v. symbolen.

You might also like