Vormgevingsaspect VORM.

In deze lesbrief komen een aantal begrippen aan de orde die tijdens de lessen zijn
behandelt of die je in je eigen werk hebt toegepast. Deze begrippen plaatsen we onder het
vormgevingsaspect vorm.

VORM
In het platte vlak onderscheiden wij: het vierkant, de cirkel en de driehoek en daarvan
afgeleide vormen. Ruimtelijk gezien vinden deze vormen hun gelijke in de kubus, de bol
en de piramide. In pogingen de werkelijkheid overzichtelijk te maken worden dit de
grondvormen genoemd, waarop alle individuele vormen terug zijn te voeren.

2D = Plat

3D = Alles wat ruimte inneemt

2D:Een vorm met maar 2 dimensies, 3D: Een vorm die ruimte inneemt. Ze hebben 3
lengte en breedte. dimensies: lengte, breedte en hoogte.
Zoals een tekening of schilderij.

Er zijn allerlei soorten vormen met verschillende karakters. Zo kan een vorm rond zijn of
plastisch, regelmatig of vaag.

Vaak zie je dat beeldende kunstenaars vormen met een tegengesteld karakter naast
elkaar zetten. Zo'n vormcontrast heeft het effect dat de karakters van de gecombineerde
vormen duidelijker uitkomen.
Vormcontrasten:
Wanneer vormen naast elkaar geplaatst worden, worden verschillen duidelijk,
zogenaamde vormcontrasten.

1.Rond –hoekig
2.Geometrisch – organisch
3.Symmetrisch – asymmetrisch
4.Plat – ruimtelijk
5.Grillig – strak
6.Duidelijk – vaag

Een contrast dat we in de les hebben behandelt en die je ook in je schetsen hebt verwerkt
is de tegenstelling organisch en geometrisch.

Organisch vorm
Organische vormen zijn vormen met een natuurlijke look en een vloeiende en
golvende uiterlijk. Om deze reden zijn ze vaak ook wel aangeduid als gebogen
vormen . Voorbeelden van organische vormen zijn de vormen van bladeren,
planten en dieren

Geometrisch vorm
Met een geometrische vorm wordt een meetkundige vorm bedoeld, zoals een
rechthoek, een cirkel of een driehoek. Drie-dimensionale geometrische vormen zijn
dan bijvoorbeeld: een kubus, een bol of een piramide.
Wanneer een beeld overzichtelijk is opgebouwd uit geometrische vormen spreken
we ook wel van
constructieve vormen. Het geheel doet denken aan een technische constructie
Om verschillende schetsen te maken hebben we twee termen benoemt die je kan
toepassen bij je eigen ontwerp. Stileren en abstraheren.

Stileren: de vormen van het afgebeelde aanpassen naar vereenvoudigde

grondvormen

Realistische weergave Figuratief Gestileerd

Abstraheren : Vormen vereenvoudigen, details weglaten, figuur is niet meer

herkenbaar.

Figuratief = Geabstraheerd = Abstract =

Je kan zien wat het Je ziet nog wel wat het Je kan niet zien wat het
voorstelt. voorstelt maar de vormen voorstelt.
zijn sterk vereenvoudigd.