Begrippenlijst CB1

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Begrippenlijst 1hv – Hoofdstuk 2

Bevolking en cultuur
Bevolking en cultuur amerikanisering – De Amerikaanse cultuur dringt door tot alle
andere culturen.
arbeidsmigrant – Iemand die verhuist om in een ander land te gaan werken.
bevolkingsgrafiek – Grafiek met lagen voor de leeftijdsgroepen en het aandeel mannen
en vrouwen per leeftijdsgroep.
bevolkingsdichtheid – Het aantal inwoners gedeeld door de oppervlakte van een land.
bevolkingsspreiding – De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
buitenlandse migratie – Verhuizen naar een ander land.
cultuur – De manier waarop een groep mensen samenleeft.
cultuurgebied – Gebieden waarbinnen de culturen sterker op elkaar lijken dan dat ze
van elkaar verschillen.
cultuurelement – De belangrijkste kenmerken van een cultuur.
cultuurvermenging – Als elementen uit verschillende culturen door elkaar worden
gebruikt en worden aangepast.
cultuurverspreiding – De verspreiding van cultuurelementen over de wereld.
emigrant – Iemand die zijn land verlaat en zich in een ander land vestigt.
gezinshereniging – Gezinsleden die door migratie van elkaar werden gescheiden, gaan
bij elkaar wonen.
gezinsvorming – Een migrant zoekt in zijn land van herkomst een partner en brengt
deze naar het nieuwe land.
immigrant – Iemand die een land binnenkomt en zich daar vestigt.

islamitische wereld – Cultuurgebied waarin het grootste deel van de bevolking


islamitisch is.
kolonie – Een land dat wordt overheerst door een ander land.
leeftijdsopbouw – De indeling naar leeftijdsgroepen van de inwoners van een land.
levensverwachting – Het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen
leven.
natuurlijke bevolkingsgroei – De bevolkingsgroei door geboorte en sterfte.
pullfactor – Een reden waarvoor iemand naar een ander land verhuist (van het Engelse
pull: trekken).
pushfactor – Een reden waarvoor iemand uit een land vertrekt (van het Engelse push:
duwen).
sociale bevolkingsgroei – De bevolkingsgroei door migratie.
vluchteling – Een persoon die vlucht voor oorlog of een andere bedreiging.

2.1 Een samenleving met steden

 ambacht beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en


gereedschap
 bloeiend als het heel goed gaat met iets
 handel kopen en verkopen
 irrigatie kunstmatige bevloeiing
 landbouwoverschot oogst die een boer niet zelf nodig heeft
 landbouwstedelijke samenleving samenleving met steden waar een
minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste
mensen op het platteland leven van landbouw
 markt waar mensen handelen
 milieu leefomgeving
 specialisatie als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid
 welvaart rijkdom

2.2 Het land van de farao

 ambtenaar iemand in dienst van een bestuur


 belasting wat mensen moeten betalen aan het bestuur
 koninkrijk staat met een koning
 onderdaan persoon die moet gehoorzamen aan een regering
 oudheid (tijd van Grieken en Romeinen) tweede periode (3000 v.C. - 500 n.C.)
 rijk gebied met een regering
 staat gebied met een regering
 volk grote groep mensen
 vorst hoofd van een staat
 wet regel waaraan mensen zich moeten houden

You might also like