Klas(sen):

Vak: geschiedenis
Leerkracht(en):
30 Datum:
Afgeven op: TAAK

Naam leerling: Klas: Nr:

Deze taak telt 3 bladzijde(n) en 0 bladzijde(n) bijlagen.
Toegelaten hulpmiddelen: Handboek p.36-41

Les 7: het moderne imperialisme

Opdracht: los de vragen op bij de documenten in je handboek p. 36-41.

1. Doc 1 A, B en C (p.36-37) Wereldkaarten /5 ptn

a) Wat bedoelen we met het woord “kolonie”? /1

b) Leg met eigen woorden uit wat we bedoelen met “landen zijn imperialistisch”. /1

c) In welk continent hebben de Europese landen in 1750 de meeste bezittingen? /0.5

d) Bekijk de Europese bezittingen in de 1900. Noem 2 verschillen met de situatie in 1750. /2

e) In welke periode is de groei van de Europese kolonies het sterkst:

tussen 1750 en 1850 of tussen 1850 en 1900? Omcirkel de juiste periode. /0.5

2. Doc 2 (p.37) Over het Engelse ras /2 ptn

a) Wat betekent het Europese superioriteitsgevoel? Leg dit begrip uit aan de hand van een
voorbeeld uit de tekst. /1

b) Waarom zijn de Britten zo geïnteresseerd in Zuid-Afrika en willen ze dat land koloniseren?

/1

Bladzijde 1 van 4
Taak ()

3. Doc 3 (p.38) en beeldfragment op Smartschool map documenten/les 7/kolonie Congo

Leopold II over het nut van koloniën /4 ptn

a) Bewijs (met een fragment uit de bron en of het beeldfragment) dat Leopold II uit economische
overwegingen een kolonie wil. /1

b) Toon met een citaat aan dat de koning der Belgen het koloniseren gelijkstelt met beschaving
brengen in de kolonie. /1

c) Lees de extra uitleg over de bron. Welk politiek motief zit er achter zijn zoektocht naar een
kolonie? /1

d) Welk gebied (land) weet Leopold II te verwerven? Duid aan op de blinde kaart (p.3) . /1
naam van het land: ……………………………………….

4. Doc 4 (p.38) De ontdekkingsreizigers in Afrika /2 ptn

a) Welke rol spelen de ontdekkingsreizigers in de kolonisatie in Afrika? Waarom waren zij met
andere woorden noodzakelijk voor de politieke leiders van Europa in de 19 de eeuw? /1

b) “Stanley vervult de droom van Leopold II” Verklaar die uitspraak. /1

5. Doc 5 A, B en C (p.39) /2 ptn

a) Hoe slagen de imperialistische landen erin om andere gebieden te veroveren en te

overheersen? (Tip: vergelijk doc. A, B en C waarom overwinnen de Britten uiteindelijk de
Zoeloekrijgers?) /1

b) Welke belangrijke verandering in de Europese samenleving heeft dit veroveren mogelijk

gemaakt? Omcirkel het juiste antwoord: /1
de Eerste wereldoorlog de industriële revolutie de Franse revolutie

Bladzijde 2 van 4
Taak ( )
Naam lln: Klas: Nr:

6. Doc 6 (p.40) De wereld in 1914 /9 ptn

a) Welk Europees land heeft het grootste koloniale rijk? /0.5

b) Noem drie huidige landen uit drie verschillende continenten die deel uitmaken van dat rijk (uit
vraag a). Duid deze drie landen aan op de blinde wereldkaart onderaan en schrijf ook de naam
van het land op de kaart (of gebruik pijltjes). /2.5

c) Noem twee andere West-Europese landen die ook veel koloniale bezittingen hebben. Geef
telkens één kolonie van elk van die landen. Duid deze kolonies ook aan op de onderstaande
kaart. Gebruik hiervoor een andere kleur dan voor vraag b). /4
Europees land: kolonie:

Europees land: kolonie

d) Noem één Afrikaans land dat in 1914 niet gekoloniseerd is. Duid dit land ook aan op de
onderstaande kaart. Gebruik eventueel een atlas. /1

e) Noem twee niet-Europese landen die ook kolonies hebben. /1

7. Doc 7 (p. 40) Het leven in de kolonie /1 pt

Wat is het lot van de (meeste) gekoloniseerde volkeren?

Bladzijde 3 van 4
Taak ()

8. Doc 8 (p.41) De schaarser wordende buit /5 ptn

a) Wie zijn de figuren op de prent? /1

b) Wat zijn de figuren op de voorgrond van plan of wat zijn ze aan het doen? /2

c) Met wie houden ze hierbij geen rekening? /1

d) Wat zou dat als gevolg kunnen hebben? (tip: zie les 18) /1

Bladzijde 4 van 4