Professional Documents
Culture Documents
Orthopedagogiek
Orthopedagogiek
Orthopedagogiek
1. Begripsomschrijving
Letterlijke betekenis: Ortho = recht maken wat krom is
Ped = het gaat om kinderen
Agogie= leiden vormen
Letterlijke definitie: Kinderen beïnvloeden om recht of heel te maken wat krom is.
Maar, 2 kritische bedenkingen: 1. Definitie suggereert genezing
2. Definitie verwijst alleen naar kinderen
Voor de kern van problemen van een POS bestaat uit 3 mogelijkheden:
1. De kern van het probleem ligt bij de persoon zelf;
2. De kern van het probleem ligt in delinquent gedrag( strafbare feiten plegen) of het
milieu waarin hij/zij verblijft.
3. Een combinatie van beiden
3.1 Terminologie-basiskennis
Preventie: het voorkomen van zorgen dat iets niet zal komen
Congenitaal: Aangeboren
Postnataal: Na de geboorte
Ons lichaamsweefsels is opgebouwd uit de cellen. Deze cellen bestaan uit de chromosomen. In elke
chromosoom zijn er 23 paren. Het 23ste paar is het geslachtschromosoom. In de chromosomen zitten
onze genen. In de gene zit ons DNA.
Schematisch overzicht:
3.3 Oorzaken
Erfelijke bepaalde factoren:
3 Categorieën:
2. Chromosomale afwijkingen
Allerlei afwijkingen: -Afwijking in aantallen
- Afwijking in structuur
Bv: in aantallen: syndroom van down, syndroom van Turner
In structuur: Cri du chat
Preventie maatregelen: Geen kinderen op oude leeftijd maken.
Milieu-invloeden
1. Biofysisch vlak
Bij deze beïnvloeding speelt het tijdstip van beschadiging een grote rol.
Vaak voorkomend: deprivatie= gebrekkige bevrediging van basisbehoeften(Bv:
ondervoeding).
Inwerking van schadelijke invloeden: -Infecties: rubella tijdens zwangerschap kan leiden tot
doofheid. Ook kunnen infecties leiden tot ontsteking van de hersenen meningitis.
- intoxicaties: gebruik, alcohol, drugs, medicijnen.
- Traumata: radioactieve bestraling, zuurstoftekort,.
-Andere zwangerschapsverwikkelingen: Prematuurtjes.
2. Psychosociaal
*Moederfiguur in de eerste 5 maanden zijn heel belangrijk: kan zich anders moeilijker
binden, mogelijke groeiachterstand..
3. Socio-cultureel
Hier gaat het om de invloeden die worden uitgeoefend vanuit de sociale structuur en de
gemeenschap waartoe men behoort.
Hoe werkt die beïnvloeding?
- Ouders van het kind
- Rechtstreekse beïnvloeding door de maatschappij
- Onrechtstreeks
* Uit onderzoek blijkt dat de verwachtingen mee het gedrag van het kind bepalen= self-
fulfilling prophecy.
1.1Vroegere naamgeving
Wij spreken over mensen met een beperking: Bij de eerste categorie wordt er alleen gefocust op
de beperking.
Bij de 2de categorie wordt de focus op de persoon gelegd, de beperking is slechts 1 eigenschap
Handicap is een Engels woord dat gebruikt werd in kansspelen( vooral bij de paardenrennen).
Het op papier sterkste paard werd extra beladen met gewichten om dan evenwaardig te zijn met
zijn tegenstander. Bij golf wordt het nu nog gebruikt.
Vroegste tijden: Kinderen met een aangeboren lichamelijke handicap werden gedood of
uitgestoten. Paste niet bij het Oudgriekse moto ‘ een gezonde geest in een gezond lichaam’.
Personen met handicap werden als last beschouwd.
Nieuwe tijden: In deze periode was er geen plaats meer voor mensen met een handicap. Ze
moesten zoveel mogelijk uit het straatbeeld blijven. Ze werden in gestichten gestoken want
werden gezien als zondebokken, heksen, tovenaars. Enkele konden zich redden als
circusartiesten.
Verlichting: In deze optimistische periode waarin men ervan uitging dat ieder mens kom
opgevoed kom worden werd de fundamentele basis van de orthopedagogiek gelegd.
Mensen met beperkingen kregen de kans om in de fabrieken te staan. ( Tijd van de
industriële revolutie.)
Nu: Integratie is het grootste sleutelwoord. Het aantal hulmiddelen neemt voortdurend toe,
maar toch blijft de gelijkwaardigheid tussen mensen met beperking en mensen zonder
moeilijk.
2. Huidige visies
Kwaliteit van leven= Een visie die ernaar streeft om een persoon met een handicap een
kwaliteitsvol leven te geven. Op Basis van: emotioneel welzijn, persoonlijke relaties, materieel
welzijn, persoonlijke ontwikkeling, fysiek welzijn, zelfbepaling, sociale inclusie en hun rechten. Dit zijn
de 8 domeinen van Kwaliteit van leven volgens Schalock.
Zelfstandigheid= Als begeleider mensen de gelegenheid en tijd dient te geven om zelf vaardigheden
te leren en proberen uitoefenen. Hou rekening met de frustratiegrens.
Integratie= normalisatie baant de weg naar integratie, wanneer de mensen zo normaal mogelijk
wonen, werken en vrije tijd beleven behoren ze tot de maatschappij, te midden van anderen.
Integratie vindt zijn toepassing in het zelfstandig wonen en begeleid werken.
Emancipatie= Je kan zijn wie je bent, met eigen wensen en behoeften. Je kan eigen keuzes maken.
Je hebt iets van jezelf en in plaats van geleefd worden, kan je je eigen leven leiden.
Normalisatie=Zo gewoon mogelijk, slechts speciaal waar nodig. Normalisatie veronderstelt dat
mensen met een beperking een leven kunnen leiden dat zoveel mogelijk lijkt op het onze: Zo gewoon
mogelijk wonen, werken, vrijetijd. Ook betekent het mensen begeleiden hoe je zelf begeleid wilt
worden. Normalisatie is je echt interesseren voor anderen en kwalitatieve aandacht geven. Bij
normalisatie ligt de nadruk op medemens zijn, bij elkaar horen en mensenrechten respecteren.
Inclusie= volwaardige deelneming aan de samenleving. Dit houdt in dat de nadruk niet meer op de
professionele hulpverlening ligt maar op het sociaal netwerk.
1. Conceptuele domein:
Geld uit de muur halen
2. Sociale domein:
Beseffen van gevoelens van anderen= geen weinig empathie
3. Praktische domein=:
Dit domein omvat het leervermogen en zelfmanagement:
Bv: Plannen, vrijetijdsbesteding,…
Functioneringsmodel
Verstandelijke
mogelijkheden
Adaptief
gedrag
Participatie, Ondersteuning Individueel
interactie en functioneren
sociale rollen.
Gezondheid
context
De ondersteuning
De ondersteuning van een persoon met een verstandelijke beperking moet vorm krijgen vanuit het
idee dat de individuele cliënt centraal staat. Er wordt geprobeerd om elke cliënt regie te geven over
zijn eigen leven.
1. Persoon
2. Familie en vrienden Ideaal, realiteit is nog anders
3. Informele steun
4. Algemene diensten
5. Gespecialiseerde diensten
1. Episodische/Tijdelijke ondersteuning
2. Beperkte ondersteuning
3. Ondersteuning op ruimere schaal
4. Continue ondersteuning