Professional Documents
Culture Documents
Syllabus 2022 - 2023
Syllabus 2022 - 2023
HD documentatiemap
T2 Debat
T1 Gedocumenteerd Schrijven
Havo 4
Periode 2 en 3
2022-2023
1
Vooraf
2
Inhoud
1. Tijdpad ................................................................................................................. 4
3
1. Tijdpad
Twee lesuren per week
46/47 Tweetal en viertal vormen, Onderwerp Tekst 1 uit map analyseren in twee
bepalen; Uitleg en start Opdracht stappen:
Koppelen aan Kern Argumentatie Markeren & Schema invullen
paragraaf 19-20
Kerstvakantie
2 Feedback op
e
1 versie documentatiemap verwerken
4
2 Documentatiemap: opdrachtbeschrijving
5
documentatiemap doe je dus in tweetallen. Je levert per tweetal een map in ter
controle (zie tijdpad).
Na goedkeuring van de definitieve versie maakt iedereen een eigen uitdraai die
gebruikt wordt bij het debat en de schrijfopdracht in periode 3. Zorg er dus voor dat je
een juiste versie digitaal hebt waarmee je zowel thuis als op school kunt werken ter
voorbereiding van de tentamens.
Let op! Zowel het debat in periode 2 als het schrijftentamen in periode 3 is een SE-
onderdeel. De documentatiemap is een handelingsdeel en moet als voldoende
beoordeeld worden, anders kun je niet meedoen aan het debat noch aan het
schrijftentamen. Ook geldt de consequentie die geldt bij het missen van een
deadline. Het zal worden doorgegeven aan de leerlingcoördinator. Dat leidt tot een
kruisje achter je naam; twee kruisjes betekent dat je de herkansing aan het einde van
het jaar kwijt zult zijn.
6
2.4 Schema per artikel
Bron (naam journalist, titel artikel, naam dagblad, datum)
Weerlegging van TA
Weerlegging van TA
7
2.5 Verslag van podcast, radio- of tv-fragment
Ieder tweetal gaat op zoek naar een luisterfragment over jullie onderwerp. Een
luisterfragment moet inhoudelijk iets toevoegen aan je materiaalverzameling. Je kunt
tv-programma’s via internet bekijken. Kijk bijvoorbeeld eens op de sites:
www.uitzendinggemist.nl; www.ooitgemist.nl; www.youtube.com; www.rtl.nl;
podcastapp
Maak van het bekeken programma als volgt een verslag: Volledige bronvermelding
bovenaan de pagina, verslag maken van de inhoud van het fragment. Wees
specifiek: veel details (namen, uitspraken, cijfers, etc.) noemen.
Inleiding
Per individu een relevant artikel uit een krant, tijdschrift of van internet
Lijstjes per onderdeel (zie toelichting; na ieder artikel volgt een tabel)
8
2.8. Checklist documentatiemap
SE-gedocumenteerd schrijven
Titelblad:
Titel (=onderwerp)
Naam + klas
Schooljaar
Inleverdatum map
Inleiding:
Materiaal:
- 3 artikelen van onderwerp
- 2 toegevoegde artikelen
- 1 verslag van luisterfragment
- eventueel extra materiaal
Informatie verwerken:
- Bruikbare informatie markeren
- Informatie sorteren: tabellen invullen per artikel (informatie,
hoofdargument, subargument, tegenargument, weerlegging)
op juiste manier van bronvermelden))
9
Superlijst of schrijfplan
Bronnenlijst:
Opmerkingen:
10
3 Spreek- en luistervaardigheid: het debat
Het houden van een debat telt 2x mee voor het rapport en 1x voor het
Examendossier. In groepjes van vier wordt het debat voorbereid. Jullie hebben al
groepjes gemaakt, een stelling verwoord en bedacht wie voor en wie tegen de
stelling is. Voorafgaand aan het debat verdiep je je in het onderwerp, bereid je
argumenten, subargumenten, tegenargumenten en weerleggingen voor. Hierbij moet
je gebruik maken van de documentatiemap. Elke deelnemer ontvangt een individueel
cijfer voor zijn bijdrage aan het debat.
2 Er zijn 2 teams
We debatteren met twee teams. Het eerste team verdedigt de stelling (voorstanders);
het tweede team valt de stelling aan (tegenstanders).
11
1. 3 minuten
De voorstanders poneren de stelling, definiëren de stelling, leggen de stelling uit en
geven de belangrijkste argumenten voor de stelling.
2. 3 minuten
De tegenstanders leggen uit waarom zij tegen de stelling zijn en geven de
belangrijkste tegenargumenten.
3. 6 minuten
De voorstanders en de tegenstanders kunnen op elkaar reageren. De voorstanders
beginnen. Denk eraan: het blijft een debat, dus iedere spreker mag zijn verhaal
helemaal afmaken, daarna begint de ander. Maak er geen discussie van door
tegenstanders te onderbreken etc. Je hoeft elkaar immers niet te overtuigen, maar
het publiek. Anderzijds: het is een kwestie van timing: bij iemand die maar blijft
praten zul je moeten inbreken zodra hij zijn punt gemaakt heeft. Ook mag je iemand
vragen ‘tot zijn punt te komen’. De docent treedt niet als debatleider op.
4. 2 x 1 minuut
Zowel de voorstanders als de tegenstanders hebben nog 1 minuut om aan te geven
waarom het publiek juist voor hun standpunt moet kiezen. Je vat dus de belangrijkste
argumenten samen en trekt een conclusie. Bij deze laatste ronde beginnen de
tegenstanders.
12
3.4 Beoordelingsformulier debat – havo 4
Beoordeling Opmerkingen
Goede argumentatie?
Pakkende voorbeelden?
Publiekgericht?
Goede afronding?
13
Respect voor tegenstander?
Goed formulerend?
14
4 Gedocumenteerd schrijven: het betoog
De schrijftoets bestaat uit het typen van een gecompliceerd betoog. Het betoog telt
2x mee voor je rapport en 1x voor je Examendossier. Je verwerkt de informatie uit
een aantal artikelen tot een betogende tekst. Je enige toegestane hulpbron tijdens
het schoolexamen is jouw goedgekeurde documentatiemap. Tijdens het
schoolexamen krijg je de opdracht uit hoeveel en uit welke artikelen je informatie
dient te halen.
Ook krijg je tijdens het schoolexamen ter ondersteuning een leeg schema van de
structuur uitgedeeld. Dit schema mag je gebruiken. Het aantal woorden dat je moet
schrijven varieert tussen 700 tot 1000 woorden. Het precieze aantal is tijdens het
schoolexamen bekend.
Het schrijven van het betoog vindt op school plaats, in het computerlokaal of in een
gewoon lokaal waarbij je een schoollaptop gebruikt of een eigen laptop meeneemt.
De toets wordt gemaakt via exam.net.
Witregel
Inleiding Kies / bedenk concrete situatie die te maken heeft met onderwerp. Levendig
beschrijven in tegenwoordige tijd.
Introduceer je onderwerp (belangrijke feiten/cijfers/achtergrondinformatie)
Publiek aanspreken
Dan verbreding
Laatste regel is jouw stelling
Witregel
Kern I: Bepaal vóóraf wat je krachtigste argumenten zijn en in welke volgorde je die
zult presenteren.
1e
Hoofdargument Open elke alinea met zo’n hoofdargument en licht vervolgens dat
vóór hoofdargument toe met subargumenten. Je zult daarvoor ter zake doende
details [informatie, cijfers, analyses] uit je bronnen moeten halen. Vermeld zo’n
bron zelf ook in je tekst.
15
2e Gebruik structuuraanduidende woorden die aangeven dat je bezig bent met
Hoofdargument een opsomming. Ten tweede. Bovendien.
vóór
Werk elk argument goed uit.
Bronnen zijn je achtergrondartikelen [uit kranten of via internet], notities over
3e een radio- of televisieprogramma en een gericht interview. Uit je bronartikelen
Hoofdargument mag je nooit complete zinnen letterlijk overnemen. Je formuleert eigen zinnen
vóór met behulp van gegevens en zinswendingen uit je bronteksten. Letterlijke
uitspraken [citaten] uit zo’n brontekst kun je wél opnemen, mits je die inleidt
met een eigen zin.
Witregel
Kern II: Verwerk in de eerste zin een tegenstellend structuurwoord: echter, maar,
daarentegen, toch.
1e
Hoofdargument Zorg ervoor dat je in dit deel steeds eerst de tegenargumenten duidelijk
tegen + weergeeft. Gebruik in die weergave bijvoorbeeld het woord ‘zou’ of ‘lijkt’. Zo
weerlegging [of maak je meteen duidelijk dat het een tegenargument betreft waar je
afzwakking] vraagtekens bij wilt plaatsen. Geef voldoende details [subargumenten] om het
tegenargument recht te doen.
Pas daarna ga je zo’n argument weerleggen. Die weerlegging bestaat uit een
kernzin
met daarna een duidelijke toelichting.
2e Structuurwoord
Hoofdargument
tegen + In plaats van een complete weerlegging kun je zo’n tegenargument ook [deels]
weerlegging [of als terecht erkennen [toegeven]. Ga na hoe je aan dit reële bezwaar tegemoet
afzwakking] kunt komen. Leid er een voorwaarde uit af die jouw stelling ondersteunt. Je
kunt verder proberen om het argument zoveel mogelijk af te zwakken
Witregel
Slot: Geef via structuuraanduider aan dat we nu bij het slot zijn aanbeland.
samenvatting Terugkomen op stelling uit inleiding.
Korte samenvatting van belangrijkste argumenten voor
plus conclusie.
Toespeling op publiek.
Passende slotzin waaruit ook in verkorte vorm titel kan voortkomen.
Witregel
16
Bronvermelding In je tekst plaats je voetnoten als exponenten. Zo verwijs je naar de bronnen
uit je documentatie. Onder je artikel vermeld je diezelfde nummers met
daarachter je bronnen. Zie voor de juiste conventies het document ‘Richtlijnen
bronvermelding’.
Ten eerste kan de hele dag appen lijden tot problemen. De telefoon zorgt er voor dat
je op een makkelijke manier kan communiceren. Ideaal, zou je zeggen. Toch kan dit
lijden tot problemen. Omdat de telefoon zo veel mogelijkheden biedt, kan de
verleiding om op er op te kijken erg groot worden. Als dat doorslaat tot dwangmatig
checken, kunnen er problemen ontstaan. (Kisjes, 2014) Problemen zoals kinderen
die boos worden als ze de telefoon niet mogen gebruiken. Ook kunnen er
gezondheidsproblemen ontstaan. Doordat ze veel informatie binnen krijgen, kunnen
ze depressief raken en slapen ze slecht.
Bovendien is het onmogelijk om twee dingen tegelijkertijd te doen die je
aandacht vereisen. Paul Kirschner heeft onderzoek gedaan naar leren en appen
tegelijkertijd. Zo blijkt dat leerlingen die berichtjes ontvingen tijdens het leren, twee
keer zo veel tijd nodig hadden. Leerlingen die zich lieten afleiden door de telefoon,
haalden gemiddeld één tot anderhalve punt lager bij het maken van toetsen.
“Mensen die veel multitasken, kunnen irrelevante prikkels minder goed negeren.”
(Kirschner, 2017) Deze leerlingen kunnen zich dus minder goed concentreren.
Tot slot hebben de leerlingen weinig interactie met elkaar. Er wordt meer via
de telefoon gepraat dan dat er face-to-face met elkaar gepraat wordt. Het gevolg is
dat ze moeilijk diepgaande contacten leren aangaan. De virtuele wereld lijkt veel
belangrijker te zijn dan de echte wereld om hen heen. (Van Galen, 2017) Er zijn al
oplossingen voor het telefoongebruik in de klas, zoals de telefoontas. Hier kunnen
de leerlingen hun telefoon in doen voordat ze het lokaal binnen stappen, hierdoor
worden ze niet afgeleid. Aan het einde van de les halen ze de telefoon er weer uit.
Echter zijn telefoons heel handig voor het opzoeken van informatie en het maken
van quizjes. Alles gaat tegenwoordig via het internet. Je krijgt bijvoorbeeld geen
brief meer mee naar huis, maar er wordt een mail gestuurd. Je vult geen formulier
meer in als je je ergens voor wilt aanmelden, dit doe je via de site van school. Toch
zijn hier ook oplossingen voor. “Tijdens de lessen hebben ze tablets en laptops tot
17
hun beschikking. Ze kunnen wel op het internet voor schoolmateriaal, maar de
socialemediakanalen zijn geblokkeerd.” (Jansma, 2018)
Ook is de telefoon heel goed voor het sociale contact. Al helemaal voor
meisjes. Ze hebben graag onderling contact en via Whatsapp gaat dit makkelijker.
(Duits, 2015) Maar niet alleen voor meisjes werkt dit. Op het moment dat jongeren
beginnen te puberen, komen ze op het punt waar ze moeten zoeken wie ze zijn.
Door onderling met elkaar te praten, wat makkelijk is via Whatsapp, kunnen ze
bespreken waar bijvoorbeeld hun grenzen liggen. Ook worden er via Whatsapp
sneller lieve dingen gezegd, omdat dit minder ongemakkelijk is. Toch zou dit ook
gewoon face-to-face moeten kunnen. Leerlingen zouden tegen elkaar moeten
kunnen zeggen hoe ze over dingen denken en wat ze van elkaar vinden.
Ik ben voor het telefoonverbod, omdat de telefoon kan lijden voor veel problemen,
zowel gezondheidsproblemen als gedragsproblemen. Het is onmogelijk om twee
aandacht vereisende dingen tegelijkertijd te doen, als je dus bezig bent met school
en je tijdens het leren een appje binnen krijgt. Tot slot ben ik van mening dat er een
telefoonverbod in de klas moet komen, omdat de leerlingen weinig interactie hebben
met elkaar. Er zijn ook voordelen aan het telefoongebruik in de klas, zoals het
opzoeken van informatie, of het klassikaal afnemen van een quiz. Toch zijn hier al
oplossingen voor, zoals het gebruiken van laptops. De oplossingen zijn er al, we
hoeven er alleen nog maar gebruik van te maken!
Marieke de Groot; 687 woorden
Bronvermelding:
Crone, E. (2017, 29 december). We weten domweg niet wat sociale media doen met
het puberbrein. Financieel Dagblad, p. 11.
Van Gaalen, E. (2017, 14 december). Leraren waarschuwen voor gebruik
smartphone: slechte concentratie en lagere cijfers. Algemeen Dagblad, onbekend.
Hart van Nederland (2018, 21 augustus). Wat vindt Nederland: mobieltjes op school
verbieden? Hart van Nederland. Geraadpleegd op 20 februari 2021, van
Hartvannederland.nl/nieuws/2018/wvnl-mobieltjes-op-school-verbieden/
Heijne, S. & Slagter, S. (2011, 4 juni). Voor de leerlingen van nu is het mobieltje
onderdeel van wie ze zijn. De olksVkrant, p. 32.
Remie, M. (2017, 4 september). Facebook in de klas werkt niet. NRC Handelsblad, p.
8.
RLT Nieuws. (2018, 3 september). Mobiele telefoons verboden in de klas: “Ik ben
geconcentreerd op één ding, school.” RTL Nieuws. Geraadpleegd op 20 februari
2021, van https://www.rltnieuws.nl/lifestyle/gezin/artikel/4402706/mobiele-telefoons-
verboden-de-klas-ik-ben-geconcentreerd-op-een
Vasterman, J. (2014, 22 november). Nooit zonder contact; 900 berichten. NRC
Handelsblad, p. 16.
18
4.3 Leeg schema gecompliceerd betoog
Titel
Inleiding
Witregel
Kern I:
Witregel
Kern II:
Witregel
Slot
19
4.4 Beoordelingsmodel gecompliceerd betoog
20
5 Richtlijnen voor bronvermelding havo 4/5
Als je voor een werkstuk andere bronnen hebt bestudeerd, (kranten,
tijdschriftartikelen, boeken, internet of andere media) is het belangrijk dat je laat zien
welke bronnen je hebt geraadpleegd. Dit doe je in een bronnenlijst. Er zijn
algemene afspraken over hoe zo’n bronvermelding in een bronnenlijst eruit moet
zien. Deze afspraken kun je in dit document terugvinden, samen met enkele
voorbeelden van correct brongebruik. Ook voor je pws, of straks op het hbo gelden
deze regels voor brongebruik.
Belangrijk om te weten is dat het wettelijk verboden is om teksten en ideeën van
anderen samen te vatten of te wijzigen en het vervolgens te presenteren als je eigen
werk. Dat noemen we plagiaat. Je mag geschreven tekst overnemen van een ander,
maar alleen als je er duidelijk over bent door wie het geschreven is, en waar (soms
ook wanneer) je het citaat uit hebt overgenomen. Door een bronvermelding maak je
duidelijk welke delen van je werkstuk zijn overgenomen uit het werk van een ander.
Je kunt op twee manieren andermans werk overnemen:
citeren: een stukje van de tekst letterlijk overnemen. Een citaat plaats je altijd
tussen aanhalingstekens
De lezer/docent kan vervolgens zien:
Verwijzing bij een parafrase tussen haakjes: Volgens een recente studie …
(Bernhards, 2020).
21
Verwijzing bij een citaat tussen haakjes: “De resultaten zijn opvallend.”
(Bernhards, 2020).
ANP. (2020, 19 juni). Twitter plaatst opnieuw melding bij bericht Trump. Het Parool.
Geraadpleegd op 19 juni 2020, van https://www.parool.nl/wereld/twitter-plaatst-
opnieuwmelding-bij-bericht-trump~b33c6a8d/
Kinderombudsman: Kind wil meedenken over andere Piet. (2016, 20 september). Het
Parool. Geraadpleegd op 19 juni 2020, van https://edu.nl/du97b
Visser, M. (2020, 19 juni). Ser: Strenge regels voor zorgpersoneel doen meer kwaad
dan goed. Trouw. Geraadpleegd op 19 juni 2020, van https://edu.nl/9mt8d
22
Verwijzen naar internetbronnen
Auteur, A. (jaar van uitgave, dag maand). Titel webpagina. Naam website.
Geraadpleegd op dag maand jaar, van http://xxxx of https://xxxxx
Nederlands Huisartsen Genootschap. (2020, 7 januari). Ik wil nu stoppen met roken.
Thuisarts.nl. Geraadpleegd op 15 juli 2020, van https://www.thuisarts.nl/stoppen-met-
roken/ ik-wil-nu-stoppen-met-roken
Instituut voor Preventie & Gezondheid. (z.d.). Preventieve gezondheidsadviezen voor
corona. Geraadpleegd op 6 november 2020, van
https://www.ivpg.nl/preventievegezondheidsadviezen-voor-corona/
Literatuurlijst:
Dijkstra, G., Doolaar, A., Mollema, J., e.a. (2021, juli). De APA-richtlijnen uitgelegd.
Een praktische handleiding voor bronvermelding in het hoger onderwijs. Auteursrechten.nl.
Geraadpleegd op 9 november 2022 via
https://www.auteursrechten.nl/files/auteursrechten/2021-07/De%20APA-
richtlijnen%20uitgelegd%20-%203e%20editie.pdf
23