Postbus 568 Postbank 813949

7550 AN Hengelo Rabo Hengelo 32 75 08 027

M.A. de Ruyterstraat 3 info@edith.nl
7556 CW Hengelo www.edith.nl
Tel. 074-2559100 Fax 074-2559191

Pabo 2,
VOORBEREIDINGSFORMULIER Pabo 3, periode 1
Student(e) : Marleen Gunnink
Klas : VR2E Datum : 14 dec. 2004
Opleider : Paulien Molthof Groep : 2
Stageschool : M.L.Kingschool Aantal lln. : 17
Plaats : Denekamp
Mentor : Ivanka Wessels
Vak- vormings- : Taal activiteit Stage opdracht van: (aankruisen)
gebied, Onderwerp: kerst
speelwerkthema mentor
of onderwerp: opleiding
x eigen keuze
Lesdoel (gedrag – inhoud- omstandigheden – criterium):
De leerlingen kunnen tellen hoeveel lettergrepen er in een woord zitten. De leerlingen kunnen dit door te klappen.
(kerstboom = 2x klappen). De leerlingen kunnen zelf woorden bedenken die 1, 2, of 3 lettergrepen hebben. De
kinderen kunnen zeggen met welke letter het woord begint dat ze zeggen. Bijvoorbeeld: kerstboom begint met
een K. De leerlingen kunnen woordjes leggen aan de hand van een voorbeeld. Pictogram van een jas. Daaronder
het geschreven woord jas. De leerlingen kunnen de letters j – a – s leggen in goede volgorde.
Persoonlijk leerdoel:
Twents accent vermijden
Rustig en duidelijk de bedoeling uitleggen
Kijken of alles goed verloopt

Beginsituatie:
De leerlingen zijn dagelijks bezig met woordenschat uitbreiding. De leerlingen krijgen bijna elke dag een taalles.
De kinderen zijn bezig met het stempelen van woorden. Enkele leerlingen kunnen, zonder naamkaartje, hun
eigen naam schrijven. De kinderen worden vaker voorgelezen.

Checklist materialen:
Jip en Janneke Annie M.G. Schmidt boek Verhaal: Kerstboompje I.
Woordjes die uit het verhaal komen ivm klappen
Kaartjes met afbeeldingen erop
Cijfers 1 t/m 4
Dobbelsteen, met 1,2,3,1,2,3 erop
Via kleutergroep.nl plaatjes 5 max. uitprinten met max. 5 letters.
Alfabet
Lesfase Tijd Leerinhoud Didactische aanpak, leerlingactiviteiten, organisatie Opmerkingen mentor /
en middelen docent
Oriëntatie + 5 min. Lettergrepen * Ik ga een verhaal voorlezen uit Jip & Janneke. Het verhaal heet:
Tellen “Kerstboompje I”.
Nadat het verhaal uit is ga ik enkele woorden uit het verhaal
opzeggen en de kinderen moeten het woord in lettergrepen verdelen:
piek (= 1) kerstboom (=2) kerstboompje (=3) etc.

Uitleg + + 8 min. Cijfers 1 t/m 4 Ik leg 4 blaadjes voor me neer waarop de cijfers 1 t/m 4 op staan.
begeleide Letters van het alfabet Daarna laat ik een kaartje zien waarop een kerstman staat. Hoe vaak
inoefening Lettergrepen moet je klappen om het woord kerstman te zeggen? (= 2x).
Met welke letter begint kerstman? ‘K’, oké. Het kind mag het kaartje
bij het goede cijfer leggen.

Zelfstandige + 8 min. Dobbelen Als we alle kaartjes hebben gehad, pak ik de dobbelsteen en daar
verwerking Woorden bedenken staat 1, 2, 3, 1, 2, 3 op (“in puntjes”).
met 1, 2 of 3 Een leerling mag dobbelen en daar staat dan bijvoorbeeld 2 puntjes
lettergrepen op. Het kind moet dan een woord bedenken met 2 lettergrepen.
(kerstman)(bloempot).
Ze mogen dezelfde woorden gebruiken die we net met de kaartjes
hebben gehad.
Wanneer dit niet goed lukt, kan ik er weer enkele kaartjes bij pakken
en dan hebben ze een voorbeeld.

Afsluiting + 5 min. Letters van het alfabet Ik heb picto’s met daarop de afbeelding plus de naam van de
Woordjes leggen afbeelding. Bijvoorbeeld: afbeelding van een jas. Daaronder staat jas
geschreven. Ik wijs een leerling aan en die mag dan de losse letters
opzoeken van jas.
Enkele leerlingen mogen dit doen. (dit ligt aan de tijd.)
Lesfase Tijd Leerinhoud Didactische aanpak, organisatie en middelen Opmerkingen mentor /
Docent

Lesfase 1: Terugblik Totaalindruk:

Lesfase 2: Oriëntatie

Lesfase 3: Uitleg Naam en handtekening

Lesfase 4: Begeleide inoefening mentor / docent:

Lesfase 5: Zelfstandige verwerking

Lesfase 6: Evaluatie

Lesfase 7: Terug- en vooruitblik

Zelfevaluatie student
A. Voorbereiding te denken valt aan: lesdoel-persoonlijk doel, beginsituatie, checklist
materialen, eigen kennis/vaardigheid, keuze/opbouw leerinhoud, didactische
aanpak, leerling-activiteiten, organisatie en leermiddelen, lesfasen-
beschrijving.

B. Houding te denken valt aan: accepterend/observerend, contact met de groep,

flexibiliteit, motiveren/activerend, initiatiefname, inventiviteit, inzet, overwicht,
honorerend, zorg voor lichamelijk welzijn, zelfreflectie.

C. Vaardigheden te denken valt aan: agogische als het geven van ik-boodschappen en actief
luisteren; en didactische vaardigheden als voordracht, spreektechniek,
taalgebruik, voorlezen, vertellen, vragen stellen, gesprekstechniek,
gebruik/zorg leermiddelen, uitleggen, vak-sp. vaardigheden, opdrachten en
instructie geven, overwicht en overzicht.

D: Uitvoering te denken valt aan: groepsopstelling/lokaal, tijdsplanning, leerinhoud,

didactische aanpak, leerling activiteiten, organisatie, leermiddelen,
evaluatie/toetsing/terugblik en terugkoppeling, bordgebruik en criteria
actieve directe instructie.

Suggesties / aandachtspunten voor de volgende les: