Professional Documents
Culture Documents
Geo9 2vwo h1 UIT Awm
Geo9 2vwo h1 UIT Awm
Landschap en klimaat
► Verschillende landschappen en klimaten in Zuid-Afrika.
● Kustgebied in het oosten heeft een warm zeeklimaat.
Zomer: aanlandige wind vanaf de Indische Oceaan (warme zeestroom:
Agulhasstroom) veroorzaakt stuwingsregens tegen de Drakensberg aan.
Landschap: een vochtige savanne.
● Binnenland ligt op een hoogvlakte in de regenschaduw van de Drakensberg.
Landschap gaat over van steppe in een woestijn.
Langs de Atlantische Oceaan: weinig verdamping vanwege koude zeewater (koude
zeestroom: Benguelastroom).
● Kaapstad heeft een Middellandse Zeeklimaat.
De zomers zijn warm en droog, regen valt in de winter.
Bevolkingsgroepen
► Zuid-Afrika heeft elf officiële talen.
Engels is gangbaar als tweede taal.
● De zwarten vormen de grootste bevolkingsgroep.
Nakomelingen van slaven vormen de kleurlingen.
Veel kleurlingen en blanken spreken Afrikaans.
■ De Aziaten stammen af van Indiase arbeiders die werkten op plantages.
Apartheid
► Zuid-Afrika was een vestigingskolonie.
Blanken bleven altijd een minderheidsgroep.
● Tijdens de apartheid (= een strenge rassenscheiding) moesten zwarten wonen in
thuislanden of in aparte woonwijken (door overheid gebouwd): de townships.
Segregatie (= scheiding): het gescheiden wonen en leven van bevolkingsgroepen.
Tweedeling in Kaapstad
► De scheiding tussen blanke en zwarte of gekleurde wijken heet ruimtelijke
segregatie.
● Langs de kust en rond de Tafelberg: welvarende, blanke suburbs.
● Kaapse Vlaktes in het oosten: arme, zwarte of gekleurde townships.
Nieuwe migranten bouwen krottenwijken aan de randen.
Segregatie of integratie?
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw - Uittreksels 2 vwo – h1 antw © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2015
► Regering wil van segregatie naar een samengaan: integratie.
● Een snelgroeiende groep zwarten in de middenklasse zorgt op twee manieren voor
verandering:
■ Ze kopen een huis in vroegere blanke wijken met als gevolg meer menging van
bevolkingsgroepen.
■ Ze blijven in de townships met als gevolg een verbetering van de wijken.
Leven in de townships
► De Zuid-Afrikaanse regering probeert de townships te verbeteren.
● Wie het niet kan betalen, krijgt gratis toegang tot de basisbehoeften.
Toch is er vaak een gebrek aan voedsel en huisvesting of maken mensen nog weinig
gebruik van onderwijs en gezondheidszorg.
● Veel mensen zitten vast in een vicieuze cirkel van armoede:
geen werk geen geld slecht eten ziektes geen werk.
Arm en rijk
►Bij het meten van ontwikkeling kijk je eerst naar het bnp per inwoner.
Ondanks het hoge gemiddelde is er een grote inkomensongelijkheid.
● Groot verschil tussen arm en rijk = sociale ongelijkheid.
Blanke boeren bezitten 80% van de grond, die ze commercieel gebruiken.
Zwarte boeren beheren kleine stukjes grond en zijn zelfverzorgend.
■ Landhervorming nog geen succes (moeilijk, duur en dreigende voedseltekorten).
● Grote verschillen tussen gebieden = regionale ongelijkheid.
In provincies met Johannesburg en Kaapstad: veel werk in de dienstensector en in de
mijnbouw (rond Johannesburg).
■ Mensen trekken van het arme platteland naar de steden = urbanisatie.
Veel migranten komen terecht in de vluchtsector.
Rapportcijfer
►De human development index is een soort rapportcijfer.
Niet alleen het inkomen telt mee, maar ook het onderwijs en de gezondheidszorg.
● Indicator voor onderwijs = analfabetisme.
Er zijn grote verschillen tussen de bevolkingsgroepen.
● Indicator voor gezondheidszorg = levensverwachting.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw - Uittreksels 2 vwo – h1 antw © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2015
Het verschil tussen de zwarte en blanke bevolking is dertig jaar.
Er is een hoge zuigelingensterfte en sterfte onder aidspatiënten.
■ Ondanks voorlichting weten veel mensen niet hoe ze aids kunnen voorkomen.
Het aidsvirus komt vooral voor onder de zwarte bevolking.
Opkomend land
►Zuid-Afrika is een duale economie: ontwikkeld deel en onderontwikkeld deel.
● Zuid-Afrika is een van de twintig grootste opkomende landen.
Ontwikkelingspeil beschrijven
► Ontwikkelingspeil kun je meten met ontwikkelingskenmerken.
● Met die kenmerken kun je het ontwikkelingspeil beschrijven.
● Verklaren van ontwikkelingspeil moeilijk. Complex van oorzaken en gevolgen.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw - Uittreksels 2 vwo – h1 antw © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2015