Keuzedeel Passend Onderwijs

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 12

Keuzedeel

Specialist Passend Onderwijs (SPO)

Schooljaar 2021-2022

Opleiding Onderwijsassistent
ROC Friese Poort
Sneek
Inleiding

In 2014 is de Wet op het Passend Onderwijs van kracht geworden. De bedoeling van deze wet is om
alle leerlingen in onder meer het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs een plek
te geven op een school die bij hun kwaliteiten en ontwikkelmogelijkheden past.
Scholen bieden hiermee extra hulp of aanpassingen aan leerlingen die dat nodig hebben. Je kunt
hierbij denken aan leerlingen met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en kinderen met een
bijzondere onderwijsbehoefte.

Nu de Wet op het Passend Onderwijs in werking is getreden en er mogelijk een hoger aantal
kinderen met bijzondere zorg- en begeleidingsbehoefte dat in het regulier primair onderwijs komt
(en blijft), is het belangrijk dat er extra mogelijkheden komen om binnen de klas aan die zorg- en
begeleidingsbehoeften tegemoet te komen.

Door de invoering van het passend onderwijs groeit daarom de vraag naar beginnend
beroepsbeoefenaren die goed om kunnen gaan met grote verschillen tussen leerlingen in de klas.
Hierbij is de inzet van een goede onderwijsassistent zeer wel mogelijk en vaak zeer gewenst!
Met het keuzedeel Specialist Passend Onderwijs kan de beginnend beroepsbeoefenaar adequaat
anticiperen op deze verschillen en middels co-teaching een groep leerlingen aansturen.
Van een onderwijsassistent wordt wel meer gevraagd dan het uitvoeren van vaste taken rondom het
primair proces en het in opdracht van leerkracht of team uitvoeren van begeleidingstaken alleen.

Wanneer een student wil doorleren biedt keuzedeel Specialist Passend Onderwijs kennis en
vaardigheden die de aansluiting verbeteren op het hoger beroepsonderwijs, met name op een
pedagogische opleiding.
Dit verdiepende keuzedeel omvat taken, kennis en vaardigheden op het gebied van passend
onderwijs. De beginnend beroepsbeoefenaar voert passend onderwijs uit in alle fasen van het
leerproces van de leerlingen.

Het examen van keuzedeel Specialist Passend Onderwijs kan worden uitgevoerd in het regulier
basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, voortgezet
speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft brede en specialistische kennis en vaardigheden in het kader
van passend onderwijs op de volgende gebieden:
• Het signaleren van onderwijsbehoeften en het zelfstandig opstellen van individuele
begeleidingsplannen.
• Inhoudelijke deskundigheid ten aanzien van gedrags- en ontwikkelingsproblemen zoals
adhd, ass, cd, odd etc.
• Co-teaching in samenwerking met de leerkracht.
• Intensieve communicatie met de leerkracht over werkzaamheden in de klas, de leerlingen en
begeleidingstrajecten.
• Het uitvoeren van passend onderwijs in en rondom het primair proces en het bevorderen
van de kwaliteit van de zorg en de begeleiding.

Wij wensen je tenslotte veel plezier en inspiratie toe bij het werken aan keuzedeel Specialist Passend
Onderwijs!

2
Werkwijze

Deze reader hoort bij de ondersteuning van het keuzedeel Specialist Passend Onderwijs (SPO). Door
het volgen van de lessen en het maken van de opdrachten bereid je je voor op het examen van
keuzedeel SPO.

Door het werken aan de opdrachten, krijg je te maken met en oefen je belangrijke onderdelen van
het examen SPO. Je zult zien dat bepaalde onderdelen van het examen – methodisch observeren
bijvoorbeeld - in het regulier programma van de opleiding OA al een prominente rol spelen. Met het
keuzedeel SPO gebruik je en verdiep je wat je in het reguliere opleidingsprogramma hebt geleerd.

De reader SPO bevat 4 complexe opdrachten waaraan je zelfstandig werkt. Alle opdrachten zijn sterk
gericht op jouw persoonlijke beroepspraktijk, de BPV. Je voert dan ook regelmatig overleg over deze
opdrachten met je praktijkbegeleider. Voor opdracht 4 integreer je alle verkregen informatie en
inzicht uit opdracht 1, 2 en 3. Opdracht 4 (kindanalyse) presenteer je op de BPV.

Er wordt een grote mate van zelfstandigheid en zelfsturing verwacht, zoals ook van een goede
onderwijsassistent in het passend onderwijs gevraagd wordt. Alle opdrachten worden uiteindelijk
vastgelegd en door de praktijkbegeleider of begeleidend docent voorzien van feedback en
beoordeeld.

3
Te raadplegen literatuur

Hieronder vind je een aantal naslagwerken dat je zonder meer kunt gebruiken bij je opdrachten. Een
deel van de literatuur zal ook worden gebruikt bij de theorielessen. Op internet staat veel informatie
over passend onderwijs. Wees echter kritisch en voorzichtig met gebruik van open internetbronnen.
Ze zijn mogelijk niet betrouwbaar en geverifieerd op recente onderzoeksgegevens.

Titels uit onderstaande lijst kun je zonder meer raadplegen.

Cremers, T. e.a., Onderwijsassistent, profieldeel, Angerenstein, Edu’Actief b.v., 2017


Dawson P. en Guare, R., Executieve vaardigheden bij kinderen en adolescenten, Hogrefe, 2011
Delfos, Martine F., Luister je wel naar mij? (gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar)
SWP, 2000
Dreikurs R. en Cassel P., Orde houden zonder tranen Eduforce
Haxe M., Nijboer K. en Velderman H., Kinderen met ernstige problemen (standaarden voor de praktijk
in het onderwijs), Garant, 2007
Jong, de W., Gedrag is meer dan je ziet (wat iedere leerkracht moet weten van gedragsproblemen en
–stoornissen) Pica, 2010
Lieshout, T. van, Pedagogische adviezen voor speciale kinderen (Een praktisch handboek voor
professionele opvoeders, begeleiders en leerkrachten), Bohn Stafleu van Loghum, 2009
Methodiek en begeleiden , Angerenstein
Nauta, P. en Giesing, M., Leerlingen met een specifieke hulpvraag, 2014
Overveld, K. van, Groepsplan gedrag (planmatig werken aan passend onderwijs), Pica, 2014
Pedagogisch Werk 1, Angerenstein
Pijs, E., Omgaan met angst en conflicten, Angerenstein, 2005

Pedagogisch Werk 1 – Angerenstein


Thema 10 Achterstanden en stoornissen
Thema 11 Problemen en stoornissen

Onderwijsassistent – Angerenstein
Thema 9 Theorieën
Thema 11 Problemen bij kwetsbare kinderen

4
5
6
Opdracht 1
“Ik kan vandaag bij Sanne de toets van eergisteren afnemen hoor, ze is weer beter, ik zag haar net
fietsen”, zeg je tijdens het dagelijks werkoverleg met je praktijkbegeleider.

Het is nog vroeg in de ochtend. Zoals elke dag voeren je praktijkbegeleider en jij overleg om jullie
werkzaamheden in de groep vandaag op elkaar af te stemmen en om jullie taken te verdelen.
Gisteren hebben jullie het opmerkelijke gedrag van een leerling besproken en je hebt voorgesteld dit
kind tijdens een werkles te observeren. Jullie bespreken volgende week dinsdag wat je hebt
waargenomen en welke adviezen je hebt om de jongen beter te kunnen begeleiden.
Voor vandaag heb je de rekeninstructie voor een deel van de groep voorbereid en je weet waaraan de
kinderen bij de taallessen gaan werken als jij de verwerking begeleidt.

De bel gaat. De kinderen komen zo dadelijk jullie klas binnen.


“Ik haal snel nog de toets voor Sanne uit de kast zodat die alvast klaar ligt”.

Inleiding
Om kinderen binnen een groep de passende zorg en begeleiding te geven, besteden we binnen het
keuzedeel Specialist Passend Onderwijs aandacht aan een vorm van co-teaching. Leerkracht en
onderwijsassistent zijn hierbij samen verantwoordelijk in hun groep en de onderwijsassistent werkt
onder de verleende verantwoordelijkheid van de leerkracht.

Nu de Wet op het Passend Onderwijs in werking is getreden en er mogelijk een hoger aantal
kinderen met bijzondere zorg- en begeleidingsbehoefte in het regulier primair onderwijs komt (en
blijft), is het belangrijk dat er extra mogelijkheden komen om binnen de klas aan die zorg- en
begeleidingsbehoeften tegemoet te komen. Hiervoor is de inzet van een onderwijsassistent zeer wel
mogelijk.

Maar dan wordt van een onderwijsassistent wel meer gevraagd dan het uitvoeren van vaste taken
rondom het primair proces en het in opdracht van leerkracht of team uitvoeren van
begeleidingstaken alleen. Er wordt van de onderwijsassistent een hoge mate van zelfstandigheid,
zelfsturing en verantwoordelijkheid gevraagd.
Om co-teaching op een effectieve manier gestalte te geven is een onderwijsassistent nodig die
samen met de leerkracht verantwoordelijkheid draagt binnen de groep, die in voortdurende
samenspraak met de leerkracht werkzaamheden verdeelt en afstemt, die signaleert en rapporteert
en zelfstandig met initiatieven en voorstellen komt om het onderwijs in de groep voor alle kinderen
passend te maken.

Opdracht
Maak een beschrijving voor het portfolio met onderstaande punten:
o Geef een definitie van Passend Onderwijs vanuit de theorie.
o Onderzoek op welke manier Passend Onderwijs wordt waargemaakt op de BPV-locatie.
Interview hiervoor minimaal drie verschillende pedagogisch professionals.
o Onderzoek en beschrijf binnen de school welke verbeterpunten er zijn op het gebied van
Passend onderwijs.
o Kies één knelpunt waar je een advies over zou kunnen geven richting BPV-locatie op het
gebied van Passend Onderwijs. Motiveer waarom je voor dit knelpunt hebt gekozen met een
goede onderbouwing
o Maak met een plan, waarin je duidelijk maakt op welke manier de BPV-locatie zich kan
verbeteren op dit knelpunt. Maak gebruik van vakliteratuur in de beschrijving van jouw
verbeterplan.

7
Opdracht 2

Net wanneer jij klaar bent met het kopiëren van de werkbladen voor rekenen, zie je dat je collega de
instructie van de rekenles afrondt. “Weet elk van jullie wat ie doen moet?”.
Vijf kinderen weten zelfstandig de weg naar de instructietafel te vinden en volgen onder leiding van je
collega een verlengde instructie.
Jij loopt een ronde door de klas en kijkt of iedereen aan het werk kan en houdt van een afstandje
Joost in de gaten. Omdat hij het meestal lastig vindt aan zijn sommen te beginnen, rommelt hij vaak
eerst uitgebreid in zijn vak, laat zich van zijn stoel vallen of zoekt luidruchtig contact met zijn
tafelgroepje. Dat roept wel eens boze reacties op van geërgerde klasgenootjes.
Ondertussen wordt het rustig in de klas. Ieders blokje staat op groen, behalve dat van Gerrit. Hij wil
gewoon even niet gestoord worden.
Zachtjes loopt je achter Joost langs en fluistert terwijl je over zijn schouder in zijn werkboek kijkt; “Fijn
Joost, ik zie dat jij uit jezelf al aan je werk bent begonnen”.

Klassenmanagement is per groep en per leerkracht verschillend want het past bij wat de groep nodig
heeft en dat kan per groep verschillen. Wat wel elke groep nodig heeft en elke individuele leerling, is
een plezierige en veilige sfeer om zich te kunnen ontwikkelen, rust om goed te kunnen werken, een
stimulerende en positieve begeleiding, kennis hebben van verwachtingen en doelen kunnen halen,
uitdaging, een helder dagprogramma en soepele lesovergangen. Structuur is de grondslag voor het
welzijn en welbevinden van de kinderen, de leerkracht en de onderwijsassistent.
Orde, regels en rituele handelen in de vorm van terugkerende gebruiken en regels vormen de basis
voor goed klassenmanagement. Hierbij voelt niet alleen iedereen in de klas zich gekend maar is er
gelegenheid individuele kinderen of groepjes in of buiten de groep te ondersteunen zodat ook zij
effectief kunnen leren.

Voor de kinderen in de groep is het van wezenlijk belang dat leerkracht en onderwijsassistent goed
op elkaar zijn ingespeeld en dat zij samen vorm geven aan een plezierige leerklimaat en aan optimale
begeleiding. Hiervoor stemt de onderwijsassistent af op de leerkracht maar neemt tegelijkertijd een
positief kritische houding aan.

Opdracht
Maak een beschrijving voor je portfolio. De beschrijving bevat in ieder geval de onderstaande
punten:
o Onderzoek en beschrijf de belangrijkste aspecten vanuit de gestelde regels omtrent passend
onderwijs.
o Beschrijf op welke manier de BPV-locatie passend onderwijs integreert in hun dagelijkse
handelingen.
o Je beschrijft op welke manier de school de zorg en begeleiding op het gebied van Passend
Onderwijs hebben georganiseerd.
o Je beschrijft hiervoor de omgangsregels en afspraken tussen jou en jouw praktijkbegeleider,
de groepsregels, de afspraken over hygiëne, over het fysieke gedrag in de groep en op
school, over het volgen van instructies, het maken en inleveren van werk, samenwerken en
zelfstandig werken, over de manier waarop sociale veiligheid vorm krijgt en wat er van
kinderen verwacht wordt ten aanzien van de omgang met elkaar.
o Je beschrijft welke rituele handelingen er dagelijks in de klas gebruikt worden om de dag te
beginnen, af te sluiten en lesovergangen zo soepel mogelijk te laten verlopen.

8
o Je onderzoekt en beschrijft jouw rol in alle bovengenoemde onderdelen van het
klassenmanagement.
o Je beschrijft tenslotte welke eigen bijdrage jij levert aan goed klassenmanagement en welke
initiatieven je hiervoor neemt.

9
Opdracht 3
Kinderen hebben hun eigen behoeften op het gebied van ondersteuning en begeleiding. De een heeft
aanmoediging nodig; de ander juist dat het wordt afgeremd. Door het dagelijks contact met kinderen
in je klas ken je ze inmiddels goed en weet je in grote lijnen wat je van hun gedrag kunt verwachten.
Maar om een passende aansluiting bij de onderwijsbehoeften van een kind te vinden, is een objectief
en verantwoord beeld van het gedrag van een individueel kind op zijn plaats.
Want is het wel waar dat het kind zich altijd gedraagt zoals jij denkt? Komt het gedrag dat jij
verwacht wel zo vaak voor en zijn er factoren aan te wijzen die het gedrag juist versterken of
afzwakken? Hoe ervaart het kind zelf zijn gedrag en de reacties daarop van klasgenoten en
volwassenen? Welk effect heeft het gedrag op het zelfbeeld van de leerling en op zijn overig
functioneren en zijn plaats in de groep? Om passend onderwijs zo effectief mogelijk vorm te geven is
de aansluiting bij leerlingen met een bijzondere onderwijsbehoefte noodzakelijk. Het kind zelf immers
vormt het uitgangspunt voor de begeleiding. Voor het formuleren van het juiste begeleidingsadvies
heb je objectieve kennis nodig over het gedrag van het kind.

Opdracht
Je schrijft een uitgewerkte casus van de te observeren leerling met een gedragsprobleem met daarin
opgenomen de beschrijving van het geobserveerde gedrag, de resultaten van een leerling-enquête of
sociogram en je conclusie naar aanleiding van het met de leerling gevoerde gesprek, gekoppeld aan
ontwikkelingspsychologische theorie De informatie uit de observatie, de resultaten van de leerling-
enquête of het sociogram, en de conclusie uit het gevoerde gesprek met de leerling worden
gekoppeld aan het ontwikkelingsaspect en vergeleken met de ontwikkelingsfase waarin de leerling
zich bevindt, met het doel een helder overzicht te bieden van de problematiek, de
begeleidingsbehoefte en de zorg omtrent de ontwikkeling van de leerling. Uiteindelijk ga je de
leerling ook daadwerkelijk begeleiden.

Stappenplan opdracht

o Je maakt een voorstel voor de leraar, waarin je duidelijk maakt welke leerling met een
gedragsprobleem je gaat observeren om het gedrag, de werkhouding of de leerresultaten te
kunnen verklaren om vervolgens beter te kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van
deze leerling.
o Je beschrijft het reeds bekende gedrag van deze leerling en koppelt dit aan
ontwikkelingspsychologische theorie.
o Je doet een vergelijkend onderzoek naar het gedrag zoals verwacht zou mogen worden van
een kind in dezelfde leeftijd en ontwikkelingsfase.
o Je doet zelfstandig onderzoek naar de rol van de leerling in de groep door het maken van een
sociogram of door gebruik te maken van de leerling-enquête.
o Je voert een leerling-gesprek met het doel te achterhalen wat de onderwijsbehoefte van de
leerling is en je schrijft een verslag over het gesprek en voegt dit toe in je portfolio.
o De informatie en conclusie uit het leerling-gesprek verwerk je in de schriftelijke uitwerking
van de casus over de problematiek en onderwijsbehoefte van de leerling.
o Maak je een begeleidingsplan. De methodische stappen komen terug in het begeleidingsplan
en hierin beschrijf je op welke manier jij aansluit bij de visie van de school op het gebied van
Passend Onderwijs. De leerling begeleid je minimaal op drie verschillende momenten.
o In je begeleidingsplan beschrijf je hoe jij jouw handelen afstemt op de leerling en hoe je
specifieke leermiddelen- of materialen hebt ingezet.
o Uiteindelijke beschrijf je een evaluatie over het gehele plan.

10
Opdracht 4
Kindanalyse (presentatie)

Om optimaal te kunnen aansluiten bij de begeleidingsbehoefte van een kind, is het nodig een volledig
beeld van het kind te schetsen. Door onderzoek te doen naar de plaats van het kind in de groep, een
gesprek te voeren met het kind, een observatie uit te voeren etc. kun je het kind in zijn mogelijkheden
en beperkingen schetsen. Omdat binnen een school vaak meerdere leerkrachten bij de leerling
betrokken zijn geef je informatie over deze leerling. Je licht een zogenaamd schoolteam voor over de
mogelijkheden en beperkingen van het kind. Je houdt een professionele presentatie aan de hand van
alle in opdracht 3 verkregen informatie. Je doet een voorstel over de begeleiding van het kind en
toetst of je met dit voorstel op de juiste weg bent om aan te sluiten bij ontwikkelbehoefte van het
kind.

Opdracht
Je start de presentatie met te vertellen over hoe zij Passend Onderwijs hebben vormgegeven en
geeft hen een advies mee (opdracht 1). Na het algemene stuk presenteer je de analyse van het kind.
Het doel is dat jouw team een duidelijk beeld krijgt van gedragingen van het kind, mogelijkheden en
beperkingen van het kind en een duidelijke en uitgebreide achtergrondinformatie over de
ontwikkelingspsychologische theorie waaraan het gedrag van het kind gekoppeld zou kunnen
worden. Tijdens de presentatie van de analyse van het kind verantwoord je de gekozen
observatiemethodiek en jouw wijze van werken. Je neemt in jouw analyse alle informatie op uit
voorafgaand onderzoek (observatie, kindgesprek, groepsonderzoek etc.). Je verantwoordt hoe je de
begeleiding hebt vormgegeven en sluit af met de evaluatie van het begeleidingsproces.

Beoordeling
De praktijkbegeleider beoordeelt de presentatie. Zie de volgende bladzijde. Zorg ervoor dat de
presentatie voldoet aan de gestelde beoordelingscriteria.

11
Beoordelingsformulier

Voor dit examen moet je twee acties uitvoeren:

- Het geven van een presentatie op de BPV-locatie


- Het inleveren van een portfolio

De verwerking van de opdrachten komen terug in beide onderdelen.

Onderstaande beoordelingspunten worden beoordeeld door de praktijk aan de hand van je


presentatie:

• Geeft het team duidelijk inzicht in het opgestelde en uitgevoerde begeleidings- en/of lesplan
en het doel dat met dit plan nagestreefd wordt.
• Licht toe hoe de zorg en begeleiding gericht op Passend Onderwijs is verwerkt in het
begeleidings- en/of lesplan.
• Legt uit hoe en waarom er gebruik is gemaakt van specifieke leermiddelen en -materialen
voor Passend Onderwijs.
• Evalueer in het teamoverleg hoe er is omgegaan met zorgbehoeften van de leerling en/of
student en of het in het lesplan benoemde doel is bereikt.

Onderstaande criteria worden beoordeeld door ROC Friese Poort. Dit wordt beoordeeld aan de
hand van het portfolio. Je dient eerst de presentatie te geven voordat je onderstaande punten kan
laten beoordelen.

o Verbind het knelpunt met wat is opgenomen in de (het) kwaliteitszorg(systeem) voor Passend
Onderwijs volgens de protocollen van de basisschool, VO of MBO.
o Licht de verbeteracties/aanpassingen van het protocol gericht op Passend Onderwijs op
professionele en inhoudelijke wijze toe.
o Onderbouw de toelichting van de verbeteracties/ aanpassing van het protocol gericht op
Passend onderwijs met behulp van vakliteratuur en benoem welke literatuur is geraadpleegd.

12

You might also like