Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Leerstofoverzicht NW eerste

trimester
Lijst met begrippen
koolwaterstoffen Etheen

uitgebreide structuurformule Propeen

beknopte structuurformule Styreen

skeletformule Vinylchloride

brutoformule Polymerisatie

alkanen Polycondensatie

vertakte alkanen Polyadditie

alkenen Polyester

alkynen Polyamide

onverzadigd Thermoplasten

verzadigd Thermoharders

cyclische koolwaterstoffen Elastomeren

heteroatoom Apolair

stofklasse Polair

isomeren Emulgator

geometrische isomeren Micel

optische isomeren Protondonor

softenon Protonacceptor

thalidomide Brönsted-Lowry theorie

asymmetrisch C-atoom Indicator

Macromolecuul pH-waarde

Polymeer neutralisatiereactie

Monomeer Maalox

Destillatiekolom Buffermengsel

Nafta Bufferend vermogen

Kraakproces Aflopende reactie


Mol Reactie-energie

Reactiesnelheid Katalysator

Effectieve botsing Evenwichtsreactie

Activeringsenergie Principe van Le Châtelier

Exotherm

Endotherm

Te kunnen en kennen
Je kan:

1. Organische chemie
1.1 koolwaterstoffen (p5-10)
 Het begrip koolwaterstoffen in eigen woorden uitleggen.
 De uitgebreide structuurformule, de beknopte structuurformule, de skeletformule en de
brutoformule en de naam van de 10 kleinste alkanen geven.
 De naam van eenvoudig vertakte alkanen geven.
 Het verschil tussen onverzadigde en verzadigde koolwaterstoffen in eigen woorden uitleggen.
 De naam van de 10 kleinste alkenen geven.
 De correcte naam van een alkeen linken aan de juiste structuur.
 De naam van de 10 kleinste alkynen geven.
 De correcte naam van een alkyn linken aan de juiste structuur.
 Cyclische koolwaterstoffen kunnen herkennen aan de hand van de uitgebreide structuurformule,
de beknopte structuurformule of de skeletformule.
 Een gelijkaardige oefening aan oefening 1 en 2 op p9-10 oplossen.

1.2 derivaten van koolwaterstoffen (p11-14)


 Het begrip heteroatoom in eigen woorden uitleggen.
 Met behulp van de tabel op p12 functionele groepen herkennen op een gegeven structuur.
 De behandelde alkanen, alkenen, alkynen en derivaten van KWS uit het dagelijkse leven kunnen
geven (ook structuurformule !)

1.3 isomeren (p14-15)


 De definitie van isomeren geven.
 Isomeren herkennen aan de hand van de structuurformules.(oefeningen zie ppt)
 In eigen woorden de begrippen geometrische isomeren en optische isomeren kunnen geven.
 In eigen woorden uitleggen wat een asymmetrisch C-atoom is.
 Een asymmetrisch C-atoom op een ongeziene structuur kunnen aanduiden.
 Het softenon accident linken aan de theorie van optische isomeren.
1.4 kunststoffen (p16-26)
 de definitie van macromoleculen in eigen woorden geven.
 Het verschil tussen natuurlijke en synthetische macromoleculen geven.
 In eigen woorden uitleggen van waar de bouwstenen van polymeren komen.
 De structuurformule voor etheen, propeen, styreen en vinylchloride geven.
 De drie reactietypes herkennen (aan de hand van een gegeven reactievergelijking).
 Argumenteren waarom een reactie een polymerisatie, een polyadditie of een polycondensatie is.
(dezelfde monomeren of verschillende monomeren, wel of geen nevenproducten)
 Een kort polymeer van polyetheen, polypropeen, polystyreen of polyvinylchloride tekenen.
 Aan de hand van de structuur de eigenschap van een kunststof verklaren (thermoplast,
thermoharder of elastomeer).
 Oefeningen p26-27

1.5 de zepen (p27-28)


 Aan de hand van de structuur van een zeepmolecuul de functie van zeep uitleggen. (zowel in
woorden als met behulp van een tekening)
 Een voorbeeld van een emulgator uit het dagelijkse leven geven.

2. Organische chemie
2.1 zuren, basen en buffers (p31-36)
 Definitie van zuren en basen in eigen woorden geven aan de hand van de Brönsted-Lowry theorie
 De reactievergelijking van sterke zuren en sterke basen in water uitschrijven.
 De kleur van fenolftaleïne, broomthymolblauw en methyloranje in zuur en in basisch milieu
geven.
 De verschillende manieren om de pH te meten geven en met elkaar vergelijken.
 De relatie tussen de concentratie aan H3O+ ionen en de pH geven.
 Het verschil tussen sterke zuren en zwakke zuren in eigen woorden uitleggen.
 De afleiding van de reactie tussen zuren en basen geven.
 Een neutralisatiereactie in eigen woorden uitleggen.
 De functie en werking van Maalox in eigen woorden uitleggen.
 Neutralisatiereacties tussen een zuur en een base uitschrijven.
 De definitie van een buffer en het bufferend vermogen in eigen woorden uitleggen.
 Een toepassing van een buffer in het dagelijkse leven geven.

STOFOMZETTINGEN
1. Aflopende reactie
 Het begrip aflopende reactie in eigen woorden uitleggen.

1.1 stoichiometrie (p37-40)


 De begrippen mol en molaire massa toepassen in oefeningen.
 Wet van behoud van atomen toepassen in oefeningen.
 Oefeningen op stoichiometrie oplossen. (zie ook klastaak).
2. Reactiesnelheid
2.1 trage en snelle reacties (p41-42)
 Definitie van reactiesnelheid in eigen woorden geven.
 De 2 factoren die kans op effectieve botsing beïnvloeden geven.

2.2 activeringsenergie (p42-44)


 Het begrip activeringsenergie in eigen woorden uitleggen.
 Het energiediagram van een exotherme reactie met de nodige begrippen tekenen.

2.3 factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden (p44-48)


 De verschillende factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden benoemen.
 De verschillende factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden herkennen in een ongezien
voorbeeld.
 De grafieken uit de powerpoint en de cursus bij de juiste factor linken en de grafieken in eigen
woorden uitleggen.

3. Evenwichtsreacties
3.1 Inleiding (p48-49)
 Het begrip evenwichtsreactie/omkeerbare reactie uitleggen aan de hand van het voorbeeld van
spuitwater.

3.2 verstoring van het chemisch evenwicht (p50-51)


 Oefeningen op verstoring van het evenwicht maken (zie ook oefeningen in onderzoeksbundel).

3.3 evenwichtsreacties in het dagelijkse leven (p52-53)


 De 2 voorbeelden (grotvorming + binding zuurstof aan hemoglobine) in eigen woorden kunnen
uitleggen aan de hand van de bijhorende evenwichtsreacties

You might also like