Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 15

Antwoorden bij Bespiegeling H2 VWO opdrachtenboek

2. Cultuur van de kerk


Elfde tot en met de veertiende eeuw

Introductie

1 Antwoord ter beoordeling aan de docent.

2 Antwoord ter beoordeling aan de docent. Gebruik eventueel de rubric voor het
beoordelen van presentaties in het docentenmateriaal.

2.1 Kloosters

Start

3 Antwoord:
• De geestelijkheid (oratores) heeft de taak God te dienen en te eren (ook
namens de andere standen).
• De adel (bellatores) heeft de rol het grondgebied te besturen en te
verdedigen.
• De werkenden (laboratores) die het werk voor anderen verrichten, zoals de
boeren en ambachtslieden.

4 Antwoord:
• Ora betekent bidden. In de kloosters wordt per dag een uur of zeven gebeden
verdeeld over (acht) gebedstijden.
• Labora betekent werken: rond 1000 betreft dat vooral werkzaamheden binnen
het klooster, zoals het kopiëren en illustreren van boeken in het scriptorium,
werken op de landerijen van het klooster, werken in de keuken, etc.

5 Antwoord. Twee van de volgende:


• Een kerkgebouw wordt alleen door de Kerk ingewijd als er een Pauselijk
goedgekeurd reliek van een van de heiligen aanwezig is.
• De relieken zijn nodig om God aan te spreken.
• Een belangrijk reliek verhoogt de status van de kerk, levert meer bezoekers op
en kan zelfs een einddoel worden van pelgrimstochten (wat ook economisch
interessant is).

6 Antwoord: drie van de volgende:


• De teksten worden gezongen in het Latijn.
• De nadruk ligt op de melodie.
• De zang is eenstemmig.
• De zang is niet maatgebonden
7 Strekking antwoord::
Het laatste oordeel is de definitieve afrekening of beloning voor het aardse leven en
bepaalt een plek in de hemel of hel (en vagevuur hier tussenin). Door dit oordeel
voorstelbaar te maken en uit te beelden worden mensen voortdurend hieraan
herinnerd. Het roept de gelovigen op hier op aarde het goede te doen. De getoonde
gruweldaden gelden als waarschuwing voor de gevolgen van het niet op de juiste
manier leven.

8 Strekking antwoord:
Het streven naar – en de persoonlijke ervaring van – éénwording met God.

9 Antwoord, drie van de volgende:


• Zware massieve (dragende) muren.
• Toepassen rondbogen en tongewelf.
• Kleine ramen.
• Overzichtelijke ruimtelijke indeling (zowel van buitenaf bezien, als in het
interieur).
• Beeldhouwwerk sluit aan bij (is onderdeel van) de architectuur.

10 Strekking antwoord:
Cluniacenzers vinden dat de kerk overdaad en rijkdom mag tonen ter ere van God.
Cisterciënzers vinden dat de kerk eenvoud en nederigheid moet tonen, in navolging
van Christus.

11 Antwoord:
• Stap 1: de tekst wordt voorzien van neumen (geheugensteun voor de loop van
de melodie).
• Stap 2: de notenbalk wordt geïntroduceerd: eerst met twee gekleurde lijnen
(geel voor de toon ‘c’ en rood voor de ‘f’).
• Stap 3: later wordt de vierregelige notenbalk gebruikt.

12 Antwoord, twee van de volgende:


• Venetië ligt op de zijderoute, de handelsroute tussen Europa en het Oosten.
• De reisverslagen die de Venetiaanse handelsreiziger en ontdekkingsreiziger
Marco Polo schrijft en publiceert zijn van grote invloed op beeldvorming in het
Westen van het Oosten.
• In Venetië wordt kunst (ook als oorlogsbuit) uit het Oosten verzameld en
getoond. Of: in Venetië wordt Oosterse kunst zichtbaar voor de Europeanen.

13 Antwoord, twee van de volgende:


• De route loopt door het meest zuidelijke gebied waar de katholieke kerk macht
uitoefent. Een pelgrimsroute door dit gebied versterkt de positie van de
katholieke kerk in dit grensgebied.
• Het aanwijzen en cultiveren van Santiago de Compostella als religieus
bedevaartsoord maakt de stad tot een heilige plek die verdedigd zal worden
door de katholieken.
• Het ontwikkelen van de route zorgt voor een economische impuls, groei van
de steden (bouwactiviteiten) die gunstig zijn voor het keren van mogelijke
uitbreiding van de islamitische invloedsfeer.
14 Antwoord: twee van de volgende:
• Toepassen van (dubbele) bogen in hoefijzervorm
• Toepassen van abstracte versieringen, of: ontbreken van figuratieve
schilderingen en beelden.
• Plattegrond loopt gelijkmatig door in alle richtingen (labyrint, woud van zuilen)

Focus

15 Strekking antwoord:
Antwoord: de kloosters wisselden manuscripten, muziek en bouwtechnieken uit, die
zorgden voor meer eenheid in stijl.

16 Antwoord, twee van de volgende:


• Er zijn geen versieringen (beeldhouwwerk, reliëfs of schilderingen) toegepast.
• Het materiaal (bakstenen, betonbalken, hout) bepaalt de schoonheid van het
gebouw.
• De ruimtelijke indeling is helder en overzichtelijk.
• Er zijn zware massieve muren – of: grote gesloten muurvlakken – toegepast.

17 Antwoord, twee van de volgende:


• Overal worden rechthoeken toegepast Rechthoeken (en dus geen complexe
bogen en krommingen). Dit zorgt voor een overzichtelijke ruimtelijke indeling.
• Elke decoratie die afleidt van de ruimtelijke indeling ontbreekt.
• De indeling van de ruimte is helemaal symmetrisch.
• Wit en lichtgrijs zijn de belangrijkste kleuren die zijn toegepast, hierdoor blijven
de ruimtelijke vormen van de architectuur en de meubels goed zichtbaar.

18 Antwoord, drie van de volgende antwoorden:


• eenstemmig gezongen
• liturgische tekst
• in het Latijn
• geen vaste maatsoort / de melodie volgt het tekstritme

19 Antwoord, twee van de volgende:


• [V218] is syllabisch met één toon per lettergreep. [V202] is melismatisch met
meer tonen per lettergreep.
• [V218] wordt meer op dezelfde toonhoogte gezongen, alsof het gereciteerd
wordt. [V202] kent veel verschillende toonhoogtes, met een meer melodische
lijn.
• [V218] heeft weinig variatie in toonhoogte. [V202] heeft een grote variatie in
toonhoogte.
20 Strekking antwoord:
Mystiek is het streven naar – en de persoonlijke ervaring van – eenwording met God.
In de tekst wordt benadrukt dat God het evenbeeld is van de mens. Er is sprake van
een vorm van gelijkwaardigheid, een goed uitgangspunt voor éénwording met God.

21 Strekking antwoord:
Hildegard von Bingen. De goddelijke inspiratie is op de illustratie zichtbaar gemaakt
door de rode pijlen (‘vlaggetjes’) die van bovenaf op haar hoofd worden gericht. Ze
noteert de muziek (op leisteen) in een afzonderlijke ruimte (waar ze haar visioen
krijgt). Volmar verblijft in een andere ruimte en schrijft de op (op papier of
perkament).

22 Antwoord
Muzikaal aspect: toonhoogte

2.2 Kathedralen

Start

23 Antwoord, vier van de volgende:


• Gebruik spitsbogen
• Complexe gewelven
• Gebruik van luchtbogen
• Gebruik van steunberen
• Toepassing grote raamoppervlakken (veelal ingevuld met
gebrandschilderde en/of glas in loodramen)
• In de gevels overheerst verticaliteit.

24 Antwoord:
De luchtbogen vormen een ingewikkeld stelsel van verbindingen. Vanaf de
buitenkant zien de luchtbogen eruit als steigers waarachter de werkelijke kerk
schuilgaat.

25 Antwoord, twee van de volgende:


• De Romaanse beelden zijn meestal als reliëf opgenomen in het muurvlak, de
gotische beelden staan los voor het muurvlak.
• De Romaanse beelden kunnen vanaf één kant bekeken worden. De Gotische
beelden kun je van meer kanten bekijken.
• De Romaanse beelden worden aangepast aan (voegen zich naar)
architectonische kaders, zoals de rondboog. Bij de gotische beelden is dat
minder het geval.
• De Romaanse reliëfs maken gebruik van dieptesuggestie bijvoorbeeld door
overlapping en groot-klein-verschil waardoor de ‘losse’ figuren alleen
beoordeeld kunnen worden als onderdeel van een samengestelde voorstelling
(zoals een schilderij of tekening). De gotische beelden kun je een voor een
bekijken en beoordelen, zoals standbeelden uit de klassieke oudheid.
26 Antwoord, de gevel is opgebouwd uit verschillende lagen:
• Onderaan entreepoorten met spitsbooggewelven;
• daarboven het roosvenster met de basis van de torens;
• daarboven de beelden van de in deze kathedraal gekroonde Franse koningen;
• tenslotte de twee opengewerkte torens.

27 Antwoord:
• De vensters laten veelkleurig licht naar binnen; Suger beschouwt dit als
‘goddelijk’ licht.
• Op de vensters staan verhalen en personages uit de Bijbel afgebeeld; de
vensters hebben een didactische functie, de gelovigen leren de verhalen uit
de Bijbel kennen.
• De vensters sluiten het interieur af en houden kou en regen buiten (in
tegenstelling tot de romaanse kerken kent een gotische kerk nauwelijks
afsluitende en dragende stenen muren).

28 Antwoord, twee van de volgende:


• De zuilen en pijlers in de kerk zijn (ook kruislings) verbonden met spitsbogen.
Samen vormen de bogen het dakgewelf dat deels gedragen wordt door de
zuilen.
• De luchtbogen vangen het gewicht van het dak-gewelf op.
• de pijlers aan de buitenkant van de kerk vangen het door de luchtbogen
afgeleide gewicht op.

29 Antwoord:
• Veel gezongen missen zijn meerstemmig en daarmee aantrekkelijker voor een
breder publiek.
• Bij sommige gelegenheden worden Bijbelteksten ondersteund met
(toneel)spel (liturgisch drama), waardoor deze voor de gelovigen die het Latijn
niet machtig zijn toch begrijpelijk worden.

30 Antwoord:
Kyrie; Gloria; Credo; Sanctus en Agnus Dei.

31 Antwoord:
De cantus firmus is de hoofdmelodie bij meerstemmige composities. De cantus
firmus is vaak ontleend aan bestaande muziek, zoals het gregoriaans of aan
volksliedjes. In dit voorbeeld wordt de duur van de noten van de cantus firmus zeer
langgerekt (en is daardoor nauwelijks nog als melodie herkenbaar). In het
notenschrift is de muziek verdeeld over telkens drie balken. De cantus firmus met de
langgerekte noten en de tekst is te lezen op de onderste van de drie notenbalken.

32 Antwoord:
• Bij een liturgisch drama wordt de Bijbeltekst voor zover nodig omgezet in
dialogen.
• Met toneelspel wordt de rolverdeling in de dialogen ondersteund.
33 Antwoord:
Een samenwerkingsverband van ambachtslieden met hetzelfde beroep in een stad.

34 Strekking antwoord:
De artes liberales zijn de vrije kunsten waaronder de ‘wiskunde’ vakken (het
quadrivium: rekenen, muziek, geometrie en astronomie) en de taalvakken (het
trivium: grammatica, dialectiek en retorica). De artes mechanicae zijn vakken die in
die tijd als ambachtelijk werden beschouwd, van koken tot beeldhouwen en
schilderen. Deze vakken leer je niet op scholen maar in ateliers e.d. van ervaren
ambachtslieden.

Focus

35 Antwoord, twee van de volgende:


• Het gezang is meerstemmig.
• Er wordt gezongen met een vaste puls / een terugkerend/herhalend ritme.
• Er wordt gezongen met een begeleidende toon (de melodie wordt
ondersteund door een liggende toon). Dit is de oudste vorm van het organum.
De eerste stem (cantus firmus) zingt de oorspronkelijke gregoriaanse melodie
andere stemmen versieren deze melodie.

36 Strekking antwoord: een van de volgende:


• In de snel groeiende steden spelen leken (de stadsbewoners als niet-
geestelijken of niet-kloosterlingen) een steeds grotere rol. Voor deze gelovigen
geldt Maria als de verbinding tussen de mens en God. Zij kan hun gebeden
aanvaarden.
• Door de groeiende invloed van de stadsbewoners groeit de behoefte aan een
meer menselijke invulling en uitleg van het geloof. Maria, als ‘moeder van
Christus’ voldoet daaraan. (Van de mensen staat zij het dichtst bij God.)

37 Strekking antwoord:
De beeldhouwkunst wordt meer realistisch of waarheidsgetrouw.
Dit is te zien aan drie van de volgende:
• De plooival van de kleding wordt minder schematisch.
• De gezichten worden expressiever.
• De onderlinge interactie tussen de twee figuren (hoe ze op elkaar reageren)
wordt complexer en natuurlijker.
• De houding van de mensfiguren wordt soepeler, sierlijker.
• De anatomie krijgt meer aandacht (ook al gaat die schuil onder kleding).

38 Antwoord:
De annunciatie is de aankondiging van de geboorte van Christus. In de kerkelijke
kalender is dat precies negen maanden voor de geboorte (eerste kerstdag).
39 Strekking antwoord, een van de volgende:
• De Messe de Nostre Dame is een meerstemmige mis en heeft daardoor een
grote klankrijkdom. Dit past goed bij de kathedraal van Reims: de vele beelden
aan de buitenkant en de kleurenpracht van de ramen in het koor getuigen
eveneens van een grote rijkdom en schittering.
• Er is een grote variatie aan toonhoogte, melodieën schieten omhoog en er
wordt gebruik gemaakt van hoge noten voor de extra stemmen. Dit komt
overeen met het streven naar verticaliteit en naar het licht van de grote, hoge
vensters en spitsbogen van de kathedralen van de gotiek.
• De meerstemmige muziek bestaat uit stemmen als toegevoegde versiering net
zoals de architectuur aangevuld wordt met extra decoratieve elementen.

40 Antwoord, drie van de volgende:


• Het lied is geschreven in de volkstaal.
• Het lied heeft een eenvoudig rijmschema.
• De tekst kent veel herhalingen.
• Er zit veel herhaling in de melodie, waardoor voor het publiek een snel
herkenbare refrein-couplet-opbouw ontstaat.
• Het droevige karakter van de tekst komt in de muziek op een herkenbare
manier tot uitdrukking, vooral in de tweede en derde stem.

41 Strekking antwoord:
• Beide gaan uit van de verering van de vrouw, het zijn twee voorbeelden van
een vrouwencultus.
• Beide vertegenwoordigen een norm voor de echte (goede, juiste of hogere)
vorm van liefde en geloof.

42 Antwoord, een van de volgende:


• Notatie wordt onmisbaar omdat de muziek steeds complexer wordt (polyfonie).
• Ook buiten het hof en buiten de kloosters wordt de behoefte aan muziek
steeds groter. Er ontstaat een markt voor muziek. Door de notatie kan de
muziek ook door anderen en elders uitgevoerd worden.

2.3 Steden

Start

43 Antwoord, twee van de volgende:


• In het Palazzo Pubblico waar het bestuur zetelt neemt een centrale plek in op
het centrale plein.
• Het centrale plein (Piazza del Campo) is zo vormgegeven dat het een
weerspiegeling is van de bestuursvorm van de stad (de Nove).
• Het Palazzo Pubblico oogt als een fort met veel kantelen en een hoge
(uitkijk)toren. Vanuit dit punt werd de verdediging van de stad georganiseerd.
44 Antwoord, drie van de volgende:
• Op het plein werden markten gehouden.
• Op het plein werden (volks)feesten (in Siena o.a. de paardenrennen)
gehouden.
• Openbare terechtstellingen (bijvoorbeeld het uitvoeren van de doodstraf)
vonden op het plein plaats.
• Soms werden op het plein (religieuze) feesten en processies gehouden.

45 Antwoord:
• Het geven van onderwijs.
• Het verzorgen van de zieken.
• De armenzorg.

46 Antwoord: drie van de volgende:


• Hij spreekt het volk toe in hun eigen taal.
• Hij maakt de verhalen uit de Bijbel voor het volk voorstelbaar (zo introduceert
hij bijvoorbeeld de kerststal).
• Hij wordt, door af te zien van bezittingen, één met het minderbedeelde volk.
• Hij legt in zijn preken de nadruk op de menselijke kant van Christus.

47 Antwoord, twee van de volgende:


• Hij portretteert de mensen levensecht, met herkenbare emoties.
• Hij plaatst de mensfiguren in een levensechte ruimte (loopt daarmee vooruit
op het lijnperspectief zoals dat in de renaissance wordt toegepast).
• Hij is op het gebied van de weergave van houdingen (anatomie) en plooien
een stuk verder dan zijn voorgangers.

48 Antwoord, mysteriespel, drie van de volgende:


• Inhoud gebaseerd op Bijbelverhalen (of beschrijvingen van het leven van de
heiligen).
• Het spel bestaat uit losse onderdelen (of losse toneelstukjes) en wordt soms
uitgesmeerd over enkele dagen en vaak ook over verschillende podia.
• In de mysteriespelen wordt gespeeld in de taal van de Bijbel (aanvankelijk ook
in het Latijn)
• De festiviteiten zijn verbonden aan de kerkelijke kalender, bijvoorbeeld het
passiespel rond en op de paasdagen.
Mirakelspel: drie van de volgende:
• Spel met religieuze strekking, maar niet rechtstreeks ontleend aan de Bijbel.
• Menselijke drama’s en zonden worden in het spel opgelost en vergeven door
tussenkomst van Maria of heiligen (dit is het ‘mirakel’).
• Gespeeld in de volkstaal.
• Niet gebonden aan de kerkelijke kalender.
• Een mirakelspel is minder groots opgezet en staat los van vieringen die zich
uitstrekken over meerdere dagen en plekken.

49 Antwoord, drie van de volgende tegenstellingen:


• De troubadour is vaak van adel en heeft een opleiding genoten, vaak aan het
hof, de straatmuzikant niet.
• De troubadour treedt op aan het hof, de straatmuzikant treedt op voor het volk
op straat en in drinklokalen.
• De troubadour staat hoog in aanzien, de straatmuzikant staat laag in aanzien,
ook ten opzichte van de bewoners van de stad.
• Het repertoire van de troubadour bestaat voor een groot deel uit het bezingen
van de hoofse liefde, dat geldt niet voor de straatzanger.
• De straatzanger moet rond zien te komen van zijn muziek, de troubadour
maakt muziek uit liehebberij. .

50 Strekking antwoord:
Het vereren en bezingen van een onbereikbare vrouw. De liefde wordt niet in praktijk
gebracht maar gecultiveerd in dicht- of liedvorm.

51 Antwoord, twee van de volgende:


• De voorstelling is een eerste voorbeeld sinds eeuwen van de combinatie
tussen theater en muziek en loopt vooruit op bijvoorbeeld de opera of musical.
• De onderwerpkeuze is vernieuwend: het is een volwaardige, niet
geïmproviseerde voorstelling over een niet religieus onderwerp.
• De voordracht is humoristisch en wijkt daarmee af van de lang geldende
voorkeur voor het bezingen van de hoofse liefde.

52 Antwoord, vier van de volgende:


• Er zijn bouwactiviteiten te zien in de stad.
• In de stad heerst rust, het is er veilig.
• Er is bedrijvigheid, je ziet ambachtslieden in hun werkplaatsen aan het werk.
• Er wordt onderwijs gegeven.
• Er worden in de stad allerlei producten verkocht, er is overvloed.
• Van buiten de stad worden door de poort allerlei (landbouwproducten)
ingevoerd. De ezels zijn bepakt en bezakt.
• Voor de rijken is er tijd genoeg voor het maken van een rijtoer.
• Er wordt gedanst in de stad.

53 Antwoord, samengevat:
Muur- of plafondschildering aangebracht op een natte kalklaag (al fresco) waardoor
pigmenten bij droging in de muur trekken.

Focus

54 Antwoord, twee van de volgende:


• Franciscus reist door het land (van dorp naar dorp of van kasteel naar
kasteel), net zoals een troubadour dat doet.
• Franciscus schrijft (lied)teksten in de eigen volkstaal (anders dan de geldende
kerkmuziek).
• Franciscus verkondigt het geloof op een toegankelijke manier met
aansprekende voorbeelden, wat lijkt op de onderwerpkeuze van de
troubadours.
55 Strekking antwoord:
• Franciscus is populair omdat hij goed inspeelt op de behoefte bij het volk aan
een meer toegankelijke verkondiging van het geloof. Of: Franciscus pleit voor
een Kerk die niet uit is op eigen gewin maar zich richt op hulp aan armen. In
de snelgroeiende steden is hier behoefte aan.
• De Kerk kan de roep om zijn heiligverklaring niet negeren omdat burgers (of
het volk) meer zeggenschap krijgen in de Kerk.

56 Strekking antwoord
• Doel: passie- en mysteriespelen, maar ook de kerststal, dienen om
Bijbelverhalen, in het bijzonder de verhalen over Christus, dichter bij de leken
te brengen.
• Vorm: dit gebeurt door het naspelen van de Bijbelverhalen in plaats van – of
naast – rituele vieringen met Latijnse teksten uit de Bijbel.
• Inhoud: dit alles speelt een rol bij het ontstaan van een toegankelijk en
menselijk beeld van God in plaats van een alwetende en gevreesde rechter
(inhoud).

57 Drie van de volgende antwoorden:


• De afgebeelde figuren staan op een kloppende plek in de perspectivische
ruimte.
• Plooien, houdingen en gezichtsuitdrukkingen zijn niet meer schematisch.
• Hij laat het verhaal plaatsvinden in een natuurlijke omgeving.
• Ruimte: er is op het werk van Giotto sprake van lijnperspectief (waarmee een
gebouwde omgeving is getekend).

58 Antwoord, twee van de volgende:


• Giotto en Franciscus hebben beiden meer aandacht dan in de middeleeuwen
gebruikelijk is voor de direct zichtbare (materiële, meetbare, natuurlijke)
wereld.
• Giotto en Franciscus hebben meer aandacht voor een vertellende en/of
menselijke uitbeelding van het geloof (Christus als voorbeeld en als
mensenkind en niet als goddelijke rechter).
• Giotto en Franciscus richten zich beiden op een breed (stedelijk) publiek.

59 Antwoord, vier van de volgende:


• Franciscus neemt afstand van materialisme (rijkdom en luxe) en leeft verder in
armoede en eenvoud. In de clip wordt dat gesymboliseerd door het afwerpen
van een dure mantel. Of: in de clip is dat te zien door het veelvuldig in beeld
brengen van de tegenstelling tussen rijk en arm.
• Schoeisel hoort volgens Franciscus bij overbodige luxe. Hij wordt traditioneel
afgebeeld op blote voeten. In de video is goed te zien dat Lauro geen
schoenen draagt bij het ‘Franciscus’ kostuum.
• Franciscus beschouwt dieren als gelijkwaardige schepselen. In de clip komt
dat tot uitdrukking in zijn omgang met de hond.
• Franciscus leeft een tijd in volledige afzondering. In de videoclip leeft hij
afgezonderd in een soort grot.
• Franciscus zou de stigmata van Christus hebben ontvangen, of: hij wordt in de
overlevering vaak vergeleken met Christus. Aan het einde van de clip neemt
Franciscus de plaats in van de gekruisigde Christus (in een verwijzing naar de
Piéta van Michelangelo in de St. Pieter in Rome).

60 Strekking antwoord, twee van de volgende:


• De clip bestaat uit beeldcitaten die verwijzen naar historische figuren
(Franciscus, David Bowie, Elizabeth I, Luisa Cascati Stampa) en de
kunstgeschiedenis (Giotto, Michelangelo).
• Er zit een inhoudelijk concept achter de keuze van beelden en die verwijst
naar een bredere context (ze hebben allemaal te maken met metamorfoses,
verkleedpartijen en uiteindelijk de zoektocht naar (gender)identiteit en grenzen
doorbreken).
• Aan de clip hebben (top)designers meegewerkt (Gucci).
• De clip geeft de indruk dat Achille Lauro zijn persoonlijkheid blootlegt, zoals
dat in performancekunst vaak het geval is. Of: Lauro benadrukt in de clip zijn
persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp.

61 Strekking antwoord, twee van de volgende:


• Voor het festival (en het optreden van Lauro) zijn veel kosten gemaakt. Alles
ziet er overdadig en uitbundig uit.
• Het hele concept (zoals het dag na dag opbouwen van de spanning) is gericht
op extra publiciteit, stemmen te trekken en het bereiken van hoge
streamingscijfers.
• De medewerking van Gucci is eerder commercieel dan ideëel. De naam van
het modehuis komt in de clip veelvuldig in beeld.
• (Zelfs) de ‘armen’-outfit van Franciscus (de skinsuit) is afgezet met heel veel
edelstenen.
• De drie rolmodellen naast Franciscus staan bekend om hun voorkeur voor
uitbundige (en dure) kleding.

Examentraining

62 Strekking antwoord:
Ora et labora betekent bid en werk en verwijst naar twee manieren om God te dienen
(of te eren).
Het werk in de scriptoria is een goede invulling van de orderegel omdat, twee van de
volgende:
• Het kopiëren van religieuze teksten de bloei en verspreiding van het christelijk
geloof bevordert.
• De monniken zich zo niet alleen tijdens het bidden op Bijbelteksten
concentreren, maar ook tijdens het werk in het scriptorium.
• Het werk binnen de muren van het klooster (in stilte) kan worden verricht, of:
het de rest van activiteiten en verplichtingen binnen de muren van het klooster
niet verstoort.
• Het werk lichamelijk niet zo inspannend is dat het uitvoeren van andere
belangrijke taken (het veelvuldig bidden) onmogelijk wordt.

63 Antwoord, twee van de volgende:


• Er wordt geschreven met een veer.
• Met een mesje wordt de veer tot een punt geslepen en kunnen fouten op het
perkament worden weggekrast.
• Er wordt gewerkt aan een lessenaar of een schrijfmeubel.
• De monnik werkt in een afgezonderde ruimte (cel of scriptorium).

64 Antwoord:
De ontwikkeling van 205 naar [7] wordt gekenmerkt door, drie van de volgende:
• Vorm: de vorm wordt meer realistisch. Op [205] is sprake van vereenvoudigde
vormen aangegeven met omtreklijnen. Op [7] spelen omtreklijnen nauwelijks
een rol en zijn de vormen meer natuurgetrouw.
• Ruimte: de ruimteweergave wordt complexer. Op [7] is lijnperspectief
toegepast bij tegels, meubels en architectonische details, terwijl dat op [205]
niet of nauwelijks het geval is.
• Ruimte: er komt meer aandacht voor ruimte, licht en plasticiteit. De plasticiteit
van bijvoorbeeld de kleding en het hoofd is op [7] veel verder ontwikkeld dan
op [205].
• Kleur: de illustraties worden kleurrijker. Op [205] zijn slechts enkele (en egale
kleuren) gebruikt op [7] zijn veel meer kleuren en meer kleurnuances gebruikt.
• De weergave van de mens wordt meer kloppend. Tussen [205] en [7] is te
zien dat de kennis van de anatomie en het menselijk gelaat zich verder heeft
ontwikkeld.

65 Strekking antwoord:
• Op [225] is te zien dat Thomas van Aquino zich laat leiden door geschreven
bronnen, zoals de Bijbel en klassieke manuscripten. Dit is te zien aan de
boeken die hem voorgehouden worden. Een scriptorium is een soort
bibliotheek waar de boeken die in de scholastiek bestudeerd en geraadpleegd
worden te vinden zijn.
• Op zijn beurt wordt op [225] Thomas van Aquino ook zelf als schrijver van
boeken afgebeeld waarmee hij anderen (die onderaan het altaar zijn
afgebeeld) inspireert. In een scriptorium worden boeken van Thomas van
Aquino geschreven en overgeschreven zodat de verspreiding van zijn ideeën
mogelijk wordt.

66 Strekking antwoord, twee van de volgende:


• De kerk en de Bijbel noemen bestaande dieren en fabeldieren, dus wordt het
bestaan van de laatste niet in twijfel getrokken.
• Omdat de middeleeuwer geïnformeerd wordt door beeld. In de middeleeuwen
worden bestaande dieren en fabeldieren gelijkwaardig naast elkaar afgebeeld,
bijvoorbeeld in bestiaria of in de kathedralen in de vorm van beeldhouwwerk of
gebrandschilderde ramen.
• Omdat in de middeleeuwen natuurwetenschappelijke / biologische kennis nog
niet zover ontwikkeld is: men kan niet weten welke dieren echt bestaan of
bedacht zijn.
67 Strekking antwoord:
Er is vrees voor God. In de middeleeuwen ligt het accent sterk op het oordeel van
God en zijn straffen op aarde (bijvoorbeeld natuurrampen) en in het hiernamaals. De
angst voor de hel, na het laatste oordeel of na je dood, zit er bij de middeleeuwer
goed in.

De afbeelding versterkt de angst door:


Voorstelling, een van de volgende:
• De scherpe klauwen en de snavel worden in de tekening sterkt benadrukt.
• In vergelijking met de omgeving is de griffioen erg groot.
• De houding van de griffioen met opgeheven poot/klauw is agressief.
• Zijn blik is agressief.
Vormgeving, een van de volgende:
• De klauwen van het dier doorbreken het kader, alsof het dier niet te temmen is
of uit een kooi breekt.
• Het dier heeft een agressieve rode kleur.

68 Strekking antwoord:
De functie is didactisch en/of geeft christelijke morele uitleg / legt uit wat er in de
Bijbel staat.

69 Toelichting antwoord:
Dit is een opinievraag. Mogelijke antwoorden:
• De middeleeuwse afbeeldingen verduidelijken een tekst voor een breed
publiek. De inhoud is erg verhalend, een plaatje bij een praatje. Soms zijn er
teksten of woorden in de plaatjes zelf opgenomen om dit te versterken. Ook in
de eigentijdse memes is de relatie tussen beeld en tekst cruciaal.
• In hedendaagse memes worden regelmatig zaken (vaak tekst en beeld) aan
elkaar verbonden die ver uit elkaar liggen. Door een middeleeuwse afbeelding
van een actuele tekst te voorzien is de noodzakelijke afstand gegarandeerd.
• Wat betreft de tekenstijl heeft de middeleeuwse illustratie wel wat weg van een
hedendaagse cartoon. De stijl is (met opzet) direct en een beertje stripverhaal-
achtig. Dit past goed bij de eigentijdse meme die vaak wordt gekenmerkt door
een bewust gekozen ‘do-it-yourself’ amateurisme.

70 Antwoord, drie van de volgende:


• Er worden bouwstenen (natuursteen) gehouwen en versleept naar de kerk.
• Beeldhouwers zijn bezig met het maken van beelden.
• Rechts onder zijn werklieden bezig met het bewerken van ijzer, bijvoorbeeld
voor het maken van pinnen waarmee de stenen worden verbonden, of met het
maken van gereedschap voor de steenhouwers.
• Helemaal rechtsonder wordt mortel gemaakt.
• Rechts staan ladders tegen de gevel. Ze vergulden de gevel (wat een
verwijzing is naar de gouden tempel van Salomo).
• Het takelen en plaatsen van de bouwstenen.
71 Strekking antwoord:
De kathedraal van Tours wordt vergeleken met de tempel van Jeruzalem. Die tempel
bestaat niet maar wordt in de Bijbel beschreven als ‘gouden tempel’. De kathedraal in
Tours zal (als we deze prent moeten geloven) even belangrijk en mooi worden als de
tempel ooit was.

72 Strekking antwoord:
De bouw van een kathedraal is een gezamenlijke inspanning van de hele stad. Op
de illustratie is te zien dat de bezoekers aan het paleis niet met lege handen komen.
Daarmee wordt duidelijk gemaakt dat (rijke) burgers de bouw van de kathedraal
financieren door middel van schenkingen.

73 Antwoord, drie van de volgende:


• De bomen staan langs de laan, zoals de zuilen langs het middelschip staan.
• De takken en bladeren van de boom raken elkaar, zoals de zuilen in de
kathedraal verbonden worden door (spits)bogen.
• De bomen vormen samen een ‘dak’ of gewelf.
• De bomen zijn hoog, net als het middenschip van een kathedraal.
• De regelmaat van bomen langs een laan doet denken aan de regelmaat van
de zuilen in een kathedraal.

74 Antwoord, twee van de volgende:


• Spitsbogen (zichtbaar bij de vensters) verkleinen de zijwaartse druk van de
gewelven.
• Luchtbogen, vangen de druk van het dak en de gewelven op en verplaatsen
de druk naar buiten.
• Steunberen, die de druk van de luchtbogen opvangen.
• Pinakels, die als extra gewicht ervoor zorgen dat de zijwaartse druk van de
luchtbogen wordt geleid naar een neerwaartse druk.

75 Antwoord, twee van de volgende:


• Het glazen dak lijkt te zijn geïnspireerd op de grote glazen vensters die
beeldbepalend zijn in de bestaande kathedraal.
• De vorm van het zadeldak blijft gehandhaafd net als de aanwezigheid en de
plek van de toren op de kruising van het middenschip en het dwarsschip.
• Het dak bestaat uit een opvallend zichtbaar gelaten framewerk, vergelijkbaar
met de skeletbouw van de bestaande kathedraal.
• De curve van de nieuwe toren doet (omgekeerd) denken aan de kromming
van spitsbogen.
• In de architectuur van het dak en de toren op de kruising speelt licht een grote
betekenisvolle rol zoals dat traditioneel bij kathedralen het geval is.

76 Antwoord, drie van de volgende:


• De toren en het dak vormen in het nieuwe ontwerp zowel wat betreft vorm en
de toepassing van materialen meer een eenheid.
• Vanaf straatniveau is de toren een nieuwe blikvanger die nieuwsgierig maakt.
• De toren vormt een samenspel (beeldrijm) met de Eiffeltoren. Het verbindt
twee iconische gebouwen van Parijs.
• De toren wordt een soort lichtbaken of landmark voor zowel de plek (het
centrum van de stad) als symbool voor een nieuwe tijd (van duurzaamheid en
de symbiose tussen mens en natuur).

77 Antwoorden: mogelijke argumenten voor:


• De toren van Viollet-le-Duc sluit goed aan bij het romantische beeld wat
stadsbewoners en toeristen hebben bij een gotische kathedraal. Het is, zo
staat in de tekst, nog gotischer dan authentieke gotiek.
• Het opnieuw bouwen van de toren van Viollet-le-Duc past bij een poging om
de gevolgen van de brand volledig weg te poetsen en het vertrouwde beeld
(ook al klopt het historisch niet echt) te herstellen.
• Het herstellen van het dak en de toren van Viollet-le-Duc levert het gerust
stellende beeld op dat de kerk weer helemaal ‘af’ is. Het beeld van de kerk
roept geen vragen of discussie op. De kerk is niet een statement.
Mogelijk argument tegen:
• Het heeft geen zin om een compleet ‘kloppend’ gebouw neer te zetten omdat
het uiterlijk door de eeuwen heen vaak van uiterlijk is veranderd en sporen
draagt van verschillende eeuwen.
• Het niet herstellen van de toren van Viollet-le-Duc rekent af met het verkeerde
beeld van de gotiek dat in de negentiende-eeuws ontstaan is.

Research

78 Antwoord ter beoordeling aan de docent. Gebruik eventueel de rubric voor het
beoordelen van presentaties in het docentenmateriaal.

79 Antwoord ter beoordeling aan de docent. Gebruik eventueel de rubric voor het
beoordelen van presentaties in het docentenmateriaal.

You might also like