Zorra Baars en Sam Mijer 4V3

In hoeverre beïnvloedt de hoeveelheid contact die

jongeren van 14-18 jaar in de omgeving Wassenaar met
elkaar hebben hun flirtgedrag?

Theoretisch kader
Er is geen bestaande literatuur gevonden over onze letterlijke onderzoeksvraag, dus is er
gebruik gemaakt van de bestaande literatuur over het kernonderwerp: flirten.
Vriendengroep definitie:
jeugdengezinutrecht.nl geeft de volgende omschrijving van een vriendengroep: een groep
vrienden die intensief met elkaar omgaan en dezelfde smaak en voorkeuren hebben. Een
vriendengroep heeft iets van een familie en biedt veiligheid en zekerheid. Zo'n groep helpt
jongeren ook om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen. In dit onderzoek spreekt men
van een vriendengroep van zowel jongens als meisjes.
Voor dit onderzoek wordt de definitie van flirten van Vandale.nl gebruikt:
Zich versierderig gedragen zonder serieuze bedoelingen.
Uit eerder onderzoek naar communicatieleer door Frank R. Oomkes (2000) blijkt dat wat je
zegt niet heel belangrijk is bij het versieren en flirten van iemand die je leuk vindt. Het werk
wordt namelijk gedaan door je lichaam; intern door hormonen en neurotransmitters en
extern door je lichaamstaal. Flirten doen mensen met iemand die ze de moeite waard
vinden, en dus aantrekkelijk vinden. Maar niemand vind iedereen even aantrekkelijk. Aldus
seksuoloog John Money beginnen we vanaf ons achtste levensjaar met het vormen van een
patroon die later zal bepalen op welke uiterlijke kenmerken je valt. Volgens John Money
beginnen we vanaf ons achtste levensjaar een onbewuste mentale blauwdruk te creëren die
gevormd wordt door allerlei elementen uit je omgeving, die indrukken laten dan een spoor
achter in je hersenschors. Als je iemand tegenkomt die aan je mentale blauwdruk voldoet, is
er een grote kans dat je die persoon aantrekkelijk vindt. Maar bij het vinden van iemand die
je aantrekkelijk genoeg vindt om mee te flirten zijn feromonen ook heel erg belangrijk, dit
zijn een soort hormonen die de mens afscheid via de zweetklieren, het gaat hierbij
voornamelijk om de zweetklieren in de oksels en bij de geslachtsorganen. Feromonen zijn
geurloos en worden door het vomeronasaal orgaan opgevangen, ze zijn een seksueel
lokmiddel & dus heel erg belangrijk voor de activatie van voortplantingsgedrag. Bij de
waarneming van veel feromonen ben je dus eerder geneigd om met iemand te flirten.
Feromonen en andere geurstoffen bevatten belangrijke informatie over iemands HLA:
humaan leucocyten antigeen, dit HLA bepaalt onder andere de manier waarop iemands
afweersysteem tegen ziektes functioneert. Uit een experiment bleek dat zowel vrouwen als
mannen een voorkeur hebben aan de lichaamsgeur van iemand die een totaal andere HLA-
codering heeft. Als je iemand leuk en aantrekkelijk vindt, stuurt het limbisch systeem in de
hersenen de aanmaak van de stof fenylethylamine aan. Dat stofje heeft ongeveer hetzelfde
effect op ons als amfetamines, dus als je iemand zo leuk vind dat het voelt alsof je met je
hoofd in de wolken zit, ben je eigenlijk daadwerkelijk ‘high’. Bij het flirten komt ook nog het
stofje PEA te pas, PEA zorgt voor de productie van extra adrenaline. Dit kan je merken aan
bijvoorbeeld de knikkende knieën die je hebt als je met iemand praat waar je interesse in
hebt. PEA zorgt ook voor de aanmaak van extra dopamine, deze zogenaamde
neurotransmitter brengt ons een euforisch en intens gelukkig gevoel. Aangezien deze stof
ook betrokken is bij het hongergevoel, komen de “vlinders in je buik” ook voort uit
dopamine.
Onderzoek heeft uitgewezen dat als je iemand wil laten merken dat je diegene leuk vindt,
non-verbale signalen vijf keer zo veel effect hebben als verbale-signalen. Zo is lichaamstaal
vijf keer effectiever dan de dingen die je zegt. Van deze non-verbale signalen is vooral
oogcontact bij het flirten erg belangrijk, je kunt hieruit namelijk niet alleen duidelijk maken
dat je geïnteresseerd in iemand bent, maar je kunt er zo ook achter komen of de persoon in
kwestie wederzijdse gevoelens voor jou heeft. Nabijheids- en aanrakingssignalen zijn
krachtige vormen van lichaamstaal. Zo laten twee mensen als ze succesvol aan het flirten
zijn, elkaar waarschijnlijk uit eindelijk toe in hun zogenaamde ‘intieme ruimte’.
Broeke, A. T. (2006, 12 juni). Bekijk: De wetenschap van het flirten. NEMOKennislink.

In dit onderzoek zoeken wij uit of jongeren tussen de 14-18 in de

omgeving Wassenaar eerder flirten met jongeren die zij nog niet kennen,
dan jongeren die zich in hun sociale cirkel bevinden. Om onderzoek
technische redenen wordt het gedrag binnen de sociaal media op de
mobiel uitgesloten.

Onderzoeksopzet
Hoofdvraag: In hoeverre beïnvloedt de hoeveelheid contact die jongeren
van 14-18 jaar in de omgeving Wassenaar met elkaar hebben hun
flirtgedrag?

Conceptueel model:
 vriendenkring

Frequentie contact Flirtgedrag

Hypothese: Jongeren tussen de 14-18 jaar in de omgeving Wassenaar

flirten eerder met jongeren die ze nog niet kennen, dan met jongeren die
zich al in hun sociale cirkel bevinden.

Deelvragen:
1. Flirten jongens eerder met iemand binnen de vriendengroep dan met
een onbekende?
2. Flirten meisjes eerder met iemand binnen de vriendengroep dan met
een onbekende?
3. Heeft leeftijd invloed op flirten met iemand binnen de vriendengroep
of met een onbekende?
4. Leidt flirten binnen de vriendengroep eerder tot seksuele interactie
dan flirten met een onbekende?
Variabelen: 1. Frequentie (aantal keren per week) contact, onafhankelijk
2. Flirtgedrag, afhankelijk
3. Geslacht, leeftijd en vriendenkring, interactie

Indicatoren: Frequentie contact

1. Contacttijd (duur interactie), afhankelijk
2. Duur interval (tijd tussen de contacten), afhankelijk
 Flirtgedrag
1. Interesse tonen in iemand

Geslacht, leeftijd en vriendenkring

Hieronder volgt zich een uitleg over hoe wij de eisen van een
wetenschappelijk onderzoek hebben verwerkt.

Validiteit, we meten wat we willen weten. We hebben gezocht naar

vragen die de hypothese raken. We kiezen voor een enquête, omdat dit
een kwantitatief onderzoek oplevert. Met een enquête kunnen we heel
veel mensen in deze leeftijdsgroep bereiken. Omdat het digitaal en
anoniem is afgenomen, zijn er geen verlegenheidsproblemen, jongeren
durven makkelijk digitaal en anoniem eerlijk te zijn.

Betrouwbaarheid; we doen een indicatief verklarend onderzoek. Als je het

zelfde onderzoek over 10 jaar zou doen, kan de veranderde tijdgeest voor
hele andere resultaten zorgen. Als je dit onderzoek, dit jaar, in de zelfde
leeftijdsgroep in Maastricht zou uitvoeren, kom je zeer waarschijnlijk op
vergelijkbare uitkomsten.
Representativiteit; Van de 3000 mensen in de populatie jongeren tussen
de 14-18 ondervragen wij er 40. Als mensen niet mee willen doen, vragen
we een ander, van het zelfde geslacht en leeftijd. We gaan er van uit dat
van de 3000 mensen de helft meisje is en de helft jongen. Omdat er 5
leeftijdsgroepen zijn, (14, 15, 16, 17 en 18) nemen we 8 personen per
leeftijdsgroep van beide geslachten 4.

Generaliseerbaarheid, we konden geen onderscheid maken tussen de

respondenten en de non-respondenten. Immers kunnen die twee
groepen heel erg van elkaar verschillen. We kunnen niet mensen dwingen
om mee te doen.

Transparantie, we hebben proactief onze verwachtingen geuit en zijn

helder geweest over het onderzoek.

Enquête vragen
1. Hoe oud ben je? Leeftijd
-14 -15 -16 -17 -18
2. Wat is je geslacht? Geslacht
-man -vrouw -anders
3. Waar woon je? Woonomgeving
-Wassenaar -Voorschoten -Leiden -Elders, namelijk ...
4. Heb je een vriendengroep bestaande uit meisjes en jongens?

5. Hoe vaak ontmoeten jullie elkaar per week?

6. Hoe vaak flirt je met personen die je al kent? Interesse tonen
7. Hoe vaak flirt je met personen die je nog niet kent? Interesse
tonen
8. Wanneer heb je voor het laatst met iemand geflirt? Duur interval
9. Heb je gewacht tot hij\zij jou aansprak? Duur interval
10. Hoe lang duurde het voordat je hem\haar aansprak? Duur
interval
11. Hoe lang duurde het voordat hij/zij flirtgedrag/interesse
begon te vertonen? Duur interval
12. Gaat het flirten makkelijker als je diegene kent? Vriendenkring
13. Waardoor komt het dat je eerder flirt als je iemand wel kent?
(bv. vertrouwen, geen blauwtje willen lopen) Vriendenkring
14. Gaat het flirten makkelijker als je diegene niet kent?
Contacttijd
15. Waardoor komt het dat je geremd wordt als je diegene al
kent? (bv. schaamte, groepsdruk) Contacttijd
16. Heeft jouw innerlijke kring invloed op hoe snel je met iemand
gaat flirten? vriendenkring
17. Zou je verder gaan dan alleen flirten met iemand die je voor
deze interactie al wel kende?
18. Zou je verder gaan dan alleen flirten met iemand die je voor
deze interactie nog niet kende.
19. Waarom zou je eerder verdergaan dan flirten met iemand die
je voor deze interactie al wel kende? (bv. op je gemak voelen,
vertrouwen)
20. Waarom zou je eerder verdergaan dan flirten met iemand die
je voor deze interactie nog niet kende? (bv. geen schaamte,
anoniem)
21. Flirt je eerder met iemand die zich al in jouw sociale cirkel
bevindt? Vriendenkring
22. Flirt je eerder met iemand die je nog niet kent?