Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Uittreksel extra informatie Warenar uit de Tekst in context-editie

Rederijkerskamers
De rederijkerskamers bestonden sinds de 15 e eeuw vooral in Vlaanderen, Brabant, Holland en
Zeeland. Het waren literaire amateurverenigingen voor mannen uit betere milieus. Rederijkers
schreven gedichten voor eigen kring, maar regelmatig waren er wedstrijden tegen kamers uit andere
steden en dorpen. Op feestdagen en tijdens de kermis speelden ze voor iedereen, in de open lucht.

De Eerste Nederduitse Academie


In 1617 werd de Eerste Nederduitse Academie in Amsterdam geopend. Samuel Coster was samen
met zijn vrienden Hooft en Bredero uit de rederijkerskamer De eglentier (De wilde roos) gestapt
omdat ze meer ruimte wilden voor hun eigen ideeën. De drie wilden het toneel en onderwijs in
Amsterdam vernieuwen. Op de Academie konden vakken als wiskunde, geschiedenis, creatief
schrijven, filosofie en toneelspelen gevolgd worden, overigens alleen door mannen. De lessen waren
niet in het Latijn, zoals aan de Leidse universiteit, maar in het Nederlands. Het Amsterdamse
stadsbestuur had toestemming gegeven voor het experiment, op voorwaarde dat een deel van de
winst naar een liefdadigheidsinstelling zou gaan. Bij de twee openingsdagen werden een tragedie
over de moord op Willem van Oranje en de komedie Warenar opgevoerd.

Warenar
Het blijspel Warenar werd geschreven door P.C. Hooft. Hij bewerkte het stuk Aulularia van de
Romeinse schrijver Plautus. Hooft heeft Plautus’ komedie verduitst (verdietst): aangepast aan de
Nederlandse situatie. Het decor is verplaatst van het oude Athene naar Amsterdam en de personages
lijken zo uit het Amsterdamse straatbeeld geplukt.

De proloog
De proloog presenteert twee vrouwen, Mildheid en Gierigheid, die beiden de baas willen spelen in
een Amsterdams huisje. Het zijn geen echte mensen, maar personificaties: abstracte zaken die
worden voorgesteld als levende wezens. De ene vrouw verbeeldt de royale goedgevendheid, de
andere de schraperige gierigheid.

Het humanisme
Het humanisme zorgde voor nieuwe ideeën over de mens: tot welke sociale groep je ook behoorde,
je moest zelf verantwoordelijkheid nemen voor je gedrag. Schrijvers zoals Hooft, Bredero en Coster
(de drie rebellen) speelden hierop in: hun toneelstukken tonen voorbeelden van goed en fout gedrag
en helpen toeschouwers en lezers bij de ontwikkeling van de juiste sociale normen. In Warenar
komen mensen uit verschillende sociale groepen voor.

Huwelijken
Wie toestemming van ouders/verzorgers had om te trouwen, moest een vaste procedure doorlopen.
Eerst werd het huwelijk beschreven: er werden vaste afspraken gemaakt over financiële zaken. Alle
afspraken werden vastgelegd in een huwelijkscontract, dat de gelieven ondertekenden. Dochters
brachten kosten met zich mee, omdat de ouders voor een bruidsschat dienden te zorgen.

Amsterdammers en vreemdelingen
In Amsterdam wemelde het van de immigranten; deels vluchtelingen, deels handelaren. Zij kwamen
uit de door Spanje bezette gebieden in het zuiden van de republiek en uit gebieden ten oosten
ervan. Ook kwamen er veel hugenoten uit Frankrijk omdat ze daar vervolgd werden en joden uit
Portugal. De Nederlandse republiek kende als een van de weinige in Europa godsdienstvrijheid. Het
calvinisme was de officiële godsdienst, maar andere geloven waren niet verboden. Katholieken,
doopsgezinden, lutheranen, hugenoten en joden mochten hun diensten hebben, als het maar niet al
te openlijk gebeurde. Daarom werden in gewone huizen schuilkerken gevestigd.

Taalgebruik
In Warenar voert Hooft met traiteur Casper een vluchteling uit Antwerpen op; hij spreekt Brabants
(Vlaams). De andere personages hebben allemaal een Amsterdamse tongval gekregen. Zo leek het
stuk echt uit het leven gegrepen. De personages gebruiken heel wat spreekwoorden en
uitdrukkingen. Verder valt op dat ze niet altijd correcte grammaticale zinnen maken en ze schelden
en vloeken erop los. Dit moest voor extra komische effecten zorgen, maar ook voor personages die
lijken op de doorsnee-bewoners van Amsterdam. Veel gebeurtenissen in Warenar worden uitvoerig
beschreven; een typisch kenmerk van teksten uit de renaissance. Dit is een uiting van het
estheticisme. Het uitvoerig beschrijven van gebeurtenissen wordt ook wel amplificatio genoemd.

Komedie of blijspel
Het blijspel Warenar is een vrolijke tegenpool van de ernstige tragedie of treurspel. Een komedie
moest de mensen hun zorgen even doen vergeten en uiteindelijk ook de diepere waarde van het
verhaal laten beseffen. De les moest er niet te dik bovenop liggen, want de toeschouwers moesten
vooral kunnen lachen. Hooft heeft verschillende komische toneeltechnieken toegepast: hij geeft
komische signalen aan het publiek en zorgt voor komische situaties. De kok Teeuwes beklaagt zich
bijv. als zwaar getroffen slachtoffer van de afranseling door Warenar. Toch maakt hij nog een grapje
(‘nu is er tenminste in hout in huis’), dus blijkbaar is hij er niet héél slecht aan toe. Zijn toestand heeft
ook een komische kant. Ook gebruikt Hooft terzijdes, waarin de kijkers worden aangesproken met
een vraag. Daarmee wordt de toneelwerkelijkheid doorbroken; het is een knipoogje naar de
toeschouwers. Een terzijde is niet altijd tot het publiek gericht; soms mompelt een personage voor
zich uit of praat hij in zichzelf. In Warenar zit ook dramatische ironie: de toeschouwer weet meer dan
het personage. Dat verhoogt de spanning.

Stereotypen
Als renaissance-auteur heeft Hooft goed gekeken naar klassieke blijspelen en de theorie van het
genre. Daarom wist hij uit welk milieu de personages moesten komen: doorsnee-lieden, midden op
de sociale ladder. Verder waren de personages stereotypen: hun handelen en spreken was
afgestemd op hun beroep, leeftijd, sekse en nationaliteit. Het ging dus niet om psychologisch
uitgewerkte karakters, maar om schematisch opgezette typen. Voorbeelden zijn het type van
slaaf/knecht, die net wat slimmer was dan zijn meester, het jonge meisje, mooi en verleidelijk, en de
vrek: altijd bejaard, door en door zuinig en achterdochtig.

Nomen est omen


Een bekende manier van stereotypering zijn de sprekende namen, waarin een dominante
eigenschap van iemand besloten ligt, bijvoorbeeld een karaktertrek, een lichaamskenmerk of een
levenssituatie. De naam wordt dan een voorteken van het gedrag van het personage. Ook Hooft
gebruikt deze techniek: Warenar = echte dwaas, Rijkert = rijke man, Ristsert = geilaard. Sprekende
namen geven iemand altijd iets karikaturaals en lachwekkends.

You might also like