Verklaring begrippen

Arousal (Nolen-Hoeksema et. al., 2009 )

Physiologically, the level of alertness of an organism; Psychologically, the tension that can
accompany different levels of arousal, ranging from calmness to anxiety

• Fysiologisch: de mate van alertheid van een organisme

• Psychologisch, de spanning die gepaard kan gaan met verschillende niveaus van opwinding,
variërend van kalmte tot ongerustheid.

Cognitive appraisal (Cognitieve beoordeling) (Nolen-Hoeksema et. al., 2009 )

The interpretation of an event or situation with respect to one’s goals and well-being. The cognitive
appraisal of an event influences both the quality and intensity of the emotion experienced and the
degree of perceived threat.

De interpretatie van een gebeurtenis of situatie met betrekking tot iemands doelen en welzijn. De
cognitieve beoordeling van een gebeurtenis beïnvloedt zowel de kwaliteit en intensiteit van de
ervaren emotie als de mate van waargenomen bedreiging.
Subjectief: Persoonlijk, intuïtief

Leerdoel: Wat is de relatie tussen arousal en emotie?

Sub-vraag: Hoe bepalen we welke emotie we voelen?

James-Lange theorie van emotie

Gezond verstand zegt dat een gedraging (uiting) wordt veroorzaakt door een emotie. Vb. Als
ik mijn fortuin heb verloren, dan huil ik (verdriet). Ik zie een t-rex, dus ik ren (angst).
William James keek hier anders naar: emoties worden subjectief ervaren. De ervaring van
emotie is het bewustzijn van een persoon over zijn/haar lichamelijke reacties (dit kan
bijvoorbeeld zijn, rennen, of zwetende handen) in een situatie wanneer er specifieke
“arousing” stimuli aanwezig zijn (Gleitman, 494-496)

Dit plaatje in eigen

woorden
uitgelegd: ik zie
een t-rex, en
omdat mijn hart
sneller begint te
kloppen en ik
begin te rennen,
weet ik dat ik bang
(emotie) ben.
Cannon-Bard theorie
Tegenargument op de James-Lange theorie is de theorie van Walter B. Cannon. Volgens hem
veroorzaakt een stimulus een emotie doordat een specifieke reactie in de thalamus van ons
brein wordt gestimuleerd. Dit veroorzaakt zowel de fysiologische veranderingen in ons
lichaam en de emotie zelf (Gleitman, 494-496 en 472).
Maar, niet alle emoties zijn zo gemakkelijk te onderscheiden op basis van onze lichamelijke
reacties.
Attribution of arousal theorie/Cognitive arousal theorie (Schachter-Singer theorie)
Verschillende externe stimuli kunnen leiden tot dezelfde lichamelijke reacties (bijvoorbeeld
een T-rex die in een grasveld achter je rent en iemand die je bijna inhaalt in een sprint,
zorgen er beiden voor dat je hart sneller zal kloppen), maar het is uiteindelijk jouw
beoordeling/interpretatie (cognitive appraisal) van de gehele situatie als je angst of
opgewektheid voelt.

Maar, er kan ook MIS-attributie van arousal plaatsvinden. Een persoon kan zijn staat van
arousal toeschrijven (vb. versnelde hartslag), aan verkeerde stimuli. Bijvoorbeeld aan het
gedrag van een andere persoon in plaats van een medicijn waarvan ze de werking niet
weten, zoals in het experiment van Singer (Gleitman pg 474)
Geïnterviewden op de hoge brug kunnen dus hun arousal hebben toegeschreven aan de
jonge vrouw in plaats van de intensieve lichaamsinspanning om op de brug te komen.

Carry-over arousal en Excitation transfer

De lichamelijke effecten van arousal kunnen nog een tijd voortduren, ook al weet een
persoon dit niet. Dit kan leiden tot excitation transfer. Als mensen in een staat van “arousal”
zijn, kunnen ze “extremer” reageren op externe stimuli. Mensen kunnen aroused zijn zonder
dat ze het weten, en hun arousal toeschrijven aan een verkeerde tweede stimulus in
tegenstelling tot de originele oorzaak van hun arousal (Gleitman, pg 475).
Volgens Zilmann’s theorie over Excitation transfer (Brehm p. 322, 323) kan arousal
veroorzaakt door een eerste (oorspronkelijke) stimulus worden overgedragen of bijgevoegd
aan de arousal veroorzaakt door een tweede stimulus. De totale arousal wordt door de
persoon toegeschreven aan de eerste stimulus. Hogg en Vaghan (p 452) vermelden over
Zilmann’s theorie dat personen in verhoogde staat van arousal zich ook
agressiever/seksueler gedragen dan normaal.
Een experiment van Whilte et al. wees verder uit dat mensen in een hogere staat van
arousal, alsgevolg van lichamelijke activiteit, dus zonder dat ze bang waren, emotionelere
reacties hadden dan mensen in een die minder aroused waren (Brehm, p 322-323)
Romantische liefde
Sommige auteurs zeggen dat er bij romantische liefde altijd sprake is van 2 belangrijke
verschijnselen: een staat van verhoogde “arousal” en het geloof dat deze “arousal” passie is.
Oorzaken van voornoemde “romantische”arousal, geinterpreteerd (of mis?-geinterpreteerd)
als passie: erotische opwinding, maar ook andere bronnen zoals pijn, angst, ongerustheid
(anxiety) (Gleitman, pg 537-538).
Kan arousal ervoor zorgen dat mensen zich eerder aangetrokken voelen tot anderen? Ja.
Volgens Brehm (p 322-323) kan dat door mis-attributie van arousal, maar ook als mensen
hun arousal toeschrijven aan de juiste stimulus. Het punt is: een verhoogde staat van
“arousal” kan ervoor zorgen dat een persoon zich meer aangetrokken voelt tot de andere
persoon, als die voldoet aan de eisen.
Voorgesteld antwoord op de probleemstelling
De carry-over arousal van de personen van de hoge brug komt oorspronkelijk van de
lichamelijke inspanning en angst op de hoge brug. Maar mannen hebben de arousal
waarschijnlijk toegeschreven aan de vrouw (seksuele arousal), waardoor hun verhaal hun
seksuele arousal reflecteerde in de seksuele tint ervan. De mannen op de hoge brug waren
meer aroused dan de mannen op de lage brug, wat hun emotionele reacties (seksueel
getint verhaal) ook extremer maakte in vergelijking met de mannen op de lage brug.
Omdat mannen geloofden dat de arousal seksueel was, en dat ze zich dus aangetrokken
voelden tot de vrouw, hebben ze ook vaker teruggebeld onder het mom van meer
informatie verkrijgen, maar eigenlijk om een mogelijke afspraak te kunnen maken. Ook al
wisten mannen dat hun arousal niet veroorzaakt werd door de vrouw maar door de
lichamelijke inspanning van het klimmen, het feit dat ze aroused waren tijdens het
interview kan ervoor hebben gezorgd dat ze zich aangetrokken voelden en later dus
terugbelden.

Bronvermelding
Nolen-Hoeksema Fredrickson Loftus Wagenaar (2009)ATKINSON & HILGARD’S
INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 15th ed. Cengage Learning EMEA Cheriton House, North
Way, Andover, Hampshire. SP105BE. United Kingdom