Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Naam student: Jochen Hauttekeete Leergroep OLOB2


Naam mentor: Leen de Vlaminck Klas 6B Aantal lln.: 14
School: Basisschool Erasmus Deinze

MAANDAG 28/11/2022 Handtekening mentor + datum:

Van 9 u 30 tot 10 u 20
Leergebied(onderdeel): Frans: mondeling taalgebruik
Lesonderwerp: Les couleurs et les vêtements

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


5.12 De leerlingen kunnen met een vorm van ondersteuning informatieve en narratieve teksten in
de vorm van een opsomming navertellen

5.13 De leerlingen kunnen met een vorm van ondersteuning en in de vorm van een opsomming een
gebeurtenis, een verhaal, iets of iemand beschrijven.

5.14 De leerlingen kunnen gebruik maken van elementaire omgangsvormen en


beleefdheidsconventies.

5.15 SPREEKSTRATEGIEËN: De leerlingen passen indien nodig de volgende strategieën toe:


• het spreekdoel bepalen
• gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal

5.21 De leerlingen kunnen aan de hand van aangereikte bouwstenen een tekst samenstellen.

5.25 De leerlingen tonen bereidheid en durf om te luisteren, te lezen, te spreken, gesprekken te


voeren en te schrijven in het Frans.

5.23A Om bovenstaande taaltaken uit te voeren kunnen de leerlingen de volgende lexicale


elementen functioneel inzetten.
Persoonlijke gegevens: naam, leeftijd, adres, telefoon, dichte familie, kleding, gezondheid,
lichaamsdelen, uiterlijke kenmerken, huisdieren

5.23B Om bovenstaande taaltaken uit te voeren kunnen de leerlingen de volgende grammaticale


elementen functioneel inzetten.
Bijvoeglijk gebruikte woordsoorten: bijvoeglijk naamwoord

1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.


Dit houdt in:
• de ander laten uitspreken en niet onnodig in de rede vallen;
• een ander eens laten voorgaan;
• de ander het recht op diens ruimte geven (iemand niet wegpesten);
• de ander een evenwaardig deel van de beschikbare ruimte geven;
• een ander naar zijn/haar mening vragen;
• hun waardering uiten;
• bij gelegenheid een ander eens een pluimpje geven;

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

• een ander aanmoedigen, een schouderklopje geven.

1.5 De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling
werken. Dit houdt in:
• een voorstel naar voren brengen;
• in een taaksituatie tonen of zeggen wat anderen moeten doen;
• verslag uitbrengen over een taakgroep;
• in een kringgesprek een initiatief voor een gespreksonderwerp verwoorden;
• verantwoordelijkheid voor een groepstaak op zich nemen.
• het leiderschap van een klasgenoot aanvaarden;
• regels en afspraken nakomen;
• leren samenwerken in de klas;
• met inzet meespelen in een ploegspel;
• instemming betonen.

3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond,
geslacht of etnische origine. Dit houdt in:
• regels en een taakverdeling afspreken met het oog op een vlotte groepswerking bij een spel of
taak;
• afspraken die binnen de groep werden gemaakt, naleven;
• de anderen herinneren aan de bedoeling van het samenwerken;
• bijdragen tot een geslaagd groepsproces;
• onderling overleggen naar aanleiding van een groepsopdracht;
• andere leerlingen helpen eenvoudige problemen op te lossen;
• samenwerken met kinderen van andere sociale klassen of andere culturen
LEERINHOUD
Leerinhoud:
 Woordenschat en kleuren + memory: zie bijlage 1

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Een aantal kledingstukken en kleuren correct vertalen (zie bijlage 1). (5.23A, 5.23B)
2. In groep met behulp van informatie de kledij en de kleuren van de kledij van een persoon
beschrijven in het Frans. (5.12,5.13,5.14,5.15,5.21, 1.2)
3. Tonen durf om in het Frans te spreken. (5.25)
4. Samen, rekening houdend met de mening van anderen, een paspop aankleden. (1.2)
5. Het werk verdelen om zo sneller tot een eindresultaat te komen. (3)
6. Een gekregen rol goed naleven in groep. (1.5)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 De kinderen hebben vorige les al woordenschat gezien over kleren en kleuren.
 LB heeft een beetje spreekangst, ze kan soms minder betrokken lijken maar dat komt vooral uit
onzekerheid.
 Y volgt deze les niet mee.
 De leerlingen werken wel vaker samen in groep. Over het algemeen verloopt dit redelijk vlot, ze
hebben al wat ervaring met rollen toepassen in groepen.
 Veel leerlingen kunnen wat treuzelen (Tristan, Hebe, Remco, Julio, Laila B) , hier over het
algemeen op letten en hun aansporen om door te werken is nodig. Ze kunnen dit snel doen als

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

ze vast zitten, op zelfredzaamheid mag geoefend worden.


 Voor sommige leerlingen gaat samenwerken echter niet altijd even vlot, vaak zijn ze te
individueel bezig en zo ontstaan er soms conflicten. (Tristan, Laila K, Hebe, Cériel, Remco, Daan)

Bronnen: volgens de APA-normen


Werkboek: Beau Fort. (z.d.). Ce pantalon est très choutte ! In Beau Fort. Die Keure.

https://api.kabas.be/boeke/player/259/1985/134856

Le pyjama. (z.d.). We Fashion. https://madame.lefigaro.fr/style/louis-vuitton-holi-holi-

uniqlo-un-pyjama-chic-a-porter-toute-la-j-271020-183195

Des collants. (z.d.). The little onses. https://www.thelittleones.be/product/in-control-collants-

olive-green-kopie/

Des sandales. (z.d.). Decathlon. https://www.decathlon.be/fr/browse/c0-tous-les-sports/c1-

randonnee/c3-sandales-de-randonnee/_/N-pq8fd4

Des chaussures. (z.d.). Wikipedia. https://fr.wikipedia.org/wiki/Chaussure

Une chemise. (z.d.). https://www.panareha.com/fr/chemises/940-4788-chemise-en-lin-fiji-

ch2250515.html

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Bijlage 1: werkboek + memory

Materiaal / locatiewijziging:
 Digibord
 Memorykaartjes (bijlage 1)

Lesopbouw

1. Memory in groepjes om de kleuren en kledingstukken in te oefenen. ‘10


oriënteren verwerven verwerken afronden

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

1 Een aantal kledingstukken en kleuren correct vertalen (zie bijlage 1). (5.23A, 5.23B)

Bonjour tout le monde, aujourd’hui on va faire un cours de français. Ce cour a quelque chose à faire
avec les vêtements et les couleurs.
C’est quoi en néerlandais, les vêtements et les couleurs ? (de kleren en kleuren)

We gaan beginnen met een memory spel. Jullie krijgen straks allerlei kledingstukken op de enesoort
kaartjes en op de andere kaartjes zal het Franse woord van dat kledingstuk erop staan. Dus
bijvoorbeeld op het ene kaartje staat er een rokje, dan is het woord une jupe het kaartje dat er bij
past.

Veel van deze woorden zal je waarschijnlijk nog niet in het Frans weten, daarom mag je je werkboek
op p 62 erbij nemen. Als je het echt niet weet mag je daar eens in kijken of het vragen aan mij. We
gaan dat per 3 of per 4 doen, jullie mogen dus groepjes vormen met de leerlingen voor of achter jou.
Ik zeg welke leerlingen er samen mogen zitten.

2. Klassikaal de kleuren en kledingstukken overlopen met aandacht op uitspraak en vertaling.


‘10
oriënteren verwerven verwerken afronden
1 Een aantal kledingstukken en kleuren correct vertalen (zie bijlage 1). (5.23A, 5.23B)

Goed jullie hebben nu eens de kleuren en kleren ingeoefend. We gaan ze samen nog eensoverlopen
en daarna mogen jullie aan de slag gaan. De memory was in het zwart wit maar als je je boek er hebt
bijgenomen zal je de kleuren ook gezien hebben.

Voorbeeld

Un t shirt

Vertaling? ( een t shirt)

Uitspraak

Kleur? (blanc)

 Un t-shirt blanc

3. In groepjes een “modeshow “ voorbereiden. ‘15 - 20


oriënteren verwerven verwerken afronden
1Een aantal kledingstukken en kleuren correct vertalen (zie bijlage 1). (5.23A, 5.23B)
2Met behulp van informatie de kledij en de kleuren van de kledij van een persoon beschrijven
in het Frans. (5.12,5.13,5.14,5.15,5.21)

EVALUATIE

Goed nu jullie alle kleuren en kleren kennen gaan we hier iets mee doen. Jullie mogen zelf aan de
slag. Jullie krijgen straks per 3 of per 4 de kaartjes die we daarstraks ook gebruikt hebben maar nu

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

gaan die in het zwart wit afgedrukt zijn (zie bijlage 1). Jullie krijgen ook een groot blad waarop een
paspop staat. Het is de bedoeling dat je met die kledingstukken je paspop aankleed, de kledij heeft
nog geen kleur die mag je dus zelf inkleuren met stift. Als je je paspop hebt aangekleed ga je een
soort van modeshow voorbereiden, maar in het Frans natuurlijk.

Wat ga je nu zeggen in het Frans, je zegt wat je paspop (man of vrouw) aanheeft.

Bv. Elle porte une jupe rose avec des sandales noires.

Zo beschrijf je dus de hele outfit van je paspop. Als je dat hebt gedaan, doe je nog iets extra. Je ziet
bovenaan in je boek een aantal zinnetjes staan.
Quand il fait chaud, …
Quand il fait froid, …

Wat wilt dat zeggen? (als het koud is, als het warm is)

Dus nadat je de outfit hebt beschreven is het de bedoeling dat je nog extra kledingstukken er aan
toevoegt of wegneemt.

Je kan dus bijvoorbeeld zeggen. Quand il fait froid, elle porte un anorak.

Wat wil die zin zeggen? (als het koud is draagt ze een jas)

Of quand il fait chaud, elle ne porte pas de chaussures mais elle porte des sandales.

Wat wil de die laatste zin zeggen? (als het warm is draagt ze geen schoenen, maar sandalen)

Dat doe je dus als je klaar bent met je outfit te beschrijven. Als je niet weet hoe je iets moet vertalen
kan je dat vragen aan mij of kan je er een chromebook bijnemen en het opzoeken. Als je iets opzoekt
hou het zo simpel mogelijk.

Je schrijft dus alles wat je zegt over de outfit van je paspop op op een blaadje. Als je daarmee klaar
bent ga je de zinnetjes verdelen onder je groepsleden want je zal je paspop in het Frans moeten
voorstellen voor de klas. Je mag je blaadje meenemen naar voor maar probeer zo veel mogelijk te
zeggen zonder te spieken. Het is niet erg als je fouten maakt, als je probeert en durft ben ik al zeer
tevreden.
INSTRUCTIE MBT SAMENWERKEND LEREN
Vooraleer je begint heb ik nog een iets dat ik wil uitleggen. Om er voor te zorgen dat jullie goed in
groep werken heb ik een aantal kaartjes met rollen erop, jullie hebben dat al eens gedaan . Iedere
leerling zal zo een kaartje krijgen. Op dat kaartje staat welke rol je hebt en wat die rol dan inhoudt.
Het is de bedoeling dat je je aan die rol houdt, je mag natuurlijk meer doen dat wat op dat kaartje
staat maar de focus ligt op die rol. Als je meer doet houdt er dan ook rekening mee dat dit
waarschijnlijk een taak is van een medeleerling, neem die dus niet zomaar over maar help waar nodig
bij je medeleerling.

Ik bespreek de verschillende rollen en wat ze inhouden.

- Tijdbewaker: Houdt de tijd in de gaten. Wijst de andere leerlingen erop als de groep te lang
bezig is met iets of te snel gaat over iets. Jullie krijgen 20 minuten om de opdracht tot een
goed eind te brengen. Voor de rest werkt deze leerling gewoon mee aan de opdracht.

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

- Materiaalbaas: verdeelt het materiaal eerlijk. Let erop of er respectvol wordt omgegaan met
het materiaal. Is verantwoordelijk voor het materiaal. Voor de rest werkt deze leerling
gewoon mee aan de opdracht.

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

- Schrijver: deze leerling schrijft de tekst op van de modeshow. Hij doet dit niet alleen maar in
samenwerking met de andere leerlingen. Je bespreekt samen wat je gaat zeggen en deze
leerling schrijft dat op op een blaadje/ Chromebook. Voor de rest werkt deze leerling gewoon
mee aan de opdracht.
- Taakverdeler: deze leerling stelt een taakverdeling op in samenspraak met de medeleerling.
Hij of zij doet suggesties wie wat doet. Deze leerling mag dit niet gewoon zeggen zonder enig
overleg maar stelt wel dingen voor. Voor de rest werkt deze leerling gewoon mee aan de
opdracht.
Terwijl loop ik rond en geef ik feedback, zoals inhoudelijk als op het samenwerken. Hierbij houd ik
rekening met de rollen.
4. In groepjes de gemaakte “modeshow” voorstellen in het Frans. ’10 - 15
oriënteren verwerven verwerken afronden
1Een aantal kledingstukken en kleuren correct vertalen (zie bijlage 1). (5.23A, 5.23B)
2Met behulp van informatie de kledij en de kleuren van de kledij van een persoon beschrijven
in het Frans. (5.12,5.13,5.14,5.15,5.21)
3Tonen durf om in het Frans te spreken. (5.25)
EVALUATIE

De leerlingen stellen hun paspop voor. Ik geef feedback of durf, uitspraak en juistheid.

Achteraf heb ik het ook nog over het samenwerken. Ik bespreek kort wat ik goed vond, wat nog
beter kan en vraag ook aan de leerlingen hoe het samenwerken verliep met een rol. Als ik merk dat
de leerlingen zelfstandig tot een oplossing kunnen komen geef ik hier ook feedback op, als dit niet
zo is geef ik de suggestie wat ze kunnen doen als ik bijvoorbeeld niet direct kan helpen.

Ik geef ook nog per groep gericht feedback op hun blaadje met de tekst erop, zowel op inhoudelijk
vlak als op vlak van samenwerking.

You might also like