Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Probleem 1: Uitstellen & Piekdagen

Achtergrond : 95% van de mensen stelt uit. Helemaal niet gek dat we in de
begeleiding merken dat veel student uitstellen. Dat herken je vast!
Joel Anderson doet onderzoek naar uitstelgedrag. Hij zegt dat
uitstellen een probleem is, wanneer je er niet in slaagt tijdig iets te
doen wat je hebt gepland of dat moet gebeuren.
Uitstelgedrag ontstaat vaak in situatie waarin een taak die je niet zo
leuk vindt. Je denk ,“Ik kan dit niet, het kan later nog wel”.

Gevolgen van uitstellen:


Uitstellen zorgt voor meer stress en minder goede prestaties. Het is
dus belangrijk om iets te doen aan het uitstelgedrag.

Problem 2: Day off & Vergeet van taken


Achtergrond : Bij student met een drukke activitetein komt het vaak voor dat ze
onder het werken verschillende dingen vergeten, dingen afraffelen
omdat ze er geen tijd voor hebben en een van de belangrijkste
dingen, ze vergeten te eten en goed voor zichzelf te zorgen.

Oplossingen
Maak een lijst : Maak eerst een lijst van alle dingen die je in een week moet
doen. Dit zijn dus niet alleen studiezaken, maar alle activiteiten
waar je tijd aan besteedt! Vervolgens kun je deze allemaal in de
matrix plaatsen.
Vul de taken in de matrix : Als je twijfelt of een taak urgent of belangrijk is, kun je
daarachter komen door de volgende vragen te stellen:

Moet ik dit nu doen?


Stel prioriteiten en pas je :  Belangrijk en urgent: kritieke activiteiten
planning aan
Kritieke activiteiten zijn dingen die je niet hebt zien
aankomen, of die je te lang hebt uitgesteld.

Bijvoorbeeld:

Morgen een deadline en nog veel te doen, brand in je


huis, trein vertraagd, iemand in het ziekenhuis.

Wat doe je ermee?

Hoogste prioriteit, meteen doen. bedenken hoe je dit


voortaan kunt meenemen in je planning.

 Belangrijk en niet urgent: belangrijke doelen

Belangrijke doelen zijn dingen die belangrijk zijn, maar


die best nog even kunnen wachten.

Bijvoorbeeld:

Je andere vakken, de rest van je scriptie, leren voor een


examen doen, dingen die je thuis of op het werk nog
moet doen.

Wat doe je ermee?

Opschrijven en er tijd voor inplannen, niet te ver


vooruitschuiven. Voorkom dat deze zaken urgent
worden!

 Onbelangrijk en urgent: onderbrekingen

Onderbrekingen zijn dingen die datgene waar je mee


bezig bent, onderbreken, zodat je er direct iets mee moet
doen. Voor hen is dit urgent, maar is het dat voor jou
ook?

Bijvoorbeeld:
Telefoontjes, mailtjes

Wat doe je ermee?


Telefoon uitzetten als je bezig bent.

 Onbelangrijk en niet urgent: afleiding

De dingen die je (als het goed is) ook niet zou doen als
je aan het werk zou zijn. Leuk voor als je niks anders
hoeft te doen.

Bijvoorbeeld:
De hele tijd je telefoon/mail checken, doelloos
internetten, het huis stofzuigen, afwassen, andere sog-
activiteiten.

Wat doe je ermee?


Geen prioriteit, bewaar voor een rustig moment.
Conclusie Als je regelmatig met de prioriteitenmatrix werkt, voorkom je
dat je altijd bezig bent met kritieke dingen en daardoor niet vaak
genoeg toekomt aan belangrijke doelen (zoals het leren voor een
tentamen). Met prioriteitenmatrix studeer je sneller, beter en
relaxter.

You might also like