Trimester 1 Samenvatting

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

chemie

Chemie

Samenvatting chemie 1ste trimesters examen

1. CHEMIE als wetenschap


Wat is een stof ?
In de chemie is een stof een vorm van materie die dezelfde chemische samenstelling heeft, een
chemisch zuivere stof. Het wordt gekenmerkt door specifieke uniforme
materiaaleigenschappen zoals dichtheid, geleidbaarheid en smeltpunt.

Wat is materie?
In de wetenschap wordt materie gedefinieerd als elke substantie die massa en ruimte inneemt.
Het is eigenlijk alles wat je kunt aanraken. Er zijn echter ook verschijnselen die geen materie
zijn, zoals licht, geluid en andere vormen van energie.

Wat is een atoom?


Atomen zijn de kleinste deeltjes waarin materie met chemische methoden
kan worden verdeeld, een atoom is onvoorstelbaar klein = Atomen zijn de
bouwstenen van materie.

Wat is een molecule?


Een molecuul is een microscopisch deeltje waaruit de meeste materie bestaat.
Een molecuul is een groep atomen die met elkaar verbonden zijn.

Een fysisch verschijnsel


Een fysisch verschijnsel is een mengsel van zuivere stoffen  De samenstelling verandert niet.

Een chemisch verschijnsel


Een chemisch verschijnsel creëert nieuwe stoffen. Na een chemisch verschijnsel krijg je andere
stoffen dan die er waren voor het chemische fenomeen. Zo ontstaan hier nieuwe stoffen.
 De samenstelling verandert wel.

Wat studeer je in de chemie?


- structuur en samenstelling van stoffen;
- verandering van stofomzetting;
- energie verandert wanneer het in stof verandert.
chemie
Chemie

H-zinnen en P-zinnen
H-zinnen verwijzen naar de gevaren (irriterend. Zeer ontvlambaar, schadelijk voor de
voortplanting ...) en in welke situaties er gevaar is (oogcontact. Inademing…).
P-zinnen verwijzen naar veiligheidsaanbevelingen: hoe beperk je risico’s bij gebruik?

Waarschuwingspictogramma

Elektrische spanning  bv. Elektriciteitscabine

Radioactieve stoffen  bv. Kerncentralen, in een ziekenhuis op de


afdeling beeldvorming

Biologische gevaar  bv. Bij de dokter, covid-19 testen


chemie
Chemie

Buiten bereik van kinderen bv. verpakking van wasponds

Niet mengen met andere stoffen  bv. onderhoudsproducten

2. Zuivere stoffen en mengsels


Zuivere stoffen

Zuivere stoffen bestaan uit precies één soort stof. Deze stoffen zijn niet gemengd met andere.

Mengsels

Mengsels bestaan uit meerdere stoffen samen.

Voorwerpen of organisme zijn meestal mengsels, maar soms kunnen ze uit één enkele
zuivere stof bestaan.

Aggregatietoestand
chemie
Chemie

Materie kan in drie aggregatietoestanden voorkomen: vast, vloeibaar, gasvormig.

Faseovergangen
Een faseovergang is wanneer een stof overgaat van de ene naar de andere aggregatietoestand
(fase) gevolg van een toevoer of afvoer van thermische energie (warmte).
Faseovergangen zijn gelinkt aan de thermische beweeglijkheid van deeltjes.
Er zijn 6 faseovergangen: smelten, stollen, verdampen, condenseren, desublimeren, sublimeren.
We spreken bij faseovergangen van een fysisch verschijnsel, omdat de samenstelling van de stof
niet verandert, maar wel de structuur ervan.

Homogene mengsels
Homogene mengsels zijn mengsels waarvan je de bestanddelen niet van elkaar kunt
onderscheiden.
Vloeistof + vloeistof - tafelazijn
- jenever
Vast + vloeistof - suikerwater
Oplossing - pekel
Gas + vloeistof - spuitwater
- frisdrank

Legering Vast + vast - brons  Koper & tin


Heterogene mengsels - 18- karaats goud  Au & Fe
Gasmengsel Gas + gas - lucht
Heterogene mengsels zijn mengsels waarvan je de bestanddelen kunt onderscheiden.

Grof mengsel Vast + vast - Inhoud van je


pennenzak
Suspensie Vast + vloeistof Bij het schudden - maïzena in water
chemie
Chemie

Stofeigenschappen
Zuivere stoffen worden gekenmerkt door stofeigenschappen.

- Een stofeigenschap is een fysisch of chemische eigenschap die specifiek is voor de zuivere stof.
- Voorbeelden van stofeigenschappen zijn: massadichtheid, stolling en smeltpunt, kookpunt,
oplosbaarheid, geleidbaarheid, kleur, smaak, glans, magnetisme, ontvlambaarheid, elasticiteit, ...
- Het kookpunt van een zuivere stof is de temperatuur waarbij de stof kookt.
- Het smelt- of stolpunt van een zuivere stof is de temperatuur waarbij de stof smelt of stolt

Mengsel (stijgt altijd) Zuivere stof

3. Scheidingstechnieken in het dagelijkse leven


Mengsels scheiden = fysisch proces
Met een scheidingstechniek kun je bestanddelen van een mengsel scheiden.
chemie
Chemie

Zeven
De bestanddelen van een grof mengsel kunnen worden gescheiden door handmatige
sortering = manueel sorteren.

Zeven is een scheidingstechniek voor het scheiden van grove mengsels of suspensies met grote
bestanddelen op basis van deeltjesgrootte.

Decanteren
Decanteren is een scheidingstechniek voor het scheiden van een emulsie of suspensie wanneer de vaste
stof bezinkt op basis van massadichtheid.

De stof met de hoogste massadichtheid blijft in de beker, de vloeistof met de


laagste massadichtheid wordt erover gegoten.

Filtreren
Filtreren is een scheidingsmethode voor het scheiden van suspensies
op basis van deeltjesgrootte.

Vaste stof die op het filter achterblijft, is een residu.

De vloeistof die door het filter gaat, is het filtraat.

Het filtraat komt dan in de erlenmeyer terecht.

Centrifugeren
Centrifugeren is een scheidingstechniek om een bestanddeel van een suspensie of een emulsie,
het mengsel gaat krachtig draaien zodat de vaste stof naar de bodem wordt geslingerd op basis van
massadichtheid.

Uitdampen
Uitdampen is een scheidingstechniek voor oplossingen van een vaste stof in een vloeistof om de vaste,
die een vaste stof van een oplosmiddel scheidt vanwege verschillen in verdampingsnelheid.
chemie
Chemie

Destilleren
Destilleren is een scheidingstechniek om oplossingen van vloeistoffen of een vaste stof in een vloeistof
te scheiden met als deel een vloeistof af te zonderen op basis van een verschil in kookpunt.

De afgescheiden vloeistof is het destillaat.


De stoffen die in de kolf achterblijft is het residu.
Statief <---

Extraheren
Extractie is een scheidingstechniek om bestanddelen uit een mengsel te scheiden op basis van hun
oplosbaarheid. De toegevoegde vloeistof, oplosmiddel (vaak water), is het extractiemiddel.

Rest van het mengsel

Extractiemiddel met één bestanddeel


van het mengel

Adsorberen
Adsorberen is een scheidingstechniek om bestanddelen uit een mengsel te scheiden door toevoeging
van een stof die een bestanddeel uit het mengsel zal 'vasthouden' of adsorberen.

De toegevoegde stof is het adsorptiemiddel ( meestal actieve kool)

Heterogene mengsels scheiden


- Zeven Deeltjesgrootte - grof mengsel Gekookte pasta met
- grote vaste deeltjes in een vergiet scheiden
een vloeistof van het kookwater
- Decanteren Massadichtheid - suspensie Afgieten van gekookte
- emulsie groenten
- Filtreren Deeltjesgrootte - suspensie - Koffiezetten
chemieChemie

Homogene mengsels scheiden


- Uitdampen Verdampingssnelheid Oplossing van een - Melk uitdampen tot
vaste stof in een melkpoeder,
vloeistof - Productie instantsoep
- Destilleren Kookpunt Oplossing van een - bereiding van
vaste stof in een gedestilleerd water
vloeistof of een - whisky stoken
vloeistof in een - gedemineraliseerd
vloeistof water
- extraheren Oplosbaarheid Heterogene en - vlekken verwijderen
homogene mengsels uit kleren met zeep
- trekken van bouillon
- adsorberen Adsorptievermogen Heterogene en - filterpomp met
homogene mengsel actieve koolstof in een
aquarium
- ontgeurder spuiten

Labomateriaal te kennen

 Trechter
 Scheitrechter

 Liebigkoeler
 Destileerkolf

 Erlenmeyer
chemie Chemie

 Bunsenbrander

 Maatbeker

Extra’s die je ook moet kennen (hangt af van school tot school)
Krijt Ca CO 3

Galactose/fructose/ glucose C6 H12 O6

Lactose/ sucrose C12 H22 O11

Roest Fe O3

Waterstof H

Water H2O

Waterstofgas H2

Antigifcentrum: 070245245

Wat zit er in lucht?

Ch4, CO2, H2O, N2, O2, N2O, H2, Ne, He, Kr, Ar, Xe

___________  Edelgassen

TE KENNEN ELEMENTEN
chemie
Chemie

De geschiedenis van het atoommodel

Dalton  1807 Thomson  1987 Rutherford  1911 Bohr  1913

Atoom: Krentenbolmodel Elektronenwolk Bolschilmodel:

- massief
- ondeelbaar
- ongeladen
- bolvormig
Elektronen
= lading Protonen P+
negatieve =
Positieve lading
Elektronenconfiguratie

Chadwick  1932

= atoommassa
chemie
Chemie

Atoom
Een atoom bestaat uit een positieve kern met nucleonen (kerndeeltjes) en een negatieve
elektronenmantel.

Een atoom is het kleinste deeltje van een chemisch element dat nog kan deelnemen aan chemische
veranderingen. Atomen bestaan uit nog kleinere deeltjes: neutronen, protonen en elektronen. In een
atoom draaien elektronen rond een kern die bestaat uit protonen en neutronen.

You might also like