Geef per primaire teamrol (3) hoe deze bij jou tot uiting komt in eerder groepswerk.
Primaire rol 1: Bedrijfsman
Deze rol komt zo tot uiting bij mij: Ik kan mij enorm vinden in deze rol, want als ik een opdracht krijg die we in teamverband moeten uitwerken wil ik alles tot in de puntjes geregeld hebben. Ik verdeel graag de taken waardoor ik weet wat er moet gebeuren wie wat doet en tegen wanneer het klaar moet zijn. Een zwakte van mij is dan ook wanneer ik iets in mijn hoofd heb wil ik het zo. Er kunnen wel wat aanpassingen aan gebeuren, maar als het idee van mijn teamgenoot mij niet aanspreekt wil ik mijn idee uitwerken.
Primaire rol 2: groepswerker
Deze rol komt zo tot uiting bij mij: Ondanks dat ik heel graag de controle over alles wil houden ben ik enorm behulpzaam. Ik bied aan om te helpen als er bepaalde opdrachten zijn die mijn partner niet snapt, maar ook wanneer ik mijn taken gedaan heb dan ben ik bereidt om meerdere taken over te nemen om mijn partner te helpen. Ook tijdens een presentatie zorg ik ervoor dat iedereen evenveel aan het woord komt, maar vaak neem ik de grootste of de moeilijkste stukken op mij.
Primaire rol 3: vormer
Deze rol komt zo tot uiting bij mij: Ik ga tijdens een groepswerk in discussie om mijn voorstel te verdedigen en ik probeer met argumenten om mijn voorstel te kunnen uitwerken. Af en toe zal ik mij ook wel neerleggen bij een ander voorstel van mijn partner, maar dit gebeurt niet zo vaak. Ik wil altijd voor het beste resultaat gaan.
De onderzoekende leraar 1 Individuele examenopdracht 1
Samenwerken in een team Noteer per primaire teamrol minstens twee concrete actiepunten die je zal ondernemen om nog verder te groeien in jouw primaire rollen.
Primaire rol 1: Bedrijfsman
Concrete actiepunten:
Meer luisteren naar anderen
Andere mogelijkheden bekijken (flexibeler zijn)
Primaire rol 2: groepswerker
Concrete actiepunten:
Besluiten nemen Serieuze sfeer creëren
Primaire rol 3: vormer
Concrete actiepunten:
Meer naar anderen kijken
Verdraagzaam zijn
De onderzoekende leraar 1 Individuele examenopdracht 1