Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 28

M19 NHG-Standaard Hoofdpijn

Derde herziening

Dekker F, Van Duijn NP, Ongering JEP, Bartelink MEL, Boelman L, Burgers JS, Bouma M, Kurver MJ
Huisarts Wet 2014;57(1):20-31.
De NHG-Standaard Hoofdpijn is geactualiseerd ten opzichte van de vorige versie: Knuistingh
Neven A, Bartelink MEL, De Jongh TOH, Ongering JEP, Oosterhuis WW, Van der Weerd PCM,
Pijnenborg L, Grol MH. Huisarts Wet 2004;46(9):411-22.

Belangrijkste wijzigingen c Behandel migraine bij het begin van de


hoofdpijnfase van de aanval.
c In deze standaard is meer aandacht voor c Let bij de medicamenteuze behandeling van
hoofdpijn bij kinderen. spanningshoofdpijn en migraine op de fre-
c De standaard maakt onderscheid tussen quentie van het gebruik van de aanvalsme-
aandoeningen waarbij beoordeling door de dicatie in verband met het risico op medica-
huisarts op (zeer) korte termijn plaatsvindt tieovergebruikshoofdpijn.
en aandoeningen waarbij verwijzing op korte c Wanneer de patiënt met spanningshoofdpijn
termijn plaatsvindt. een hoge lijdensdruk ervaart en minder kan
c Bij spanningshoofdpijn bepalen de ernst en functioneren door de hoofdpijnklachten, is er
de frequentie van de klachten het beleid. mogelijk sprake van SOLK (somatisch onvol-
c De term ‘medicatieovergebruikshoofdpijn’ doende verklaarde lichamelijke klachten).
vervangt de term ‘middelengeïnduceerde
hoofdpijn’. Deze aandoening vergt een ac-
tieve preventie en aanpak.
c Er is meer aandacht voor preventieve be- Inleiding
handeling van migraine en clusterhoofdpijn
met meer behandelingsmogelijkheden. De NHG-Standaard Hoofdpijn omvat richtlijnen
c Het hoofdpijndagboek is aangepast en kan voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding
als hulpmiddel dienen ter ondersteuning van kinderen en volwassenen met hoofdpijn. De
van de diagnostiek en voor de monitoring aard, diagnostische kenmerken, beloop en aanpak
van de behandeling. van de verschillende soorten hoofdpijn bij kinderen
verschillen niet veel van die bij volwassenen. Onder
hoofdpijn wordt in deze standaard verstaan: span-
Kernboodschappen ningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruiks-
hoofdpijn en clusterhoofdpijn. Medicatieoverge-
c Stel de diagnose spanningshoofdpijn, mi- bruikshoofdpijn is in de plaats gekomen voor mid-
graine, medicatieovergebruikshoofdpijn en delengeïnduceerde hoofdpijn.1
clusterhoofdpijn op basis van de anamnese. Overige vormen van hoofdpijn worden alleen
c Migraine en chronische spanningshoofdpijn besproken als ze berusten op een zeer ernstige aan-
zijn chronische aandoeningen, waarbij voor- doening. Hoofdpijn kan optreden als bijwerking
lichting en controles, in overleg met de pa- van het gebruik van medicatie (bijvoorbeeld dipyri-
tiënt, van belang zijn. damol, nitraten, calciumantagonisten), maar deze
1160 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

vorm van hoofdpijn valt buiten het bestek van deze van spanningshoofdpijn in de algemene bevolking is
standaard. Ook zeldzame vormen van migraine hoog (ongeveer 60%) en neemt af met het toenemen
zoals aura zonder hoofdpijn, familiaire hemiplegie- van de leeftijd.
migraine, basilaire migraine en chronische migrai- De prevalentie van migraine in de algemene be-
ne worden in deze standaard niet besproken. volking bedraagt ongeveer 15%.2 De prevalentie van
De diagnoses spanningshoofdpijn, migraine, migraine (bij vrouwen en mannen) daalt met het
medicatieovergebruikshoofdpijn en clusterhoofd- stijgen van de leeftijd. Beide soorten hoofdpijn
pijn kunnen met de anamnese worden gesteld. De komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Pa-
gegevens van een hoofdpijndagboek kunnen hel- tiënten met spanningshoofdpijn kunnen ook mi-
pen om tot een diagnose komen. Bij een patiënt graine hebben, en andersom. Ongeveer 4 van de 5
kunnen verscheidene vormen van hoofdpijn, zoals patiënten met spanningshoofdpijn of migraine
de combinaties migraine en spanningshoofdpijn, rapporteren in de loop van de tijd een andere vorm
migraine en medicatieovergebruikshoofdpijn of van hoofdpijn.
spanningshoofdpijn en medicatieovergebruiks- De totale prevalentie van de chronische vormen
hoofdpijn voorkomen; dit wordt niet altijd her- van de diverse soorten hoofdpijn in de algemene
kend. Echter, voor de behandeling van de hoofd- bevolking bedraagt enkele procenten (2 tot 4%),
pijnklachten is dit wel van belang, omdat elk type waarbij naar schatting ongeveer de helft tot bijna
hoofdpijn een andere benadering vraagt. tweederde medicatieovergebruikshoofdpijn heeft.3
Clusterhoofdpijn komt weinig voor in de algemene
bevolking. De incidentie in de huisartspraktijk is
Achtergronden 0,1 per 1000 patiënten.4 Deze vorm van hoofdpijn
komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Begrippen Op het spreekuur van de huisarts is hoofdpijn
een van de meestvoorkomende klachten, zowel bij
Spanningshoofdpijn: tweezijdige, drukkende of knel- volwassenen als bij kinderen.2 De meeste patiënten
lende, matig intense hoofdpijn, gedurende minu- gaan met de klacht hoofdpijn niet naar de huisarts.
ten tot dagen. De hoofdpijn neemt niet toe bij fysie- Bij ongeveer de helft is ongerustheid en angst voor
ke activiteit en is niet geassocieerd met misselijk- een ernstige aandoening, zoals een hersentumor, de
heid, maar foto- of fonofobie kunnen wel aanwezig belangrijkste reden voor een consult bij de huisarts.
zijn. De hoofdpijn kan activiteiten storen, maar Bij een kwart betreft het een vraag om medicatie.5
niet verhinderen. Minder vaak gaat het om vragen over de praktische
Migraine: herhaaldelijk optredende unilaterale consequenties en het disfunctioneren ten gevolge
hoofdpijn gedurende 4 tot 72 uur. De hoofdpijn is van de hoofdpijn.
vaak pulserend, matig tot heftig qua intensiteit en
verergert bij fysieke inspanning, gaat vaak gepaard Pathofysiologie en etiologie
met misselijkheid en/of foto- en fonofobie en ver-
hindert de dagelijkse activiteiten. Spanningshoofdpijn
Medicatieovergebruikshoofdpijn: aspecifieke hoofd-
pijn veroorzaakt door overmatig gebruik van medi- Over de pathofysiologie van spanningshoofdpijn is
catie voor hoofdpijn: paracetamol of NSAID’s ≥ 15 niet veel bekend.6 Spanning of spierspanning zijn
dagen per maand, triptanen ≥ 10 dagen per maand geen primaire oorzaken al kunnen beide factoren
gedurende drie maanden. wel intermediair of verergerend zijn, net als bij-
Clusterhoofdpijn: herhaaldelijk optredende, zeer voorbeeld oververmoeidheid of een ‘verkeerde
heftige intense eenzijdige pijn van het aangezicht houding’. Andere voorbeelden om deze hoofdpijn
en/of hoofd gedurende 15 tot 180 minuten varië- te benoemen zijn ‘aspecifieke hoofdpijn’ of ‘gewo-
rend van eenmalig om de dag tot 8 maal per dag. De ne hoofdpijn’. In de Engelse literatuur wordt ge-
pijn gaat vaak gepaard met een ipsilateraal rood sproken over tension-type headache, of common
en/of tranend oog, neusverstopping, ooglidoe- headache. Spanningshoofdpijn is per definitie geen
deem, pupilvernauwing en/of hangend ooglid, ver- ernstige aandoening, maar het kan voor de pa-
hoogde zweetsecretie van voorhoofd/gelaat en on- tiënt erg hinderlijk zijn. Bij chronische span-
rustig gevoel en bewegingsdrang. ningshoofdpijn (≥ 15 dagen per maand aanwezig)
is er vaak sprake van psychiatrische of somatische
Epidemiologie comorbiditeit.7
Spanningshoofdpijn bij kinderen, kortdurend of
Bij kinderen vanaf ongeveer 6 jaar komen span- langdurig, kan soms verklaard worden vanuit het
ningshoofdpijn en migraine voor. De prevalentie dagelijks leven van het kind. Er is geen bewijs voor
M19 Hoofdpijn 1161

voeding als oorzaak van de hoofdpijn. Kinderen wordt gebruikt, is niet van belang voor het stellen
met hoofdpijn gaan vaak door met de dagelijkse van de diagnose. Gebruik van pijnmedicatie zonder
bezigheden en vertonen geen ziektegedrag. recept kan verborgen blijven voor de huisarts. Uit-
eindelijk belanden de patiënten in een vicieuze cir-
Migraine kel met (bijna) dagelijks optredende hoofdpijn en
dagelijkse inname van geneesmiddelen voor de
Migraine is een neurovasculaire aandoening met hoofdpijn. Bijkomende verschijnselen zijn: ver-
heftige aanvalsgewijze hoofdpijn.8 Migraineaanval- moeidheid, misselijkheid, snelle irritatie, concen-
len kunnen variëren in ernst en duur. Bij ongeveer tratiestoornissen, rusteloosheid, angst en depressie.
60% van de vrouwen met migraine is het optreden Medicatieovergebruikshoofdpijn komt ook voor bij
van de aanvallen gerelateerd aan de menstruele cy- kinderen.
clus. Meestal treden deze op voor of tijdens de men- Het karakter van de medicatieovergebruiks-
struatie. Onderzoeken wijzen in de richting van hoofdpijn hangt af van de soort hoofdpijn die de
oestrogeenonttrekking als uitlokkende factor. patiënt aanvankelijk had. Patiënten die te veel ge-
Eerstegraadsfamilieleden van een migrainepa- neesmiddelen gebruiken voor migraine rapporte-
tiënt met aura hebben een verhoogd risico (bijna ren dat de frequentie van de migraineaanvallen toe-
viermaal verhoogd risico) op het krijgen van mi- neemt tot dagelijkse migraine. Patiënten die te veel
graine met aura.9 Migraine met aura geeft, waar- geneesmiddelen gebruiken voor spanningshoofd-
schijnlijk alleen bij vrouwen, een tweemaal ver- pijn rapporteren een toenemende ernstige dagelijk-
hoogd risico op een ischemisch CVA, migraine zon- se hoofdpijn met soms enkele migrainekenmerken.
der aura daarentegen niet.10
Bij 15 tot 25% van de mensen met migraine wordt Clusterhoofdpijn
een aanval voorafgegaan door een aura. Dit is een
focaal neurologisch symptoom dat zich kan uiten De etiologie en pathofysiologie van clusterhoofdpijn
in één of meer reversibele symptomen zoals visus- zijn grotendeels onbekend. Clusterhoofdpijn gaat
stoornissen (bijvoorbeeld flikkerscotomen) of tinte- gepaard met autonome verschijnselen en wordt
lingen of doof gevoel in lippen, gelaat of hand (een- ingedeeld bij de trigeminale pijnsyndromen, waar-
zijdig). Van deze symptomen ontwikkelt ten minste onder ook aangezichtspijn valt. Bij 80 tot 85% van
1 symptoom zich geleidelijk in minimaal 5 minu- de patiënten met clusterhoofdpijn is sprake van een
ten. Een aura duurt meestal maximaal 60 minuten. episodische vorm waarbij er een reeks van aanvallen
Indien meer dan 1 aurasymptoom optreedt kunnen optreedt alternerend met pijnvrije episodes. Het is
deze langer duren. Binnen een uur na het ontstaan onduidelijk waarom de aanvallen in clusters van
van de aurasymptomen volgt de hoofdpijnfase. weken tot maanden optreden.12 Tijdens een cluster-
Een aura is niet hetzelfde als prodromale ver- periode kunnen bepaalde factoren aanleiding
schijnselen. Deze laatste ontstaan enige uren tot geven tot het optreden van aanvallen. Dit zijn
een dag voorafgaande aan de migraineaanval en onder andere alcohol, histamine, nitraten, lange
kunnen bestaan uit hyper- of hypoactiviteit, de- vliegreizen of verblijf op grote hoogte, zoals in de
pressieve gevoelens of hypomane stemming, trek in bergen. Met het toenemen van de leeftijd neemt
bepaalde voedingsmiddelen of geeuwen. vaak de tijd tussen de clusters toe.

Medicatieovergebruikshoofdpijn
Richtlijnen diagnostiek
De meeste patiënten met medicatieovergebruikshoofd-
pijn11 hebben een voorgeschiedenis van aanvalsge- De huisarts dient alert te zijn op ernstige, met
wijze hoofdpijn die langzaam in frequentie is toe- hoofdpijn gepaard gaande, aandoeningen waarbij
genomen. Veel patiënten ontwaken ’s ochtends met directe beoordeling van de patiënt door de huisarts
hoofdpijn of worden er ’s nachts wakker van en noodzakelijk is (tabel 1). Daarnaast zijn er aandoe-
nemen dan weer medicatie. Bij de minste lichame- ningen beschreven waarbij het nodig is om de pa-
lijke of intellectuele inspanning verergert de hoofd- tiënt op korte termijn naar de tweede lijn te verwij-
pijn. Het effect van de geneesmiddelen (parace- zen (tabel 2). Zie verder Richtlijnen beleid en Consulta-
tamol en/of NSAID’s) neemt af, terwijl de frequen- tie en verwijzing. Het onderscheid tussen de tabellen
tie van de aanvallen toeneemt. Overmatig gebruik is niet absoluut en in de praktijk kan er overlap be-
van paracetamol en/of NSAID’s (≥ 15 dagen per staan. Naast de genoemde aandoeningen dienen
maand) of triptanen (≥ 10 dagen per maand) gedu- ook andere oorzaken van de hoofdpijn overwogen
rende langer dan 3 maanden kan deze hoofdpijn te worden, zoals virale infecties, tandheelkundige
induceren. De hoeveelheid medicatie die per dag problemen of oogaandoeningen.13
1162 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

Tabel 1 Ernstige, met hoofdpijn gepaard gaande aandoeningen, waarbij beoordeling op


(zeer) korte termijn van de patiënt door de huisarts noodzakelijk is (U1 en U2)

Kenmerken Differentiële diagnose

(per)acuut ontstane, zeer heftige hoofdpijn eventueel meningitis, beroerte, subarachnoïdale bloeding
in combinatie met nekpijn

nekstijfheid/neurologische symptomen meningitis, hersentumor

hoofdpijn met koorts (en gedaald bewustzijn) meningitis

hoofdpijn met focale neurologische symptomen hersentumor

toename van hoofdpijn < 6 weken na trauma capitis sub/epiduraal hematoom


(vooral bij ouderen)

hoofdpijn met atypische aura (duur > 1 uur (arbitrair)), beroerte


motorische zwakte

hoofdpijn met aura in begin van gebruik van hormo- beroerte


nale anticonceptie (combinatiepreparaat)

hoofdpijn in de zwangerschap (derde trimester) (pre-)eclampsie

hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, lethargie CO-intoxicatie

Anamnese c anticonceptie, antidepressiva, sint-janskruid


(eventuele bijwerkingen, contra-indicaties,
De anamnese bij hoofdpijnklachten kost soms veel interacties);
tijd en kan meerdere consulten in beslag nemen. De – gedrag tijdens een hoofdpijnaanval (bij cluster-
huisarts vraagt naar: hoofdpijn loopt de patiënt radeloos rond, heeft
– aard, ernst, tijdstip van de dag, lokalisatie, pa- bewegingsdrang, terwijl bij een migraineaanval
troon en duur van de hoofdpijn; de patiënt (bed)rust zoekt);
– al dan niet bekend zijn met de huidige vorm van – cafeïnegebruik (cola, koffie, thee, icetea, chocola-
hoofdpijn; de, energiedranken met cafeïne);
– begeleidende symptomen (misselijkheid, – familieanamnese met betrekking tot hoofdpijn;
braken), aura of prodromale verschijnselen; – de mate van belemmering in het dagelijks functi-
– provocerende factoren (hormonale of andere fac- oneren thuis, op het werk (bijvoorbeeld verzuim
toren zoals alcohol, drugs, leefstijl of spannings- of productiviteitsverlies), op school of in de vrije
gerelateerde factoren; kinderen: moeite met tijd;
lezen); – zorgen, ongerustheid, specifieke vragen en ver-
– visusstoornissen (arteriitis temporalis, acuut wachtingen van de patiënt.
glaucoom);
– (zelf)medicatie: Lichamelijk onderzoek
c gebruik van analgetica (paracetamol, NSAID’s)
of triptanen (medicatieovergebruiks- Verricht op indicatie:
hoofdpijn: overmatig gebruik wordt door de – neurologisch onderzoek bij aanwijzingen voor
patiënt zelden herkend en daarom niet spon- ernstige aandoeningen (tabel 1 en tabel 2) of voor
taan gemeld); het uitsluiten ervan;
– gericht onderzoek ter uitsluiting van pre-
M19 Hoofdpijn 1163

Tabel 2 Ernstige, met hoofdpijn gepaard gaande aandoeningen, waarbij verwijzing naar
de tweede lijn op korte termijn noodzakelijk is

Kenmerken Differentiële diagnose

hoofdpijn beneden de leeftijd van 6 jaar hersentumor, hydrocephalus

nieuwe hoofdpijn leeftijd ≥ 50 jaar hersentumor, arteriitis temporalis (zie NHG-Standaard Po-
lymyalgia rheumatica en arteriitis temporalis), maligne hy-
pertensie

hoofdpijn met visusproblemen: gezichtsveldver- arteriitis temporalis (zie NHG-Standaard Polymyalgia rheu-
lies, snel ontstane visusdaling, dubbelzien matica en arteriitis temporalis), acuut glaucoom

nieuwe hoofdpijn bij patiënt met kanker, hiv- hersentumor, hersenabces, meningitis
infectie of immunodeficiëntie in de voorge-
schiedenis

progressieve verergering van hoofdpijn in ver- hersentumor


loop van weken of langer

hoofdpijn met tekenen van drukverhoging hersentumor

hoofdpijn met ochtendbraken; braken niet ge- hersentumor, cerebrale sinustrombose


relateerd aan hoofdpijn

hoofdpijn met persoonlijkheidsveranderingen of hersentumor


achteruitgang schoolprestaties

eclampsie of HELLP bij een zwangere patiënt Aanvullend onderzoek


(zie de NHG-Standaard Zwangerschap en
kraamperiode); Het kan zinvol zijn om de patiënt een aantal weken
– een bloeddrukmeting bij een patiënt die 50 jaar een hoofdpijndagboek14 te laten bijhouden om
of ouder is met een nieuwe episode van hoofd- meer inzicht te krijgen in de frequentie en de ernst
pijn om maligne hypertensie uit te sluiten; van de hoofdpijn met eventueel uitlokkende facto-
– (gericht) lichamelijk onderzoek wanneer de ren. Ook de effectiviteit van eventueel gebruikte
hulpvraag van de patiënt daartoe aanleiding geneesmiddelen kan hiermee in kaart worden ge-
geeft; bracht. Het hoofdpijndagboek kan helpen om on-
– neurologisch onderzoek en/of (gericht) algemeen derscheid te maken tussen spanningshoofdpijn,
lichamelijk onderzoek bij chronische hoofdpijn migraine, of een combinatie van beide, en medica-
(≥ 15 dagen per maand). tieovergebruikshoofdpijn. Een voorbeeld van het
hoofdpijndagboek is te vinden als bijlage van de
Bij afwezigheid van bovengenoemde indicaties standaard op www.nhg.org en op
heeft lichamelijk onderzoek geen aanvullende www.thuisarts.nl/hoofdpijndagboek.
diagnostische waarde voor het stellen van de diag- Wanneer de ernstscore vaak 7 of hoger is, vraag
nose spanningshoofdpijn, migraine en dan naar de kenmerken van migraine (misselijk-
medicatieovergebruikshoofdpijn. heid, braken, foto- en fonofobie, erger worden bij
Tijdens een aanval van clusterhoofdpijn kan een bewegen, zie Begrippen en Evaluatie). Wanneer er
eenzijdig tranend oog, rood oog, een verstopte vaker onder de 7 wordt gescoord, denk dan aan
neus, loopneus of een hangend ooglid of pupilver- spanningshoofdpijn. Denk aan medicatieoverge-
nauwing van het oog aan de aangedane kant zicht- bruikshoofdpijn bij frequente inname van medica-
baar zijn. tie voor de hoofdpijn, zie Begrippen en Evaluatie.
1164 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

Beeldvormend onderzoek heeft voor het stellen van De huisarts maakt onderscheid tussen: weinig fre-
de diagnose (chronische) spanningshoofdpijn of quente spanningshoofdpijn (< 1 dag per maand),
migraine of voor het uitsluiten van een hersentu- frequente hoofdpijn (1 tot 15 dagen per maand),
mor geen aanvullende waarde, wanneer de anam- chronische hoofdpijn (≥ 15 dagen per maand) en
nese of lichamelijk onderzoek daartoe geen aanlei- chronische dagelijkse hoofdpijn.
ding geven.15 Uit onderzoek blijkt dat bij afwezig- Differentiaaldiagnostische overwegingen zijn:
heid van alarmsymptomen beeldvormend onder- overlap met migraine en
zoek alleen een kortdurend geruststellend effect medicatieovergebruikshoofdpijn.
voor de patiënt heeft; na een jaar is dit effect
verdwenen. Migraine
Bij een patiënt met een eerste clusterhoofdpijn-
aanval zal er vaak twijfel over de diagnose zijn van- Herhaalde aanvallen van matige tot ernstige hoofd-
wege de focale neurologische symptomen. In dat pijn met misselijkheid en/of braken. Vaak is er spra-
geval is beeldvormend onderzoek in de tweede lijn ke van licht- en geluidsovergevoeligheid. Een onbe-
noodzakelijk met als doel om pathologie uit te slui- handelde aanval die korter dan 4 uur of langer dan
ten die specifieke behandeling behoeft (bijvoor- 72 uur duurt, sluit migraine uit.
beeld een hypofysetumor, cerebrale sinustrombose, Van migraine met aura is sprake wanneer er ook
lekkend aneurysma of een andere vaatafwijking). een reversibel focaal neurologisch symptoom aan-
wezig is, dat zich geleidelijk in minimaal vijf minu-
Evaluatie ten ontwikkelt (in tegenstelling tot een TIA, waar-
bij de symptomen in enkele seconden optreden) en
De huisarts stelt de diagnose spanningshoofdpijn, maximaal zestig minuten duurt.
migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn of clus- Er is sprake van menstruele migraine als de migrai-
terhoofdpijn op basis van het klachtenpatroon (ta- neaanval begint op de eerste dag van de menstrua-
bel 3) en eventueel het hoofdpijndagboek, waarbij tie of maximaal twee dagen ervoor of erna en waar-
de verschillende soorten hoofdpijn herkend kun- bij er verder geen andere aanvallen tussen de men-
nen worden. struaties voorkomen. De migraineaanvallen zijn
Verscheidene vormen van hoofdpijn kunnen ernstig, langdurig en gaan vaak gepaard met meer
samen voorkomen. Probeer de verschillende vor- misselijkheid en braken. Het gaat meestal om aan-
men te identificeren omdat er voor elke vorm van vallen zonder aura.
hoofdpijn een andere behandeling is. Bij kinderen met migraine is de duur van de hoofd-
Behalve de besproken hoofdpijnsoorten kan pijnaanval korter dan bij volwassenen en duurt
hoofdpijn ook veroorzaakt worden door andere deze onbehandeld tussen de 30 minuten en 48 uur.
ziekten of aandoeningen.13 Verder is de huisarts Het klinisch beeld is minder duidelijk, maar heeft
zich ervan bewust dat ook psychosociale problema- dezelfde kenmerken als bij volwassenen: ernstige
tiek een rol kan spelen. Wanneer de patiënt zich hoofdpijn, niet goed kunnen functioneren, erger
zorgen maakt of wanneer de diagnose nog niet ge- met bewegen (bleek in een hoekje zitten), stereotiep
heel vaststaat, maakt de huisarts een vervolgaf- beloop voor dat kind, vasovegetatieve verschijnse-
spraak. In de tussentijd kan dan het hoofdpijndag- len, soms licht- en geluidschuw. Net als bij volwas-
boek worden bijgehouden. senen kan misselijkheid ontbreken, maar dan is er
De onderstaande indeling van hoofdpijn is afge- lichtschuwheid en geluidschuwheid. Lichtschuw-
leid van de classificatie van de International Head- heid en geluidschuwheid kan ook ontbreken, maar
ache Society (IHS).1 Niet alle symptomen hoeven dan is er misselijkheid. De eerste aanval is het moei-
aanwezig te zijn om een diagnose te stellen. lijkste qua aanpak, want migraine kan pas worden
vastgesteld als het herhaaldelijk en stereotiep is
Spanningshoofdpijn voorgevallen. Bij jonge kinderen (< 6 jaar) kunnen
braken of buikpijn voorlopers zijn van migraine
De ernst van de hoofdpijn is licht tot matig, gedu- later in het leven.
rende minuten tot vele dagen, zonder misselijkheid Differentiaaldiagnostische overwegingen zijn:
of braken. Overgevoeligheid voor licht en geluid overlap met spanningshoofdpijn, medicatieoverge-
komen gecombineerd meestal niet voor; hooguit bruikshoofdpijn en beroerte.
komt één van beide voor. Bij spanningshoofdpijn
bij kinderen zit de hoofdpijn rondom de schedel of Medicatieovergebruikshoofdpijn
aan twee kanten of in de nek, net als bij volwasse-
nen. Bij kinderen duurt spanningshoofdpijn zel- De ernst en bijkomende symptomen en beperkin-
den een hele dag. gen in functioneren zitten tussen die van span-
M19 Hoofdpijn 1165

Tabel 3 Kenmerken van spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn


en clusterhoofdpijn

Spannings- Migraine Medicatieoverge- Clusterhoofdpijn


hoofdpijn bruikshoofdpijn

Locatie tweezijdig meestal een- aspecifiek eenzijdig, rondom oog of temporaal


zijdig

Kwaliteit drukkend of bonzend variabel (bv. scherp, brandend, knel-


knellend lend)

Intensi- licht tot matig matig tot hef- zeer heftig


teit tig

Invloed geen toename toename door erg belemmerend ten aanzien van
activitei- bij lichamelijke lichamelijke activiteiten
ten activiteiten activiteiten

Bijko- vaak sprake gebruik van analge- c vaak ’s nachts


mende van overge- tica (paracetamol c minstens 1 van de volgende ipsila-
terale symptomen: rood en/of tra-
kenmer- voeligheid en/of NSAID’s ≥ 15
nend oog; neusverstopping en/of
ken voor licht of dagen per maand)
loopneus; ooglidoedeem; verhoog-
geluid, of triptanen (≥ 10 de zweetsecretie van voorhoofd/
meestal mis- dagen per maand). gelaat; pupilvernauwing en/of han-
selijkheid en/ gend ooglid
of braken c onrustig gevoel en (soms forse) be-
wegingsdrang
c nooit gepaard met misselijkheid of
braken

Duur 30 min.-conti- volwassenen: 15-180 minuten


nu 4-72 uur
kinderen: 30
min.-48 uur

Fre- c < 1 dag per herhaalde ≥ 15 dagen per 1 aanval per 2 dagen tot 8 aanvallen
quentie maand: aanvallen maand per dag
weinig fre-
quent
c 1-15 dagen
per maand:
frequent
c ≥ 15 dagen
per maand:
chronisch

Gebaseerd op tabel uit de NICE-richtlijn Diagnosis and management of headaches in young people and adults.
1166 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

ningshoofdpijn en migraine in. Overmatig gebruik pijndagboek een ondersteuning zijn van het con-
van paracetamol en/of NSAID’s (≥ 15 dagen per sult. De kolommen over de medicatie zijn dan voor-
maand) of triptanen (≥ 10 dagen per maand) kan al van belang. Het beloop van de hoofdpijn kan
deze hoofdpijn induceren. door de patiënt worden bijgehouden met behulp
Differentiaaldiagnostische overwegingen zijn: van het hoofdpijndagboek over een periode van
hoofdpijn door cafeïne (dagelijks gebruik van meer twee tot drie maanden, afhankelijk van de frequen-
dan vijf cafeïnehoudende producten (koffie, thee, tie van de hoofdpijnaanvallen. De patiënt levert het
icetea, energiedranken met cafeïne, cola en chocola- hoofdpijndagboek voorafgaand aan het consult in,
de) kan leiden tot chronische hoofdpijnklachten), zodat de huisarts hiervan een analyse kan maken.
spanningshoofdpijn en migraine. De huisarts bekijkt dan de frequentie van de hoofd-
pijn, welke geneesmiddel is gebruikt en in hoeverre
Clusterhoofdpijn dit effectief was. Een voorbeeld van het hoofdpijn-
dagboek is te vinden als bijlage van de standaard op
Aanvalsgewijs optreden van zeer hevige eenzijdige www.nhg.org en op
hoofdpijn rondom het oog of temporaal die onbe- www.thuisarts.nl/hoofdpijndagboek.
handeld 15 tot 180 minuten duurt en die opvallend In aansluiting op de gegeven mondelinge voor-
vaak ’s nachts optreedt. De clusters treden op in een lichting kan de huisarts de patiënt verwijzen naar
periode van enkele weken tot maanden. de informatie over hoofdpijn op de NHG-publieks-
Bij nieuwe gevallen kan het lastig zijn de neuro- website www.thuisarts.nl/hoofdpijn of de betref-
logische symptomen juist te interpreteren. Denk fende tekst (voorheen NHG-Patiëntenbrief) meege-
dan ook aan intracerebrale processen of vaatafwij- ven (via het HIS). Deze patiënteninformatie is geba-
kingen. Bij een trigeminusneuralgie zijn er geen seerd op de NHG-Standaard. Verder kan de huisarts
autonome verschijnselen zoals een tranend oog, de patiënt wijzen op het bestaan van de patiënten-
loopneus et cetera. vereniging, de Nederlandse Vereniging van
Hoofdpijnpatiënten.

Richtlijnen beleid Spanningshoofdpijn

Algemeen Voorlichting

De huisarts maakt aparte behandelplannen wan- Het geven van uitleg en geruststelling van de patiënt
neer er sprake is van meerdere soorten hoofdpijn (of de ouders van de patiënt) zijn de eerste en belang-
bij een patiënt. De huisarts overlegt met de patiënt rijkste stappen van de behandeling van spannings-
of de behandelingen tegelijkertijd plaatsvinden of hoofdpijn, onafhankelijk van de frequentie. De huis-
eventueel opeenvolgend. Start met behandeling arts legt aan de patiënt uit dat spanningshoofdpijn
van medicatieovergebruikshoofdpijn wanneer deze vaak multifactorieel bepaald is; het niet altijd door
aanwezig is. Spanningshoofdpijn en migraine zijn ‘spanning’ wordt veroorzaakt, maar dat spanning
namelijk niet te herkennen en te behandelen wan- soms een onderhoudende factor kan zijn; en dat het
neer er ook sprake is van medicatieovergebruiks- vaak lastig is om bij de individuele patiënt een ver-
hoofdpijn. band te leggen tussen oorzaak en gevolg. De context
Van belang is dat de huisarts vóór het starten van van de patiënt is van belang voor het bepalen van het
een medicamenteuze behandeling nagaat of de pa- beleid. Veranderingen in leefstijl, met als doelen een
tiënt al medicatie heeft gebruikt en zo ja, welke en beter evenwicht tussen belastbaarheid en belasting
in welke dosering. Soms gebruiken patiënten ge- en een gezonde leefstijl, kunnen een gunstig effect
neesmiddelen in een te lage dosering of frequentie, hebben. De huisarts bespreekt met de patiënt welke
waardoor deze niet (of onvoldoende) effectief zijn. veranderingen in leefstijl hij kan overwegen. De ef-
Een proefbehandeling met medicatie met als doel fecten van deze veranderingen kunnen duidelijk
de diagnose te stellen wordt afgeraden gezien de worden bij de evaluatie van de klachten met behulp
wisselende werkzaamheid van medicatie bij de ver- van het hoofdpijndagboek.
schillende typen hoofdpijn en het natuurlijk be- Ouders kunnen vaak aangeven wat mogelijk de
loop. Bij het verstrekken van herhalingsrecepten aanleiding van de hoofdpijn van hun kind is. Bij-
voor triptanen en analgetica moet de huisarts, van- voorbeeld als de hoofdpijn steeds optreedt bij span-
wege het risico op het ontstaan van medicatieover- ning (op school of thuis), angst of te weinig slaap.
gebruikshoofdpijn, regelmatig nagaan of er geen De huisarts geeft het advies aan ouders om dit te
sprake is van overmatig gebruik. bespreken met het kind, zodat er meer begrip over
Ter evaluatie van de behandeling kan het hoofd- de hoofdpijn ontstaat.
M19 Hoofdpijn 1167

Bij frequente en chronische spanningshoofdpijn, waarbij Migraine bij volwassenen


ondanks uitleg, geruststelling en adviezen over
leefstijl klachten blijven bestaan en waarbij de pa- Voorlichting
tiënt een hoge lijdensdruk ervaart en minder kan
functioneren door de hoofdpijnklachten, is er mo- Bij een patiënt met migraine legt de huisarts uit dat
gelijk sprake van SOLK (somatisch onvoldoende migraine een aandoening is van het zenuwstelsel
verklaarde lichamelijke klachten). Na het stellen waarbij de bloedvaten secundair betrokken zijn.
van de werkhypothese SOLK begint de huisarts met Het doel van de behandeling is het hanteerbaar
nadere exploratie van de onderhoudende factoren maken van migraine. Flink zijn en negeren van de
en de ernst van SOLK. De huisarts kan hiervoor klacht werken averechts. Het is juist van belang om
SCEGS gebruiken (acroniem voor somatische, cog- bij de eerste verschijnselen van migraine de bezig-
nitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale di- heden te staken en rust te nemen. Als sprake blijkt
mensies), zie de NHG-Standaard Somatisch Onvol- te zijn van provocerende factoren (zoals in sommi-
doende verklaarde Lichamelijke Klachten. ge gevallen stress, onregelmatig leven, slaapge-
brek), dan is het raadzaam om hier, naast eventuele
Medicamenteuze behandeling medicamenteuze behandeling, aandacht aan te be-
steden. De werkgroep raadt het af om actief trig-
Overweeg een kortdurende medicamenteuze behan- gers op te sporen en die te vermijden. Wanneer er
deling met paracetamol of een NSAID als de span- sprake is van migraine mét aura wordt voorlichting
ningshoofdpijn frequent optreedt (1 tot 15 dagen per gegeven op het verhoogde risico op een hersenin-
maand), indien uitleg en geruststelling onvoldoende farct (zonder migraine: 1 op de 1000 personen, bij
werken. Waak (ook bij kinderen) voor het chronisch migraine met aura: 2 op 1000 personen).10
gebruik van medicatie in verband met het risico op Wanneer er andere risicofactoren aanwezig zijn
het ontstaan van medicatieovergebruikshoofdpijn. voor het optreden van een herseninfarct (bijvoor-
Over de effectiviteit van een medicamenteuze be- beeld hypertensie, roken, diabetes mellitus, obesi-
handeling van chronische spanningshoofdpijn (≥ 15 tas, gebruik hormonale anticonceptie) wordt hier
dagen per maand) is de literatuur niet eenduidig.16 aandacht aan besteed (zie de NHG-Standaard
Op grond van het beschikbare onderzoek kan geen CVRM, de NHG-Standaard Beroerte en de NHG-
concrete aanbeveling worden gegeven. Standaard Anticonceptie).

Overige behandelingen Aanvalsbehandeling

Wanneer de klachten onderdeel uitmaken van een Er zijn drie geneesmiddel(groepen) beschikbaar:
chronisch klachtenpatroon, wat vraagt om een paracetamol,19 NSAID’s en triptanen. Bespreek met
meer individuele benadering, behoren gedragspsy- de patiënt voor aanvang van de behandeling dat
chologische interventies en manuele therapie tot de deze drie geneesmiddelengroepen effectief kunnen
mogelijkheden. De effectiviteit van deze interven- zijn. Het is vaak een proces om uit te zoeken welk
ties is niet eenduidig, zodat wordt aanbevolen hier- middel uiteindelijk het beste is voor de patiënt. Bij
mee terughoudend te zijn. 17, 18 de keuze wordt rekening gehouden met de specifie-
ke kenmerken van de patiënt en de voorafgaande
Controles ervaringen met medicatie (soort, dosering en effect)
voor migraine, en met de bijwerkingen, interacties
– Nodig de patiënt expliciet uit om een nieuwe en contra-indicaties. Bij gelijkwaardige alternatie-
afspraak te maken als de klachten veranderen. ven moeten ook de kosten van het geneesmiddel bij
– Maak met patiënten met spanningshoofdpijn, de keuze worden meegewogen. Tussen de eerder
waarbij medicatie voorgeschreven is, controle- genoemde geneesmiddel(groepen) is geen groot
afspraken na twee weken, bij voortgezet gebruik verschil in effectiviteit aantoonbaar. Paracetamol
na weer vier weken en vervolgens op regelmatige kent de minste bijwerkingen. In de dagelijkse prak-
basis om het gebruik ervan te evalueren. tijk zullen veel patiënten deze stap al hebben ge-
– Bespreek bij hardnekkige klachten met ernstige probeerd voordat ze op het spreekuur komen.
hinder, disfunctioneren en/of ongerustheid de Ga na of paracetamol voldoende hoog gedoseerd
behoefte van de patiënt aan controleafspraken. was en of het op het juiste moment was ingenomen
(bij het begin van de hoofdpijn). Zo niet, start dan
Als de diagnostiek en het geven van uitleg en advie- met paracetamol in adequate dosering (tabel 4) en
zen afgerond is, is er geen medische noodzaak meer geef het advies de paracetamol te gebruiken op het
voor controles. juiste tijdstip. Wanneer paracetamol voldoende
1168 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

hoog gedoseerd en het moment van inname ade- het andere. De huisarts kiest tussen sumatriptan
quaat was, kies dan vervolgens uit een NSAID of (tablet), zolmitriptan (tablet en smelttablet), nara-
een triptaan. NSAID’s en triptanen kennen beide triptan (tablet) en rizatriptan (tablet en smelttablet)
specifieke contra-indicaties en meer bijwerkingen. omdat deze ten tijde van publicatie van deze stan-
Bespreek met de patiënt bij aanvang van de behan- daard generiek verkrijgbaar zijn en daarom relatief
deling de effectiviteit, bijwerkingen en contra-indi- goedkoop (zie de website www.medicijnkosten.nl
caties. Beoordeel de werkzaamheid van elke genees- voor de actuele kosten). De triptanen laten nuances
middel na twee tot drie aanvallen. Niet alle patiën- zien in het werkings- en bijwerkingenpatroon en
ten reageren op dezelfde wijze op een bepaalde me- deze verschillen per individu.21, 22 Het is ook moge-
dicijnkeuze. Als er onvoldoende effect is of er zijn lijk dat almotriptan, eletriptan of frovatriptan beter
te veel bijwerkingen, probeer dan een ander bij de patiënt passen.
geneesmiddel. Begin bij het starten van een triptaan met een lage
Het hoofdpijndagboek kan ondersteuning bie- dosering en verhoog deze zo nodig. Als de triptaan
den om inzicht te krijgen in het effect van de ge- effect heeft op de hoofdpijn, maar de pijn keert weer
neesmiddelen. Laat in deze fase de patiënt proberen terug, kan na twee uur nog een tablet worden inge-
om de kolom ‘Vervolgen behandeling’ in te vullen. nomen (bij naratriptan na vier uur). Indien na twee
De kolom met de ernstscore kan in deze fase wor- of drie aanvallen er geen effect of onvoldoende effect
den gebruikt om te beoordelen of de pijn minder is met maximale dosering of te veel bijwerkingen is
geworden. Overweeg consultatie van een neuroloog opgetreden, is het raadzaam nog twee andere tripta-
als alle drie de geneesmiddel(groep)en onvoldoende nen, ieder voor ten minste twee of drie aanvallen,
werkzaam zijn (zie Consultatie en Verwijzing). voor te schrijven (tabel 4). Vanwege het risico op me-
De huisarts wijst de patiënt op de volgende prin- dicatieovergebruikshoofdpijn is het van belang om
cipes van de medicamenteuze behandeling: aan de patiënt uit te leggen om niet meer dan tien
– start bij het begin van de hoofdpijn met paracetamol, dagen per maand een triptaan te gebruiken. Aan pa-
NSAID of een triptaan; tiënten die veel last hebben van misselijkheid al of
– start een triptaan niet bij het optreden van aura niet met braken, ondanks gebruik van een anti-eme-
maar pas bij het begin van de hoofdpijn; ticum en bij wie orale geneesmiddelen onvoldoende
– neem bij misselijkheid of braken zo nodig kort- werkzaam zijn, schrijft de huisarts een triptaan in
durend een anti-emeticum (domperidon20 of een niet-orale toedieningsvorm (injectie, neusspray
metoclopramide) en neem dit tegelijkertijd met of zetpil) voor. Smelttabletten worden niet oromu-
de pijnstiller; cosaal opgenomen, maar net als gewone tabletten in
– waarschuw voor chronisch gebruik van parace- het maagdarmkanaal, en werken niet sneller dan
tamol, NSAID’s en triptanen: dit kan medicatie- gewone tabletten.
overgebruikshoofdpijn geven;
– bespreek met de patiënt, bij twee of meer aanval- Zwangerschap en lactatie
len per maand, de mogelijkheid van preventieve
medicamenteuze behandeling. In de zwangerschap kunnen paracetamol en meto-
clopramide veilig worden gebruikt, domperidon
NSAID’s wordt ontraden omdat hierover te weinig gegevens
zijn. NSAID’s worden in het eerste en derde trimes-
NSAID’s, zoals acetylsalicylzuur, ibuprofen of na- ter van de zwangerschap ontraden. Triptanen wor-
proxen zijn gelijkwaardig.19 Zorg ervoor dat de pa- den ook afgeraden tijdens de zwangerschap. Over-
tiënt een voldoende hoge dosering inneemt, en er weeg alleen bij een ernstige aanval eventueel suma-
geen contra-indicaties zijn voor het innemen van triptan, als enige van de triptanen, in een zo laag
een NSAID (zie de FTR-Pijnbestrijding) en beoor- mogelijke dosering. Paracetamol, NSAID’s en dom-
deel of er een indicatie is voor maagbescherming peridon kunnen tijdens lactatie veilig worden ge-
(zie de NHG-Standaard Maagklachten). De genees- bruikt, metoclopramide wordt ontraden. Adviseer
middelen kunnen indien nodig na de voorgeschre- bij lactatie de eerste drie uur na de gift van suma-
ven tijd herhaald worden, zie tabel 4 voor de maxi- triptan de borstvoeding te vervangen door reeds
male dagdosering. afgekolfde moedermelk of kunstvoeding (zie de
NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode).
Triptanen
Bijwerkingen en interacties
De kans op een succesvolle behandeling met als
doel pijnvrij zijn na 2 uur, is 30 tot 40% per middel. De meest frequent voorkomende bijwerkingen van
Op voorhand is het ene triptaan niet effectiever dan triptanen zijn: misselijkheid, braken, moeheid, suf-
M19 Hoofdpijn 1169

Tabel 4 Overzicht aanvalsbehandeling migraine bij volwassenen

Middel Dosering Maximale dosering per 24 uur* bij incidenteel gebruik


(zonder interacterende comedicatie of comorbiditeit)

Paracetamol 1000 mg 4000 mg

NSAID’s (oraal):
c acetylsalicylzuur 900-1000 mg 4000 mg
c ibuprofen 600 mg 2400 mg
c naproxen 500 mg 1000 mg

Triptanen (oraal):†
c sumatriptan 50 (soms 100) mg 150 mg (bij gebruik 100 mg: maximaal is 300 mg)
c zolmitriptan 2,5 (soms 5) mg 5 mg (bij gebruik 5 mg: maximaal is 10 mg)
c naratriptan 2,5 mg 5 mg
c rizatriptan 5 (soms 10) mg 10 mg (bij gebruik 10 mg: maximaal is 20 mg)

Anti-emetica:‡
c domperidon (niet in zwan- 10 mg (oraal) 30 mg (oraal)
gerschap, wel tijdens
lactatie)
c metoclopramide (wel tij- 10 mg (oraal of 30 mg (oraal en rectaal)
dens zwangerschap, niet rectaal)
tijdens lactatie)

* Overmatig gebruik per maand: paracetamol en/of NSAID’s ≥ 15 dagen per maand, triptanen ≥ 10 dagen per
maand.
† Ten tijde van publicatie: generiek verkrijgbare triptanen.
‡ Let op eventuele aanwezige contra-indicaties. Domperidon mag niet gebruikt worden door patiënten met onder
andere bekende ritmestoornissen, angina pectoris, hartfalen en myocard infarct in anamnese. Gebruik van meto-
clopramide wordt afgeraden bij epilepsie, bij tardieve dyskinesie door antipsychotica of metoclopramide in de
anamnese en bij leeftijd < 18 jaar.

heid/slaperigheid, duizeligheid en een drukkend week) is zeer klein. Van belang is om bij iedere pa-
gevoel op de borst.22 Ernstige maar zeldzame bij- tiënt bij wie een triptaan wordt voorgeschreven, na
werkingen zijn coronaire vasospasmen door tripta- te gaan of er sprake kan zijn van belangrijke
nen beschreven, met name bij patiënten met coro- interacties.
naire ischemie. Daarom is coronair vaatlijden met
klachten zoals angina pectoris een absolute contra- Preventieve behandeling
indicatie voor triptanen.
Triptanen hebben interacties met andere genees- Bespreek bij een frequentie van 2 of meer aanvallen
middelen.22 In combinatie met andere serotonerge per maand de mogelijkheid van preventieve behan-
geneesmiddelen zoals de SSRI’s en de serotonerge deling.23 Patiënten die frequent analgetica (≥ 15
TCA’s (bijvoorbeeld amitriptyline, clomipramine en dagen per maand) of triptanen (≥ 10 dagen per
imipramine), sint-janskruid en MAO-remmers is maand) gebruiken, stoppen of verminderen deze
het serotoninesyndroom beschreven, maar de klini- bij voorkeur alvorens te starten met preventieve
sche relevantie is beperkt.22 Alleen de interactie tus- behandeling omdat er sprake kan zijn van medica-
sen sumatriptan en een SSRI is klinisch relevant en tieovergebruikshoofdpijn. Tijdens preventieve be-
het risico op het serotoninesyndroom bij gebruik handeling mag indien nodig aanvalsmedicatie ge-
van een triptaan volgens voorschrift (≤ 3 dagen per bruikt worden. Start bij alle preventieve behande-
1170 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

lingen van migraine met een lage dosering en bouw Overige behandelingen
stapsgewijs op, veelal per 2 weken. Geef de preven-
tieve behandeling gedurende minimaal 6 maanden. Overweeg als er ondanks diverse aanvalsbehande-
In onderzoeken is de behandeling effectief wanneer lingen in combinatie met preventieve medicamen-
de aanvalsfrequentie met 50% is afgenomen, maar teuze behandeling nog veel klachten blijven een
de definitie van een succesvolle behandeling is na- gedragspsychologische interventie. Relaxatiethera-
tuurlijk ook subjectief en andere doelen zijn even- pie door fysiotherapeuten of cognitieve gedragsthe-
eens mogelijk (bijvoorbeeld minder werkverzuim). rapie komen hiervoor in aanmerking.24
Bespreek met de patiënt welk doel de patiënt met
de behandeling zou willen behalen. Menstruele migraine
Eerste keus is een bètablokker: metoprolol en
propranolol zijn de bètablokkers die zijn geregis- Voorlichting
treerd als migraineprofylaxe. Er is echter geen
reden om aan te nemen dat andere bètablokkers Zie Migraine bij volwassenen.
niet werkzaam zijn, mits het een selectieve bèta-
blokker is zonder ISA (intrinsieke sympaticomime- Aanvalsbehandeling
tische activiteit). Geef bij voorkeur een bètablokker
met weinig bijwerkingen, bijvoorbeeld metoprolol. De aanvalsbehandeling is hetzelfde als bij ‘gewone’
Leg aan de patiënt uit dat het gebruik van bètablok- migraine (zie Migraine bij volwassenen, Aanvalsbehan-
kers het aantal migraineaanvallen kan halveren. deling), hoewel menstruele migraine moeilijker te
Hoog de dosering stapsgewijs op tot het gewenste behandelen lijkt. NSAID’s zijn bij menstruele mi-
resultaat is bereikt met inachtneming van de maxi- graine net zo effectief als triptanen en hebben vaak
male dagdosering (metoprolol: maximaal 200 mg; ook een gunstig effect op klachten behorende bij de
propranolol: maximaal 160 mg) en het eventueel menstruatie (zoals overmatig bloedverlies, zie de
optreden van bijwerkingen. Meet voor het instellen NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies).
van deze preventieve behandeling de bloeddruk en
pols. Bij een lage bloeddruk (systolische tensie < 90 Preventieve behandeling
mmHg) of een polsslag trager dan 60 slagen per
minuut is een bètablokker gecontra-indiceerd als Er zijn verschillende adviezen voor preventieve be-
profylacticum. Bètablokkers kunnen astmaklach- handeling die voornamelijk berusten op
ten verergeren. consensus.25
Facultatief: tweede keus zijn topiramaat of val- Preventieve behandeling is mogelijk vanaf onge-
proïnezuur bij onvoldoende werkzaamheid van een veer twee of drie dagen voor de menstruatie tot aan
bètablokker en/of bij contra-indicaties voor een het einde van de menstruatie met ibuprofen, na-
bètablokker. Bouw de dosering van topiramaat proxen (tabel 3) of een triptaan. Een nadeel van pre-
langzaam op, start met eenmaal daags 25 mg, daar- ventieve behandeling kan zijn dat door het dage-
na geleidelijk opbouwen tot maximaal 100 mg, ver- lijkse gebruik van de medicatie er mogelijk meer
deeld over 2 doses. Geef valproïnezuur als prepa- risico is op overdosering en medicatieovergebruiks-
raat met gereguleerde afgifte in een dosering van 1 hoofdpijn, zeker indien er ook aanvallen buiten de
tot 2 maal daags 500 mg. Topiramaat en valproïne- menstruatie om zijn.
zuur zijn beide gecontra-indiceerd bij vrouwen met Overweeg bij vrouwen die de anticonceptiepil
een kinderwens en zwangerschap of bij gebruik van slikken en migraine zonder aura hebben gedurende
hormonale anticonceptie. Het hormoonspiraal, ko- de stopweek, om de pil door te slikken (zie de
perspiraal of de prikpil zijn wel veilige opties in NHG-Standaard Anticonceptie). Vrouwen met mi-
combinatie met topiramaat of valproïnezuur. graine met aura hebben een licht verhoogd risico
Facultatief: derde keus zijn tricyclische antide- op een ischemisch CVA. Bij vrouwen met migraine
pressiva (zie ook de NHG-Standaard Depressie). met aura verhoogt de combinatie van roken en pil-
Geef bij keuze voor een TCA amitriptyline (off-la- gebruik (of andere combinatiepreparaten) dit risico.
bel, maximaal 75 tot 100 mg per dag). Start met 10 Adviseer rokende vrouwen met migraine met aura
mg tot 25 mg, afhankelijk van patiëntkenmerken, daarom te stoppen met roken. Overleg met vrou-
en verhoog de dosering geleidelijk met 10 tot 25 mg wen met migraine met aura die niet roken of het
per 7 tot 14 dagen afhankelijk van het effect en de gebruik van hormonale anticonceptie (combinatie-
bijwerkingen tot maximaal 100 mg per dag. Evalu- preparaat) wel wenselijk is. Neem hierbij in de over-
eer het effect na 3 maanden na volledige opbouw en weging ook eventuele andere aanwezige cardiovas-
staak amitriptyline bij onvoldoende effect of hin- culaire risicofactoren mee (voor advies diverse anti-
derlijke bijwerkingen. conceptiemethoden: zie de NHG-Standaard Anti-
M19 Hoofdpijn 1171

conceptie). Het gebruik van een combinatieprepa- ineffectieve aanvalsbehandeling of veel (school)-
raat bij vrouwen met migraine zonder aura is geen verzuim. Verwijs naar of overleg met een, op het
bezwaar. gebied van kinderhoofdpijn, deskundige (kinder)-
neuroloog of kinderarts indien een kind preventie-
Migraine bij kinderen ve behandeling nodig heeft.

Voorlichting Overige behandelingen

Bij korte aanvallen is uitleg aan de omgeving en het Overweeg psychologische begeleiding indien er
advies om het kind even met rust te laten voldoen- ondanks voorlichting en medicamenteuze behan-
de. Een van de triggers voor een migraineaanval is deling veel klachten blijven.18
een verstoord slaapritme; het is dan ook belangrijk
dit slaapritme te herstellen.26 Er is weinig bewijs Controles bij volwassenen en kinderen
voor de effectiviteit van diverse andere niet-medica-
menteuze behandelingen van migraine bij kinde- Evalueer bij migraine het effect van de aanvalsbe-
ren. Dit betekent dat de aanpak gezocht moet wor- handeling na twee tot drie aanvallen. Ga tijdens de
den in het leren omgaan met de pijnaanvallen. Bij evaluatie na op welk moment van de migraine en in
een migraineaanval is het van belang dat de omge- welke dosering het medicament is ingenomen. Ga
ving rekening houdt met het kind. na of het gewenste effect is opgetreden (bespreek
Bij kinderen met migraine is het belangrijk om de bijvoorbeeld: na hoeveel tijd de pijn weg was, wan-
ouders aanvullende informatie te geven over het al neer de patiënt weer kon functioneren, en of de
dan niet van school naar huis sturen bij een migrai- hoofdpijn weer terugkwam) en of er sprake was van
neaanval. Wanneer de aanval doorgaans kort van bijwerkingen. Bespreek, indien nodig, nogmaals de
duur is, geef dan het advies aan de ouders om met de andere behandelingsmogelijkheden. Als het ge-
school te overleggen of het mogelijk is dat het kind wenste effect van de aanvalsbehandeling is opgetre-
bij een aanval even in een aparte kamer kan liggen. den, spreek dan met de patiënt af wanneer het
Het kind is dan vaak na korte duur weer opgeknapt nodig is om de behandeling te evalueren en wat de
en kan verder met het volgen van de lessen. wensen van de patiënt hierin zijn. Evalueer met de
patiënt het klachtenpatroon en het medicatiege-
Aanvalsbehandeling bruik bij toename van hoofdpijnklachten en/of aan-
valsfrequentie of bij verandering van de
Bij weinig frequente migraineaanvallen kan men migrainekarakteristieken.
meestal volstaan met paracetamol. Pijnstillers kun- Na het starten en na elke dosisverandering van
nen het beste gegeven worden voordat de aanval op preventieve geneesmiddelen vindt controle plaats
zijn maximum is. Dan is er meer kans op effect, na twee tot vier weken om bijwerkingen te beoor-
namelijk bekorting van de aanval. delen en na drie en zes maanden om de effectiviteit
Bij onvoldoende effect van paracetamol kunnen te bespreken. Daarna kunnen de controles, wanneer
NSAID’s worden voorgeschreven.27 Voldoende het gewenste effect is bereikt, eenmaal per jaar
hoge dosering (afhankelijk van lichaamsgewicht, plaatsvinden.
zie de FTR Pijnbestrijding) is noodzakelijk. Advi-
seer, indien nodig, een anti-emeticum. Om medica- Medicatieovergebruikshoofdpijn28
tieovergebruikshoofdpijn te voorkomen is het bij
de combinatie van frequente migraine in combina- Voorlichting
tie met spanningshoofdpijn het advies om alleen
iets voor de migraine te geven en geen pijnstillers Bij een vermoeden van medicatieovergebruiks-
voor de spanningshoofdpijn te geven. hoofdpijn legt de huisarts aan de patiënt uit dat de
Als paracetamol en NSAID’s onvoldoende werk- oorzaak van deze hoofdpijn mogelijk een overma-
zaam zijn is een verwijzing naar een, op het gebied tig gebruik van hoofdpijnmedicatie is. Ongemerkt
van kinderhoofdpijn, deskundige (kinder)neuro- treedt er gewenning op; het niet innemen van me-
loog of kinderarts op zijn plaats voor het eventueel dicament leidt dan tot hoofdpijn. Zo ontstaat er een
instellen op triptanen. vicieuze cirkel. De huisarts legt uit dat het wegne-
men van de waarschijnlijke oorzaak, door te stop-
Preventieve behandeling pen met gebruik van de aanvalsmedicatie voor twee
tot drie maanden, de beste optie is. Na de stopperio-
Overweeg preventieve behandeling bij een hoge de en veelal terugkeren van het oorspronkelijke
aanvalsfrequentie (≥ 2 per maand), lange aanvallen, hoofdpijnpatroon, kan weer aanvalsbehandeling
1172 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

worden toegestaan, waarbij meestal strikt een ster- van clusterhoofdpijn bestaat uit verschillende mo-
kere beperking wordt geadviseerd dan voorheen. gelijkheden, namelijk sumatriptan 6 mg subcutaan
Bijvoorbeeld halvering van de toegestane hoeveel- (ongeveer 1 tot 2 maal per aanval) of 100% zuurstof,
heid in tabel 3. 7 tot 15 liter via kapje (afhankelijk van het effect)
gedurende 15 minuten.29 Wanneer een patiënt be-
Behandeling kend is met clusterhoofdpijn zal de keuze voor de
aanvalsbehandeling afhangen van eerder gebleken
Adviseer de patiënt om in één keer te stoppen met effectiviteit en beschikbaarheid van zuurstof (niet
alle middelen die de patiënt voor de hoofdpijn ge- in de huisartsenpraktijk, soms thuis bij de patiënt
bruikt. Raad het vervangen van de hoofdpijnmedi- (tijdens een clusterperiode), wel op de
catie door andere middelen af. Het is belangrijk de huisartsenpost).
patiënt te waarschuwen voor een aanvankelijke ver-
ergering van de hoofdpijn als onttrekkingsver- Preventieve behandeling (facultatief)
schijnsel; gemiddelde duur een à twee weken. Ge-
durende deze fase is de patiënt soms niet in staat Verapamil is een effectieve preventieve behande-
om te werken of dagelijkse activiteiten te onderne- ling van clusterhoofdpijn tijdens de clusterperio-
men. Intensieve begeleiding van de patiënt is in de. De huisarts kan deze behandeling alleen (facul-
deze eerste weken noodzakelijk, bijvoorbeeld door tatief) starten na een eerdere succesvolle behande-
frequent telefonisch contact. Leg aan de patiënt uit ling met verapamil door een neuroloog. De pre-
dat na de stopperiode de eventueel onderliggende ventieve behandeling vindt altijd in overleg met
episodische hoofdpijn, bijvoorbeeld migraine, op- de neuroloog plaats. Contra-indicaties zijn hypo-
nieuw kan optreden. De huisarts behandelt dan de tensie, bekende ritmestoornissen of een vermin-
onderliggende hoofdpijn, na de stopperiode van derde leverfunctie. Start met een dagdosering van
twee tot drie maanden. 240 mg en verhoog elke 2 weken met 80 mg. Ge-
Ook bij kinderen kan overmatig of frequent ge- bruikelijke dagdosering is meestal 480 mg (maxi-
bruik van pijnstillers (op meer dan de helft van de maal 720 mg). Vóór de start en bij elke dosisverho-
dagen) leiden tot medicatieovergebruikshoofdpijn. ging dient controle van het ECG plaats te vinden
Ook bij hen is het dan nodig om direct en volledig (10 dagen na de dosisverhoging) en staak verapa-
de pijnstillers te staken. mil bij het optreden van geleidingsstoornissen
(zoals verlenging PR-interval, verbreding QRS-
Controles complex, bradycardie). Bouw verapamil weer af
wanneer de clusterperiode vermoedelijk voorbij is.
Tijdens de stopperiode is er frequent contact met de Start bij een volgende clusterperiode met de mini-
patiënt, afhankelijk van de klachten en in overleg male effectieve dosering, altijd onder ECG-contro-
met de patiënt. le, die altijd noodzakelijk blijft. Andere preventie-
Om terugval te voorkomen biedt de huisarts na ve (farmacotherapeutische) behandelingen worden
het staken van de medicatie frequente controles niet aanbevolen in de eerste lijn.29
aan. Na de stopperiode wordt, eventueel met be-
hulp van het hoofdpijndagboek, het onderliggende Controles
type hoofdpijn vastgesteld. De onderliggende
hoofdpijn en de daarbij behorende behandeling Beginfase van cluster: de volgende dag na starten
bepalen de frequentie van de controleafspraken. van de behandeling. Evalueer wekelijks indien de
preventieve behandeling voldoende effectief is.
Clusterhoofdpijn – Wanneer de voorgeschreven medicatie niet vol-
doende werkzaam is.
Voorlichting – Tijdens behandeling met preventieve medicatie:
zie Preventieve behandeling ( facultatief ).
Tijdens een clusterperiode heeft het zin eventuele
provocerende factoren te vermijden, zoals gebruik
van alcohol, nitraten, het maken van lange vliegrei- Consultatie en verwijzing
zen of verblijf op grote hoogte.
Indien er aanwijzingen zijn voor een ernstige, met
Aanvalsbehandeling hoofdpijn gepaarde, aandoening (tabel 1 en tabel 2)
vindt overleg met of (spoed)verwijzing naar een
Een eerste clusteraanval zal doorgaans door de neu- neuroloog plaats.
roloog worden behandeld. De aanvalsbehandeling
M19 Hoofdpijn 1173

Volwassenen
opleiding, UMC Utrecht; F. Dekker, huisarts te
Overweeg consultatie van of verwijzing naar een in Purmerend; dr. N.P. van Duijn, huisarts te Al-
hoofdpijn deskundige neuroloog bij: mere; J.E.P. Ongering, huisarts te Waalwijk.
– twijfel aan de diagnose; M.J. Kurver, huisarts te Utrecht en weten-
– plotselinge verandering van de migraine- schappelijk medewerker van de afdeling Richt-
karakteristieken; lijnonwikkeling en Wetenschap, begeleidde de
– plotselinge duidelijke toename van de aanvals- werkgroep en deed de redactie. M. Bouma was
frequentie van migraine; betrokken als senior wetenschappelijk mede-
– een eerste migraineaanval boven de leeftijd van werker van deze afdeling, M.M. Verduijn als
veertig jaar; senior wetenschappelijk medewerker Farma-
– falen van alle van de hierboven genoemde cotherapie. M.J.P. Ballieux was betrokken als
aanvalsbehandelingen van migraine; senior wetenschappelijk medewerker van de
– wanneer een preventieve behandeling van mi- afdeling Implementatie.
graine onvoldoende werkt; Door alle leden van de werkgroep werd geen
– het niet in een keer kunnen stoppen met medica- belangenverstrengeling gemeld. Meer details
tie bij medicatieovergebruikshoofdpijn ondanks hierover zijn te vinden in de webversie van de
begeleiding van de huisarts; standaard op www.nhg.org.
– vermoeden van clusterhoofdpijn (nooit eerder In augustus 2012 vond er een focusgroep
vastgesteld), of andere (eenzijdige) aangezichts- met patiënten plaats. In april 2013 werd de
pijn; ontwerpstandaard voor commentaar naar 50
– (overleg over) instellen van een preventieve be- willekeurig uit het NHG-ledenbestand gekozen
handeling van clusterhoofdpijn. huisartsen gestuurd. Er werden 8 commen-
taarformulieren retour ontvangen. Op 15 april
Kinderen 2013 is de ontwerpstandaard besproken in een
focusgroep met 5 huisartsen en 4 huisartsen in
Overweeg consultatie van of verwijzing naar een in opleiding, geleid door dr. S.S.M. Mol.
kinderhoofdpijn deskundige (kinder)neuroloog of Tevens werd commentaar ontvangen van
kinderarts bij: een aantal referenten, te weten dr. A. Knuis-
– twijfel aan de diagnose; tingh-Neven (senior onderzoeker LUMC, huis-
– onvoldoende effect behandeling spannings- arts); A.F.H. Smelt, huisarts; dr. J.A.H. Eekhof,
hoofdpijn; huisarts en hoofdredacteur van Huisarts en
– onvoldoende reactie op paracetamol of NSAID Wetenschap; prof.dr. A.L.M. Lagro-Janssen,
bij migraine; huisarts en hoogleraar vrouwenstudies medi-
– instellen op triptanen; sche wetenschappen, Radboudumc te Nijme-
– preventieve behandeling van migraine. gen; M. Favié, namens Bogin; J. Oltvoort, na-
mens Nefarma; G. Salemink, namens Zorgver-
Overweeg verwijzing naar een psycholoog of psy- zekeraars Nederland; K. Schutte namens Col-
chotherapeut bij: lege voor Zorgverzekeringen; P.M. Leusink,
– spanningshoofdpijn waarbij geruststelling en huisarts en seksuoloog; E. van Leeuwen, huis-
voorlichting niet voldoende is; arts namens de Vlaamse Vereniging voor Huis-
– problemen met het omgaan met migraine. artsen; D. Dost, M. Groen, K. de Leest, H. Je-
lsma, R. Dull, D. Titre, R. Lelie-van der Zande,
allen apotheker namens KNMP; dr. J. Bruijn,
Totstandkoming kinderneuroloog; dr. J. Haan, E.G.M. Couturier,
dr. G.M. Terwindt, prof.dr. M.D. Ferrari, allen
Nadat werd besloten te beginnen met de her- neuroloog namens Nederlandse Vereniging
ziening van de NHG-Standaard Hoofdpijn voor Neurologie; L.W. van Os, namens Neder-
startte in april 2012 een werkgroep Hoofdpijn. landse Vereniging voor Hoofdpijnpatiënten.
Deze werkgroep heeft een conceptversie ge- Naamsvermelding als referent betekent overi-
maakt. gens niet dat een referent de standaard inhou-
De werkgroep bestond uit de volgende delijk op ieder detail onderschrijft.
leden: dr. M.E.L. Bartelink, huisarts-epidemio- G. Kramer en M. Lunter, beiden huisarts,
loog, Julius Centrum, afdeling Huisartsgenees- hebben namens de NAS tijdens de commen-
kunde, UMC Utrecht; L. Boelman, huisarts in taarronde beoordeeld of de ontwerpstandaard
1174 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

D Beide van de volgende:


antwoord geeft op de vragen uit het herzie- 1 niet meer dan één van de volgende kenmerken: fotofo-
bie, fonofobie of misselijkheid aanwezig;
ningsvoorstel. In juli 2013 werd de standaard
2 geen ernstige misselijkheid of braken.
becommentarieerd en geautoriseerd door de
NHG-Autorisatiecommissie. Diagnostische criteria van migraine zonder aura:
De zoekstrategie die gevolgd werd bij het A Ten minste 5 aanvallen voldoen aan criteria B-D.
B Duur hoofdpijnaanval 4 tot 72 uur (onbehandeld, of niet
zoeken naar de onderbouwende literatuur is te succesvol behandeld).
vinden bij de webversie van deze standaard. C Hoofdpijn voldoet aan 2 of meer van de volgende
Tevens zijn de procedures voor de ontwikkeling karakteristieken:
van de NHG-Standaarden in te zien in het pro- 1 éénzijdig;
2 pulserend;
cedureboek (zie www.nhg.org). 3 matig tot ernstig;
4 toename bij lichamelijke inspanning, zoals traplopen, of
vermijden van lichamelijke activiteiten.
D Gedurende de hoofdpijn minstens één van de volgende
© 2014 Nederlands Huisartsen Genootschap
symptomen:
1 misselijkheid en/of braken;
Noot 1 Begrippen 2 overgevoeligheid voor licht en geluid.
In 1988 is door de International Headache Society (IHS) een E Het wordt niet veroorzaakt door een andere aandoening.
voor onderzoeksdoeleinden bruikbare classificatie geïntrodu-
ceerd. In 2013 werd de derde herziene versie gepubliceerd Diagnostische criteria van migraine met aura (migraine with typi-
[Anon. 2013a]. Deze classificatie biedt de mogelijkheid meer cal aura):
vormen van hoofdpijn per patiënt te classificeren en betrouw- A Minstens 2 migraineaanvallen voldoen aan criteria B en C.
baarder dan voorheen de duur en de frequentie van de hoofd- B Aura bestaat uit visuele, sensore en/of spraak-/
pijn vast te leggen. In de vorige standaard werd middelengeïn- taalsymptomen, elk volledig reversibel, maar geen motori-
duceerde hoofdpijn besproken. De werkgroep heeft beoor- sche of retinale symptomen of een van de volgende sympto-
deeld dat een specifieke vorm van de middelengeïnduceerde men: dysartrie, vertigo, tinnitus, slechthorendheid, diplo-
hoofdpijn, namelijk de medicatieovergebruikshoofdpijn, pie, ataxie of verminderd bewustzijn (brainstem symptoms).
vooral van belang is om te herkennen in de dagelijkse praktijk. C Ten minste 2 van de volgende karakteristieken:
Hoofdpijn geïnduceerd door andere middelen, bijvoorbeeld 1 ten minste 1 aurasymptoom ontwikkelt zich geleidelijk
door cafeïne, komt weinig voor. Daarom is ervoor gekozen om over ≥ 5 minuten en/of 2 of meer symptomen treden ach-
alleen medicatieovergebruikshoofdpijn te behandelen in de tereenvolgend op;
standaard. De term medicatieovergebruikshoofdpijn sluit aan 2 elk aurasymptoom duurt ≥ 5 minuten en < 60 minuten;
bij de naamgeving gebruikt door de Nederlandse Vereniging 3 ten minste 1 aurasymptoom is unilateraal;
voor Neurologie en de internationale literatuur. 4 aura gaat gepaard met hoofdpijn of volgt op de aura bin-
Diagnostische criteria van weinig frequente en frequente nen 60 minuten.
spanningshoofdpijn: D Het wordt niet veroorzaakt door een andere aandoening.
A Minstens 10 episodes < 1 dag per maand (< 12 dagen per jaar) Een TIA is uitgesloten.
en episodes voldoen aan B-D (weinig frequent: infrequent
episodic) of minstens 10 episodes ≥ 1 dag en < 15 dagen per Diagnostische criteria van medicatieovergebruikshoofdpijn:
maand gedurende 3 maanden (≥ 12 dagen en < 180 dagen A Hoofdpijn gedurende ≥ 15 dagen per maand bij een patiënt
per jaar) en episodes voldoen aan B-D (frequent: frequent met een pre-existente hoofdpijnklachten.
episodic). B Regelmatig te veel gebruik gedurende > 3 maanden van een
B Hoofdpijn duurt van 30 minuten tot 7 dagen. of meerdere medicamenten die worden ingenomen in ver-
C Ten minste 2 van de volgende pijnkarakteristieken: band met hoofdpijnklachten.
1 bilaterale lokalisatie; C Het wordt niet veroorzaakt door een andere aandoening.
2 drukkende/knellende (niet-pulserende) kwaliteit;
3 lichte of matige intensiteit (kan activiteiten storen, maar Voorbeelden van medicamenten die medicatieovergebruiks-
niet verhinderen); hoofdpijn kunnen veroorzaken:
4 geen toename bij traplopen of dergelijke lichamelijke – Gebruik van eenvoudige analgetica en NSAID’s op ≥ 15
routineactiviteiten. dagen per maand gemiddeld > 3 maanden.
D Beide van de volgende: – Gebruik van triptanen op ≥ 10 dagen per maand gemiddeld
1 geen misselijkheid of braken (anorexie mag aanwezig > 3 maanden.
zijn); – Gebruik van opioïden op ≥ 10 dagen per maand gemiddeld
2 geen fotofobie en fonofobie aanwezig, of alleen één van > 3 maanden.
beide. – Gebruik van gecombineerde analgetica ≥ 10 dagen per
E Het wordt niet veroorzaakt door een andere aandoening. maand gemiddeld > 3 maanden.
– Gebruik van een combinatie van ergotamine, triptanen,
Diagnostische criteria van chronische spanningshoofdpijn: analgetica en/of opioïden ≥ 10 dagen per maand gemiddeld
A Hoofdpijn ≥ 15 dagen per maand gemiddeld > 3 maanden > 3 maanden zonder overmatig gebruik van elke soort
per jaar (≥ 180 dagen per jaar) en voldoen aan B-D. apart.
B Hoofdpijn duurt uren of dagen, of is continu aanwezig.
C Ten minste 2 van de volgende pijnkarakteristieken: Diagnostische criteria van hoofdpijn veroorzaakt door onttrekking
1 bilaterale lokalisatie; van cafeïne:
2 drukkende/knellende (niet-pulserende) kwaliteit; A Hoofdpijn met criteria C.
3 lichte of matige intensiteit; B Onderbroken consumptie van cafeïne, normaliter > 200
4 geen toename bij traplopen of dergelijke lichamelijke mg/dag > 2 weken (koffie, thee, icetea, cola, chocolade).
routineactiviteiten. C Bewijs voor oorzakelijk verband met cafeïne:
M19 Hoofdpijn 1175

D 1 Hoofdpijn binnen 24 uur ontstaan na laatste intake van In het onderzoek van Merikangas et al. naar de prevalentie van
cafeïne die verdwijnt binnen 1 uur na inname van 100 mg hoofdpijn was de cumulatieve prevalentie van migraine zon-
cafeïne. der aura bij mannen en vrouwen 36% (vrouwen 50,7%, mannen
2 Hoofdpijn verdwijnt na 7 dagen totale onthouding van 20,7%) en van migraine met aura 3,0% (vrouwen 3,9%, mannen
cafeïne. 2,1%). De 1-jaarsprevalentie van migraine met aura bedroeg
0,9%.
Diagnostische criteria van clusterhoofdpijn: Incidentie hoofdpijn, spanningshoofdpijn en migraine in de huisart-
A Ten minste 5 aanvallen voldoen aan B-D. senpraktijk LINH is een zorgregistratiesysteem waaraan in 2010
B Er is hevige unilaterale orbitale, supra-orbitale en/of temp- 84 praktijken deelnamen (n = 335.000). De incidentie van de
orale pijn die onbehandeld 15 tot 180 minuten duurt. diagnose ‘hoofdpijn’ (exclusief spanningshoofdpijn en migrai-
C De hoofdpijn is geassocieerd met ten minste één van de vol- ne) en spanningshoofdpijn is het hoogst in de groep mannen
gende verschijnselen aan de pijnzijde: conjunctivale injec- en vrouwen in de leeftijdscategorie 15 tot 24 jaar. Daarna
tie en/of tranenvloed, neusverstopping en/of rinorroe, zwe- neemt de incidentie af. Voor migraine geldt dat de hoogste
ten van gezicht en voorhoofd, miosis, ptosis of oedeem van incidentie wordt gevonden bij vrouwen in de leeftijdscatego-
het ooglid, gevoel van rusteloosheid of agitatie. rie 25 tot 44 jaar (9,2 per 1000 patiënten). In de tabel 5 zijn de
D Frequentieaanvallen: eens in de 2 dagen tot 8 keer per dag. incidentiecijfers uitgesplitst per geslacht (per 1000 patiënten).
E Het wordt niet veroorzaakt door een andere aandoening. Hoofdpijn komt ook veel voor bij kinderen.

Zie de website van het IHS (http://ihs-classification.org/en)


voor de definities van primaire hoofdpijn anders dan span- Tabel 5 Incidentie huisartsenpraktijk
ningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn, zoals primary (2011)
cough headache, primary thunderclap headache, primary extertional
headache etc. Op deze website is ook de volledige lijst te vinden
van middelen die hoofdpijn kunnen geven, door gebruik of Incidentie
door onttrekking [Anon. 2013]. Zie de richtlijn Chronische aan-
gezichtspijn voor meer informatie over aangezichtspijn Leeftijd Leeftijd
(www.hoofdpijnpatienten.nl).
5-14 jaar 15-24 jaar
Noot 2 Epidemiologie hoofdpijn, spanningshoofdpijn en
migraine Hoofdpijn (exclusief / 13,5 / 20,0
Hoofdpijn is een veelvoorkomende klacht. Van alle kinderen
en (jong)volwassenen heeft ongeveer de helft wel eens hoofd- spanningshoofdpijn ? 10,4 ? 7,2
pijn en vrouwen hebben over het algemeen meer hoofdpijn en migraine)
dan mannen. Deze noot beschrijft de prevalentie van hoofd-
pijn in de algemene bevolking en de incidentie in de huisart-
senpraktijk en het gelijktijdig voorkomen van verschillende Spanningshoofdpijn / 2,6 / 10,4
soorten hoofdpijn bij één patiënt. ? 1,5 ? 2,0
Prevalentie hoofdpijn, spanningshoofdpijn en migraine algemene
bevolking In een review van alleen Europese artikelen werd de
prevalentie in de algemene bevolking van hoofdpijn, span- Migraine / 2,2 / 8,1
ningshoofdpijn en migraine berekend. Eén inclusiecriterium ? 1,6 ? 1,8
was dat onderzoeken de IHS-criteria hadden gebruikt, maar
onderzoeken met afgeleide criteria werden ook geïncludeerd
[Stovner 2010]. [Stirbu-Wagner 2013]
Van alle volwassenen had 61% van de vrouwen en 45% van
de mannen het voorgaande jaar hoofdpijnklachten (34 onder-
zoeken, n = 205.164). Bij kinderen (vanaf 5 jaar) en jeugd be-
droeg de prevalentie 53% (12 onderzoeken, n = 37.367). In een Beloop epidemiologie In het al eerdere kort genoemde prospectie-
andere systematische review (38 datasets, n = 80.876) werd de ve onderzoek van Merikangas et al. werden de participanten in
prevalentie (op enig moment) van hoofdpijn bij kinderen 30 jaar tijd 7 maal geïnterviewd. Gemiddeld was er na elk in-
berekend; deze bedroeg 58,4% (95%-BI 58,1 tot 58,8) [Abu- terview een uitval van ongeveer 10% (bij 43% van het cohort
Arafeh 2010]. zijn 7 interviews afgenomen). De prevalentie van migraine
Spanninghoofdpijn komt veel voor, echter de beschreven pre- zonder aura daalde gedurende de tijd. Daarentegen steeg de
valentie varieert. In de review van Stovner had 63% van de vol- prevalentie van spanningshoofdpijn; deze was het hoogst
wassenen (n = 66.798) het voorgaande jaar spanningshoofd- rond de leeftijd van 40 jaar. Een op de 5 participanten met mi-
pijn doorgemaakt (chronisch 3%) en 15% van de kinderen (n = graine had langer dan 15 jaar klachten. De meeste participan-
24.951). In een Zwitsers prospectief onderzoek (n = 591, follow- ten hadden meerdere vormen van hoofdpijn; 87% van de parti-
up 30 jaar) was de 1-jaarsprevalentie (mediaan) van spannings- cipanten met migraine in de eerste 10 jaar van het onderzoek
hoofdpijn bij volwassenen 8,5% [Merikangas 2011]. Het ver- kreeg gedurende 20 jaar follow-up tevens een andere vorm van
schil in de prevalentie is mogelijk te verklaren door de diverse hoofdpijn en 84% van de participanten met spanningshoofd-
manieren van meten (vragenlijsten of interviews), en in hoe- pijn kreeg ook migraine of een andere vorm van hoofdpijn
verre de IHS-criteria strikt zijn toegepast. [Merikangas 2011].
In de review van Stovner et al. werd migraine door 17,6% van Etniciteit Onderzoek naar raciale verschillen werd alleen voor
de vrouwen en 8% van de mannen (n = 191.441) gerapporteerd. de prevalentie van migraine uitgevoerd. In dit onderzoek wer-
Bij kinderen bedroeg de prevalentie 9,1% bij de meisjes en 5,2% den ruim 12.000 personen uit de algemene populatie tussen 18
bij de jongens (n = 36.139). In de systematische review van Abu- en 65 jaar betrokken. Migraine kwam vaker voor bij personen
Arafeh et al. was de prevalentie van migraine bij kinderen en van Kaukasische oorsprong dan bij personen van Afrikaanse of
adolescenten vergelijkbaar namelijk 7,7% (95%-BI 7,6 tot 7,8). Aziatische oorsprong. Opvallend was dat Afro-Amerikanen
Migraine komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens (OR 1,67, minder vaak misselijkheid en braken rapporteerden, maar
95%-BI 1,60 tot 1,75). vaker de hoofdpijn ernstiger inschatten [Stewart 1996].
1176 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

Noot 3 Epidemiologie medicatieovergebruikshoofdpijn gevolg heeft. Dit resulteert in pijn en verdere activatie van het
Medicatieovergebruikshoofdpijn komt vaak voor bij chroni- centrale zenuwstelsel. Het pijnmechanisme wordt mogelijk
sche hoofdpijn. De prevalentie van medicatieovergebruiks- verklaard door een neurogene ontsteking in het trigeminocer-
hoofdpijn bedraagt ongeveer 1 tot 2% bij volwassenen in Euro- vicale complex waarbij peptiden vrijkomen met een vasodila-
pa. De 1-jaarsprevalentie van huidige chronische hoofdpijn (8 terend effect. De lokalisatie van de pijn bij een migraineaanval
onderzoeken) bedroeg 4% [Stovner 2010]. Op basis van gegevens wordt gezien als uitstralende pijn na activatie van het trigemi-
van 16 Nederlandse huisartsenpraktijken uit 2003 wordt ge- nocervicale complex [Ferrari 1998, Goadsby 2001]. Meestal
schat dat de prevalentie van chronische hoofdpijn 3,7% bedraagt duurt een aura niet langer dan 60 minuten. Viana et al. be-
en dat bijna tweederde van deze patiënten medicatieoverge- schrijven in een review dat bij ongeveer 12 tot 37% van de pa-
bruikshoofdpijn heeft [Wiendels 2006, Van Deventer 2011]. tiënten een aura langer dan 60 minuten duurt [Viana 2013].
Menstruatie, visuele prikkels als lichtflitsen, weersveran-
Noot 4 Epidemiologie clusterhoofdpijn deringen, vasten, slaapgebrek, smaakversterker glutamine-
Clusterhoofdpijn komt zelden voor. Een meta-analyse bere- zuur (zit onder andere in Chinees eten en kant-en-klaarmaal-
kende een life-time prevalentie van 0,12% en een jaarprevalen- tijden), wijn (sulfiet), nitraten en aspartaam (wordt gebruikt
tie van 0,3% [Fischera 2008]. Het komt ongeveer 3 maal vaker als zoetstof) kunnen migraineaanvallen uitlokken. In de prak-
bij mannen voor dan bij vrouwen [Nesbitt 2012]. Koopman et tijk krijgen deze factoren vaak een te zwaar gewicht.
al. vonden een incidentie van 40 per 100.000 persoonsjaren
voor alle typen van aangezichtspijn in de eerste lijn in Neder- Noot 9 Familiair voorkomen migraine
land gedurende de periode 1996 tot 2006. De incidentie van Eerstegraadsfamilieleden van een patiënt met migraine met
clusterhoofdpijn bedroeg 12,5 per 100.000 persoonsjaren, was aura blijken een 3,8 maal verhoogd risico om migraine met
het hoogst in de leeftijdscategorie 30 tot 39 jaar (25,1; 95%-BI aura te hebben in vergelijking met personen zonder eerste-
18,0 tot 34,1) en nam daarna af [Koopman 2009]. graadsfamilieleden met migraine met aura. Het risico op mi-
graine zonder aura is bij hen niet verhoogd. Eerstegraadsfami-
Noot 5 Reden consult hoofdpijn lieleden van een patiënt met migraine zonder aura hebben een
Uit een patiëntenenquête (n = 12.572) van de Tweede Natio- 1,9 maal vergroot risico op het hebben van migraine zonder
nale Studie bleek dat hoofdpijn een van de meeste gerappor- aura en 1,4 maal op migraine met aura [Russell 1993, Russell
teerde klachten was, 26% van de mannen en 41% van de vrou- 1995].
wen had hoofdpijnklachten in de voorgaande 2 weken. Een
groot deel van de patiënten (80%) rapporteerde hoofdpijn niet Noot 10 Migraine met aura en risico op beroerte
aan de huisarts. De klacht migraine of ernstige hoofdpijn werd In Nederland bedraagt de incidentie van een beroerte (zon-
door 18,3% door de patiënten zelf gerapporteerd, hiervan ging der TIA’s) in de leeftijdscategorie 15 tot 64 jaar 1 per 1000 pa-
3,8% met deze klacht naar de huisarts [Van der Linden 2004]. tiënten per jaar (zie de NHG-Standaard Beroerte). Uit een
In een overzichtsartikel van Knuistingh Neven en Eekhof meta-analyse bleek dat migraine met aura een significant
blijkt dat 16% van de patiënten met spanningshoofdpijn met hoger risico op een ischemisch CVA geeft (RR 2,16; 95%-BI 1,53
deze klacht naar de huisarts gaat [Knuistingh Neven 2003]. tot 3,03), migraine zonder aura geeft geen significant hoger
Slechts 25 tot 50% van de migrainepatiënten is bekend bij de risico (RR 1,23; 95%-BI 0,90 tot 1,69). Roken en pilgebruik ver-
huisarts. Bij ongeveer de helft van alle patiënten is ongerust- hoogden dit risico. Vrouwen met migraine (‘any migraine’)
heid en angst voor een ernstige aandoening, zoals een hersen- hebben meer risico op een ischemisch CVA dan mannen (res-
tumor, de belangrijkste reden voor een consult bij de huisarts, pectievelijk RR 2,08; 95%-BI 1,13 tot 3,84 en 1,37; 95%-BI 0,89
bij een kwart de vraag om medicatie. Minder vaak zijn het zor- tot 2,11). Er zijn geen gegevens beschikbaar over het risicover-
gen en vragen over de praktische consequenties en het dis- schil tussen vrouwen en mannen bij patiënten met migraine
functioneren ten gevolge van de hoofdpijn [De Jongh 2001]. met aura [Schurks 2009].
Dit ongeveer tweemaal verhoogde risico voor het optreden
Noot 6 Pathofysiologie spanningshoofdpijn van een herseninfarct bij patiënten met migraine met aura
Er zijn mogelijk diverse mechanismen die een rol spelen bij wordt door twee andere meta-analyses bevestigd [Etminan
het veroorzaken van spanningshoofdpijn. Eerder ging men uit 2005, Spector 2010].
van een primair psychogene oorzaak. Waarschijnlijk spelen Het is onduidelijk of het verhoogde risico het gevolg is van
perifere pijnmechanismen een rol bij kortdurende spannings- het pathofysiologisch mechanisme wat ten grondslag ligt aan
hoofdpijn en centrale pijnmechanismen bij chronische span- migraine met aura of dat zowel het herseninfarct als migraine
ningshoofdpijn [Nederlandse Vereniging voor Neurologie met aura een uiting zijn van dezelfde predispositie voor vascu-
2007]. In welke mate spanningen, stress, toegenomen spier- lair disfunctioneren (Zie ook de NHG-Standaard Beroerte)
spanning, nekafwijkingen en depressieve klachten een rol spe- [Kurth 2012].
len bij spanningshoofdpijn, is niet duidelijk. Het verhoogde risico op een CVA is niet te veranderen en is
dus niet van invloed op het beleid van migraine met aura. Wel
Noot 7 Comorbiditeit spanningshoofdpijn is het van belang dit mee te wegen wanneer er ook andere fac-
In Nederland is een onderzoek verricht onder de algemene toren zijn die het risico op een CVA verhogen, zoals roken of
bevolking (25 tot 55 jaar) middels vragenlijsten via 16 huisartsen- gebruik van hormonale anticonceptie. Voor het beleid ten aan-
praktijken. De mate van comorbiditeit bij chronische hoofdpijn zien van anticonceptie bij patiënten met migraine met aura
(> 15 dagen per maand, n = 176) werd vergeleken met comorbidi- wordt verwezen naar de NHG-Standaard Anticonceptie.
teit bij niet-frequente hoofdpijn (1 tot 4 dagen per maand, n = Conclusie: migraine met aura is een risicofactor voor het op-
141) [Wiendels 2006]. Er waren vooral meer psychiatrische aan- treden van een herseninfarct.
doeningen, endocriene aandoeningen (schildklieraandoenin-
gen, diabetes mellitus) en mammacarcinoom (p < 0,003) in de Noot 11 Pathofysiologie medicatieovergebruikshoofdpijn
chronische hoofdpijngroep. Deze patiënten gebruikten meer Het exacte pathofysiologische mechanisme wat ten grond-
medicatie en de kwaliteit-van-leven-scores waren significant slag ligt aan medicatieovergebruikshoofdpijn is niet bekend.
lager dan in de groep met niet-frequente hoofdpijn. Veelvuldig gebruik van triptanen leidt mogelijk tot chronische
activatie van serotoninereceptoren in het centrale zenuwstel-
Noot 8 Pathofysiologie migraine sel. Op theoretische gronden wordt aangenomen dat dit leidt
Migraine is een neurovasculaire aandoening: een aandoe- tot ‘downregulatie’ van deze serotoninereceptoren en daarmee
ning waarbij neurale prikkeling dilatatie van bloedvaten tot tot toegenomen hoofdpijnklachten [Van Deventer 2011].
M19 Hoofdpijn 1177

Noot 12 Pathofysiologie clusterhoofdpijn Bij het beoordelen van het hoofdpijndagboek als evaluatie van
Er is nog geen verklaring waarom clusterhoofdpijnaanvallen de therapie bestaat uit het beoordelen, van welk type hoofd-
in cyclussen, soms op vaste tijden van de dag of op bepaalde pijn volgens de patiënt sprake is en de gebruikte medicatie en
tijden in het jaar, optreden. Er zijn aanwijzingen dat de hypo- het beoordelen van het effect.
thalamus als een belangrijke regulator fungeert van het optre-
den van clusterhoofdpijnaanvallen [May 1998]. Noot 15 Aanvullend onderzoek
Howard et al. onderzochten in een RCT (n = 150) bij patiën-
Noot 13 Oorzaken hoofdpijn ten met chronische hoofdpijn die waren verwezen naar een
Behalve de besproken hoofdpijnsoorten kan hoofdpijn ook hoofdpijnpolikliniek in Groot-Brittannië in hoeverre een MRI
veroorzaakt worden door andere ziekten of aandoeningen patiënten geruststelt of dat het leidt tot meer artsbezoek of
zoals: een toename van angstklachten. Patiënten die een MRI-scan
Tractus respiratorius kregen aangeboden (n = 76) waren de eerste 3 maanden meer
– virale aandoeningen (bijvoorbeeld influenza, zie de NHG- gerustgesteld (p = 0,004), echter na een jaar was het effect (5-
Standaard Influenza en influenzavaccinatie); punts Likertschaal op de vraag: Do you think there is something
– sinusitis (zie de NHG-Standaard Rhinosinusitis); seriously wrong which is causing your headaches?) verdwenen. Van
– rhinitis (zie de NHG-Standaard Allergische en niet- de patiënten die geen scan kregen aangeboden bezochten
allergische rhinitis). vooral de meer angstige en depressieve patiënten vaker de
Zenuwstelsel neuroloog of psychiater; 30% van deze groep onderging bin-
– posttraumatische hoofdpijn (ontstaat 14 dagen na een trau- nen een jaar alsnog een scan [Howard 2005].
ma; kan langer dan 8 weken duren; drukkende constante Simpson et al. verrichtten een retrospectieve analyse in
pijn in het gehele hoofd; geen reactie op pijnstillers; vaak Groot-Brittannië van 4404 patiënten die door de eerste lijn
ook symptomen als duizeligheid, prikkelbaarheid, slaap- waren verwezen voor een CT-scan vanwege chronische hoofd-
en geheugenproblemen, depressie); pijn. De inclusiecriteria waren aanwezigheid van chronische
– zeldzame (vaak eenzijdige) aangezichtspijnen met autono- hoofdpijn langer dan 3 maanden en een normale bezinking.
me kenmerken. Deze groep is redelijk gedefinieerd (zie Van alle scans bevatten 461 scans (10,6%) afwijkingen en bij 60
website www.i-h-s.org), maar de pathofysiologie is meestal scans (1,4%) waren de afwijkingen gerelateerd aan de klachten.
onduidelijk. De al besproken clusterhoofdpijn is hier een In deze groep waren er 22 tumoren gevonden, waarvan 14 me-
voorbeeld van. Andere voorbeelden zijn: ningeomen, 3 metastasen, 4 hypofysetumoren en 1 glioma. De
c trigeminusneuralgie (aanvalsgewijs optredende eenzij- incidentie van pathologie bij patiënten met chronische dage-
dige aangezichtspijn in het gebied van een tak van de lijkse hoofdpijn (met CT-scan) is gelijk aan de incidentie bij
nervus trigeminus; kenmerkend is de aanwezigheid van een asymptomatische populatie; zo was de incidentie in dit
een triggerpoint); onderzoek van een hersentumor in beide groepen respectieve-
c hemicrania; lijk 0,5 versus 0,7% [Simpson 2010].
c atypische aangezichtspijn (ernstige, vaak brandende Conclusie: beeldvormend onderzoek kan kortdurende gerust-
pijn, optredend aan een of beide kanten van het gezicht; stelling aan de patiënt geven en voorkomt mogelijke verwij-
oorzaken kunnen liggen op tandheelkundig gebied, zingen naar de tweede lijn. Echter, omdat beeldvormend on-
KNO-gebied of bij overbelasting van de kauwspieren). derzoek niet meer of andere pathologie oplevert dan bij pa-
Bewegingsapparaat tiënten zonder hoofdpijn, wordt beeldvormend onderzoek
– tandheelkundige problemen (kaakkopproblemen, tem- niet aanbevolen bij (chronische) hoofdpijnklachten zonder
poromandibulaire disfunctie). alarmsymptomen.
Overig
– toxische en metabole hoofdpijn (bijvoorbeeld alcohol- Noot 16 Medicamenteuze behandeling spanningshoofdpijn:
onttrekking, CO-intoxicatie, hypercapnie, ketoacidose, preventieve medicatie
hypoglykemie); In de dagelijkse praktijk worden er off-label antidepressiva
– hoofdpijn als bijwerking van medicijnen (zoals nitraten en gegeven aan patiënten met (chronische) spanningshoofdpijn.
calciumantagonisten). Het is echter tot op heden niet duidelijk in hoeverre dit effec-
tief is. Er zijn twee recente systematische reviews die het effect
Noot 14 Hoofdpijndagboek van tricyclische antidepressiva (TCA) en/of serotonineherop-
De werkgroep heeft een hoofdpijndagboek ontworpen die nameremmers onderzochten (SSRI) bij de behandeling van
de huisarts op twee manieren kan ondersteunen. Ten eerste als chronische spanningshoofdpijn [Verhagen 2010, Jackson 2010].
hulpmiddel om onderscheid te maken tussen de verschillende Verhagen et al. verrichtten een systematische review (44 on-
vormen van hoofdpijn. Ten tweede kan het hoofdpijndagboek derzoeken, n = 3399) die de effectiviteit onderzocht van profy-
bijdragen aan het beoordelen van het effect van de behande- laxe bij patiënten met chronische spanningshoofdpijn [Verha-
ling. Wetenschappelijke onderbouwing voor dit ontwerp ont- gen 2010]. Amitriptyline was niet effectiever ten opzichte van
breekt. Dit hoofdpijndagboek is gebaseerd op praktijkervaring placebo (5 onderzoeken) en andere antidepressiva (TCA’s en
en consensus binnen de werkgroep. SSRI’s, 12 onderzoeken). De auteurs schrijven dat er in de sub-
De VAS-score wordt gebruikt om een grove verdeling te groep van grotere onderzoeken van betere kwaliteit sprake
maken tussen spanningshoofdpijn en migraine. In de regel was van inconsistente resultaten. Vanwege heterogeniteit tus-
scoren patiënten 7 of hoger wanneer er sprake is van migraine. sen de onderzoeken is er geen meta-analyse verricht.
Spanningshoofdpijn zit vaak tussen de 3 en 6. De eerste stap In de systematische review van Jackson et al. is een meta-
van beoordelen van het hoofdpijndagboek als ondersteuning analyse verricht (4 RCT’s, n = 479) en daaruit bleek dat bij 40%
bij de anamnese bestaat uit het beoordelen van de ernstscore. van de gebruikers van tricyclische antidepressiva (TCA) = 50%
Daarna worden de kenmerken van de matig tot heftige hoofd- van de klachten van spanningshoofdpijn afnam ten opzichte
pijnen uitgevraagd. Aanwijzingen voor migraine zijn: het af- van placebo (relatief risico (RR) 1,41; 95%-BI 1,02 tot 1,89).
zeggen van afspraken, misselijkheid, eventueel braken, foto- TCA’s leidden tot meer afname van de klachten (= 50%) van
en/of fonofobie, zie ook noot 1. Na het uitvragen van de heftige spanningshoofdpijn dan SSRI’s (3 RCT’s; n = 199; RR 1,73, 95%-
hoofdpijn beoordeelt de huisarts of de patiënt de helft van de BI 1,34 tot 2,22), maar gaven ook meer bijwerkingen zoals
tijd medicatie voor de hoofdpijn gebruikt om medicatieover- buikklachten, duizeligheid en een droge mond. Er waren ech-
gebruikshoofdpijn uit te sluiten. ter wel wat nadelen aan deze meta-analyse: er was sprake van
een grote mate van statistische heterogeniteit tussen de geïn-
1178 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

cludeerde onderzoeken, de kwaliteit van de geïncludeerde on- punctuur versus usual care vergeleken bij patiënten met acute
derzoeken was over het algemeen laag, en de meeste onderzoe- hoofdpijn. Beiden vonden significante positieve resultaten (tot
ken duurden slechts kort. Daarnaast was het onmogelijk om te 4 maanden) op onder andere de uitkomstmaat het aantal
bepalen of het behandeleffect onafhankelijk was van depressie hoofdpijndagen (mean differe, respectievelijk: -3,41 dagen;
[Jackson 2010]. 95%-BI -4,25 tot -2,59 en -6,04 dagen; 95%-BI -8,81 tot -3,09).
Conclusie: mogelijk zijn tricyclische antidepressiva effectief Langetermijneffecten zijn niet onderzocht. Zes onderzoeken
bij chronische spanningshoofdpijn, echter de literatuur is vergeleken acupunctuur met placebo-acupunctuur. Er waren
hierover inconsistent. Op basis van de huidige evidence kan er kleine significante verschillen in het voordeel van acupunc-
geen concrete aanbeveling worden gegeven. Wanneer er bij tuur (uitkomstmaat aantal hoofdpijndagen: mean difference
chronische spanningshoofdpijn sprake is van psychiatrische na 2, 3 tot 4 en 5 tot 6 maanden respectievelijk: -1,95; 95%-BI
comorbiditeit (zie noot 7) dan wordt deze volgens de betref- -3,02 tot -0,10; -1,94; 95%-BI -3,15 tot -0,72 en -1,57; 95%-BI
fende richtlijnen behandeld (zie bijvoorbeeld de NHG-Stan- -2,97 tot -0,17).
daard Depressie en/of de NHG-Standaard Angst). Conclusie: er zijn aanwijzingen dat manuele therapie en acu-
punctuur enige verbetering kunnen geven van spannings-
Noot 17 Niet-medicamenteuze behandeling hoofdpijn, maar de onderzoeken zijn van matige kwaliteit en
spanningshoofdpijn de klinische relevantie van het effect is onduidelijk. Ook is er
Er zijn vele niet-medicamenteuze behandelingen voor geen consensus in de literatuur over in hoeverre gedragspsy-
hoofdpijn. De werkgroep heeft ervoor gekozen om de effectivi- chologische interventies effectief zijn voor spanningshoofd-
teit van gedragspsychologische behandelingen, manuele the- pijn. Deze interventies worden daarom dan ook niet geadvi-
rapie en acupunctuur te beoordelen omdat deze behandelin- seerd. De werkgroep is van mening dat, wanneer een patiënt
gen in de dagelijkse praktijk vaak worden overwogen bij lang- langdurig klachten heeft en de gebruikelijke behandeling en
durige klachten. begeleiding (uitleg, geruststelling, kortdurend gebruik van
Gedragspsychologische behandeling De richtlijn Diagnostiek en analgetica) onvoldoende verbetering geven, in overleg met de
behandeling van chronische recidiverende hoofdpijnen zonder patiënt een gedragspsychologische behandeling of manuele
neurologische afwijkingen van de Nederlandse Vereniging voor therapie kan worden overwogen. Uitgelegd moet worden dat
Neurologie concludeert dat ontspanningstraining en cognitieve er van een gedragspsychologische behandeling en manuele
gedragstherapie behandelingsopties zijn voor spanningshoofd- therapie geen effect op de lange termijn aangetoond is, en dat
pijn bij volwassenen [Nederlandse Vereniging voor Neurologie het bewijs voor effectiviteit beperkt is.
2007]. Verhagen et al. verrichtten een systematische review (44
onderzoeken, n = 2618). Acht onderzoeken (n = 506) vergeleken Noot 18 Niet-medicamenteuze behandeling hoofdpijn bij
ontspanningstherapie met een placebobehandeling of geen be- kinderen
handeling, bij 4 onderzoeken werden geen significante verschil- Eccleston et al. onderzochten de effecten van psychologische
len gevonden, bij 1 onderzoek (n = 68 vrouwen) varieerde het therapie bij chronische pijn (onder andere hoofdpijn, uit-
effect van 8 tot 34% en 3 onderzoeken waren van onvoldoende komstmaat pijn: 15 onderzoeken, n = 589) bij kinderen en ado-
kwaliteit. Er kon niet worden gepoold. Een RCT (n = 203) verge- lescenten [Eccleston 2009]. De interventies bestonden uit ge-
leek het effect van cognitieve gedragstherapie (3 sessies in 8 dragstherapie, biofeedback, ontspanningstherapie, hypnose,
weken) met placebo of amitriptyline waarbij geen effect aan- cognitieve gedragstherapie ten opzichte van placebo. De thera-
toonbaar was [Holroyd 2001]. De combinatie cognitieve ge- pie duurde gemiddeld ongeveer 6 uur. Kinderen (< 18 jaar) met
dragstherapie en gebruik van amitriptyline was wel effectiever spanningshoofdpijn en migraine werden geïncludeerd (mix
dan gedragstherapie alleen (uitkomstmaat verbetering van van patiënten uit de algemene bevolking, eerste en tweede
hoofdpijnklachten, 10-punts Likertschaal: RR 0,54, 95%-BI 0,35 lijn). Het totale effect op de uitkomstmaat ‘pijn’ van alle inter-
tot 0,83). Samenvattend is er tegenstrijdig bewijs voor de effecti- venties samen bij kinderen met hoofdpijn (spanningshoofd-
viteit van ontspanningstherapie en geen bewijs voor de effecti- pijn en migraine) was significant (OR 5,51; 95%-BI 3,28-9,24)
viteit van cognitieve gedragstherapie [Verhagen 2009]. Biofeed- De interventies zijn niet afzonderlijk van elkaar onderzocht,
back wordt niet geadviseerd. evenmin als de verschillende patiëntengroepen.
Manuele therapie Een Nederlands gerandomiseerd eerstelijns- Conclusie: psychologische begeleiding kan effectief zijn voor
onderzoek (RCT) (n = 82) onderzocht het effect van manuele de behandeling van kinderen met langdurige hoofdpijn, of
therapie versus usual care bij chronische spierspanningshoofd- het nu om spanningshoofdpijn of migraine gaat.
pijn [Castien 2011]. De manuele therapie bestond uit 9 sessies Er zijn weinig onderzoeken van goede kwaliteit van allerlei
van een half uur in een periode van 8 weken. De primaire uit- niet-medicamenteuze behandelingen van kindermigraine.
komstmaten waren het aantal dagen met hoofdpijn in de afge- Damen et al. verrichtten een systematische review (19 onder-
lopen 2 weken en de hoeveelheid ingenomen pijnmedicatie. zoeken, n = 834, 3 tot 18 jaar) en beoordeelden de effectiviteit
Na 8 weken was er in de manueeltherapiegroep een grotere van onder andere ontspanningstherapie, biofeedback, cogni-
afname van het aantal hoofdpijndagen ten opzichte van de tieve gedragstherapie of combinaties hiervan. Ten opzichte
usual-caregroep, 50% afname van hoofdpijnfrequentie be- van placebo was er beperkt bewijs dat de combinatie van ont-
droeg 87,5% respectievelijk 27,5% (relatief risico na 8 weken: spanningstherapie met of cognitieve gedragstherapie of bio-
3,2; 95%-BI 1,9 tot 5,3 en na 26 weken: 2,0; 95%-BI 1,3 tot 3,0). feedback of de combinatie van alle drie de interventies effect
Het gebruik van medicatie nam in beide groepen af, maar het had op de uitkomstmaat ‘verbetering van de hoofdpijn met =
verschil tussen de groepen was niet statistisch significant. 50 %’, op basis van hoofdpijndagboeken gescoord met een Li-
Kanttekeningen zijn dat patiënten werden gescreend door de kert-schaal (respectievelijk relatief risico: 2,27; 95%-BI 1,08 tot
eigen huisarts, wat mogelijk tot bias bij de inclusie heeft ge- 4,79 en 4,20; 95%-BI 1,79 tot 9,83 en 2,84; 95%-BI 1,04 tot 7,77).
leidt, en de groep met usual care kreeg minder persoonlijke De onderzoeken waren klein van omvang en van lage kwaliteit
aandacht. en er waren maar 2 onderzoeken waarvan de resultaten kon-
Acupunctuur Een Cochrane-review van Linde et al. onder- den worden gepoold. Er waren ongeveer 8 tot 10 sessies in 8
zocht het effect van acupunctuur bij spanningshoofdpijn ten weken en de follow-up van de onderzoeken varieerde van 1
opzichte van usual care, placebo-acupunctuur en andere inter- maand tot 1 jaar [Damen 2006].
venties (11 onderzoeken, n = 2317) [Linde 2009b]. Er waren 2 Conclusie: de werkgroep is van mening dat op basis van de
grote onderzoeken (Jena 2008: n = 1265, gemiddeld 17,6 hoofd- evidence niet bij ieder kind met hoofdpijn (spanningshoofd-
pijndagen per maand baseline, en Melchart 2005: n = 270, ge- pijn of migraine) ontspanningstherapie, biofeedback of cogni-
middeld 7,0 hoofdpijndagen per maand op baseline) die acu- tieve gedragstherapie aanbevolen moet worden. De werkgroep
M19 Hoofdpijn 1179

vindt het van belang dat er aandacht is voor een gezonde om- ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden en cere-
gang met de pijnklachten. Als de huisarts het vermoeden heeft brovasculair accident. Behandeling met diclofenac bij patiën-
dat het kind en het systeem hier steun bij nodig hebben, kan ten met belangrijke cardiovasculaire risicofactoren mag voort-
de huisarts naar een psycholoog of fysiotherapeut verwijzen. aan alleen plaatsvinden na zorgvuldige afweging. Dit is het
resultaat van een Europese herbeoordeling [College ter Beoor-
Noot 19 Medicamenteuze behandeling migraine: paracetamol en deling van Geneesmiddelen 2013].
NSAID’s Aanbeveling: de eerstekeusbehandeling van migraine is para-
Bron: een Cochrane-review van 10 onderzoeken (RCT’s, n = cetamol 1000 mg en de tweedekeusbehandeling is een NSAID
2769) waarin de effectiviteit van paracetamol (1000 mg) bij mi- zoals acetylsalicylzuur, ibuprofen of naproxen. Doseer vol-
graine is onderzocht [Derry 2010]. Van deze 10 onderzoeken doende hoog, binnen de aanbevolen dosering, eventueel in
zijn er 4 uitgevoerd in de eerste lijn, en 1 in de algemene bevol- combinatie met metoclopramide of domperidon of misselijk-
king. Twee andere Cochrane-reviews onderzochten het effect heid (sterke aanbeveling, hoge bewijskracht).
van NSAID’s, namelijk: ibuprofen (9 RCT’s, n = 4373) en acetyl-
salicylzuur (13 RCT’s, n = 4222) [Rabbie 2010, Kirthi 2010]. De Noot 20 Domperidon
inclusiecriteria van de 3 Cochrane-reviews waren: patiënten Maart 2013 heeft de European Medicines Agency (EMA) een
ouder dan 18 jaar en de diagnose migraine volgens de IHS- herbeoordeling gestart van geneesmiddelen die domperidon
criteria. Sommige onderzoeken zijn in de tweede lijn uitge- bevatten, naar aanleiding van meldingen van bijwerkingen op
voerd, bij andere staat de setting in de review niet expliciet het hart, waaronder QT-verlenging en hartritmestoornissen.
vermeldt. Voor de beoordeling van de effectiviteit heeft de De EMA zal bij de herbeoordeling alle beschikbare gegevens
werkgroep naar de uitkomstmaten ‘pijnvrij na 2 uur’ en ‘pijn- onderzoeken en een uitspraak doen over de baten/risicobalans
verlichting na 2 uur’ gekeken. van het geneesmiddel en of verdere aanpassing van de pro-
Bewijs: ductinformatie noodzakelijk is. Naar verwachting zal dit eind
Paracetamol In de paracetamolgroep was 19% pijnvrij na 2 uur 2013 bekend worden gemaakt (zie www.cbg-meb.nl en
en in de placebogroep 10% (NNT: 12; risk ratio 1,8; 95%-BI 1,24 www.ema.europa.eu). Het risico is ook verhoogd bij gebruik
tot 2,62). Van de paracetamolgroep ervoer 56% verlichting van van domperidon in combinatie met andere medicatie die de
de pijn na 2 uur, en van de placebogroep 36% (NNT 5; risk ratio QT-tijd verlengen en met CYP3A4-remmers (deze remmen de
1,55; 95%-BI 1,32 tot 1,83). De effectiviteit van pijnverlichting 2 klaring van domperidon). Erytromycine is een CYP3A4-rem-
uur na inname van de combinatie paracetamol 1000 mg en mer en verlengt ook de QT-tijd [Informatorium Medicamento-
metoclopramide 10 mg was vergelijkbaar met die van suma- rum 2013].
triptan 100 mg (risk ratio 0,93; 95%-BI 0,81 tot 1,1).
Ibuprofen Ibuprofen 400 mg was effectiever dan placebo op Noot 21 Medicamenteuze behandeling migraine: triptaan
de eindpunten pijnvrij na 2 uur en pijnverlichting na 2 uur Op dit moment zijn er 7 triptanen beschikbaar (sumatrip-
(respectievelijk risk ratio 1,91; 95%-BI 1,60 tot 2,28 en 2,17; 95%- tan, zolmitriptan, naratriptan, rizatriptan, almotriptan, ele-
BI 1,92 tot 2,45). Er was 1 onderzoek (n = 340) die het effect van triptan en frovatriptan). Een Cochrane-review (61 onderzoe-
ibuprofen 600 mg versus placebo heeft onderzocht, waarbij ken, n = 37.250) vergeleek sumatriptan in de orale toedienings-
29% van de ibuprofengroep pijnvrij was na 2 uur en 13% van de vorm in verschillende doseringen met respectievelijk placebo,
placebogroep (risk ratio 2,19; 95%-BI 1,37 tot 3,51). Het effect is paracetamol met meclopramide, acetylsalicylzuur met en zon-
dosisgerelateerd. der metoclopramide en andere triptanen (zoals zolmitriptan,
Acetylsalicylzuur Acetylsalicylzuur 900 mg was effectiever dan rizatriptan, eletriptan, almotriptan) en beoordeelde het effect
placebo op het eindpunt pijnvrij na 2 uur (risk ratio 2,08; 95%- van inname op verschillende momenten van de aanval [Derry
BI 1,70-2,55), ook in combinatie met metoclopramide 10 mg 2012b].
(risk ratio 2,68; 95%-BI 1,59-4.55). Acetylsalicylzuur 1000 mg is Triptaan versus paracetamol Sumatriptan 100 mg is even effec-
even effectief als sumatriptan 50 mg (risk ratio 0,82; 95%-BI tief als paracetamol 1000 mg in combinatie met meto-
0,65 tot -1,03). Acetylsalicylzuur 900 of 1000 mg in combinatie clopramide 10 mg (n = 1035, headache relief na 2 uur: risk ratio:
met metoclopramide 10 mg is iets minder effectief dan suma- 1,05; 95%-BI 0,91 tot 1,20). De sumatriptangroep ervaarde meer
triptan 100 mg (risk ratio 0,63; 95%-BI 0,45 tot 0,87) op het bijwerkingen (risk ratio: 1,64; 95%-BI 1,42 tot 1,89).
eindpunt pijnvrij na 2 uur. Op het eindpunt pijnverlichting na Triptaan versus NSAID Sumatriptan 100 mg is effectiever dan
2 uur was er geen significant verschil tussen de 2 acetylsalicylzuur 900 mg in combinatie met metoclopramide
behandelingen. 10 mg wat betreft de uitkomstmaat pijnvrij na 2 uur (n = 575;
Commentaar: de geïncludeerde onderzoeken waren van goede risk ratio 1,62; 95%-BI 1,17 tot 2,25), maar is even effectief wat
kwaliteit. De toedieningsvorm van alle medicamenten was betreft de uitkomstmaat headache relief na 2 uur (risk ratio
oraal. De review van Rabbie et al. bevatte maar 1 klein onder- 1,09; 95%-BI 0,92 tot 1,29). De sumatriptangroep ervaarde meer
zoek naar ibuprofen 600 mg. Ook zijn vooral de patiëntenaan- bijwerkingen (risk ratio 1,53; 95%-BI 1,20 tot 1,99).
tallen van de onderzoeken met acetylsalicylzuur klein. Er zijn Triptaan versus triptaan Sumatriptan 100 mg is effectiever dan
geen onderlinge vergelijkingen uitgevoerd. sumatriptan 50 mg (n = 1240, pijnvrij na 2 uur: bij milde klach-
Conclusie: paracetamol, ibuprofen en acetylsalicylzuur (ook ten NNT 3,0 versus 4,4 en bij gemiddeld ernstige klachten:
in combinatie met metoclopramide) zijn effectief voor de be- NNT 4,7 versus 6,1). Wanneer sumatriptan al werd gebruikt bij
handeling van migraine (bewijskracht hoog). milde pijn was het effectiever dan wanneer het gebruikt werd
Overweging: paracetamol is goedkoop, makkelijk verkrijgbaar later tijdens de aanval (sumatriptan 100 mg: p < 0,00006). De
en heeft weinig bijwerkingen. Ibuprofen en acetylsalicylzuur gevonden verschillen tussen de triptanen waren klein en de
zijn ook goedkoop maar hebben meer bijwerkingen (zie de individuele respons was onvoorspelbaar. Alle triptanen waren
FTR-Pijnbestrijding). Echter bij een jonge gezonde patiënt en effectief. Er waren geen significante verschillen in de opgetre-
bij afwezigheid van comorbiditeit kunnen NSAID’s veilig den bijwerkingen.
kortdurend worden gebruikt. Voor patiënten die al parace- Derry et al. hebben in andere Cochrane-reviews de effectivi-
tamol in adequate dosering hebben gebruikt voordat zij op het teit van intranasale en subcutane toegediende sumatriptan
spreekuur te komen zonder het gewenste resultaat, zal de onderzocht. De effectiviteit ten opzichte van elkaar is niet ver-
keuze voor aanvalsbehandeling bestaan uit een NSAID of een geleken. De diverse toedieningsvormen zijn allen effectief ten
triptaan (zie noot 21). Sinds augustus 2013 gelden voor diclo- opzichte van placebo (tabel 6) [Derry 2012a, Derry 2012c, Derry
fenac een aantal nieuwe contra-indicaties, namelijk hartfalen, 2012d].
1180 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

Tabel 6 Effectiviteit sumatriptan in verschillende toedieningsvormen vergeleken met


placebo

Sumatriptan Risk ratio (95%-BI) NNT (95%-BI)

oraal 50 mg 2,7 (2,4-3,1) 6,1 (5,5-6,9)

oraal 100 mg 3,2 (2,8-3,6) 4,7 (4,3-5,1)

intranasaal 10 mg 2,5 (1,8-3,4) 7,3 (5,5-11)

intranasaal 20 mg 3,1 ( 2,4-4,1) 4,7 (4,0-5,9)

rectaal 25 mg 2,4 (1,5-3,9) 4,8 (3,0-12)

subcutaan 6 mg 3,9 (3,3-4,5) 2,4 (2,2-2,7)

Conclusie: triptanen zijn effectief voor de behandeling van mi- Staten. De auteurs stellen dat het niet duidelijk is in hoeverre
graine. Triptanen zijn niet overtuigend effectiever dan parace- triptanen bijdragen aan het serotoninesyndroom. Gezien de
tamol en in vergelijking met NSAID’s maar beperkt onder- ernst van het syndroom wordt oplettendheid bij combinatie
zocht en ook alleen in combinatie met metoclopramide. Er van een triptaan met een SSRI wel aangeraden [Evans 2010,
zijn diverse triptanen beschikbaar, die onderling iets verschil- Rolan 2012]. De KNMP heeft beoordeeld dat de interactie tus-
len wat betreft werkzaamheid, maar het is onduidelijk of het sen triptanen en SSRI’s alleen van belang is bij sumatriptan,
verschil klinisch relevant is. De werkgroep heeft de ervaring en niet bij de andere triptanen. De KNMP heeft in 2008 beslo-
dat er individuele verschillen zijn die van invloed zijn op de ten dat er geen bewijs is voor de interactie tussen diverse trip-
werkzaamheid. Vanwege deze individuele verschillen in wer- tanen en sint-janskruid. Bij de interactie met MAO-remmers,
kings-en bijwerkingenpatroon is het raadzaam als een tript- moclobemide, fenelzine en tranylcypromine, adviseert de
aan na twee of drie aanvallen onvoldoende effect of te veel bij- KNMP geen actie te ondernemen (schriftelijke mededeling
werkingen heeft gegeven, nog twee andere triptanen, in ieder Mw. R. Lelie-van der Zande, KNMP).
geval voor ten minste twee of drie aanvallen, voor te schrijven. Eletriptan wordt afgeraden in combinatie met sterke remmers
Een triptaan is een tweedekeusbehandeling, net als NSAID’s, van CYP3A4 zoals ketoconazol, itraconazol, erytromycine, cla-
vanwege de mogelijke (ernstige) bijwerkingen (zie noot 19). ritromycine en proteaseremmers omdat de plasmaspiegel en
halfwaardetijd van eletriptan dan kan toenemen. De frovatrip-
Noot 22 Bijwerkingen en interacties triptanen tanspiegel kan sterk stijgen door combinatie met een sterke
Bijwerkingen Naast misselijkheid, braken, moeheid, sufheid, CYP1A2-remmer zoals fluvoxamine. Ook orale anticonceptiva
duizeligheid en een drukkend, pijnlijk gevoel op de borst kunnen de frovatriptanspiegel doen stijgen, dit leidt echter niet
(soms lijkend op angina pectoris; door constrictie van coro- tot meer bijwerkingen. De rizatriptanspiegel kan bij gelijktijdig
nairvaten via 5-HT1B-receptoren) worden regelmatig tintelin- gebruik van propranolol hoger worden; aangeraden wordt om de
gen, paraesthesieën en warmtesensaties beschreven na gebruik dosering bij deze combinatie te verlagen tot 5 mg rizatriptan.
van triptanen. Deze interactie is niet waargenomen bij metoprolol, atenolol of
Zelden worden ook tachycardie, bradycardie, ernstige coro- timolol [Commissie Farmaceutische Hulp 2012].
naire effecten, fenomeen van Raynaud, visusstoornissen, op-
vliegers, blozen, pijnlijk of stijve nek en overgevoeligheids- Noot 23 Preventieve medicamenteuze behandeling migraine bij
reacties gemeld. Gevallen van intestinale ischemie, leidend tot volwassenen
ischemische colitis en intestinale bloeding of necrose, zijn ge- Al in de jaren zestig werd de gunstige werking van
meld [KNMP 2011]. Lokale bijwerkingen zijn bij gebruik van propranolol op migraine beschreven. Bij patiënten die leden
injectie: pijn en roodheid van de injectieplaats, blauwe plek- aan angina pectoris en behandeld werden met een bètablokker
ken en bloedingen. Bij gebruik van neusspray: epistaxis, beïn- constateerde men een vermindering van de migraineaanval-
vloeding van de smaak, bittere smaak; te voorkomen door het len. Het is gebleken dat de werking op migraine alleen op-
hoofd licht voorover te houden bij het sprayen en de neus niet treedt bij bètablokkers zonder intrinsieke sympathicomimeti-
op te trekken na het sprayen. sche activiteit (ISA). Van deze stoffen zijn voor migraine de
Aanwezigheid van hart- en vaatziekten en ernstige lever- middelen propranolol en metoprolol geregistreerd. In de lite-
functiestoornissen zijn contra-indicaties voor het gebruik van ratuur worden ook andere mogelijke profylactica beschreven
triptanen. zoals calciumantagonisten, ACE-remmers, A2-antagonisten,
Interacties Bij combinatie van sumatriptan en mogelijk ook anti-epileptica en antidepressiva. Serotonine-antagonisten
zolmitriptan met andere serotonerge medicatie zoals de SSRI’s, de pizotifeen en methylsergide zijn bewezen effectief voor de
serotonerge TCA’s, sint-janskruid (Hypericum perforatum) en preventieve behandeling van migraine, gezien de bijwerkin-
MAO-remmers is het serotoninesyndroom in enkele case re- gen hebben deze alleen een plaats in de tweedelijnsbehande-
ports beschreven. Dit syndroom uit zich in ernstige reacties ling [Nederlandse Vereniging voor Neurologie 2007].
zoals spiertrekkingen, tremor, agitatie, verwardheid, koorts en Hieronder wordt de effectiviteit van de bètablokkers, cal-
zweten en de combinatie wordt daarom afgeraden. Evans et al. ciumantagonisten, topiramaat, valproïnezuur, tricyclische
beoordeelden 29 gerapporteerde cases (FDA) in de Verenigde antidepressiva en SSRI’s beschreven.
M19 Hoofdpijn 1181

Bron: een Cochrane-review van Linde et al. (58 onderzoeken, n = Aanbeveling: de eerste keus voor een preventieve behandeling
5072) onderzocht onder andere de effectiviteit van propranolol voor migraine is een bètablokker. Bij onvoldoende werk-
en nifedipine ten opzichte van placebo en andere profylactica zaamheid kiest de huisarts voor topiramaat of valproïne-
[Linde 2004]. Een Iranees onderzoek (n = 62) vergeleek zuur. Als derde keus kan de huisarts kiezen uit een TCA (ge-
propranolol (80 mg per dag) met topiramaat (50 mg per dag) zien de bijwerkingen) (sterke aanbeveling, lage bewijskracht;
[Ashtari 2008]. Een Cochrane-review (23 onderzoeken) van Mul- 1C).
leners et al. onderzocht de effectiviteit van diverse anti-epilepti-
ca [Mulleners 2008]). Jackson et al. verrichtten een systemati- Noot 24 Niet-medicamenteuze behandeling migraine bij
sche review en onderzochten de effectiviteit van tricyclische volwassenen
antidepressiva voor de behandeling van migraine en spannings- Net als voor spanningshoofdpijn zijn er voor migraine diver-
hoofdpijn [Jackson 2010]. TCA’s (amitriptyline, clomipramine, se niet-medicamenteuze behandelingen. In hoeverre deze ef-
doxepine) werden vergeleken met SSRI’s (citalopram, sertra- fectief zijn, is vaak niet duidelijk. De werkgroep heeft ervoor
line, fluoxetine, venlafaxine) en andere profylactica. gekozen om gedragspsychologische behandeling, manuele
Bewijs en commentaar therapie en acupunctuur te onderzoeken omdat deze interven-
Linde: gebruik van propranolol gaf 2 maal zo veel kans op ties het meest worden toegepast en er literatuur over beschik-
halvering van het aantal migraineaanvallen ten opzichte van baar is.
placebo (9 onderzoeken, n = 668, risk ratio 1,94; 95%-BI 1,61 tot Gedragspsychologische behandeling De richtlijn Hoofdpijn van
2,35). Er was geen verschil in effectiviteit in vergelijking met de Nederlandse Vereniging van Neurologie [Nederlandse Vere-
metoprolol 200 mg per dag. In 1 klein onderzoek (n = 20) was niging voor Neurologie 2007] concludeerde dat ontspannings-
er geen verschil in het aantal migraineaanvallen bij gebruik therapie, biofeedback en cognitieve gedragstherapie elk een
van propranolol 120 tot 180 mg en nifedipine. Hoewel de preventief effect hebben. Ontspanningstherapie, in allerlei
Cochrane-review van Linde et al. veel onderzoeken includeer- vormen, behoort tot het pakket van de fysiotherapeut. Bio-
de, waren de onderzoeken van matige kwaliteit. Er was sprake feedback wordt in Nederland niet veel toegepast door fysio-
van hoge uitval, geen ITT-analyse, onduidelijkheid over alloca- therapeuten bij hoofdpijn. Psychologen geven cognitieve
tion of concealment en blindering, en de analyses die gedaan gedragstherapie.
konden worden, bevatten maar relatief weinig patiënten. Holroyd et al. verrichtten in de Verenigde Staten een ge-
Ashtari: de afname van het aantal migraineaanvallen was in randomiseerd onderzoek (n = 232) waarin het effect van bèta-
beide groepen nagenoeg gelijk. In de topiramaatgroep werd de blokkers versus placebo, gedragstherapie plus placebo en ge-
aanval minder intens ervaren dan in de propranololgroep (af- dragstherapie plus bètablokker werden onderzocht bij patiën-
name, respectievelijk gemiddeld 3,43 versus 2,30, p = 0,001, ten met migraine die waren verwezen naar de polikliniek of
intensiteit gemeten met 10-punts VAS), echter het is onduide- die zelf hadden gereageerd op een advertentie [Holroyd 2010].
lijk in hoeverre deze afname klinisch relevant is. Dit onder- Bij alle patiënten werd de behandeling geoptimaliseerd (run-
zoek is van matige kwaliteit want het betrof een kleine groep in periode van 5 weken). Alleen in de groep die een gedrags-
(n = 62) en er was geen ITT-analyse. therapie én een bètablokker kregen daalde de frequentie van
Mulleners: de aanvalsfrequentie per maand (28 dagen) nam af migraineaanvallen ten opzichte van de andere groepen en ver-
met natriumvalproaat (n = 63, gemiddeld verschil: -0,87, 95%- beterde de kwaliteit van leven na 10 en 16 maanden significant
e
BI -1,24 tot -0,5) en topiramaat (n = 261, gemiddeld verschil (16 maand: gemiddeld verschil migraineaanvallen per maand:
-0,37, 95%-BI -0,54 tot -0,20). De oorspronkelijke onderzoeken -3,8, 95%-BI -3,5 tot -4,0).
zijn niet uitgebreid beschreven. Manuele therapie Er zijn 4 kleine onderzoeken (n = 604) van
Jackson: tricyclische antidepressiva waren effectief in het ver- matige kwaliteit die het effect van manuele therapie hebben
minderen van het aantal migraineaanvallen ten opzichte van onderzocht, waarin niet wordt aangetoond dat manuele thera-
placebo en SSRI’s (= 50% reductie: relatief risico respectieve- pie effectief is voor de behandeling van migraine [Chaibi 2011].
lijk: 1,80; 95%-BI 1,24 tot 2,62 en 1,72; 95%-BI 1,15 tot 2,55). De Acupunctuur Een Cochrane-review van 22 onderzoeken (n =
effectiviteit van TCA’s neemt toe in de loop van de tijd. TCA’s 4419) onderzocht het effect van acupunctuur bij migraine
geven meer bijwerkingen dan SSRI’s, zoals een droge mond, [Linde 2009a]. Acupunctuur geeft een significante verbetering
gewichtstoename en slaperigheid. Amitriptyline (100 tot 150 ten opzichte van geen acupunctuur op het aantal migraine-
mg) was even effectief als topiramaat (gemiddeld verschil: aanvallen na 3 tot 4 maanden (2 onderzoeken, n = 219, gemid-
0,05, 95%-BI -0,32 tot 0,33). deld verschil -0,79, 95%-BI -1,12 tot -0,47), dit betekent onge-
Conclusie: propranolol en metoprolol zijn effectief voor de veer 1 aanval minder in een periode van 4,5 maand. Ten op-
preventieve behandeling voor migraine. Ook zijn de anti-epi- zichte van placebo-acupunctuur is er geen verschil na deze
leptica natriumvalproaat en topiramaat effectief. En de tricy- periode (5 onderzoeken, n = 360, gemiddeld verschil -0,11; 95%-
clische antidepressiva zijn eveneens effectief, maar wat betreft BI -0,51 tot 0,30).
de effectiviteit van SSRI’s zijn te onderzoeksgegevens erg be- Conclusie: alleen van gedragspsychologische interventies is er
perkt (bewijskracht laag). Door het gebruik van preventieve beperkt bewijs dat deze zorgen voor een vermindering van de
medicatie heeft de patiënt bijna 2 maal zo veel kans op halve- frequentie van de migraineaanvallen. Ontspanningstherapie
ring van de frequentie van de migraineaanvallen. door fysiotherapeuten of cognitieve gedragstherapie komen
Overweging: met bètablokkers is al jarenlang veel ervaring hiervoor in aanmerking. Deze therapie is te overwegen voor
opgedaan. Vooral metoprolol is een middel met relatief weinig patiënten bij wie de (niet-)medicamenteuze behandeling on-
bijwerkingen. De huisarts houdt rekening met eventuele aan- voldoende werkzaam is.
wezige contra-indicaties. Voor bètablokkers is dat astma en
voor anti-epileptica zwangerschap(swens) en overgewicht/ Noot 25 Medicamenteuze behandeling menstruele migraine
adipositas. Niet alle patiënten zijn even makkelijk te motive- Migraine komt vaker voor bij vrouwen in de vruchtbare le-
ren voor een preventieve behandeling, wat deels te wijten is vensfase en vaker rond de menstruatie. Menstruele migraine is
aan een gebrek aan vertrouwen in de effectiviteit van de be- vaak meer invaliderend en moeilijker te behandelen dan ‘ge-
handeling en teleurstelling als er toch aanvallen optreden, wone’ migraine.
maar ook omdat velen liever niet dagelijks geneesmiddelen Acute behandeling Behandeling van de acute aanvallen tijdens
gebruiken [Mulleners 2010]. Er zijn enige aanwijzingen dat de menstruatie verschilt niet van die daarbuiten, hoewel men-
lisinopril en candesartan werkzaam zijn [Nederlandse Vereni- struele migraine moeilijker te onderdrukken lijkt. In een sys-
ging voor Neurologie 2007], maar deze middelen zijn nog wei- tematische review worden diverse RCT’s beschreven waarin
nig onderzocht. triptanen (sumatriptan, zolmitriptan, rizatriptan, naratrip-
1182 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

tan), gegeven tijdens of rond de menstruatie, een significante kortdurend dagelijks gebruik van NSAID’s (op basis van con-
vermindering geven op de uitkomstmaat pijnvrij na 2 uur sensus in de werkgroep) en triptanen eerste keus. Alleen zol-
[Pringsheim 2008a]. mitriptan en frovatriptan zijn onderzocht, maar op basis van
Preventieve behandeling Er zijn veel verschillende adviezen in gelijkwaardige effectiviteit van de triptanen onderling wordt
omloop voor kortdurende cyclische preventieve behandeling aangeraden een keuze te maken uit triptanen die generiek ver-
(NSAID’s, triptanen, hormonale substitutie), maar er zijn wei- krijgbaar zijn (bijvoorbeeld zolmitriptan). Een nadeel van pre-
nig goede onderzoeken die deze adviezen onderbouwen ventieve behandeling kan zijn dat door het dagelijkse gebruik
[Brandes 2004, NICE 2013, Pringsheim 2008]. van de medicatie er mogelijk meer risico is op overdosering en
NSAID’s Lay et al. beschreven in een overzichtsartikel de be- medicatieovergebruikshoofdpijn. Het doorgebruiken van hor-
handelingsmogelijkheden van menstruele migraine. Voor de monale anticonceptie is een andere optie als hormonale anti-
preventieve behandeling behoren NSAID’s tot de mogelijkhe- conceptie al wordt gebruikt en er dus geen contra-indicaties
den en de auteurs adviseren om deze te beginnen 2 tot 4 dagen zijn (zoals de combinatie migraine met aura en roken). Oestro-
voor de menstruatie en te continueren gedurende de menstru- geensubstitutie wordt niet meer geadviseerd.
atie (3 tot 5 dagen) [Lay 2001].
Er is één placebogecontroleerde RCT (n = 40) van matige Noot 26 Slaapritme en migraine bij kinderen
kwaliteit, waarbij patiënten met naproxen of placebo gedu- In een onderzoek van Bruni et al. werden 70 kinderen met
rende 3 maanden werden behandeld van dag 1 tot dag 6 van de migraine (gemiddelde leeftijd 10 jaar) verdeeld in 2 groepen.
menstruatie. Er trad een significant verschil op in de gerappor- De ene groep kreeg voorlichting over slaaphygiëne, de andere
teerde pijnscore; deze verminderde van 61,5 naar 39,2 (p < 0,02) niet. Alle kinderen hadden verschillende vormen van een ver-
[Sances 1990]. NICE includeerde deze studie vanwege de mati- stoord slaapritme in vergelijking met een gezonde controle-
ge kwaliteit niet en doet hierover dan ook geen aanbeveling groep (laat in slaap vallen (na 23 uur); wakker worden na 8 uur;
[NICE 2013]. overdag slapen; wisselend dag- en nachtschema). In de groep
Triptanen Kortdurend gebruik van een triptaan tijdens de met de voorlichting over slaaphygiëne trad er een significante
menstruatie is een van de opties. Tuchmann et al. onderzoch- daling op in de duur van de aanvallen en een daling in het aan-
ten of kortdurend gebruik van zolmitriptan een vermindering tal aanvallen na 3 en 6 maanden follow-up. De ernst van de
van de migraineklachten gaf. In een gerandomiseerd onder- aanvallen verschilde niet tussen beide groepen [Bruni 1999].
zoek (n = 224, gesponsord door fabrikant) kregen patiënten 2
dd of 3 dd zolmitriptan 2,5 mg, of placebo. Meer dan 50% re- Noot 27 Medicamenteuze behandeling: migraine bij kinderen
ductie van de frequentie van de migraineaanvallen werd be- Aanvalsbehandeling Bron: Damen et al. verrichtten een syste-
reikt bij 37,8% in de placebogroep, bij 54,7% in de 2dd-groep (p matische review (10 onderzoeken, n = 1575) en onderzochten
= 0,002), en bij 58,6% in de 3dd-groep (p = 0,007) [Tuchman de effectiviteit van diverse medicamenteuze behandelingen
2008]. In een gerandomiseerd onderzoek (n = 579) bleek dat 2 van migraine bij kinderen (< 18 jaar, gemiddelde leeftijd 12
maal daags frovatriptan 2,5 mg vermindering gaf van migrai- jaar, diagnose migraine volgens IHS-criteria) [Damen 2005].
neaanvallen tijdens de menstruatie (frovatriptan: 41%, placebo Bewijs en commentaar: in de review werd de uitkomstmaat
67%, p < 0,0001) [Silberstein 2004, Pringsheim 2008, Brandes klinische verbetering 2 uur na inname toegepast, wat door
2006, NICE 2013]. patiënten in dagboeken werd genoteerd. Paracetamol en ibu-
Hormonale substitutie De review van Pringsheim et al. be- profen zorgden voor een significante klinische verbetering 2
schrijft 4 onderzoeken van zeer matige kwaliteit die de effecti- uur na inname ten opzichte van placebo (respectievelijk RR
viteit van oestrogenen in de vorm van een pleister of cutane 1,5; 95%-BI 1,0 tot 2,1 en RR 1,5; 95%-BI 1,2 tot 1,9). Ten opzichte
gel onderzochten. Er kon niet worden gepoold en er waren van elkaar was er geen verschil in effectiviteit (RR 0,9; 95%-BI
inconsistente resultaten [Pringsheim 2008]. Almen-Christens- 0,9 tot 1,1). Sumatriptan intranasaal gaf ook klinische verbete-
son et al. onderzochten de effectiviteit van perimenstrueel toe- ring na 2 uur, in tegenstelling tot sumatriptan oraal (respectie-
gediende transdermale oestrogenen [Almen-Christensson velijk RR 1,4; 95%-BI 0,5 tot 0,8 en RR 1,4; 95%-BI 0,5 tot 38).
2011]. Het betrof een tweedelijns, dubbelgeblindeerd, placebo- De resultaten komen uit een beperkt aantal onderzoeken;
gecontroleerd cross-overonderzoek (n = 27). Er werd geen ver- het effect van paracetamol uit 1 onderzoek, van ibuprofen uit 2
schil in effectiviteit aangetoond. Ook NICE doet geen aanbe- onderzoeken en van sumatriptan uit 3 onderzoeken. De ge-
veling over het gebruik van hormonale substitutie [NICE middelde uitval van alle onderzoeken was vrij hoog (19,8%). De
2013]. aanvalsduur van migraine is bij kinderen vaak kort, dus het is
Het doorslikken van de anticonceptiepil als profylacticum de vraag in hoeverre de uitkomstmaat klinische verbetering na
bij menstruele migraine zonder aura en bij afwezigheid van 2 uur klinisch relevant is.
contra-indicaties wordt soms ook aanbevolen [Lay 2001]. In Kortdurend gebruik van paracetamol en ibuprofen geven
diverse richtlijnen wordt migraine met aura aangemerkt als weinig bijwerkingen. Intranasale toediening van sumatriptan
een absolute contra-indicatie voor pilgebruik in verband met geeft eveneens weinig bijwerkingen, behalve een vieze smaak
een verhoogd risico op een ischemisch CVA. De wetenschappe- in de mond wanneer het ook wordt ingeademd. Andere gerap-
lijke onderbouwing hiervoor is echter afkomstig uit 4 patiënt- porteerde bijwerkingen waren braken, misselijkheid, duizelig-
controleonderzoeken met aanzienlijke beperkingen. Mogelijk heid, warmtesensaties, en paresthesieën.
verhoogt vooral de combinatie roken en pilgebruik het risico Conclusie: paracetamol, ibuprofen en sumatriptan intrana-
op een ischemisch CVA bij vrouwen met migraine met aura. saal zijn effectief voor de behandeling van migraine bij kinde-
Bij rokende vrouwen met migraine met aura ligt in de eerste ren (bewijskracht matig).
plaats een stoppen met roken advies voor de hand. Indien de Overweging: het is aannemelijk dat de effecten van de pijnstil-
vrouw kiest voor pilgebruik worden expliciet ook andere anti- lers en triptanen niet verschillen van die bij volwassenen.
conceptiemethoden in overweging gegeven. Het gebruik van Vooral bij triptanen zal er ook een grote individuele variatie
de pil bij vrouwen met migraine zonder aura is geen bezwaar zijn voor de gevoeligheid per triptaan. Paracetamol en ibupro-
(zie de NHG-Standaard Anticonceptie). fen zijn goedkoper dan sumatriptan intranasaal. Sumatriptan
Conclusie: er is weinig kwalitatief goed onderzoek gedaan is geregistreerd voor kinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar.
naar de preventie van menstruele migraine. De werkgroep ad- Aanbeveling: net als bij volwassenen zijn bij kinderen parace-
viseert op basis van consensus om bij acute aanvallen dezelfde tamol, NSAID’s, eventueel met anti-emetica, eerste keus. Trip-
behandeling te geven als bij ‘gewone’ migraine. Wanneer er tanen zijn tweede keus, vanwege de bewezen effectiviteit heeft
een regelmatig menstruatiepatroon is, kan preventieve behan- sumatriptan intranasaal de voorkeur (bewijskracht matig,
deling worden overwogen. Als preventieve behandeling zijn sterke aanbeveling).
M19 Literatuur 1183

Preventieve behandeling Volgens de richtlijn Diagnostiek en be- > 8 hoofdpijnepisodes per maand, meer hoofdpijnepisodes na
handeling van chronische recidiverende hoofdpijn zonder het staken en na meerdere stakingspogingen [Van Deventer
neurologische afwijkingen van de Nederlands Vereniging voor 2011].
Neurologie [Nederlandse Vereniging voor Neurologie 2007] Conclusie: de behandeling van medicatieovergebruikshoofd-
zijn bètablokkers en flunarizine eerste en tweede keus pro- pijn bestaat uit het staken van de hoofdpijnmedicatie. Dit ad-
fylactica voor kinderen met migraine. vies is gebaseerd op ‘experts opinion’ en consensus binnen de
werkgroep. Het profylactisch behandelen van medicatieover-
Noot 28 Behandeling medicatieovergebruikshoofdpijn gebruikshoofdpijn met medicatie wordt niet aanbevolen. Be-
Op basis van theoretische overwegingen kunnen triptanen geleiding na deze periode is van belang voor de adequate be-
en niet-opoïde analgetica abrupt worden gestopt omdat ze handeling van de onderliggende hoofdpijn en ter preventie
geen onttrekkingsverschijnselen veroorzaken [Van Deventer van een terugval.
2011]. Er zijn aanwijzingen dat de onderliggende vorm van de
hoofdpijn de uitkomst na het staken bepaalt. In een retrospec- Noot 29 Medicamenteuze behandeling clusterhoofdpijn
tief cohortonderzoek (n = 337) gebaseerd op dagboekgegevens Aanval Hoewel er geen directe vergelijkingen zijn, lijkt zuur-
van patiënten met een waarschijnlijkheidsdiagnose medicatie- stoftherapie net iets minder effectief dan subcutane toedie-
overgebruikshoofdpijn die gedurende 2 maanden werden be- ning van een triptaan, maar met meer bijwerkingen (geba-
handeld door het geneesmiddel te staken zonder dat een ande- seerd op de uitkomsten van de beide interventies) [Francis
re behandeling voor de hoofdpijn werd gegeven. De respons 2010, Law 2010, Matharu 2010].
bij patiënten met een eerdere diagnose van migraine was beter Tweede keus is een triptaan per neusspray; sumatriptan 20
dan bij patiënten met zowel migraine als spanningshoofdpijn mg (maximaal 2 maal daags). Deze behandeling is minder ef-
(mediane reductie in hoofdpijnfrequentie 67% versus 37%) of fectief dan triptaan subcutaan of zuurstof [Law 2010].
spanningshoofdpijn alleen of een ander type hoofdpijn (geen Preventief Verapamil en lithium zijn effectieve preventieve
afname) [Zeeberg 2006, Van Deventer 2011]. Onderzoeken tus- behandelingen van clusterhoofdpijn. Mogelijk is verapamil
sen verschillende behandelingsstrategieën (onder andere poli- effectiever en heeft minder bijwerkingen. In hoeverre andere
klinische, ziekenhuisopname, prednisolonkuur, parenterale middelen zoals baclofen, topiramaat, melatonine, valproïne-
vochttoedieningen en anti-emetica etc.) lieten geen verschillen zuur of tricycyclische antidepressiva effectief zijn, is nog on-
zien in mate van effectiviteit. In een onderzoek bedroeg het duidelijk [Francis 2010, Matharu 2010, May 2006]. Wanneer er
succespercentage na staken 75% [Rossi 2006, Van Deventer sprake is van clusterhoofdpijn, al eerder vastgesteld door een
2011]. Na het staken van alle hoofdpijnmedicatie treden meest- neuroloog, kan verapamil worden gestart in de eerste lijn. Van-
al ernstige onttrekkingshoofdpijn en geassocieerde autonome wege het risico op ritmestoornissen wordt geadviseerd om
symptomen op, afhankelijk van welk type medicatie te veel is voor de start een ECG te maken en het ECG te herhalen 10
gebruikt. Het staken van triptanen geeft minder bijkomende dagen na elke dosisverandering. Voor preventieve behandeling
symptomen dan het staken van analgetica. Na het staken van is meestal een dagelijkse dosering van 480 mg nodig. Hogere
triptanen treedt na gemiddeld 7 tot 10 dagen herstel op. Na het doseringen dan 720 mg worden niet aanbevolen vanwege toe-
staken van analgetica treedt gemiddeld na 2 tot 3 weken her- name van de bijwerkingen (onder andere ritmestoornissen,
stel op [Anon. 2010]. Het risico op terugval is het hoogst het obstipatie, duizeligheid en perifeer oedeem) [Nesbitt 2012].
eerste jaar na staken. Andere risicoverhogende factoren zijn Lithium en andere preventieve (farmaco)therapie worden niet
waarschijnlijk: de diagnose spanningshoofdpijn, eventueel in aanbevolen in de eerste lijn.
combinatie met migraine, inname van combinatiepreparaten,

Literatuur

Bij verwijzing naar NHG-producten: zie www.nhg.org. Castien RF, Van der Windt DA, Grooten A, Dekker J. Effective-
Anonymus. Management of medication overuse headache. ness of manual therapy for chronic tension-type headache: a
BMJ 2010;340:c1305. pragmatic, randomised, clinical trial. Cephalalgia
Anonymus. The International Classification of Headache Dis- 2011;31:133-43.
orders, 3rd edition (beta version). Cephalalgia 2013;33:629- Chaibi A, Tuchin PJ, Russell MB. Manual therapies for migrai-
808. ne: a systematic review. J Headache Pain 2011;12:127-33.
Almen-Christensson A, Hammar M, Lindh-Astrand L, Landt- College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Beperkingen
blom AM, Brynhildsen J. Prevention of menstrual migraine voor gebruik diclofenac vanwege cardiovasculaire risico’s (5
with perimenstrual transdermal 17-beta-estradiol: a rando- augustus 2013). http://www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-
mized, placebo-controlled, double-blind crossover study. geneesmiddelen/actueel/Beperkingen_voor_gebruik_
Fertil Steril 2011;96:498-500. diclofenac_vanwege_cardiovasculaire_risicos/default.htm.
Ashtari F, Shaygannejad V, Akbari M. A double-blind, rando- Commissie Farmaceutische Hulp. Farmacotherapeutisch kom-
mized trial of low-dose topiramate vs propranolol in migrai- pas 2012. Amstelveen: College voor Zorgverzekeringen, 2012.
ne prophylaxis. Acta Neurol Scand 2008;118:301-5. Damen L, Bruijn J, Koes BW, Berger MY, Passchier J, Verhagen
Brandes JL. The influence of estrogen on migraine: a systema- AP. Prophylactic treatment of migraine in children. Part 1. A
tic review. JAMA 2006;295:1824-30. systematic review of non-pharmacological trials. Cephalalgia
Brandes JL, Saper JR, Diamond M, Couch JR, Lewis DW, 2006;26:373-83.
Schmitt J, et al. Topiramate for migraine prevention: a Damen L, Bruijn JK, Verhagen AP, Berger MY, Passchier J, Koes
randomized controlled trial. JAMA 2004;291:965-73. BW. Symptomatic treatment of migraine in children: a systema-
Bruni O, Galli F, Guidetti V. Sleep hygiene and migraine in tic review of medication trials. Pediatrics 2005;116:e295-e302.
children and adolescents. Cephalalgia 1999;19 Suppl 25:57-9. De Jongh TOH, Knuistingh Neven A, Couturier EGM. Hoofd-
Abu-Arafeh I, Razak S, Sivaraman B, Graham C. Prevalence of pijn. Huisarts Wet 2001;44:615-9.
headache and migraine in children and adolescents: a syste- Derry S, Moore RA, McQuay HJ. Paracetamol (acetaminophen)
matic review of population-based studies. Dev Med Child with or without an antiemetic for acute migraine headaches
Neurol 2010;52:1088-97. in adults. Cochrane Database Syst Rev 2010;CD008040.
1184 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

Derry CJ, Derry S, Moore RA. Sumatriptan (intranasal route of Linde K, Rossnagel K. Propranolol for migraine prophylaxis.
administration) for acute migraine attacks in adults. Cochrane Database Syst Rev 2004;CD003225.
Cochrane Database Syst Rev 2012a;2:CD009663. Linde K, Allais G, Brinkhaus B, Manheimer E, Vickers A, White
Derry CJ, Derry S, Moore RA. Sumatriptan (oral route of AR. Acupuncture for migraine prophylaxis. Cochrane Data-
administration) for acute migraine attacks in adults. base Syst Rev 2009a;CD001218.
Cochrane Database Syst Rev 2012b;2:CD008615. Linde K, Allais G, Brinkhaus B, Manheimer E, Vickers A, White
Derry CJ, Derry S, Moore RA. Sumatriptan (rectal route of AR. Acupuncture for tension-type headache. Cochrane Data-
administration) for acute migraine attacks in adults. base Syst Rev 2009b;CD007587.
Cochrane Database Syst Rev 2012c;2:CD009664. Matharu M. Cluster headache. Clin Evid (Online) 2010.
Derry CJ, Derry S, Moore RA. Sumatriptan (subcutaneous May A, Bahra A, Buchel C, Frackowiak RSJ, Goadsby PJ. Hypot-
route of administration) for acute migraine attacks in adults. halamic activation in cluster headache attacks. Lancet
Cochrane Database Syst Rev 2012d;2:CD009665. 1998;352:275.
Eccleston C, Palermo TM, Williams AC, Lewandowski A, Mor- May A, Leone M, Afra J, Linde M, Sandor PS, Evers S, et al.
ley S. Psychological therapies for the management of chronic EFNS guidelines on the treatment of cluster headache and
and recurrent pain in children and adolescents. Cochrane other trigeminal-autonomic cephalalgias. Eur J Neurol
Database Syst Rev 2009;CD003968. 2006;13:1066-77.
Etminan M, Takkouche B, Isorna FC, Samii A. Risk of ischae- Merikangas KR, Cui L, Richardson AK, Isler H, Khoromi S, Na-
mic stroke in people with migraine: systematic review and kamura E, et al. Magnitude, impact, and stability of primary
meta-analysis of observational studies. BMJ 2005;330:63. headache subtypes: 30 year prospective Swiss cohort study.
Evans RW, Tepper SJ, Shapiro RE, Sun-Edelstein C, Tietjen GE. BMJ 2011;343:d5076.
The FDA alert on serotonin syndrome with use of triptans Mulleners WM, Chronicle EP. Anticonvulsants in migraine
combined with selective serotonin reuptake inhibitors or prophylaxis: a Cochrane review. Cephalalgia 2008;28:585-97.
selective serotonin-norepinephrine reuptake inhibitors: Mulleners WM, Haan J, Dekker F, Ferrari MD. Preventieve be-
American Headache Society position paper. Headache handeling van migraine. Ned Tijdschr Geneeskd
2010;50:1089-99. 2010;154:A1512.
Ferrari MD. Migraine. Lancet 1998;351:1043. Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Richtlijnen diagnos-
Fischera M, Marziniak M, Gralow I, Evers S. The incidence and tiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zon-
prevalence of cluster headache: a meta-analysis of der neurologische afwijkingen. 1e herziening (2007).
population-based studies. Cephalalgia 2008;28:614-8. www.neurologie.nl/publiek/beroepsinformatie/richtlijnen/
Francis GJ, Becker WJ, Pringsheim TM. Acute and preventive nvn-richtlijnen.
pharmacologic treatment of cluster headache. Neurology Nesbitt AD, Goadsby PJ. Cluster headache. BMJ
2010;75:463-73. 2012;344:e2407.
Goadsby PJ. Wolff’s headache and other pain. 7th ed. Oxford: NICE. Headaches. Diagnosis and management of headaches in
Oxford University Press, 2001. young people and adults (2012). http://www.nice.org.uk/
Holroyd KA, Cottrell CK, O’Donnell FJ, Cordingley GE, Drew nicemedia/live/13901/60854/60854.pdf.
JB, Carlson BW, et al. Effect of preventive (beta blocker) treat- Pringsheim T, Davenport WJ, Dodick D. Acute treatment and
ment, behavioural migraine management, or their combina- prevention of menstrually related migraine headache:
tion on outcomes of optimised acute treatment in frequent evidence-based review. Neurology 2008;70:1555-63.
migraine: randomised controlled trial. BMJ 2010;341:c4871. Rabbie R, Derry S, Moore RA, McQuay HJ. Ibuprofen with or
Holroyd KA, O’Donnell FJ, Stensland M, Lipchik GL, Cor- without an antiemetic for acute migraine headaches in
dingley GE, Carlson BW. Management of chronic tension- adults. Cochrane Database Syst Rev 2010;CD008039.
type headache with tricyclic antidepressant medication, Rolan PE. Drug interactions with triptans: which are clinically
stress management therapy, and their combination: a rando- significant? CNS Drugs 2012;26:949-57.
mized controlled trial. JAMA 2001;285:2208-15. Rossi P, Di Lorenzo C, Faroni J, Cesarino F, Nappi G. Advice
Howard L, Wessely S, Leese M, Page L, McCrone P, Husain K, et alone vs. structured detoxification programmes for medica-
al. Are investigations anxiolytic or anxiogenic? A rando- tion overuse headache: a prospective, randomized, open-
mised controlled trial of neuroimaging to provide reassu- label trial in transformed migraine patients with low medi-
rance in chronic daily headache. J Neurol Neurosurg Psychia- cal needs. Cephalalgia 2006;26:1097-105.
try 2005;76:1558-64. Russell MB, Hilden J, Sorensen SA, Olesen J. Familial occur-
Jackson JL, Shimeall W, Sessums L, Dezee KJ, Becher D, Diemer rence of migraine without aura and migraine with aura.
M, et al. Tricyclic antidepressants and headaches: systematic Neurology 1993;43:1369-73.
review and meta-analysis. BMJ 2010;341:c5222. Russell MB, Olesen J. Increased familial risk and evidence of
Kirthi V, Derry S, Moore RA, McQuay HJ. Aspirin with or with- genetic factor in migraine. BMJ 1995;311:541-4.
out an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Sances G, Martignoni E, Fioroni L, Blandini F, Facchinetti F,
Cochrane Database Syst Rev 2010;CD008041. Nappi G. Naproxen sodium in menstrual migraine prop-
Knuistingh Neven A, Couturier EGM. Diagnostiek van hylaxis: a double-blind placebo controlled study. Headache
chronisch-recidiverende hoofdpijn. Tijdschr huisartsge- 1990;30:705-9.
neeskd 2003;20:174-8. Schurks M, Rist PM, Bigal ME, Buring JE, Lipton RB, Kurth T.
KNMP. Informatorium Medicamentorum 2013. Den Haag: Migraine and cardiovascular disease: systematic review and
KNMP, 2013. meta-analysis. BMJ 2009;339:b3914.
Koopman JS, Dieleman JP, Huygen FJ, De Mos M, Martin CG, Silberstein SD, Elkind AH, Schreiber C, Keywood C. A rando-
Sturkenboom MC. Incidence of facial pain in the general mized trial of frovatriptan for the intermittent prevention of
population. Pain 2009;147:122-7. menstrual migraine. Neurology 2004;63:261-9.
Kurth T, Chabriat H, Bousser MG. Migraine and stroke: a com- Simpson GC, Forbes K, Teasdale E, Tyagi A, Santosh C. Impact
plex association with clinical implications. Lancet Neurol of GP direct-access computerised tomography for the inves-
2012;11:92-100. tigation of chronic daily headache. Br J Gen Pract
Law S, Derry S, Moore RA. Triptans for acute cluster headache. 2010;60:897-901.
Cochrane Database Syst Rev 2010;CD008042. Spector JT, Kahn SR, Jones MR, Jayakumar M, Dalal D, Naza-
Lay CL, Mascellino AM. Menstrual migraine: diagnosis and rian S. Migraine headache and ischemic stroke risk: an upda-
treatment. Curr Pain Headache Rep 2001;5:195-9. ted meta-analysis. Am J Med 2010;123:612-24.
M19 Literatuur 1185

Stewart WF, Lipton RB, Liberman J. Variation in migraine pre- Van Deventer KR. Medicatieafhankelijke hoofdpijn. Gebu
valence by race. Neurology 1996;47:52-9. 2011;45:25-9.
Stirbu-Wagner I, Dorsman SA, Visscher S, Davids R, Gravestein Verhagen AP, Damen L, Berger MY, Passchier J, Koes BW. Beha-
JV, Abrahamse H, et al. Landelijk Informatienetwerk vioral treatments of chronic tension-type headache in adults:
Huisartsenzorg. Feiten en cijfers over huisartsenzorg in Ne- are they beneficial? CNS Neurosci Ther 2009;15:183-205.
derland. Utrecht/Nijmegen: NIVEL/IQ , 2013. Verhagen AP, Damen L, Berger MY, Passchier J, Koes BW. Lack
Stovner LJ, Andree C. Prevalence of headache in Europe: a re- of benefit for prophylactic drugs of tension-type headache in
view for the Eurolight project. J Headache Pain 2010;11:289- adults: a systematic review. Fam Pract 2010;27:151-65.
99. Viana M, Sprenger T, Andelova M, Goadsby PJ. The typical du-
Tuchman MM, Hee A, Emeribe U, Silberstein S. Oral zolmi- ration of migraine aura: A systematic review. Cephalalgia
triptan in the short-term prevention of menstrual migraine: 2013;33:483-90.
a randomized, placebo-controlled study. CNS Drugs Wiendels NJ, van Haestregt A, Knuistingh NA, Spinhoven P,
2008;22:877-86. Zitman FG, Assendelft WJ, et al. Chronic frequent headache
Van der Linden MW, Westert GP, De Bakker DH, Schellevis FG. in the general population: comorbidity and quality of life.
Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de Cephalalgia 2006;26:1443-50.
huisartspraktijk. Klachten en aandoeningen in de bevolking Zeeberg P, Olesen J, Jensen R. Probable medication-overuse
en in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM, headache: the effect of a 2-month drug-free period. Neuro-
2004. logy 2006;66:1894-8.
1186 NHG-Standaarden voor de huisarts 2018

You might also like