Siloengkang Syekh

Doch keeren wij tot de praktijk van den Islam in de Padangsche Bovenlanden terug .
De jongens van een minder gegoed gezin bezoeken de soerau negari; alle anderen
trekken naar eene der grootere inrichtingen , om de schriften te leeren lezen ,
welke studie mangădji heet. Van alle streken van Midden - Sumatra ,zelfs uit
Rawas , komen jongelingen naar de godsdienstscholen in de Padangsche
Bovenlanden , om , na een verblijf van soms tien en meer jaren , naar hun
geboorteland terug te keeren en dáár het geleerde aan anderen te onderwijzen .

De eens zoo beroemde school te Si-Loengkang is sedert den dood van den geleerden en
energieken Toeankoe Sièq-Mohamad- Saléh, op 1 April 1872 , zeer in aanzien
gedaald , daar geen der leerlingen den grooten meester genoegzaam evenaarde om
diens taak op waardige wijze voort te zetten . Wel worden de kleine soerau's ,die
het grootsche gebouw omringen , nog steeds door enkele leerlingen bezocht, maar dat
gebouw zelf dient nog alleen tot verblijfplaats voor hen , die in de soeloewq boete
doen voor hunne tekortkomingen. Dat de soeloewq, gelijk men beweerd heeft , vreemd
zou zijn aan de Sjafeïten , werd mij door alle geestelijken , die ik er naar
vroeg , tegengesproken ?), terwijl zij mij tevens verzekerden , dat aan alle
soerau's in de zuidelijke Padangsche Bovenlanden de leer van Sjafeï onderwezen
wordt. Of dit laatste wel zoo zonder uitzondering het geval is , meen ik echter te
mogen betwijfelen , omdat de houdingen , bij het doen der dagelijksche gebeden
aangenomen , op verscheidene plaatsen overeenkomen met die , bij de volgelingen van
Hanafi in gebruik .

(1) Distrikt. Zie het hoofdstuk waarin gehandeld wordt over het Bestuur.

2) Dit is natuurlijk , omdat de soeloek geheel buiten de quaesties staat die de

Sjafeïten en Hanafieten verdeelen , en hare praktijk voor beide scholen evenzeer
een vreemd element is.

*sumber = MIDDEN -SUMATRA.

REIZEN EN ONDERZOEKINGEN DER SUMATRA-EXPEDITIE , UITGERUST DOOR HET AARDRIJKSKUNDIG
GENOOTSCHAP,
1877-1879.
BESCHREVEN DOOR DE LEDEN DER EXPEDITIE , ONDER TOEZICHT VAN Prof. P. J. VETH .
(LEIDEN . E. J. BRILL.1882.page 56-57)
............

Met het mededeelen van 't een en ander over ziekten en geneesleer, een onder werp
dat met het bijgeloof in het nauwste verband staat , wensch ik dit hoofdstuk te
besluiten .

Het is ontegenzeggelijk waar, dat de eenvoudige levenswijze en het heerlijke

klimaat factoren zijn die gunstig werken op den gezondheidstoestand van het volk ;

maar even zeker is het, dat velen in de kracht van het leven worden weggerukt, die
bij eene deugdelijke geneeskundige behandeling zouden zijn gespaard gebleven.
Aan buikloop alleen stierven in Oktober en November 1849 te Siroekam op + 3000
zielen 100 , in Augustus 1851 te Gărabaq op + 800 binnen tien dagen 86 en in
Augustus 1877 te Sălimpè op eene bevolking van 2600 zielen 18 personen .
In de negari Padang-Si- Boesoewq stierven in de laatste dagen van April 1853 aan
cholera 20 van de 78 aangetasten , en te Si- Loengkang , om nog dit ééne voorbeeld
te noemen , van 11 tot 20 September 1858 , 21 van de 155 lijders aan pokken . Een
nauwkeurige aanteekening , gedurende twee jaren gehouden , gaf voorde
onderafdeeling Soepajang en Alahan-pandjang, die eene bevolking van + 24000 zielen
telt, een cijfer van sterfgevallen dat het cijfer der geboorten belangrijk
overtrof. Die aanteekeningen zijn verloren geraakt, zoodat ik de juiste cijfers
niet kan opgeven .( page 90-91)
.................

Terwijl het netten - knoopen door iedereen wordt verstaan , houdt men zich met
passement- en ook met kant-werken slechts in enkele dorpen en dan als
beroepsnijverheid bezig . Het maken van passement zagen wij alleen te Si-
Loengkang , het kant-werken te Kòtô -Anau en Palembang. Waarschijnlijk treft men
deze industriën ook nog op andere plaatsen aan , maar zeker is het toch dat ze niet
algemeen beoefend worden .

Te Si- Loengkang waren de werklieden allen oerang siaq, die in het ver vaardigen
van passement misschien eenige verpoozing van hunne godgeleerde studiën , maar
zeker een vrij goed middel tot levensonderhoud vonden . Het eenvoudige werktuig ,
de pălătaq rindô , dat er zich geheel toe leent om den arbeid bin
nenshuis te verrichten , is op Pl. CXVIII fig . 4 afgebeeld ; daarnevens
komenafbeeldingen voor van enkele onderdeelen en van de oekoeran , het maatstokje
van idjoewq-nerf dat dient om bij het verkoopen het passement af te meten .

Uit de „ Verklaring der platen " is de wijze waarop gewerkt wordt, duidelijk tezien
, en ik kan dus hier volstaan met de mededeeling , dat de werkman met gekruiste
beenen op den grond zit en de bank vóór zich heeft met het lagereinde naar zich
toegekeerd.
Het vergulde en onvergulde zilverdraad dat voor het maken van passement en het
kant-werken gebruikt wordt, is voor het grootste gedeelte uit China ingevoerd .

De kant van Kòtô - Anau is van măkau of zilverdraad gemaakt op dezelfde wijze en
met behulp van gelijksoortige middelen als men in Europa aanwendt (Pl. CXVIII fig .
1 en 2 ). Groote rijkdom in patronen bestaat er niet, en ik zag de kant ook in niet
meer dan twee verschillende breedten . De breedste soort ,
ongeveer driemaal grooter dan ze op de evengenoemde plaat is afgebeeld , kost f 25
den meter. De arbeid vordert slechts langzaam , zoodat een vlijtige werkster per
dag van de smalste kant vijf punten en van de andere niet meer dan één punt kan
vervaardigen
(page 390-391)
...........

***** translate

Siloengkang Syekh

Tapi kita kembali ke praktek Islam di Dataran Tinggi Padang. Anak laki-laki dari
keluarga kurang mampu mengunjungi soerau negari; yang lainnya pergi ke salah satu
lembaga yang lebih besar untuk belajar membaca kitab suci, yang disebut mangădji.
Dari seluruh daerah di Sumatera Tengah, bahkan dari Rawas, para pemuda datang ke
pesantren-pesantren di Padangse
Dataran tinggi, untuk kembali ke tanah asal mereka setelah menetap kadang-kadang
sepuluh tahun atau lebih dan di sana untuk mengajarkan apa yang telah mereka
pelajari kepada orang lain.

Sekolah yang dulunya terkenal di Si-Lungkang telah kehilangan banyak penghargaan

sejak kematian Tuankoe Sièq-Mohamad-Saléh yang terpelajar dan energik pada tanggal
1 April 1872, karena tidak ada murid yang cukup menyamai guru besar itu untuk
melaksanakan tugasnya dalam sebuah cara yang bermartabat untuk melanjutkan. Memang
surau-surau kecil yang mengelilingi bangunan besar itu masih dikunjungi oleh
beberapa murid, tetapi bangunan itu sendiri kini hanya berfungsi sebagai tempat
tinggal bagi mereka yang menebus kekurangan mereka di Suluwq. Bahwa Suluwq, seperti
yang diklaim, asing bagi Syafi'i, dibantah oleh saya oleh semua ulama yang saya
tanyakan tentangnya?), sementara mereka juga meyakinkan saya bahwa ajaran Syafi'i
diajarkan. Namun, apakah yang terakhir ini terjadi tanpa pengecualian, saya pikir,
diragukan, karena postur yang diadopsi dalam pelaksanaan sholat harian sesuai di
beberapa tempat dengan yang digunakan di antara para pengikut Hanafi.