Grondsoort streek

Bodemkaart Oost-Vlaanderen met Omcirkeld gebied Gentbrugge

Bodem

De straat die centraal staat in de uiteenzetting van ons project is gelegen in de zandstreek en is meer
specifiek gekenmerkt door een natte lemige zandbodem.

Specifieker: (Sdb) een matig natte lemige zandgrond met duidelijk kleur B horizont

Kenmerken bodem

Deze bruine bodems hebben een homogene bouwlaag, 25 centimeter dik, bruingrijs met een
humusgehalte van ongeveer 2%. De dikte van de B Horizont varieert van 30 tot 40 centimeter.
Tussen 40 en 60 cm diepte beginnen roestverschijnselen. De bodem is te nat in de winter en
vertoont een gunstig vochtprofiel in de zomer. Deze bodems hebben lokaal een beperkte
verspreiding

Voorbeeldprofiel
(B horizont: een minerale laaf waarin de eigenschappen van het moedermateriaal vaag zijn te
herkennen)

Drainageklasse

De wisselwerking tussen volgende verschillende factoren bepaalt de drainageklassen van de bodem:

diepte van het grondwater, doorlaatbaarheid van de oppervlakkige laag, het voorkomen op
wisselende diepte van een weinig doorlatende ondergrond, de diepte van de bodem en
topografische omstandigheden

Het gedeelte van het profiel dat afwisselend verzadigd is met water en uitdroogt, vertoont
roestvlekken. De zone die voortdurend met water verzadigd is heeft een blauw- of grijsachtige kleur.
De straat in ons project bevindt zich in drainageklasse d wat betekent dat de zware texturen matig
gleyige gronden zijn en de lichte structuren matig natte gronden.
 Onderhoud
Types onderhoud:

1. Structureel onderhoud

Dit onderhoud is gericht op onderdelen van het wegsysteem die op het einde van hun levensduur
komen of die systematisch moeten vernieuwd of verjongd worden om de functie van de
weginfrastructuur in zijn geheel te kunnen behouden. Die levensduur wordt beïnvloed door een
aantal factoren:

 Kwaliteit van het materiaal

 Kwaliteit van de aanleg
 Kwaliteit van de omgeving
 Kwantiteit van het verkeer

Een PMS (Pavement Management Systeem) is hier zeer belangrijk, hierbij gaat men een statistische
benadering doen om onderhoud te plannen en prioriteiten te stellen. Men gaat orde op zaken stellen
en een paar parameters in kaart brengen zoals: wegstructuur, leeftijd weg, staat van de weg en het
beschikbare budget. Zo kan er gekeken worden naar wat er op dat moment het beste gedaan moet
worden.

Aangezien onze weg vrij recent is vernieuwd zal er niet onmiddellijk een structureel onderhoud op de
planning staan. Een toplaag in asfalt kan zeker 5 tot 9 jaar mee. Als er dan wel een structureel
onderhoud zit aan te komen zal de toplaag afgefreesd worden en een nieuwe toplaag geplaatst
worden.
 2. Repetitief of preventief onderhoud

Dit zijn alle taken die in afwachting van een structureel onderhoud worden ingepland om de
levensduur van de verschillende elementen te halen en om de functie van de weg te garanderen.

Voorbeelden van dit soort onderhoud bij ons project

- Vernieuwen voegvullingen
- Vegen en onkruidverwijdering
- Markeringen
- Snoeien
- Kolken reinigen

Het te laat uitvoeren van repetitief onderhoud kan nadelig zijn voor de levensduur van de weg en zo
kan er versnelde schade optreden vb. waterindringing bij voegen waardoor de fundering wordt
weggespoeld, klinkers die loskomen, scheuren die zich
dieper gaan nestelen…

3. Curatief onderhoud

Dit zijn alle onderhoudsingrepen waarbij lokaal delen van de weginfrastructuur worden
vernieuwd of verjongd omdat deze vroegtijdig aan het einde van de levensduur zijn gekomen. Dit
soort onderhoud kan niet op voorrand voorzien worden omdat het gaat om ogenblikkelijke
schade.

Voorbeelden:

 Verzakkingen in het wegdek

 Vervangen rioolkolk
 Schade door derden
 …

Concreet wil dit zeggen dat de ingreep over de volledige opbouw niet dezelfde is, zo wordt er bij een
curatief onderhoud bijvoorbeeld de toplaag over één rijvak aangepakt terwijl bij een structureel
onderhoud het volledige wegtracé een nieuw jasje krijgt.
Om de optimale levenscyclus van een weg te benaderen zal volgens volgende grafiek onderhoud
ingepland worden.