Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 71

Faculteit Industriële

Ingenieurswetenschappen
Campus Brugge

Gassen
Thermodynamica – Hfdstk 2
ABA in de Industriële Wetenschappen (3de sem.)
Schakel in de Industriële Wetenschappen (1ste sem.)

R. Vanmaercke
1
Inhoud - Gassen

• Onderscheid tussen gas en damp


• Wet van Gay-Lussac, Boyle & Charles
• Toestandsvgl. van ideale gassen
• Toestandsvgl. van reële gassen
• Gasmengsels

2
Onderscheid gassen en damp

Warmte
toevoer

Warmte
toevoer
verzadigde onver- sterk
damp zadigde of oververhitte
overhitte damp of
p, t Q damp Q gas
vloeistof p, t p, t

Druk en tem- Druk en temperatuur zijn


peratuur zijn onafhankelijk van elkaar
afhankelijk
van elkaar Er is geen scherpe grens tussen
‘oververhitte damp’ en ‘gas’ 3
Voorstelling v/e damp

Gasmolecule

Hoge gasdruk Gasvolume V 4


Voorstelling v/e (ideaal) gas

Gasmolecule

Lage gasdruk Gasvolume V 5


De gaswetten
Wet van Gay-Lussac
Wet van Boyle
Wet van Charles

6
Wet van Gay-Lussac
A • Beschouw 1 kg gas
p in toestand A(p,v,t)
F
t
v Constante druk

B • Door t bevindt het


p
F gas zich in toestand
Q t +t B(p,v+v,t+t)
v +v
Pas waarneembaar na de
s uitvinding v/d thermometer.
7
Wet van Gay-Lussac
p De gemiddelde uitzettingscoëff.
v/h gas tussen toestand A en B:

A(t) B(t+t) 1 v
p m 
v 0 t

v0 = volume van 1 kg
gas bij 0°C en druk p

v [m] = 1/K
v
8
Wet van Gay-Lussac
p De ware uitzettingscoëff. in
toestand A is:
A(t) B’(t+t) B(t+t)  1 v 
p  O  limt 0  
 v 0 t 
v 1  v 
O   
v 0  t P

v
v
9
Wet van Gay-Lussac
0 Voor sterk verdunde gassen en extra-
polatie naar p  0, vindt men voor alle
gassen dezelfde waarde voor αO!
0 = 1 / 273,16 1
 O  0,0036609 
273,16

Het soortelijk volume bij


de temp. t en druk p 
0:
p v  v 0 (1 0 .t )
0 (2.1 & 2.2) 10
Wet van Gay-Lussac
1 T1
 0 .v 0 (  t1 )
v 1 v 0 (1   0 .t1 ) 0
  (2.3)
v 2 v 0 (1   0 .t 2 )  .v ( 1  t )
0
0 0 2
T2
v 1 T1 V1 T1
 of  (2.4)
v 2 T2 V2 T2
v = m³/kg
V = m³
Wet van Gay-Lussac 14
Louis Gay-Lussac
1778 - 1850 Frankrijk, Parijs

• Natuur- en scheikundige
• Hoogleraar aan: de Sorbonne,
Ecole Polytechnique en Jardin
des Plantes te Parijs.
• Bekend om zijn gaswetten.
• Leverde bijdragen tot de theoretische chemie door
de ontdekking van potas, chloor en jodium.

15
Wet van Boyle
A • Beschouw 1 kg gas
p1 F1 in toestand A(p1,v1,t)
v1
t Constante temperatuur

B • Bij een andere druk


p2 F2 bevindt het gas zich
v2 in toestand B(p2,v2,t)
t
Bemerk: geen thermometer nodig
(Wet dateert van 1649)
16
Robert Boyle
1627 - 1691 Ierland, Londen

• Filosoof, scheikundige en
alchemist.
• Maakt v/d scheikunde een
nieuwe discipline, los van
biologie en alchemie.
• Verbleef in Oxford en werkte
samen met Robert Hooke.
• Stelde als een v/d eerste dat wetenschap moest
gebaseerd zijn op onderzoek en experimenten EN niet
op de beschikbare kennis vanuit de Oudheid.
• Ontdekte de gaswet, 16 jaar voor Edme Mariotte (F).
18
Wet van Boyle
p Voor 1kg gas stelt men proef-
ondervindelijk vast dat:

p1 A p.v  C ste
(2.5)

Cste is afhankelijk van:


B • de temperatuur
p2 • het soort gas

v
v1 v2 19
Wet van Charles
A • Beschouw 1 kg gas
p in toestand A(p,v,t)
t
v Constant volume

B • Door t bevindt het


p +p
gas zich in toestand
Q t +t B(p +p,v,t+t) ter-
v wijl volume v = Cste.

20
Wet van Charles
p De gemiddelde spanningscoëff.
v/h gas tussen toestand A en B:
p2 B(t+t) 1 p
m 
p 0 t

p0 = druk van 1 kg gas


bij 0°C en bij volume v
p1 A(t)
[m] = 1/K
v
v
21
Wet van Charles
p Werkelijke spanningscoëff. in toestand A:
 1 p 
O  limt 0  
p2 B(t+t)  p0 t 
1  p 
O   
p0  t  V

B’(t+t) Voor ideale gassen is:


p
p1 A(t) 1
O   O 
v 273,16
v (2.6) 22
273,16
p  p0 (1 0 .t )
1
0 .p0 (  t1 )
p1 p 0 (1  0 .t1 ) 0
 
p 2 p0 (1  0 .t 2 )  .p ( 1  t )
0
0 0 2

p1 T1 Wet van Charles



p 2 T2 (2de wet Gay-Lussac)

Wet van Charles is geen “ervaringswet’, maar kan be-


wezen worden met de wetten van Boyle en Gay-Lussac
26
Jacques Charles
1746 - 1823 Frankrijk, Parijs

• Natuur- en werktuigkundige
• Experimenteerde o.a. met
waterstof.
• Academie Française spon-
sorde de luchtballon uit zijde
en rubber, gevuld met H2.
• Hij steeg op in Parijs (27/8/1783) 10 dagen na de bal-
lonvaart v/d gebroeders Montgolfiers. Hij was daarmee,
weliswaar ongewild, de 1ste soloballonvaarder.
• Ontdekte voor Gay-Lussac de samenhang tussen
temperatuur en volume bij gassen onder Cste druk. 27
De ideale gaswet

28
Definitie v/e ideaal gas
Een gas dat in geheel zijn toestands-
gebied een constante uitzettingscoëf-
ficiënt bezit (wet van Gay-Lussac) en
aan de wet van Boyle voldoet, noemt
men een ideaal gas.

Zijn te beschouwen als ideale gassen:


• De meeste gassen bij lage drukken.
• H2, N2, O2, CO, … in een groot gedeelte
v/h toestandsgebied. 29
Toestandsvergelijking ideale gassen
p
Isobaar Beschouw m kg gas in
twee willekeurige
C(p1,V2,TX) toestanden A en B.
p1
A(p1,V1,T1) Definiëren een derde
toestand C: p1, V2, TX.
Isochoor

p2
B(p2,V2,T2)
V
V1 V2 30
Toestandsvergelijking ideale gassen
p
Isobaar Gay-Lussac AC
C(p1,V2,TX) V1 T1 V2
p1   TX  T1
A(p1,V1,T1)
V2 TX V1

Charles CB
Isochoor
p 2 T2 p1
  TX  T2
p2 p1 TX p2
B(p2,V2,T2)
V (2.7) & (2.8)
V1 V2 32
De ideale gaswet
p1V1 p 2 V2
Uit vgl 2.7 en (2.8):  C ste

T1 T2

p.v
Voor 1 kg gas: R
T
R = specifieke gasconstante
[J/kg.K] en is afhank. v/h gas
33
De ideale gaswet

Voor m kg gas: p.V  m.R.T (2.9)

Waarin:
• p = druk [N/m²]
• V = volume [m³]
• m = massa [kg]
• T = absolute temp. [K]
• R = spec. gasconst. [J/kg.K]
34
De ideale gaswet

p.V  M.R.T  Ra .T (2.9)

Waarin: Massa voor NA


• p = druk = 6,022 × 1023 [N/m²]
moleculen
• V = volume [m³]
• M = moleculaire massa [kg/kmol]
• T = absolute temp. [K]
• Ra = absolute gasconst. [J/kmol.K]
(NA = getal van Avodrago) 35
Amedeo Avogadro
1776 - 1856 Italië, Turijn

• Studeerde af in het kerkrecht op


20-jarige leeftijd.
• Studeerde daarna nog wiskun-
de, natuurkunde en scheikunde.
• Maakte zich ook verdienstelijk
in verscheidende gebieden v/h
maatschappelijke leven.
• Hij deed een aantal belangrijke ontdekkingen maar
publiceerde de meeste van zijn experimenten niet.

36
Moleculaire massa
Gas M [kg/kmol] Gas M [kg/kmol]
H2 2 CCl4 154
N2 28 He 4
O2 32 Ne 20,2
Cl2 71 Ar 39,9
H 2O 18 Kr 83,8
CH4 16 Xe 131,3
CO2 44
37
De absolute gasconstante Ra
Volgens de wet van Avogadro is het
volume van 1 kmol van elk gas, bij 0°C
en 760 mmHg altijd gelijk aan 22,4 m³.

5
p.V 1,013.10 N / m² * 22,4 m³
Ra  
T 273,16 K
Ra  8315 J / kmol,K De absolute
gasconstante
Geldig voor alle gassen! 38
De specifieke gasconstante R

Door de absoute gasconstante Ra


te delen door de moleculaire massa
v/h gas bekomt met de specifieke
gasconstante R van het gas.

Ra
R [J/kg.K]
M
39
De specifieke gasconstante R
Vb. 1 kmol waterstof (H2) = 2 kg

R a 8315 J / kmol.K
R 
M 2 kg / kmol
R  4157,5 J / kg.K

De specifieke gascon-
stante voor waterstof
De specifieke gasconstante R
Vb. 1 kmol zuurstof (O2) = 32 kg

R a 8315 J / kmol.K
R 
M 32 kg / kmol
R  259,8 J / kg.K

De specifieke gascon-
stante voor zuurstof
Toepassing 1 - IGW (blz. 22)
Gegeven:
• Lucht: 50 liter, 1 bar en 17°C
• Compressie tot 9 bar en volume = 10 liter
• RLucht = 287 J/kg K
Gevraagd:
• Massa v/d hoeveelheid lucht?
• Eindtemperatuur?
• Soortelijke massa in de eindtoestand?
Oplossing:
m = 0,06 kg; t2 = 249 °C; 2 = 6 kg/m³
42
Toepassing 1 - IGW (blz. 22)
Oplossing: V1 = 50 l; p1 = 1 bar; T1 = 290 K
V2 = 10 l; p2 = 9 bar; T2 = ?
RLucht = 287 J/kg K
1) Hoeveelheid lucht?
5 3
p1.V1 1.10 N / m² * 50.10 m³
m   0,06 kg
T1.R 290 K * 287 J / kg K
2) Eindtemperatuur T2?
p 2 .V2 9 * 10
T2  T1  290 K *  522 K  249C
p1.V1 1* 50 43
Toepassing 1 - IGW (blz. 22)
Oplossing: V1 = 50 l; p1 = 1 bar; T1 = 290 K
V2 = 10 l; p2 = 9 bar; T2 = ?
RLucht = 287 J/kg K

3) Soortelijke massa, 2
m 0,06 kg
2   3 3
 6 kg / m 3

V2 10.10 m

44
Toepassing 2 – IGW (blz. 22)
Gegeven:
• Gas: 1 kg, soortelijke massa 1,55 kg/m³
• Expansie bij constante temp.
• Begindruk = 3 x einddruk
Gevraagd:
Eindvolume?
Oplossing:
V2 = 1,935 m³
45
Toepassing 2 - IGW (blz. 22)
Oplossing: p1 = 3*p2 p.v
T1 = T2 R
1 = 1,55 kg/m³
T
1 1
v1   m3 / kg  0,645 m3 / kg
1 1,55
p1 1 3
v 2  v1  * 3  1,94 m / kg
p 2 1,55
3
V2  1,94 m 47
Voorstelling v/e ideaal gas

Gasmolecule

Gasvolume V 48
Een gas is ideaal als:

1. De gasmoleculen gedragen zich als


puntmassa’s.
2. Moleculaire krachten zijn verwaar-
loosbaar door de relatief grote onder-
linge afstanden tussen de moleculen.
3. Het volume ingenomen door de
moleculen <<< het gasvolume.

49
Reële gassen
Toestandsvergelijk volgens
Clausius en Van der Waals

50
Voorstelling v/e reëel gas

Gasmolecule

Gasvolume V 51
Reële gassen
Toestandsvgl. van Clausius:

 
p . v  b  Ra T
Waarin:
• Factor b: voor het volume v/d gasmoleculen
• v = volume ingenomen door 1 kmol gas

(Eenvoudiger vorm v/d Van der Waals-vgl.)

52
Rudolf Clausius
1822 - 1888 Duitsland, Pruisen

• Studeerde natuurkunde in
Berlijn en Halle.
• 1847: promoveerde tot doctor
in de natuurkunde te Halle.
• Van 1854 tot 1865 analyseerde
hij de Carnot-cyclus en kwam
tot het sleutelbegrip v/d thermodynamica: ‘entropie’.
• Hij formuleerde uiteindelijk de 2de hoofdwet.
• Stelde kinetische gastheorie op en vergelijkingen
voor het verband tussen dampdruk en temperatuur.
53
Reële gassen
Van der Waals voorstel v/d toestandsvgl.

 a
 
 p   v  b  RaT
 v² 

Waarin: Zie tabel II-1


• Factor a voor interactie v/d moleculaire
krachten
• Factor b voor het volume v/d gasmoleculen
• v = volume ingenomen door 1 kmol gas
54
Tabel II-1

55
Van der Waals
1837 - 1923 Nederland

• Opgeleid als onderwijzer.


• Werkte aan zijn doctoraat
naast zijn job van onderwijzer.
• 1873: Promoveerde tot doctor
in de natuurkunde te Leiden.
• 1877: was de eerste hoog-
leraar in de natuurkunde v/d
universiteit van Amsterdam.
• Ontving de Nobelprijs voor natuurkunde in 1910.

56
Gasmengsels
Wet van Dalton

57
Gasmengsels

Gas 1 Gas 2 Gas 3

p1,V, t p2,V, t p3,V, t

Voorbeelden:
• aardgas, Gas- Wet van Dalton
• lucht, mengsel
p  p1  p2  p3  ...
• verbrandings- p,V, t
gassen 60
Wet van Dalton
De druk v/e gasmengsel in een volume
V is gelijk aan de som v/d drukken die
elk v/d gassen zou uitoefenen, indien ze
alleen en bij dezelfde temperatuur, in het
volume zouden bevinden.

p  p1  p2  p3  ...
Waarin: pi = partiële druk v/h gas
61
John Dalton
1766 - 1844 Engeland

• Wis- en natuurkundige.
• Hoogleraar in Kendal en later in Manchester.
• Gaf privéles aan de 15-jarige James Joule.

62
Gasmengsels - eigenschappen
1
De toestandsvergelijking blijft geldig:

p .V  m .Rm .T
Waarin:
– m = m1 + m2 + m3 + …
– Rm = specifieke gasconstante v/h
mengsel

63
Gasmengsels - eigenschappen
2
De partiële drukken verhouden
zich als de partiële volumes.

p p1 p 2 p 3
    ...
V V1 V2 V3

Wat is een partiëel volume?

64
Definitie: partieel volume
Is het volume dat één gas v/h mengsel
zou innemen, moest het zich op dezelfde
temp. en druk bevinden als het mengsel.

Gas 1 Gas 2 Gas 3

p,V1,t p,V2,t p,V3,t

Gasmengsel bij druk p en temp. t


65
Gasmengsels - eigenschappen
2
De partiële drukken verhouden
zich als de partiële volumes.
Bewijs
p1 .V  m1 .R1 .T Def. v/d partiële druk
Gas 1

p .V1  m1 .R1 .T Def. v/h partiële volume

Waaruit:
p p1
p1.V  p.V1 of 
V V1
66
Gasmengsels - eigenschappen
2
De partiële drukken verhouden
zich als de partiële volumes.
Bewijs
p1 .V  m1 .R1 .T Def. v/d partiële druk
Gas 1

p .V1  m1 .R1 .T Def. v/h partiële volume


Analoog voor de andere gassen:
p p1 p 2 p 3
    ... (2.13)
V V1 V2 V3
67
Gasmengsels - eigenschappen
3
Het totaal volume V is gelijk aan
de som v/d partiële volumes Vi.

Gas 1 Gas 2 Gas 3

p,V1,t p,V2,t p,V3,t

V  V1  V2  V3  ... V
68
Gasmengsels - eigenschappen
3
Het totaal volume V is gelijk aan
de som v/d partiële volumes Vi.

Uit de vorige eigenschap volgt:


p p p
p1  V1 p2  V2 p3  V3
V V V
p1  p 2  p3  V1  V2  V3 
p
p
V
V  V1  V2  V3   Vi
69
Gasmengsels - eigenschappen
3
Het totaal volume V is gelijk aan
de som v/d partiële volumes Vi.

Uit de vorige eigenschap volgt:


p p p
p1  V1 p2  V2 p3  V3
V V V
p1  p 2  p3  V1  V2  V3 
p
p
V
V  V1  V2  V3   Vi
70
Gasconstante bij mengsels
A
Gegeven:
• massaconcentraties µi = mi/m
• spec. gasconstante Ri van elk gas
Gevraagd: Rm = ?
Oplossing:

71
Gasconstante bij mengsels
A
p  p1  p 2  p3 Wet van Dalton
m Rm T m1 R1T m2 R 2T m3 R 3 T
  
V V V V
m1 m2 m3
Rm  R1  R2  R3
m m m
Rm  µ1.R1  µ2 .R 2  µ3 .R 3   µi .Ri
75
Gasconstante bij mengsels
B
Gegeven:
• volumeconcentraties ci = Vi/V
• spec. gasconstante Ri van elk gas
Gevraagd: Rm = ?
Oplossing:

76
Gasconstante bij mengsels
B
m  m1  m2  m3 Behoud van massa

pV p V1 p V2 p V3
  
Rm T R1T R 2 T R 3 T
1 1  V1 V2 V3 
    
Rm V  R1 R 2 R 3 
1 c1 c 2 c 3 ci
   
Rm R1 R 2 R 3 Ri 80
Toepassing - Lucht
Gegeven: Lucht bij 0°C en 1 bar bevat:
• Zuurstof: µO = 23,2 %; cV-O = 650 J/kg K
• Stikstof: µN = 76,8 %; cV-N = 740 J/kg K
Gevraagd:
• Moleculaire massa lucht? (28,9 kg/kmol)
• Soortelijke warmte cV Lucht? (719,1 J/kg K)
• Partiële drukken? (0,21/0,79 bar)
Oplossing:
82
Toepassing - Lucht
Oplossing: MO2 = 32 kg/kmol
Moleculaire massa MN2 = 28 kg/kmol
ML  µO .MO  µN .MN
ML  0,232 * 32  0,768 * 28  28,93 kg / kmol

Soortelijke warmte cV
c vL  µO . c vO  µN . c vN
c vL  0,232 * 650  0,768 * 740  719,1 kJ / kg
83
Toepassing - Lucht
Oplossing: MO2 = 32 kg/kmol
Partiële drukken MN2 = 28 kg/kmol

pL  p O  pN  1 bar (a)

p O .V mO .R O .T µO .R a .MN Voor 1 kg
  lucht
pN.V mN.R N.T µN.MO .R a
p O µO .MN 0,232 * 28
   0,264 (b)
pN µN.MO 0,768 * 32
86
Toepassing - Lucht
Oplossing:
pL  p O  pN  1 bar (a)
pO
 0,264 (b)
pN
(b) In (a): 0,264 * pN  pN  1 bar
1 bar
pN   0,79 bar
1,264
p O  1  pN  1  0,79  0,21 bar
87
Toepassing - Rookgas
Gegeven: verbranding van 1 kg lichte
stookolie levert, bij 140°C en 1 bar, de
volgende rookgassamenstelling:
1,61 m³ CO2 ; 8,83 m³ N2 ; 1,44 m³ H2O
Gevraagd:
• Moleculaire massa v/h rookgas?
• Gasconstante v/h rookgas?
Oplossing:
(28,97 kg/kmol ; 287 J/kg K)
88
Toepassing - Rookgas
Vol. [m³] ci [%] Mi [kg/kmol]
CO2 1,61 13,6 44
N2 8,83 74,3 28
H 2O 1,44 12,1 18
Rkg 11,88 100,0

Mm   c i .Mi Molecul. massa rookgas

Mm  0,136 * 44  0,743 * 28  0,121 * 18


Mm  28,97 kg / kmol 90
Toepassing - Rookgas
Gasconstante van het rookgas:
1° manier: Zie IGW
Mm
1 ci 1 Ra
   c .M
i i  Rm 
Rm Ri R a Mm
Ra 8315 J / kmol K
Rm    287 J / kg K
Mm 28,97 kg / kmol

93
Toepassing - Rookgas
Gasconstante van het rookgas:
2° manier: Voor de normale toestand
pO .VO
pO .VO  Mm .Rm .TO  Rm 
Mm .TO
5
1,013.10 N / m² * 22,4 m³ / kmol
Rm 
28,97 kg / kmol * 273,16 K
Rm  287 J / kg K
96

You might also like