Professional Documents
Culture Documents
Pubers Met de Pest Erin: de Invloed Van de Dark Triad Persoonlijkheidstrekkenen Opvoedingsstijl Bij Adolescenten Op Pesten en Gepest Worden.
Pubers Met de Pest Erin: de Invloed Van de Dark Triad Persoonlijkheidstrekkenen Opvoedingsstijl Bij Adolescenten Op Pesten en Gepest Worden.
Mei 2014
Samenvatting
In deze studie is onderzoek gedaan naar het effect van de Dark Triad persoonlijkheidstrekken
bij adolescenten op het pesten en gepest worden, het effect van opvoedingstijl op pesten en
gepest worden en de bufferende functie van opvoedingsstijl op het effect van de Dark Triad
persoonlijkheidstrekken op pesten en gepest worden. Participanten van het onderzoek waren
413 scholieren van zeven Vlaamse scholen met verschillende opleidingsniveaus, die een
vragenlijst ingevuld hebben die de Leuven Adolescent Perceived Parenting Scale, de Dirty
Dozen en de De Klasgenoten Relaties Vragenlijst bevatte. Uit hiërarchische multiple regressie
analyses bleek dat adolescenten met de Dark Triad eigenschappen, met name Narcisme, vaker
het slachtoffer van direct pestgedrag zijn. Adolescenten met de Dark Triad
persoonlijkheidstrekken Psychopathie en Machiavellisme pesten significant vaker anderen.
Bij indirect en direct gepest worden bleek dat wanneer ouders een hogere mate van
psychologische controle uitoefenden de adolescenten significant vaker werden gepest.
Wanneer ouders een hogere mate van psychologische controle uitoefende vertoonde de
adolescenten marginaal significant vaker pestgedrag. De interactietermen die de bufferende
functie op het effect van de Dark Triad meten hadden op zowel het anderen pesten en gepest
worden geen significant effect. Uit dit onderzoek blijkt dat zowel persoonlijkheidskenmerken
als opvoedingsstijl een rol speelt in pesten en gepest worden. Dit onderzoek is een opstap naar
beter begrip van de aspecten die leiden tot negatief sociaal gedrag dat leidt tot pesten en
gepest worden, en heeft een nieuwe richting van onderzoek geïntroduceerd die wellicht
interventies op het gebied van pesten nog meer kunnen verbeteren.
Inleiding
De Dark Triad
Onderzoek van Kerig and Stellwagen (2010) heeft drie factoren opgeleverd die een rol
spelen bij de ontwikkeling en uiting van Psychopathie; impulsiviteit, CU trekken (callous-
unemotial traits) en psychopathisch narcisme. Impulsiviteit draagt bij aan agressie bij
kinderen door toegenomen reactiviteit op provocatie, gedereguleerd gedrag en verminderde
inhibitie met betrekking tot het breken van sociale regels. CU trekken zijn onder andere:
gebrek aan schuld en spijtgevoelens, een gebrek aan empathie en compassie, en
oppervlakkige en gebrekkige emoties wat interfereert met het vormen van meningvolle
relaties. Aan psychopathie gekoppeld narcisme hangt samen met de neiging om anderen op
agressieve wijze te domineren in het najagen van macht en prestige.
Er zijn aanwijzingen dat het gedrag dat geassocieerd word met de Dark Triad in de
context van iemand zijn leven (omstandigheden zoals misbruik, geweld, verwaarlozing) een
goede overlevingsstrategie kan zijn (Jonason et al., 2012). Maar de Dark Triad eigenschappen
staan vooral bekend als negatieve factoren in sociaal gedrag. Zo worden de Dark Triad
eigenschappen in verband gebracht met negatief sociaal gedrag zoals pestgedrag. Pesten is
een probleem dat de laatste tijd de gemoederen hevig bezig houdt.
Pesten
Pesten is een wereldwijd probleem dat een flink deel van de schoolgaande jeugd raakt.
Pesten word gedefinieerd als iemand fysiek, verbaal of psychologisch aanvallen of
intimideren met als doel het veroorzaken van angst, leed of pijn. Dit kan direct zijn, zoals bij
fysiek of verbaal geweld, of indirect, zoals iemand buitensluiten. Om gedrag als pesten te
beschouwen moet dit opzettelijk en systematisch gebeuren. (Georgiou & Stavrinides, 2013).
Pesten heeft vaak een grote impact op slachtoffers en daders. Slachtoffers voelen zich
verdrietig, ongelukkig, gekwetst en afgewezen en hun zelfvertrouwen raakt beschadigd. Ze
hebben vaker klachten zoals hoofdpijn, slapeloosheid, angstgevoelens en depressie. In
extreme situaties kan pesten lijden tot mogelijk gewelddadige wraakgevoelens en
zelfmoordneigingen. Maar ook daders rapporteren vaker depressieve gevoelens en
zelfmoordneigingen. Bij zowel dader als slachtoffer heeft pesten een nadelige invloed op
schoolpresentie en academische resultaten. Daders hebben eenmaal volwassen een verhoogde
kans op alcoholisme en vertonen vaker agressief en crimineel gedrag (Aluedse, 2006). Lee en
Brotheridge (2006) vonden in een onderzoek naar pesten op de werkvloer dat een groot deel
van de daders (83%) zelf ook gepest worden en 50% van de slachtoffers ook pesten.
Misschien is dit de reden waarom daders en slachtoffers veel persoonlijkheidskenmerken
delen (Linton & Power, 2013).
Uit onderzoek van Baughman, Dearing, Giammarco and Vernon (2012) is gebleken
dat de Dark Triad persoonlijkheidstrekken samenhangen met pesten en gepest worden. Van
alle persoonlijkheidskenmerken die gekoppeld zijn aan pesten bleken de Dark Triad trekken
de beste voorspellers te zijn. Veel van de daders maar ook slachtoffers scoren hoog op de
Dark Triad, waarbij mensen die zowel dader als slachtoffer zijn hoger scoren dan de
slachtoffers die niet zelf pesten (Linton & Power, 2013). Volgens onderzoek van Baughman
et al, (2012) over zelfrapportage van pestgedrag op de werkvloer (bij volwassenen) leiden de
verschillende persoonlijkheidstrekken tot verschillend pestgedrag. Zo is de Machiavellist
vaker betrokken bij indirect pestgedrag, waarbij waarschijnlijk hun vermogen om anderen te
manipuleren samenhangt met hun vermogen om bij anderen gedrag te voorspellen en
beschrijven, en zo effectiever te pesten. De Narcist is agressiever, waarschijnlijk uit reactie
om zijn kwetsbare zelfbeeld te beschermen, en vertoont vaker direct pestgedrag. Ten slotte
zijn de psychopathische trekken impulsiviteit en CU trekken (callous-unemotional,
hardvochtig en onbewogen), gekoppeld aan agressie, leidend tot direct pestgedrag. Hoewel
de Dark Triad eigenschappen gedeeltelijk bekendstaan als erfelijk is het niet zo dat ze niet
beïnvloedbaar zijn. Opvoedingsstijl is mogelijk een van de factoren die deze eigenschappen
kunnen beïnvloeden (Jonason, Lyons en Bethell, 2013).
Opvoedingsstijl
Opvoedingsstijl beschrijft de manier waarop een ouder omgaat met zijn kind. Er zijn
verschillende aspecten van ouderschap die de opvoedstijl vormgeven. Een daarvan is de door
het kind ervaren mate van 'warmte en steun' (Responsiveness), hieronder verstaan we uitingen
van affectie en trots, en het bieden van troost en hulp (Davidov & Grusec, 2006). Het in
hogere mate aanwezig zijn van 'warmte en steun' blijkt een positieve invloed te hebben op de
adolescent. Psychologische controle (Psychological control) refereert naar de manier waarop
ouders de activiteiten van hun kinderen proberen te controleren op een wijze die de
psychologische ontwikkeling van het kind negatief beïnvloed. Door in reactie op het gedrag
van hun kind zich opdringerig te gedragen, het kind een schuldgevoel te bezorgen of hen hun
liefde te onthouden staan ze het ontwikkelen van een gezond zelfbewustzijn en eigen identiteit
in de weg (Smetana & Daddis, 2002).
Er is een relatie tussen de manier waarop een ouder omgaat met zijn kind en
internaliserende gedragsproblemen, zoals depressie, en externaliserende gedragsproblemen
,zoals agressie (Barber, Olsen, & Shagle,1994). Opvoedingsstijl beïnvloedt het
zelfvertrouwen (Wouters et al., 2013), middelenmisbruik en crimineel gedrag (Soenens et al.,
2006). Maar ook ander sociaal gedrag zoals pesten en sociale gedragingen die leiden tot
gepest worden, worden in verband gebracht met opvoedingsstijl.
Opvoedingsstijl en Pesten.
Kinderen die pesten ervaren vaak een gebrek aan 'warmte en steun' thuis (Connolly &
O’Moore, 2003). Tevens is er een relatie tussen blootgesteld worden aan agressie in de
thuissituatie en een hoge mate van psychologische controle, en pestgedrag. Ouders van
kinderen met externaliserende gedragsproblemen, zoals pesten, reageren vaak door extra
streng te worden en erg controlerend, terwijl deze opvoedstijl pestgedrag blijkt te
veroorzaken. Ouders van kinderen die gepest worden, reageren vaak door meer permissief en
overbeschermend te worden en deze aspecten van opvoedingsstijl hangen samen met gepest
worden. Er is dus blijkbaar een wederkerige relatie tussen opvoedingsstijl en pesten en gepest
worden (Georgiou & Fanti, 2010).
In deze studie word de invloed van de Dark Triad op pesten en gepest worden
onderzocht, het effect van opvoedingsstijl op pesten en gepest worden en de mogelijk
bufferende functie van opvoedingsstijl op het effect van de Dark Triad op het al dan niet
pesten en gepest worden bij adolescenten. Hebben de Dark Triad eigenschappen een effect op
pesten en gepest worden? Beïnvloedt opvoedingsstijl pesten en gepest worden? Heeft
opvoedingsstijl invloed op het effect van de Dark Triad eigenschappen op pesten en gepest
worden? Op basis van de in deze inleiding genoemde onderzoeken gaan er van uit dat hogere
scores op de Dark Triad pesten en gepest worden zullen versterken, en hoge scores op
'warmte en steun' en lage scores op psychologische controle pesten en gepest worden zullen
verminderen.
De eerste hypothese is; adolescenten die hoog scoren op de Dark Triad zullen vaker
pesten en/of gepest worden dan adolescenten die laag scoren op de Dark Triad. De tweede
hypothese is; adolescenten van wie de ouders een opvoedingsstijl hanteren die zich kenmerkt
door een hoge mate van 'warmte en steun' en/of weinig psychologische controle, zullen
minder vaak pesten en/of gepest worden dan adolescenten van wie de ouders een opvoedstijl
hanteren die gekenmerkt door een lage mate van 'warmte en steun' en/of een hoge mate van
psychologische controle. De derde hypothese is; Adolescenten die hoog scoren op de Dark
Triad van wie de ouders een opvoedingsstijl hanteren die zich kenmerkt door een hoge mate
van 'warmte en steun' en/of weinig psychologische controle, zullen minder vaak pesten en/of
gepest worden dan adolescenten die hoog scoren op de Dark Triad eigenschappen van wie de
ouders een opvoedstijl hanteren die gekenmerkt word door een lage mate van 'warmte en
steun' en/of een hoge mate van psychologische controle.
Methode
Deelnemers
De gebruikte data in deze studie is afkomstig van leerlingen uit het Belgisch
secundaire onderwijs. De deelnemers aan deze studie waren de leerlingen van zeven
verschillende Vlaamse scholen met verschillende opleidingsniveaus. In totaal hebben 419
participanten een vragenlijst ingevuld. Na het verwijderen van de respondenten die op
meerdere variabelen data misten bleven er 413 participanten over. De steekproef bestond uit
217 jongens (52,5 %) en 195 meisjes (47,3 %) en van een respondent miste informatie over
het geslacht. De leeftijd varieerde van 15 tot 20 jaar met een gemiddelde leeftijd van 16,84
jaar (SD= ,90).
Procedure
Er is eerst contact opgenomen met willekeurige scholen om hun medewerking aan het
onderzoek te vragen. Aan de scholen die toestemming hebben gegeven werd het onderzoek
persoonlijk toegelicht door een onderzoeker. Voorafgaand aan het onderzoek werd met het
rapport van de leerlingen een passive consent formulier (om deelname te weigeren moest men
aangeven niet te willen meedoen, geen antwoord betekend dus geen bezwaar) meegegeven
aan de ouders. Hierin werd het onderzoek toegelicht en kregen ouders de kans deelname van
hun kind te weigeren. Een deel van de leerlingen kreeg de vragenlijst mee naar huis met
bijgevoegde instructies over het invullen en de garantie dat deelnemers volledig anoniem
zouden blijven. Een deel van de leerlingen vulde de vragenlijsten in tijdens een vrij lesuur.
Naast de geschreven instructies bij de vragenlijsten, werden vooraf duidelijke verbale
instructies gegeven bij de afname. Er werd hen uitgelegd waarover de vragenlijst ging,
hoelang de afname ongeveer zou duren, dat enkel hun eigen mening telt, dat er geen goede of
foute antwoorden waren en dat de gegevens volledig anoniem en vertrouwelijk worden
verwerkt. Eveneens werd benadrukt dat hun deelname geheel vrijwillig was en ze het op elk
moment konden stopzetten. Indien de leerlingen niet wensten deel te nemen konden ze dit
aangeven via een passive consent formulier die aan de vragenlijst was toegevoegd. Alle
leerlingen gaven hun vragenlijsten af aan de klasverantwoordelijke of het secretariaat.
Instrumenten
De Dark Triad eigenschappen zijn gemeten aan de hand van een vragenlijst van 12
items die de Dirty Dozen heet (Jonason & Webster, 2010). De antwoordmogelijkheden
bestonden uit een negenpunts Likertschaal die loopt van 1 = sterk mee oneens tot 9 = sterk
mee eens. Deze vragenlijst bestaat uit de volgende drie subschalen die elk uit vier items
bestaat. Machiavellisme (α = ,81) wordt gemeten met stellingen als; “Ik heb bedrogen en
gelogen om mijn zin te krijgen.” Narcisme (α = ,85) word gemeten met stellingen als; “ik wil
dat anderen mij bewonderen” en Psychopathie (α = ,78) word gemeten met stellingen als; “ik
ben geneigd om harteloos en ongevoelig te zijn.”
Analyses
Eerst zijn alle variabelen onderzocht op 'missing variables'. Bij zes respondenten bleek
op meerdere variabelen geen data beschikbaar en deze zijn verwijderd uit de analyse. De
overige 'missing variables' zijn vervangen door het gemiddelde van de betreffende variabelen.
Hierna is gekeken of de variabelen normaal verdeeld waren. De afhankelijke variabelen
bleken niet normaal verdeeld te zijn en zijn getransformeerd door middel van de (1/x)*-1
transformatie. Omdat we ook interactietermen meenemen in de analyse zijn alle variabelen
gecentreerd. Vervolgens is gekeken naar de onderlinge samenhang van de constructen door
middel van een correlatieanalyse. Hierna hebben we een Manova uitgevoerd om de invloed
van geslacht te onderzoeken. Omdat deze geen significant resultaat had is Geslacht
uitgesloten van de verdere analyses. Om de invloed van de Dark Triad, opvoedingsstijl en het
bufferende effect hiervan op direct gepest worden, indirect gepest worden en anderen pesten
te onderzoeken hebben we een hiërarchische regressieanalyse uitgevoerd met in de eerste stap
de Dark Triad variabelen, in de tweede stap de opvoedingsstijl variabelen en in de derde stap
de interactietermen.
Resultaten
Verklarende Analyses
Discussie
Het doel van deze studie was kijken of adolescenten die hoog scoren op de Dark Triad
en dus een hogere kans hebben om onwenselijk sociaal gedrag te vertonen, beïnvloedbaar zijn
door hun ouders. Is deze neiging tot het vertonen van onwenselijk sociaal gedrag iets wat
vaststaat, of kun je als ouder hier een verschil in maken door een warme en steunende
opvoedingsstijl te hanteren en weinig psychologische controle toe te passen?
Uit de resultaten blijkt dat onze hypothese: Adolescenten die hoog scoren op de Dark
Triad zullen vaker pesten en/of gepest worden dan adolescenten die laag scoren op de Dark
Triad, bevestigend beantwoord kan worden. Adolescenten met de Dark Triad eigenschappen,
met name Narcisme, zijn vaker het slachtoffer van direct pestgedrag. Omdat de data
gebaseerd is op zelfrapportage is het de vraag of Narcisten daadwerkelijk vaker gepest
worden of dat hun neiging zich sneller gekrenkt te voelen, en hun moeite met kritiek
(Washburn et al., 2004) ervoor zorgt dat ze eerder het idee hebben gepest te worden.
Adolescenten met de Dark Triad persoonlijkheidstrekken Psychopathie en Machiavellisme
pesten significant vaker anderen dan adolescenten zonder deze eigenschappen. Bij indirect
gepest worden blijkt de Dark Triad geen significante invloed te hebben. De gevonden
invloeden van de Dark Triad op pesten en gepest worden bevestigen de bevindingen van
eerdere onderzoeken (Baughman et al, 2012; Linton & Power, 2013) in deze richting. De
gedragingen die geassocieerd worden met pesten zoals dominantie, agressie en recalcitrantie
worden vaak als provocatief, irritant en de sociale norm overschrijdend gezien, wat ertoe leidt
dat mensen zich gerechtvaardigd voelen om hierop agressief te reageren (pesten). De Dark
Triad persoonlijkheidstrekken hadden geen significante invloed op het indirect gepest worden.
Hoewel Machiavellisme volgens Baughman et al, (2012) samenhangt met Indirect pestgedrag
gaat dit over het pesten van anderen. Wellicht omdat de persoonlijkheidstrekken van de Dark
Triad gedeeltelijk gekenmerkt worden door een bepaalde emotieloosheid (Paulhus and
William, 2002) zijn deze adolescenten minder gevoelig voor indirect gepest worden en
rapporteren ze dit minder.
De tweede hypothese kan ook bevestigend beantwoord worden: adolescenten van wie
de ouders een opvoedingsstijl hanteren die zich kenmerkt door een hoge mate van 'warmte en
steun' en/of weinig psychologische controle, zullen minder vaak pesten en/of gepest worden
dan adolescenten van wie de ouders een opvoedstijl hanteren die gekenmerkt door een lage
mate van 'warmte en steun' en/of een hoge mate van psychologische controle. Bij zowel
indirect gepest worden, direct gepest worden en anderen pesten hadden de
opvoedingsstijlvariabelen een significante invloed. Bij indirect en direct gepest worden had
psychologische controle een significant effect, wanneer ouders een hogere mate van
psychologische controle uitoefende werden de adolescenten vaker gepest. Bij anderen pesten
had psychologische controle een marginaal significant effect, wanneer ouders een hogere
mate van psychologische controle uitoefende vertoonde de adolescenten vaker pestgedrag.
Het is interessant en nog niet eerder zo onderzocht dat ook gecontroleerd voor de Dark Triad
opvoedingsstijl een significante invloed heeft op pesten en gepest worden. Onze verwachting
van de invloed van opvoedingsstijl was dat hoge mates van 'warmte en steun' en lage mates
van psychologische controle het pesten en gepest worden positief zou beïnvloeden. Uit onze
resultaten komt duidelijk naar voren dat psychologische controle een erg belangrijk aspect
van opvoedingsstijl is. Het was de enige van onze variabelen die een significante samenhang
had met alle andere variabelen, en was de enige van de opvoedingsstijl variabelen die
significant bijdroeg in de regressieanalyses. De invloed van psychologische controle lag in
lijn met onze verwachtingen gebaseerd op het onderzoek van Georgiou en Fanti (2010).
'warmte en steun' daarentegen had duidelijk minder effect op de afhankelijke variabelen dan
wij verwacht hadden. De afwezigheid van significante effecten van ''warmte en steun'' die we
verwachtte op basis van het onderzoek van Connolly en O’Moore (2003) bleven uit. Een
mogelijke verklaring hiervoor is dat ''warmte en steun'' ook deel uit maakt van een
permissieve opvoedingsstijl, waarvan bekend is dat die kan bijdragen aan gepest worden
(Georgiou & Fanti, 2010).
De derde hypothese spreekt de verwachting uit dat adolescenten die hoog scoren op de
Dark Triad van wie de ouders een opvoedingsstijl hanteren die zich kenmerkt door een hoge
mate van 'warmte en steun' en/of weinig psychologische controle, zullen minder vaak pesten
en/of gepest worden dan adolescenten die hoog scoren op de Dark Triad van wie de ouders
een opvoedstijl hanteren die gekenmerkt door een lage mate van 'warmte en steun' en/of een
hoge mate van 'psychologische controle'. De interactietermen die de bufferende functie op het
effect van de Dark Triad meten hadden op zowel het anderen pesten en gepest worden geen
significant effect. Dus onze derde hypothese hebben we niet kunnen bevestigen. Ook hier kan
het meespelen dat de variabele ''warmte en steun'' zowel een positief als negatief effect kan
hebben op gepest worden (Georgiou & Fanti, 2010).(nog een reden waarom er geen
significant resultaat is zou geweldig zijn, dus Barbara mocht jij iets zien wat ik over het hoofd
heb gezien voel je vrij om een aanbeveling te doen:-)) De bufferende functie van
opvoedingsstijl op het effect van de Dark Triad op pesten en gepest worden is naar ons weten
nog niet eerder zo onderzocht. Uit eerder onderzoek is gebleken dat gedragscontrole een
belangrijke voorspeller is van later antisociaal gedrag zoals pesten, en dat adolescenten met
ouders die hoog scoren op 'warmte en steun', Gedragscontrole en in het bijzonder het
Ondersteunen van de autonomie minder vaak pestgedrag vertonen (Kokkinos & Panayiotou,
2007). De opvoedingsstijlvariabelen 'gedragscontrole' en 'ondersteunen van de autonomie'
zouden dus wellicht wel een bufferend effect gehad hebben.
Zoals elk onderzoek is ook dit onderzoek onderhevig geweest aan beperkingen. De
eerste beperking is het feit dat onze data gebaseerd is op zelfrapportage. Bij bijvoorbeeld de
significante samenhang tussen Narcisme en direct gepest worden roept dit de vraag op of deze
adolescenten daadwerkelijk vaker gepest worden, of dat hun opgeblazen zelfbeeld en hun
gevoel recht te hebben op een voorkeursbehandeling zorgen dat ze eerder vinden dat ze gepest
worden. Ook de sociale wenselijkheid van de antwoorden speelt altijd een rol bij
zelfrapportage ondanks de garantie van vertrouwelijkheid, en onderrapportage van als
negatief bekend staande gevoelens en gedragingen is daardoor een risico. Het erbij betrekken
van peer nominaties (Maassen, Goossens & Bokhorst, 1998) voor het gedrag van de
adolescenten zou hier mogelijk extra inzicht geven en een duidelijker beeld geven van het
daadwerkelijke pestgedrag. In toekomstig onderzoek zou het interessant zijn om de eerder
genoemde peernominaties mee te nemen. Verder onderzoek naar de mogelijke functie van de
Dark Triad als overlevingsstrategie, en de positieve gevolgen van het toepassen van deze
persoonlijkheidstrekken als strategie, is nodig om ons begrip van deze eigenschappen, die
vooral als negatieve factor in sociaal gedrag gezien worden, te verdiepen. Bijvoorbeeld door
de bufferende functie van de Dark Triad op het effect van negatieve levensgebeurtenissen op
welzijn of succes te onderzoeken.
Conclusie
Het is heel duidelijk geworden bij het onderzoeken van de beschikbare literatuur, en
het uitvoeren van dit onderzoek dat negatief sociaal gedrag voortkomt uit bepaalde
persoonlijkheidstekken zoals de Dark Triad, maar ook dat je als ouder een ontzettend
belangrijke functie hebt in hoe je kind interacteert met de wereld om zich heen. Een warme
en steunende opvoeding waarbij het kind geaccepteerd wordt voor wie die is, en die niet
gestraft word door het ontzeggen van liefde, doet elk kind, een wereld van goed. Het kan
ontzettend moeilijk zijn om een kind dit te geven als deze negatieve sociale gedragingen
tentoonstelt, of die nu voortkomen uit persoonlijkheidskenmerken of opvoeding, maar het
blijft de moeite waard. Misschien moeten we iets afstappen van de verheerlijking van het zich
niet bemoeien met de opvoeding van een ander, en meer informatie beschikbaar stellen over
de positieve en negatieve effecten van de verschillende opvoedingsstijlen. Misschien zelfs
cursussen in hoe dit toe te passen voor elke ouder, in plaats van alleen voor de ouders van een
gezin waarvan bekend is dat er moeilijkheden binnen het systeem zijn, of die iemand in het
gezin hebben die een label opgeplakt heeft gekregen. Dit onderzoek heeft laten zien dat zowel
persoonlijkheidstrekken als de Dark Triad, en opvoedingsstijl invloed heeft op negatief
sociaal gedrag als pesten, en negatief sociaal gedrag dat leidt tot gepest worden. Interventies
op het gebied van Pesten kunnen wellicht verbeterd worden door deze uit te breiden zodat ze
deze beide aspecten, Dark Triad en opvoedingsstijl, omvatten. Dit onderzoek is een opstap
naar beter begrip van de aspecten die leiden tot negatief sociaal gedrag dat leidt tot pesten en
gepest worden, en heeft een nieuwe richting van onderzoek geïntroduceerd die wellicht
interventies op het gebied van pesten nog meer kunnen verbeteren.
Referentie lijst
Aluedse, O. (2006). Bullying in Schools: A Form of Child Abuse in Schools. Educational
Research Quarterly, 30, 37-49.
Armsden, G. C., & Greenberg, M. T. (1987). The inventory of parent and peer attachment:
Individual differences and their relationship to psychological well-being in
adolescence. Journal of Youth and Adolescence, 16, 427-454.
Barber, B. K., Olsen, J. E., & Shagle, S. C. (1994). Associations between parental
psychological and behavioral control and youth internalized and externalized
behaviors. Child Development, 65, 1120-1136.
Baughman, H. M., Dearing, S., Giammarco, E., & Vernon, P. A. (2012). Relationships
between bullying behaviours and the Dark Triad: A study with adults. Personality and
Individual Differences, 52, 571-575.
Beyers, W., & Goossens, L. (2008). Dynamics of perceived parenting and identity formation
in late adolescence. Journal of Adolescence, 31, 165-184.
Bretherton, I. (1992). The origins of attachment theory: John Bowlby and Mary
Ainsworth. Developmental psychology, 28, 759.
Connolly, I., & O'Moore, M. (2003). Personality and family relations of children who bully.
Personality and Individual Differences, 35, 559-567.
Davidov, M., & Grusec, J. E. (2006). Untangling the links of parental responsiveness to
distress and warmth to child outcomes. Child development, 77, 44-58.
Georgiou, S. N., & Stavrinides, P. (2013). Parenting at home and bullying at school. Social
psychology of education, 16, 165-179.
Jonason, P. K., Li, N. P., Webster, G. D., & Schmitt, D. P. (2009). The dark triad: Facilitating
a short-term mating strategy in men. European Journal of Personality, 23, 5-18.
Jonason, P. K., Lyons, M., & Bethell, E. (2013). The making of Darth Vader: Parent–child
care and the Dark Triad. Personality and Individual Differences, 67, 30-34.
Jonason, P. K., & Webster, G. D. (2010). The dirty dozen: a concise measure of the dark
triad. Psychological assessment, 22, 420-432.
Jonason, P. K., Webster, G. D., Schmitt, D. P., Li, N. P., & Crysel, L. (2012). The antihero in
popular culture: Life history theory and the dark triad personality traits. Review of
General Psychology, 16, 192-199.
Kenny, M. E. (1987). The extent and function of parental attachment among first-year college
students. Journal of youth and adolescence, 16, 17-29.
Kerig, P. K., & Stellwagen, K. K. (2010). Roles of callous-unemotional traits, narcissism, and
Machiavellianism in childhood aggression. Journal of Psychopathology and
Behavioral Assessment, 32, 343-352.
Kokkinos, C. M., & Panayiotou, G. (2007). Parental discipline practices and locus of control:
relationship to bullying and victimization experiences of elementary school students.
Social Psychology of Education, 10, 281-301.
Lee, R. T., & Brotheridge, C. M. (2006). When prey turns predatory: Workplace bullying as a
predictor of counteraggression/bullying, coping, and well-being.European Journal of
Work and Organizational Psychology, 15, 352-377.
Linton, D. K., & Power, J. L. (2013). The personality traits of workplace bullies are often
shared by their victims: Is there a dark side to victims? Personality and Individual
Differences, 54, 738-743.
Maassen, G. H., Goossens, F. A., Bokhorst, J. (1998). Ratings als validering bij de bepaling
van sociometrische status met nominaties in longitudinaal onderzoek. Nederlands
Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 14, 323 - 335
Paulhus, D. L., & Williams, K. M. (2002). The dark triad of personality: Narcissism,
Machiavellianism, and psychopathy. Journal of research in personality, 36, 556-563.
Smetana, J. G., & Daddis, C. (2002). Domain‐specific antecedents of parental psychological
control and monitoring: The role of parenting beliefs and practices. Child
development, 73, 563-580.
Soenens, B., Vansteenkiste, M., Luyckx, K., & Goossens, L. (2006). Parenting and adolescent
problem behavior: an integrated model with adolescent self-disclosure and perceived
parental knowledge as intervening variables. Developmental psychology, 42, 305.
Washburn, J. J., McMahon, S. D., King, C. A., Reinecke, M. A., & Silver, C. (2004).
Narcissistic features in young adolescents: Relations to aggression and internalizing
symptoms. Journal of Youth and Adolescence, 33, 247-260.
Wilson, D. S., Near, D., & Miller, R. R. (1996). Machiavellianism: a synthesis of the
evolutionary and psychological literatures. Psychological bulletin, 119, 285.
Wouters, S., Doumen, S., Germeijs, V., Colpin, H., & Verschueren, K. (2013). Contingencies
of Self‐worth in Early Adolescence: The Antecedent Role of Perceived Parenting.
Social Development, 22, 242-258.
Tabel 1
Descriptive Statistics
Kurtosis
M SD Statistic SE
Indirect gepest -,87 ,17 2,43 ,24
Direct gepest -,86 ,27 -,31 ,24
Anderen pesten -,87 ,23 -,24 ,24
Machiavellisme ,00 1,65 -,03 ,24
Psychopathie ,00 1,54 1,18 ,24
Narcisme ,00 1,77 -,69 ,24
Warmte & Steun ,00 ,90 ,07 ,24
Psychologische control ,00 ,81 ,30 ,24
Tabel 2
Correlations
1 2 3 4 5 6 7 8
1 Indirect Bully -
2 Direct Bully ,402 ** -
3 Bully Other ,229 ** ,050 -
4 Machiavellisme ,120 ,000 ,317 ** -
5 Psychopathie ,077 ,056 ,321 ** ,526 ** -
6 Narcisme ,146 ** ,013 ,225 ** ,533 ** ,256 ** -
7 Responsiveness -,040 -,124 * -,159 -,124 * -,185 ** -,003 -
8 Psychologische controle ,198 ** ,182 ** ,206 ** ,199 ** ,228 ** ,180 ** -,359 ** -
** p < ,01 * p < ,05
Tabel 3
Hiërarchische regressieanalyse Dark Triad en opvoeding op indirect Gepest worden.
B SE(B) β p R2 Δ R2 p
Stap
1 ,004 ,004 ,633
Machiavellisme -,007 ,011 -,043 ,518
Psychopathie ,013 ,010 ,074 ,200
Narcisme ,003 ,009 ,017 ,771
2 ,039 ,035 ,001
Machiavellisme -,010 ,011 -,060 ,389
Psychopathie ,006 ,010 ,036 ,539
Narcisme ,001 ,009 ,005 ,931
Warmte en Steun -,020 ,016 -,067 ,205
Psychologische Controle ,054 ,018 ,161 ,003
3 ,043 ,004 ,953
Tabel 4
Hiërarchische regressieanalyse Dark Triad en opvoeding op direct gepest worden.
Direct B SE(B) β p R2 Δ R2 p
Stap
1 ,024 ,024 ,019
Machiavellisme ,005 ,007 ,047 ,471
Psychopathie ,002 ,006 ,022 ,697
Narcisme ,011 ,005 ,115 ,048
2 ,054 ,029 ,002
Machiavellisme ,004 ,007 ,041 ,532
Psychopathie -,001 ,006 -,010 ,934
Narcisme ,009 ,005 ,092 ,112
Warmte en Steun ,006 ,010 ,031 ,594
Psychologische Controle ,039 ,011 ,186 ,001
3 ,075 ,022 ,153
Tabel 5
Hiërarchische regressieanalyse Dark Triad en opvoeding op anderen pesten..
B SE(B) β p R2 Δ R2 p
Stap
1 ,139 ,139 ,000
Machiavellisme ,022 ,009 ,157 ,011
Psychopathie ,032 ,008 ,217 ,000
Narcisme ,011 ,007 ,086 ,115
2 ,156 ,017 ,016
Machiavellisme ,020 ,009 ,146 ,017
Psychopathie ,028 ,008 ,189 ,001
Narcisme ,011 ,007 ,081 ,136
Warmte en Steun -,020 ,013 -,070 ,147
Psychologische Controle ,027 ,014 ,094 ,062
3 ,167 ,011 ,528