9-9-2022 hoorcollege grondwater en vegetatie

Deel 1
Droogte in Nederland, terwijl we meer neerslag hebben gehad dan vroeger.

Evapotranspiratie: verdamping van planten + water wat op de planten ligt.

Freatische grondwaterstroming: geen lucht meer in het water dus het water kan gaan stromen.

Capillaire opstijging: komt door poriën in de grond.

H2O

8 protonen in O (covalente verbinding -> polair)

Adhesie: watermoleculen kleven aan wat anders

Cohesie: watermoleculen kleven aan elkaar

Deel 2
Kritieke capillaire stijghoogte= levering van 2 mm/dag

GHG= gemiddeld hoogste grondwaterstand

GVG= gemiddeld voorjaars grondwaterstand

GLG= gemiddeld laagste grondwaterstand

Veldcapaciteit= de bodem zit vol met water en er lekt niks meer uit de bodem. (pF= 2)

Verwelkingspunt= planten kunnen water niet uit de bodem trekken terwijl het wel in de bodem zit.
(pF= 4,2)

pF= log10 (-P), P in cm

deel 3
voorbeeld opdracht:

hoeveel water levert een lichte kleigrond aan planten bij en na hoeveel dagen verdroging bij
behoefte 8mm/dag?

gws 120 cm

wortellaag 20 cm (200 mm)

Vp= 13%

Vc= 40%

40-13= 27%

27% van 200 = 54mm

54/8 = >6 dagen

deel 4
watertransport:

1. Fotosynthese: transport stoffen

2. Stevigheid: turgor cellen
3. Transpiratie: grootste aandeel, temperatuur
4. Opname door wortel (haren): worteldruk een belangrijk proces

Plasmadesmata= opening tussen de cellen

2 routes door wortelharen:

Apoplastische route: via de celwand tot de bandjes van Caspari en door de vaatbundels.

Symplastische route: over het membraan, door de cellen richting en uiteindelijk door de vaatbundels.

Bandjes van Caspari= reguleert worteldruk

Guttatie= water wordt naar buiten geduwd door worteldruk en er ontstaan kleine druppels op het
blad.